N°. 10385.
Vrijdag 29 December.
A0. 1893.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Nieuwjaarswenschen
Leiden, 28 December.
Feuilleton.
HET SLOT ELKRATH.
LEIDSCH
BAG-BLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1-10.
Franco per poet1-40.
Afzonderlijke Nommere0-05-
PRIJS DER AD VERTENTIEN
Van 1—'6 regels f 1.05. Iedere regel meer/' 0.17J. - Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
worden in het blad van Zaterdag-avond
opgenomen ad 5© Dents a contant.
Iedereen is daardoor, naar gelang zijner
betrekking, by den aanvang van het jaar
nog oens in de gelegenheid, zich bij etftd-
genooten aan te bevelen.
Officieel© Kennisgoviiiffen.
De Gedeputeerde Staten der
Provincie Zuid-Holland,
Maken bekend:
dat ingevolgo het op 12 Juli 1898 door do Pro-
vinoie-lo Staten vaetgoeteld en bij Koninklijk Bcelait
van 20 September 1893, No. 22, goedgokourd
Reglement ter bevordering van de paard nfokliery
in de Provincie Zuid-Holland, in het vervolg geen
andero dan overeenkomstig de voor schrift o.« van dit
reglement goedgokeurd?, minsten» driejarige hengsten
tot dekking van merriën in deze Provincie mogen
vrorden gobezigd, tenzij do heDget en dó merrie aan
dcnzolfdea eigenaar toefeehooren;
dat bg ovonrediDg van dit verbod do eigenaar,
houder of boedor van don hengst zal worden ge-
etraft met eeoe geldboete van ten hoogste y ij f on
twintig guldon en de eigenaar, houder of
hoeder van do merrie met eene geldboete van ton
hoogate tien gulden;
dat telken Jcro vóór 1 Maart eono keuring van
bovenbedoelde hengsten zal plaats hebben door eene
kouringBcommiïeie van vijf leden, ten overstaan oener
regelinga-commissio van nogon leden, en dat deze
commissiën in 1891 voor bedoeldo keuring zullen
zitting konden
te O ad-Beierland Woensdag 17 JaD., 'a m. 10 n.
Dirksland Donderdag 18 9
Nionwoelais(HeenvIiet) Vrijdag 19 10
Oorkum Woensdag 24 10
Gouda Vrijdag 26 .10
Leiden Zaterdag 27 10
Rotterdam WoeuBdag 31 10
's-Gravenhage, 2 Deo. 1893.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
FOCK, Voorzitter.
F. TAVENRaAT. Orifüer.
Aan den gemeenteraad doelen B. en Ws.
mede dat de toegestane sommen op do ria
volgende posten der begrooting niet toerei
kende zjjn bevonden voor de gebleken be
hoeften en stellen voor in do meerdere uit
gaven te voorzien door afschrijving van den
post „Onvoorziene Uitgaven" tot de onder
staande bedragen:
Volgn. 114. Belooning en premiön aan de
brandspuitlicden en beambten 675.
Ten gevolge van de vele kleine branden,
welke in dit jaar voorkwamen. In de Raads
zitting van 10 Augustus 11. werd ter zake
boreids een krediet toegestaan.
Volgn. 122. Kosten, voortvlooiende uit bot
nemen van maatregelen ten behoeve van den
openbaren gezondheidstoestand ƒ300.
In verband met de voortgezette maatregelen
togen cholera-gevaar, waartoe door den Raad
in zjjne vergadering van 24 Augustus 11.
machtiging werd verleend. Bovengenoemde
som dient tot bestrijding van uitgaven voor
den aanleg van duinwater in poorten en slop
pen, voor het tydelijk cholera-hospitaal en voor
desinfectie.
Volgn. 143. Terugbetaling van schoolgelden,
hooger, middelbaar en lager onderwijs 50.
Als een gevolg van ondorscheidene door
Uwe Vergadering genomen besluiten tot terug
betaling van schoolgelden.
Volgn. 156. Rente van de tijdelijke geld-
leening ter voorziening in de behoefte aan
kasgeld 650.
Nadat deze post by raadsbesluit van 10
Augustus 11. met 450 was verhoogd, steeg
het promesse-disconto tot 61/, pet., ten ge
volge waarvan de rente der accepten, welke
den lsten en 22sten September en den 4den
October 11. zyn afgegeven, belangryk hooger
was dan waarop was gerekend. Aangezien de
accepten, welke in December vervallen, op
nieuw moeten worden verlengd, zal de rente-
post, ofschoon het promesse-disconto thans
lager staat, een tekort opleveren van onge
veer 650.
