Dinsdag O Januari. A°. 1894. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 8 Januari. F" ©Tailles ton. HET SLOT ELKRATH. N°. 10393. DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden, 1.10. Frartco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIEN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseoren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dc hooge huur der Stadszaal. Het verzoekschrift, in de vergadering van bestuursleden van verschillende hier ter stede gevestigde vereenigingen aan den Gemeente raad vastgesteld, ten einde verlaging van het tarief der Zaalhuur te verkrijgen, luidt met do Memorie van Toelichting als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden geven met verschuldigden eerbied te kenven de Be stuursleden der navolgende vereenigingen: 1. Gymn. en Schermvereeniging„Sparta". 2. Vereeniging tot beoefening der Uiterlijke Welsprekendheid: „Litteris Sacrum". 3 Muziek en Tooneelvereeniging: „Nut en Vermaak." 4. Tooneelvereeniging- „Jacob Cats". 5. Onderofficiers-Vereeniging: „Door vriend schap voreenigd". 6. Onderofficiers Gymnastiek-Vereeniging: „Mmerva" 7. Gymnastiek-Vereeniging„Indhra". 8. Gymnastiek-Vereeniging: „Hercules". 9. Wielrijders-Veroeniging„All Eight". 10 Liodertafel: „Arion"; dat zij zich vereenigd hebben, om op de gronden in bijgaande Memorie van Toe lichting nader ontwikkeld Uw Achtbaar College in overweging te geven, over te gaan tot eene tariefsherziening van de huur der Stadszaal dat zj) vermeenen op de zienswijze neder- gelegd in deze Memorie van Toelichting, mede te kuDnen werken tot het moer in gebruik nemen dier zaal; dat, met het oog op het dringende dezer zaak en het belang dat de verschillende ver eenigingen er bij hebben, dit verzoekschrift zoo spoedig mogelyk in behandeling genomen zal worden; Redenen waarom requestranteD met goed vertrouwen zich wenden tot Uw Achtbaar College, opdat aan een voor de Gomeente en voor hunne Vereenigingen, lastige moeilijk heid een oinde kome, en beider belang met oene doelmatige tariefverlaging der Zaalhuur gobaat is. Hetwelk doende, enz. Memorie van Toelichting. Tot motiveering van het nevensgaande adres aan Uw Eds. Achtbaren Raad ver meenen requestranten eene nadere toelichting niet te mogen achterwege laten. Immers hier geldt het niet één, doch meer belangen, die aan vele en verschillende corpo- ratién ten goede kunnen komen, en wel in zake het exploiteeren der Stadszaal van gemeentewege. Vóór de opening werd een tarief vastge rsteld, dat den finantièelen krachten van menige vereeniging bij gebruikmaking - een ge- voeligon knak zou geven. De vereenigingen, wier ledental groot was, ■waren verplicht hunne uitvoeringen daar ter plaatse te geven, doch de kleinere, die tydens den bouw andere localiteiten in gebruik hadden genomen, bleven waar z(j waren - en rond borstig moeten w(j het erkennen - z(j bebb er wél aan gedaan, want hunne finantiëele positie heeft niet zulk een geduchten stoot gekregen als die der grootere vereenigingen. Immers behalve de huur der zaal, komt er ook nog eene groote uitgave voor gasver lichting niet alleen voor lokalen, waarin de feestvierende vereeniging zich beweegt, doch ook voor die, welke by den pachter in ge bruik zjjn, waarbij bovendien nog berekend wordt het werkloon, dat den gasfitter voor zijne tegenwoordigheid daar ter plaatse moet worden uitbetaald. Deze onkosten, onafscheidelijk verbonden aan het gebruik der Stadszaal, drukken zwaar der dan men zich wel voorstellen kan. En voegen wij nog bij dit alles de meerdere uitgaven, die bij elke uitvoering of feestvie ring door grootere localiteit noodzakelijk zijn, als bijv. muziek, drukwerk, tooneelbenoodigd heden, versiering, enz., dan zeggen wij niet te weinig wanneer wjj de verklaring afloggen, dat er voor eene uitvoering in de Stadszaal een niet onbelangrijke som wordt vereischt. Eene poging door het Dagel. Bestuur indertijd gedaan om het tarief te verlagen, heeft ons doen zien dat in den boezem van Uw College toch ook aanwezig is hetzelfde beginsel, wat wij thans in toepassing willen zien gebracht. Ware het niet dat de voorgestelde ver laging