Het totaal der voorgestelde verhoogingen
bedraagt alzoo ƒ1675.
B. en Ws. geven in overweging de over
gelegde staten van af- en overschrijving res-
pectieveiyk tot een bedrag van 1025 en
ƒ650 vast to stellen.
De commissie van financiën kan zich met
dit voorstel vereenigen.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft voor het jaar 1894 benoemd tot assis
tenten: by de Rijksuniversiteit te Leiden:
ZiekenhuisG-. De Niet, H. J. De Witt, J. Waller
Zeper, P. G. Schey, H. J. Van der Woy;
heelkunde: M. Rutgers; sterrenkunde: J.
Weeder; physiologie: H. W. Blöte, M. A. J.
Golukpathologische anatomie R. De Josselin
de Jong; pathologie en hygiëno: D. Mac
Gillavry; scheikunde: dr. H. W. Bakhuis
Roozeboom, H. J. Gerlings, H. A. Rouffaer,
dr. C. Hoitsema; natuurkunde: M. De Haas,
dr. L. H. Siertsema, dr. P. Zeeman; zoölogie:
dr. H. W. De Graaf; botanie: L. Vuyck;
pharmacio, S. Visservorloskundige polikliniek
ör. J. D. Doorman, en tot prosector by do
anatomie: G. H. Van Dissel.
Mevrouw Beersmans is, zooals men weet,
reeds eenigen tyd verhinderd op te treden by
't RotterdamscheTooneelgezolschap. Zy bevindt
zich thans to Leiden in het academisch zieken
huis, onder behandeling van prof. Nolon.
In eene gisternamiddag gehouden ver
gadering van do orde der advocaten by den
Hoogen Raad zyn herkozen als leden van den
Raad van Toezicht en Discipline van die orde
de heeron mr. H. A. Neeb, te Leidon, en mr.
J. G. S. Bevers, te 's-Gravenhage.
De heeren J. M. Van Kempen en Zonen,
eigenaren der Koninkiyke Noderlandsche fa
briek van gouden on zilveren werken te
Voorschoten, werden bekroond met de eerste
gouden medaille voor hunne prachtige inzen
ding van zilverwerken op de tentoonstelling
te Batavia.
De sociëteit „Harmonie1', to Waddings
veen, zal op Maandag 15 Januari een feest
avond houden. De heer Kattermolen, uit
Amsterdam, zal dien avond opluisteren door
voordrachten.
In de volgende vergadering van het Lees
gezelschap, te Waddingsveen, zal als spreker
optreden de heer J. A. Böhringer.
De vergadering van brievengaarders, welke
den 26sten December te Utrecht zou gehouden
zyn, heeft geen doorgang gehad. Het voor-
loopig bestuur had een paar dagen te voren
per advertentie in het „N. v. d. D." bekend
gemaakt, dat die vergadering tot den 7den Jan.
werd uitgesteld. Dit nam niet weg dat een
20-tal personen, die de advertentie niet gelezen
hadden, uit alle oorden van ons land naar
Utrecht was overgekomen. Dat het voor
degenen, die eene groote en kostbare reis had
den gemaakt, eene teleurstelling was, behoeft
geen betoog.
Aangezien men nu toch byeen was, besloot
men voorloopig met elkaar van gedachten te
wisselen. Eene zaal werd in het „Haagsch
Koffiehuis" gehuurd, een tydelyke voorzitter
benoemd en zoo werden een paar gezellige
uren gesleten. Tevens werd besloten aan hot
voorloopig bestuur, dat voor geene betere
publiciteit had gezorgd, het leedwezen der aan
wezigen kenbaar te maken. Tot geruststelling
van velen kan dienen, dat de eventueel op
te richten bond geen socialistisch karakter zal
hebben, daar zelfs de afgevaardigde uit de
provincie Friesland in opdracht had zich van
deelneming te onthouden, indien de vergadering
mocht besluiten anders dan langs ordelijken
en wettigen weg het belang harer leden te
willen behartigen.
Men schryft ons uit 's-Gravenhage:
Zooals wel eens meer gebeurt, ontvangt
een predikant op een Zon- of feestdag vóór
of tydens de preek een verzoek om een kranke
of doode in gebed of preek te gedenken.