bestrijding door een kleine meerder- derheid had gevonden; ware het niet dat door de bekende motie van uw medelid mr. F. Was, de bestaande toestand werd besten digd, voorzeker wij zouden thans niet tot Uw College komen. Doch daar het gebleken is dat in den bestaanden toestand geen veran dering ten goede is gekomen en de Stads zaal, behalve een paar concertavonden, weder geruimen tijd door vereenigingen niet gebruikt is, vermeenen requestranten tot U het verzoek te mooten richten, die omstan digheid niet te bestendigen, doch maatregelen te nemen, waardoor zy en andere corporation gebaat zullen zjjn. Hot zwaartepunt is hierin gelegen, dat wanneer mildere bepalingen in het leven ge roepen worden, er kans, zeer veel kans zelfs, bestaat, dat door hen, die tot nog toe om fir.an- tiöele redenon geene vergadering in de Stads zaal uitschroven, het thans wèl zullen doen. Die vereenigingen, welke er reeds gebruik van gemaakt hebben, kunnen in de toekomst rekenen, dat met minder bezwaar voor hunne kas eene goede gelegenheid opengesteld is feest te vieren. Doch wjj moeten hier ook de keerzjjde der medaille toonen. Niet om invloed uit te oefenen op het te nemen besluit want ronduit gezegdhet is noodig tot eene tariefverlaging over te gaan maar om ook de zienswijze van enkelen mede te deelen, maken wj) melding van de ver onderstelling, dat wanneer het particulier initiatief voortgaat de behulpzame hand te bieden, met het vermeerderen daarvan de kansen om de Stadszaal in gebruik te nemen in omgekeerde evenredigheid vermindert. Vooral heeft dit plaats als er tusschen de verschillende vereenigingen homogeniteit be staat en waar de eene zich verbindt geen gebruik te maken van de Stadszaal, alras twee of meer gevonden zullen worden, die zich daarbjj aansluiten. Nemen wji echter in dit geval aan, dat iedere Vereeniging op zichzelve blijft, dan komen wij toch tot deze conclusiewordt het tarief verlaagd, direct of indirect ondervindt onze kas het voordeel er van. Resumeerende het bovenstaande komen wjj tot deze conclusie: dat eene tarief-verlaging van de huur der stadszaal eene algemeen gevoelde behoefte is dat de verlaging van het tarief ten goede van zeer vele corporatiön komt dat het volharden by hot hoogo tarief on tevredenheid opwekt, bj) ieder in 't algemeen en bij belasting betalende burgers in het bij zonder; dat, ton slotte, rekening moet gehouden worden met de vele wenschen, die wij als Bestuurderen namens het groot aantal leden onzer vereenigingen, gaarne ingewilligd willen zien, opdat én de Gomeente èn onze Ver eenigingen er de voordeelen van zullen onder vinden. Leiden, 8 Januari 1894. De heer W. A. Van R(jn, te Zoeter- woude, is door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland benoemd tot lid in de Commissie van Aanslag voor de belasting op bedrtffs- en andere inkomsten volgens art. 19 1 en 2 voor Leiden (buitengemeenten, Leiderdorp c.a.) In de gemeente Ter-Aar z(jn in 1893 geboren behoorende tot de werkelijke bevolking der gemeente 55 m. en 46 vr., overleden z(jn er 27 m. en 35 vr., gevestigd hebben er zich 38 m. en 61 vr., terwijl er 36 m. en 64 vr. de gemeente metterwoon hebben verlaten, zoodat de bevolking met 30 m. en 8 vr. is vermeerderd en op 31 December 1893 be droeg 1221 m. en 1236 vr., totaal 2457. In het afgeloopen jaar werden in de ge meente Lisse geboren 134 kinderen waaronder 3 tweelinggeboorten. Er stierven 88 personen, terwijl 32 huwelijken werden gesloten. In 1892 bedroegen deze cijfers respectievelijk 130, 78 en 23. "Wederom is we meldden het reeds in ons vorig nommer aan Nederland een van zijne dappere zonen, wiens naam eene eereplaats inneemt in onze Indische krijgs geschiedenis, door den dood ontnomen. In 62-jarigen ouderdom toch ontsliep te '8-Gravenhage Huibert Gerard Boumeester, gepensionneerd luit. gener. eu voormalig leger commandant in Ned.