Op de gewone wyze overhandigde in een
der protestantscho kerken de kerkbediende
den leeraar op den kansel eene gesloten
enveloppe.
Deze openende, vond do predikant daarin
een exemplaar van het socialisten-orgaan
„Recht voor Allen", met een artikel, getiteld
„Vrede op Aarde", wat voor hem eeno wel-
komo aanleiding was om in zijne leerrede
een woord over de gevaarlijke leerstellingen
dier party in te vlechten, onder by voeging
van eene chri6teiyke vermaning aan den
onbekenden brenger van het blad, zoo die
zich onder het gehoor mocht bevinden.
Naar aanleiding ook van het gebeurde
by den bouw van het Wilhelmina-gasthuis is
door B. en Ws. van Amsterdam eene voor
dracht ingediend aangaande de regeling der
comptabiliteit. Het geheele toezicht op alle
ontvangsten en uitgaven wordt daarby opge
dragen aan een te benoemen ambtenaar, mot
den titel van inspecteur der gemeente finan
ciën, op eene bezoldiging van 4000 als
minimum en ƒ5000 als maximum. De uitvoe
rende dienst der publieke werken zal worden
verdeeld in eene administratieve en eeno tech
nische afdeeling. Aan het hoofd der admini
stratieve afdeeling komt te staan een admini
strateur op 2000 a ƒ2800 'sjaars, tevens
secretaris der commissie van bystand in het
beheer der publieke werken. Zyn hoofdwerk-
kring zal zyn te zorgen, dat B. en Ws. on
meer bepaaldeiyk de wethouder van publieke
werken steeds voldoende op de hoogte zyn
van den finantiëolen stand der door de ge
meente uitgevoerde worken. Tot de hem op
gedragen controle zal hy als secretaris der
commissie van bystand veel beter in staat
zyn dan de tegenwoordige boekhouder der
publieke werkeu, omdat hy in die commissie
do strekking van genomen besluiten kan heb
ben leeren kennen.
De heer Servaas De Bruin, bekend door
zy'ne taalcursussen naar de beroemde methode-
Langenscheidt, hoeft by W. J. Tliieme Sc Cie.,
te Zutfen, eene zeer practische uitgave hot
licht doen zien, nameiyk een „Handelscursus
voor het Franscho en Engelsche Kantoorwerk",
eene practische oefenschool om zich, zonder
leermeester, uitsluitend door zelfonderricht te
bekwamen in het Fransche en Engelsche
kantoorwerk.
Het is te verwachten dat zeer velen zich
deze zullen aanschaffen, die, hoewel in hunne
jeugd beide talen geleerd hebbende, in de
handelswereld op ontelbare moeilykheden
stuiten (nl. in de correspondentie, het boek
houden, den advertontio styl, velerlei namen,
enz.) Elke cursus bevat ook eene uitgebreide
lyst van de gebruikeiykste uitdrukkingen in
het zakendryvende leven.
De hertog van Öaksen-Coburg-Gotha heeft
aan den hoer F. Smit Kleine, te Haarlem, de
versierselen van de Hertog-Ernst-medaille voor
kunst en wetenschap verleend.
De heer J. Stoel, commies ter plaatseiyke
secretarie der gemeente Haarlem, heeft om
gezondheidsredenen eervol ontslag uit die
betrekking aangevraagd.
De heer J. H. L. De Haas, te Brussel,
die de benoeming tot commissaris door de
Noderlandsche afdeeling van Schoone Kunsten
op de aanstaande wereldtentoonstelling te
Antwerpen, hem door de Koninkiyke Maat-
schappy van Schoone Kunsten aldaar aange
boden, eerst had aangenomen, verzoekt ons
te berichten, dat hy thans om redenen van
porsoonlyken aard voor die benoeming heeft
bedankt. (Hbl.)
De gemeenteraad van Zutfen heeft be
sloten de waterleiding c. a. met ingang van
1 Januari 1894 over te nemen van de Rotter-
damscho waterleiding maatschappij.
Do gemeente zal voor die- overdracht be
talen ƒ240,000, vertegenwoordigd wordende
door 240 3'/j pet. obligation a f 1000. De
aflossing dozer leening zal aanvangen 1
Januari 1898.