-Indiö. Den 88ten Juli 1851 benoemd tot 2den luit. b(j het Indische leger, doorliep Boumeester achtereenvolgens de verschillende subalterne rangen en werd den 6den Mei 1869 benoemd tot majoor, tevens directeur van den con structiewinkel, in welke betrekking h(j ook als luitenant-kolonel werkzaam bleef. In 1870 werd hem als zoodanig ontslag verleend en in 1874 vertrok hij met verlof naar Nederland, van waar hy in 1875 terugkeerde naar Indië. Na korten tyd op non-activiteit te zijn ge weest, werd hy benoemd tot commandant der veld- en bergartillerie op Java en den 16den Januari 1878 benoemd tot kolonel, chef van het wapen der artillerie. In datzelfde jaar 29 Juni werd h(j benoemd tot chef van den general en staf. Den 26sten Sept. 1878 volgde zijne benoe ming tot generaal majoor en den 30sten Octo- bor van dat jaar werd hem hot commando opgedragen over de 2de militaire afdeeling op Java. Den 2den Maart 1879 werd hy luitenant- generaal, commandant van het leger en chef van het departement van oorlog in Nederl.- Indië. Den 8sten Mei 1983 werd hy op z\jn verzoek als zoodanig ontslagen, onder dank betuiging voor de bewezen diensten, waarna h(j repatriëerde en den 29sten Juli 1883 be noemd werd tot adjudant van Z. M. den Koning in buitengewonen dienst. Tijdens de 2de Atjeh expeditie werd Bou meester benoemd tot ridder van de Militaire Willemsorde 4de kl. Mede sierde het ridder kruis van den Nederl. Leeuw zijne borst, zoo mede het eereteeken voor belangrijke krijgs verrichtingen, de Atjeh-medailleen het Officiers kruis. Ook na zijne pensionneering den 6den Juni 1883, bleef de generaal zijne krachten wijden aan verschillende nuttige instellingen te 's-Gra venhage. Zoo was hij geruimen tyd voorzitter van het hoofdbestuur van „Eigen Hulp" en werd hy onlangs benoemd tot eere-voorzitter van deVereeniging „het Eereteeken voor belangrijke krijgsverrichtingen." In 1891 werd de generaal benoemd tot Kanselier der Nederlandsche orden, welke betrekking hij tot zyn dood toe vervulde. De Eersto Kamer is ter vergadering byeéngeroepen tegen morgen, Dinsdag, des namiddags te halfdrie. De „Oorlogskreet'' kondigt tegen hot laatst dezer maand een bezoek aan van generaal Booth aan ona land. De minister van binnenlandsche zaken heeft opgeheven het verbod van het vervoer van kalveren, jonger dan zes maanden, naar Friesland, uit den kring omvattende de pro vinciën Noord Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg, Gelderland, Overijsel, Drente en Groningen. De minister van justitie brengt in her innering dat z(j, die tot den Nederlandschen adel behooren, gehouden zyn aan het departe ment van justitie kennis te geven van de in hunne geslachten plaats gehad hebbende geboorten, huwelijken en sterfgevallen, door inzending van gelegaliseerde volledige afschrif ten van de in de registers van den burge lijken stand ingeschreven akten. Gereformeerde kerken. Bedankt, is voor het beroep naar Breukelen door ds. C. B. Bavinck te Hazerswoude. Hier te lande is het bericht ontvangen uit Indië van het overlijden van den lsten luit. der artillerie A. F. Geill. In de zitting van den Groningschen gemeenteraad kwam Zaterdag het adres in van de werkloozen, waarin den Raad de middelen worden aan de hand gedaan, welke, naar de meening van adressanten, kunnen leiden tot vermindering van de werkloosheid. Op voorstel van 'sRaads voorzitter, mr. S. M. S. Modderman, werd besloten om het a^res te stellen in handen van eene commissie van 5 leden, die den Raad van advies zal hebben te dienen. Tot leden dier commissie werden gekozen de heeren H. Smit, jhr. mr. De Savornin Lohman, T. R. Haan, W. J. Roelfsoma Hzn. en prof. Reiger. Naar men aan de „Haarl. Crt." uit- Amsterdam bericht, hebben regenten v in het Burger Weeshuis aldaar, tot dir teur van dat gesticht benoemd den heer J. Hora, oud kapitein van den plaatselijken staf. De minister van buitenlandsche zaken en mevrouw Van Tienhoven hebben hunne receptie avonden bepaald op Dinsdag 16 Ja nuari, 6 en 20 Februari en 13 Maart. De wethouder van openbare werken dr. J. Th. Mouton, te 's Gravenhage, is sedert eenige dagen lijdende aan influenza en dien tengevolge bedlegerig. Het stoomschip „Drente" arriveerde 6 Jan. van Rotterdam te Batavia; de Minerva" vertrok 6 Jan. van Cadix naar Bareel ma; de „Prins Maurits" arriveerde 6 Jan. van West-Indië te Nieuw-York; de „Utrecht" arri veerde 6 Jan. van Rotterdam te Batavia. B(j koninklijk besluit is benoemd tot notaris binnen het arr. 's Gravenhage, ter standplaats Warmond, de heer J. F. S. Fiylinck, candidaat-notaris aldaar. Met ingang van 1 Februari a. 8., aan dr. P. J. H. Cuypers, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar b(j de normaal school voor teekononderwy'zers en als leeraar b\j de school voor kunstnijverheid. Yicarie-stichting;eii. De minister van justitie heeft, ingevolge zijne by de behandeling der Staatsbegrooting gedane toezegging, aan de Tweede Kamer doen toekomen het verslag der Staatscommissie ter voorbereiding van eene wettelijke regeling van het onderwerp der vicaris-stichtingen, welke commissie tevens in opdracht had een rechtskundig onderzoek in te stellen naar den oorsprong, den vroegeron en den tegon- woordigen staat dier stichtingen in de onder scheidene deelen des lands. Biykens de by dat verslag overgelegde by- lagen is de meerderheid der commissie altyd van gevoelen geweest, dat de vicarie-goederen oorspronkeiyk stichtingsgoederen waren, en dit ook zyn gebleven, na de invoering der Reformatie. Die goederen zyn niet goschonkon aan de kerk, noch aan eenige parochiale gemeente, maar zy zyn byeengebracht als zelfstandige fondsen, om uit de inkomsten daarvan te voorzien in het onderhoud dor geestelijken, die zielmissen en andere kerkelyke diensten verrichten op het altaar, waaraar die goederen waren verbonden. De minderheid der Staatscommissie was van meening, dat de vicarie-goederen eigendom zyn van den Staat. Daarom kwam het haar beter voor den Staat tot eigenaar van alle vicarie-goederen te verklaren en het beheer dier goederen derhalve onmiddeliyk aan de Regeering op to dragen. door GOLO ItAIMUND. 48) Zoo was dus alles reeds in haar hoofd en hart geschikthy zegende de reis naar Duitsch land, hem had het vaderland, dat by nauwe- Hjke gekend had, teruggegeven, wat het zijne moeder ontroofd had: gelukkige liefde en vertrouwen 1 VII. Het was tegen den middag; de prome- naden waren ledig geworden; de badgasten, als alle menschen, die slechts genoegen en uitspanning zoeken, hadden zich na de morgen wandeling in hunne kamers teruggetrokken on maakten zich gereed tot den tweeden, grooten plicht van den dag: het middageten. Ook freule Adelbeid bevond zich in de kamer, die zy in het hotel bewoonde, voor den spiegel en bracht hare volle krullende haren in orde met een opmerkzamen blik en niet zonder een glimlach van zelfvoldoening om hare frissche lippen. Waarom zou zy er ook niet gelukkig hebben uitgezien - de wereld lag voor haar in bot rooskleurigsto licht, zj wae heden tevreden met alles, ook met het lieve beeld, dat de spiegel haar tegen wierp. Zy was eerst sedert twee dagen Wolf gangs bruid en reeds was zy volkomen thuis In haren nieuwen gelukstaat; haar veer krachtige geest, die zich zoo spoedig en zoo gemakkelijk in nieuwe toestanden wist te schikken, beheerschte niet alleen het tegen woordige, maar had met wonderbaarlijke ge makkelijkheid reeds plannen ontworpen voor de toekomst, plannen van pracht en glans, die de omlysting van haar huiselijk geluk moesten vormen. De schuchtere maagdelijke ingetogenheid, de zaligheid der liefde, die het vrouwelijke hart aanvankelijk als een droom voorkomt, waren haar onbekend; het toeval had hare liefde en hare eerzucht tevens gediend en de smart was haar bespaard gebleven om te beproeven welke van beide gevoelens het sterkste wae. Wat Wolfgang betreft, h(j ver moedde in de verste verte niet, dat or in de ziel van het jonge meisjo nog ruimte was voor een anderen hartstocht dan dien der liefde en op dit oogonblik was er ook nieta anders op te lezen, op dat jonge, bekoorlijke gelaat, toen zjj vol zelfbehagen don spiegel verliet om de etensklok te volgen, die haar met de barones aan de eettafel riep. Haar groetende blik had snel den geliefde gezocht en gevonden; hu wachtte reeds op de gewone plaate. De etensuren behoorden voor de jongelieden tot de ongestoordste van den geheeien dag; de oude dame hield zich dan met hare tafelburen onledig; zU kon de hulp en het onderhoud van hare gezelschaps juffrouw ontberen en te midden van het gen1;.