Uiterlyk 1 April wordt met de exploitatie
van gemeontewege aangevangen.
De directeur generaal der posteryon en
telegraphie heeft aan alle post- en hulpkan
toren eene aankondiging gezonden, waarin op
nadrukkeiyko wyze de wensch wordt kenbaar
gemaakt, dat allo bestellers en andere personen
in dienst van postery of telegraphie zich
moeten onthouden 7an alles, wat maar eenigs
zins kan beschouwd worden als te zyn een
middel om het publiek tot het geven van
fooien te bewegen. Hieronder wordt o. a. ook
begrepen hot aanbieden van almanakken,
kaartjes, enz., enz.
Dinsdag-avond 2 Januari a. e. zal een
gala-raout ton hove plaats hebben.
Het stoomschip „American", van Nieuw-
York naar Amsterdam, passeerde 26 Dec.
Dover; de „Anchises", van Amsterdam via
Liverpool naar Java, passeerde 26 Dec. Port
Said; de „Conrad", van Batavia naar Amster
dam, arriveerde 26 Dec. te Genua; de „Jason",
van Batavia naar Amsterdam, passeerde 26
Dec. Suez; de „O'odam", van Rotterdam naar
Nieuw-York, passeerde 26 Dec. Lizard; de
Bromo", van Batavia naar Rotterdam, pas
seerde 27 Dec. Ouessant; de „Soembing", van
Rotterdam naar Java, vertrok 27 Dec. van
Southampton; de „Prinses Amalia", van Am
sterdam naar Batavia, arriveerde 26 Dec. te
Padaogde „Prinses Sophie", van Amsterdam
naar Batavia, passeerde 2 Dec. Perim; de
Conrad", van Batavia naar Amsterdam, ver
trok 26 Doc. van Genua; de „Prins Frederik
Hendrik" vertrok 28 Dec. van Nieuw-York
naar West-Indië.
De gewone audiënties van den minister
van koloniën, op Yrydag 29 Dec., die van
waterstaat en van binnenl. zaken op Zaterdag
30 Doe. zullen niet plaats hebben.
By koninklyk besluit is dr. G. J. Van
der Flier, predikant by de Hervormde ge
meente te 's Gravenhage, met 1 Januari a. s.,
benoemd tot lid en secretaris van do com
missie tot de zaken der Protestantsche kerken
in Nederlandsch Oost- en West-Indië.
Mr. J. Walig benoemd tot burgemeestei
der gemeente Krommenie;
B. J. B. Van Sonsbeeck tot burgemeestei
der gemeenten Stoppeldyk en BoschkapeUo;
F. J. L. M. Van "Waesberghe tot burgemeester
der gemeente Hulst.
De veearts W. H. Van Haselon, te Vianen,
voor het tydvak van 1 Januari tot en met
30 September 1894 benoemd tot assistent aan
's Ryks voeartsenyschool.
Pensioen verleend aanC. baron De Vos van
Steenwyk, directeur van een postkantoor,
ƒ2664; den brieven- en telegrambesteller J.
Loyens ƒ227; den brievenbesteller C. H. Van
Batenburg, 341 ;id.R J.Nieuwenhuizen^l37.
EERSTE KAMER.
Staatsbegrooting 1894.
De stand der begrooting, zooals die thans
by de Eerste Kamer in behandeling komt, is
als volgt:
Het eindcyfer dor uitgaven bedroeg aanvan
kelijk ƒ136,043,827.30; zy worden gedurende
do 8chrifteiyko godachtenwisseling met de
Tweede Kamer verhoogd met ƒ423,365 en
verminderd met ƒ331,824.86 en gedurende de
beraadslagingen verminderd mot 109,715 en
verhoogd mot ƒ58,200, zoodat zy ten slotte is
toegestaan tot oen bedrag van 136,083,852.44.
De raming der middelen bedroeg aanvan-
keiyk ƒ130,084,725; zy werd verminderd met
ƒ488,000 en verhoogd met 3,067 090, zoodat
zy ten slotte werd vastgesteld op 128,263,725.
Do begrooting der uitgaven overtreft
derhalvo do raming der inkomsten met
ƒ7,820 127.44.
Biykens de afdeelingsverslagen heeft men
in de afdeelingen der Eerste Kamer by het
onderzoek van het Eerste Hoofdstuk der staats
begrooting en van de "Wet op de Middelen,
zich voorbehouden de beschouwingen van staat
kundigen eu finantiëelon aard te voeren by
door
GOLO BAIHUND.