„>, ,i l<"spraki-=n jatte niemand op betgeen de beide jongelieden elkander te zeggen haddon. Heden ontbraken aan Adelheid hare ge wone zekerheid en levendigheid en zelfs Wolfgang zou verlogen zjjn geworden door het onafgewende aanstaren van een bejaard man, die tegenover hem zat, indien hy voer iets anders oogen had gehad dan voor het meisje aan zyne zjjde. „Kent gij dien ouden heer met dat witte haar, die tegenover ons zit?" vroeg zij ein delijk aan haren geliefde, toen zjj weder blozend de oogen nedersloeg voor den stren gen, vasten blik van den onbekende, welke op haar rustte. Wolfgang zag op. - „Neen," zeide hl), „ik heb hem nooit gezien het is een mooie oude kop." „Schoon?" vroeg zij verbaasd, „schoon kan die trotsche, harde uitdrukking toch nooit zijn. Maar misschien ie die man ook nooit gelukkig geweest, zooals wy het bijvoorbeeld zijn, en de liefde, zegt men, moet het beste schoonheidsmiddel der wereld wezen." „Zeker," antwoordde hjj, „en hoe langer het gebruik, des te beter de uitwerking." In dit oogenbllk wenkte de vreemdeling een der kellners en richtte eene vraag tot hem. De gedienstige hotelgeest wierp een snellen, beteekenisvollen blik op het jonge paar en toen hoorde Wolfgang duidelijk zQn naam noemen. Nog meer dan door deze oogenschynlyke belangstelling, die toch slechte in eenige gelijkenis haren grond kon vinden, werd Wpl'f >ng getroffen door de plotselinge kleur wisseling in het gelaat van den ouden heer, dat tot onder de baren met een donkerrood bedekt werd. Thans vermeed hy evenzeer Wolfgang aan te zien, als hy hem vroeger opmerkzaam bad aangestaard; zyne blikken zweefden nu met voorname onverschilligheid over het tafelgezelschap, tot aan het achterste einde der tafel, en nog een enkelen keer, toen hy zich onbespied waande, ontmoette Wolfgang zyn onderzoekenden blik. Maar alsof hy er voor ditmaal genoeg van had, stond hy plotseling op en verliet de zaal, zonder iets van de voor hem staande spyzen te hebben aangeraakt. Eene groote gemoedsaandoening moest zich van hem hebben meester gemaakt on deze aandoening moest met Wolfgangs persoon in eenige betrekking staan, want zy had zich eerst geopenbaard, toen hy diens naam hoorde noemen. Een plotseling voorgevoel maakte zich van den jongen man meester, maar hy wilde hier aan tafel niet doen als de vreemdeling, hy wilde niet naar diens naam vragen, maar wachten tot do maaltyd wae afgeloopen en hy als toevallig onderzoek naar hem kon doen. Toch bleef hy afgetrokken en stil; zyne gedachten vertoefden nu veel meer by den ouden man met zyne zilverwitte baren dan by het echoone meisje naast hem, dat zich tevergeefs moeite gaf zyne opmerkzaam heid te boeien. Met het etensuur waa voor heden de ge legenheid om elkander te spreken voor het jonge paar voorbij. Adelheid moest des namiddags de oude barones by een bezoek aan eene bevriende familie vergezellen en niet zonder eonige lichtgeraaktheid over de eerete vorwaarloozing, die haar, naar zy meende, van Wolfgang ten deel was gevallen, nam zy afscheid van hom. Er waren reede verscheidene gasten in den tuin van het huis byeen, waarheen de barones zich begeven had, meest allen personen van rang en aanzien, en op Adelheid werd daar zeer weinig acht geslagen. „Nog maar voor een korten tyd," zeide zy, terwyi zy met een kalmen, overmoedigen glimlach de ver gadering overzag, „men zal my spoedig niet meer vergeten." De aankomst van een nieuwen gast stoorde haren gedachtengang, er kwam eenige be weging onder de verzamelde monigte; ook Adelheid, die door eenlg struikgewas voor den pas gekomene verborgen was, keek nieuwsgierig op en kon een kreet van ver rassing nauwelyks weerhouden, toen de oude beer, die aan tafel tegenover haar had gezeten, binnen den kring trad. Zy zat tamelyk verwyderd van de plaats, waar de vrouw des huizes hem eenige gasten voorstelde, en zy kon dus zyn naam niet booren. Maar zy bad ruimschoots gelegenheid, nu hy daar zoo stond, zyne nog altyd scatige gestalte te bewonderen; dat edele, trotsche gelaat, dat, nu hy sprak, de strenge uit drukking verloor, die het voor eenige oogen- blikken zoo onaangenaam had gemaakt. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1