31)
Zoo spoedig en stil mogelijk werd op zyn
bevel de kamer van nieuwsgierige en deel
nemende toeschouwers ontruimd on met
behulp van de waardin werden allo mogelijke
middelen in hot werk gesteld om de ver
dronkene weder tot het leven terug te brengen.
In het moedelooze gelaat van den hout
vester was geene vonk van hoop te lezen en
het veranderde ook niet, toen de dokter na
eenigen tyd het vreeseltjke woord uitsprak, dat
zijne pogingen vruchteloos waren. Maar Adal
bert had nog gehoopt gehoopt met die
wilde, onverzettelijke hoop van eene ziel, die
zlcbzelve verliest met datgene, wat zy voor
eeuwig moest afstaan. Eerst bt) het laatste
beslissondo woord bogavon hem zyne krachten
Aio een weerlicht was het vroeseiyke
nieuws door het dorp verspreid en was ook
spoedig tot de vertrokken van graaf Stephan
doorgedrongen.
Leonore was de:i bodlende, die het bericht
medebracht en schoorvooïor.d raededeolde,
gevolgd.
„Ik, oom, ik ben de oorzaak", riep zy,
terwyl zy hare handen in wanhoop wrong,
,ik sprak hom in het geheim, om hem te
troosten en de opgewondenheid, de mismoe
digheid legden woorden in zyn mond, die
niet uit zyn hart kwamen, maar Magdalene
den dood deden zoeken! Ben ik eene moor
denares, oom, ben ik gericht door God en
menschen ellendig, ellendig, myn leven lang
De onrustige trekken van den graaf namen
eeno harde, misnoegde uitdrukking aan, ter
wyl hy den bediende wenkte de kamer te
verlaten.
„Vóór alles, Leonore, blyf bedaard", zeide
hy op een strengen toon. „Al moet er een
ongeluk gebeuren, hoe groot ook, compromit-
toeren mag het ons niet. Ons heeft geon
ongeluk getroffen, slechts den ouden hout
vester, en met dien man heb ik van harte
medelyden; het is zyn eenigst kind, en ik,
die het ondervonden heb, ik weet wat het
zegt, van zyn laatste kind afstand te moeten
doen. Want op deze of op eene andere wyze
dat is hetzelfde oen kind kan ook levend
dood voor ons zyn Die man oogst echter
slechts het loon van zyne zwakheid indien
hy niet vermetel de grenzen had over het
hoofd gezien, die van oudsher bestaan hebben
en die geëerbiedigd moeten worden, dan ware
zyue dochter misschien nu nog in leven. Wat
hebt gy mot dit alles ts maken? Dat gy
Adalbert in het geheim hebt gesproken, was
esns vrouwelyko zwakheid, het ie waar, maar
ie u te vergeven, en indien hy, zooals uit
uwe woorden is op te maken, woorden van
berouw hoeft gesproken of die getuigden van
een betor inzicht, dan willen wy Adalbert het
terugkeeron tot zyn plicht gemakkolyk maken.
De zaak beeft my zwaar geschokt, maar des
niettegenstaande beklaag ik den ouden Wor-
litz uit gro .d van myD hart. Dat is echter
alles, wat ik in dit geval voor hem doen kan.
Het is een óclat, dat men niet kan ignoreeren,
al kon mon zyn hart zelfs tot zwygen bren
gen. Toch kan ik or zelf niet verschynen.
Adam moet er dadeiyk heengaan en vragen
hoe het met Adalbert is hy moet het ry-
tuig nemen wegens do menigte nieuws
gierige gapers en Adelbert zeggen, dat ik
hem wacht."
Hy wilde aan de schol trekken, maar het
jonge meisje weerhield hem.
„Oom", zeide zy, terwyl zy tovergeofe haar
best deed om aan hare stem meer vastheid
te geven, „oom, nietwaar, het kind toch ook
De toorn, die zyne oogon deed gloeien,
deed baar inzien, wat zy gewaagd had; bevend
en bare oogon mot de handen bedekkende,
viel zy op oen stoel neder.
„Ik weet van geen kind", zeide hy ruw,
„en ik wil er ook niets van weten. Myn
zoon keert alleen terug, alleen, zooals hy
gegaan is, of nimmer."
„Dan hebt gy hem verloren", lispelde het
jonge meisje.
„Dat zullen wy zien", antwoordde hy, in
een nieuwen aanval van toorn, „vooreerst kunt
gy uwe voorzegging wel voor u houden."
„Oom", zeide Leonore, zich plotseling ver
mannende en met eene hartstochtelyke be
weging zich voor hem op de knieën wer
pende; „oom, wees barmhartig, dezen onkelen
keer slechts, wees het jegenB hem, jegens
my, jegens uzslven. Zie, ik ben de schuld van
deze vreeselyko gebeurtenis, ik was zwak, ik
beminde hem en kon, helaas 1 myn geheim
niet bewaren. Hy zag myno zwakheid en do
herinnering aan schoone vervlogen tyden
misleidde hem omtrent do oorzaken myner
smart; hy sprak wenschen uit, welke hy
nooit gekoesterd zou hebben, indien deze ont
moeting zo niet ten onrechte in hem had
doen ontstaan en Magdalene, die ons beluis
terde en die voor waarheid opnam, wat slechts
zelfbedrog was, hoeft zich opgeoffurd."
„Ik weet het, ik weet het", antwoordde
de graaf ongeduldig, „maar verandert dat
iets aan de zaak Zoudt gy meenen dat zy
my in den dood zou afdwingen, wat ik haar
in het leven geweigerd heb? Voor my bestond
dit huwelijk niet. Dank den Hemel, dat ik
voor den berouwhebbenden zoon vaderiyk en
vol verzoening de armer, opon, dat ik zyne
afdwaling uit rayne herinnering wil wisschen,
en bedenk wel, wolken slechten dienst gy
Adelbert bowyst, wanneer gy onophoudoiyk
het aandenken aan zyne dwaasheden by my
verlevendigt." Terwyl hy deze woorden sprak,
had hy aan de schel getrokken en eenigo
oogenblikken later kwam do oude knecht met
een tameiyk verbaasd gelaat binnen.
„Adam," zeide de graaf en niets in zyne
stem verried zyne innerlyke ontroering, „gy
zult reeds weten, dat in hot dorp een ongeluk
is gebeurd. Er moet onmidde'.iyk een rytuig
naar het dorp worden gezonden; myn zoon
zal daar nog wel zyn. Gy rydt medo, Adam,
en geen ander, vraag naar zyue bevelen
en zeg hem, dat hier alles tot zyne ontvangst
gereed ie."
„Om u te dienen, mynheer de graaf I" zeide de
man aarzelend, „en en ik wil zeggen, als
„Sedert wanneer hebt gy verlof, ongevraagd
uw govoelon te zeggen?" riep graafStepban,
terwyl hy driftig met don voot op don grond
siampte. „Is myn bevol niet duidelyk genoeg?"
De knecht verliet mot zwygonde onder
werping het vertrek en graaf Stephan richtte
weder het woord tot het jonge meisje„Dozo
samenkomst zal u zeker smarteiyk zyn,
Leonore; gy kunt naar uwe kamer gaan, als
gy rust noodig hebt."
Zy liet langzaam bare handen van haar
gezicht vallen; er lag zulk eene uitdrukking
van troostelooze wanhoop in, dat graaf Stephan
onwillekeurig zyne wandeling door hot kleine
vertrok Btaakto. „Hy komt niet," antwoordde
zy op zyn vragenden blik, „hy komt niet
zonder het kind, thans zeker niet."
Graaf Stephan antwoordde niete, boval haar
ook niet te vortrekkon en begon zyne wande
ling opnieuw, nu en dan stilstaande of de deur
openendo om op de gang te luisteren, of hy
geen rytuig hoordo aankomen. Eindeiyk werd
er geklopt en kwam Adam weder binnen.
„De jonge graaf is nog in de herberg,
uwe genade, en ik heb hem gezegd, wat my
bevolen is, maar hy beeft my in het geheel
niet geantwoord. Als ik zeggon mag wat ik
donk, dan kwam het my voor, of de jonge
graaf my in het geheel niet kende of niet
verstond."
Graaf Stophan scheon dit bericht niot zonder
ongerustheid aan te hoorenhoe moeilijk hot
hem ook viel, dit onderwerp ter sprake te
brengen, vooral met den knocht, hy moeit
er nu wel toe besluiten. „Waren er nog veel
menschen, Adam?" Wordt vervolgd).