N°. 10385. Vrijdag 29 December. A0. 1893. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Nieuwjaarswenschen Leiden, 28 December. Feuilleton. HET SLOT ELKRATH. LEIDSCH BAG-BLAB. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1-10. Franco per poet1-40. Afzonderlijke Nommere0-05- PRIJS DER AD VERTENTIEN Van 1—'6 regels f 1.05. Iedere regel meer/' 0.17J. - Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. worden in het blad van Zaterdag-avond opgenomen ad 5© Dents a contant. Iedereen is daardoor, naar gelang zijner betrekking, by den aanvang van het jaar nog oens in de gelegenheid, zich bij etftd- genooten aan te bevelen. Officieel© Kennisgoviiiffen. De Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland, Maken bekend: dat ingevolgo het op 12 Juli 1898 door do Pro- vinoie-lo Staten vaetgoeteld en bij Koninklijk Bcelait van 20 September 1893, No. 22, goedgokourd Reglement ter bevordering van de paard nfokliery in de Provincie Zuid-Holland, in het vervolg geen andero dan overeenkomstig de voor schrift o.« van dit reglement goedgokeurd?, minsten» driejarige hengsten tot dekking van merriën in deze Provincie mogen vrorden gobezigd, tenzij do heDget en dó merrie aan dcnzolfdea eigenaar toefeehooren; dat bg ovonrediDg van dit verbod do eigenaar, houder of boedor van don hengst zal worden ge- etraft met eeoe geldboete van ten hoogste y ij f on twintig guldon en de eigenaar, houder of hoeder van do merrie met eene geldboete van ton hoogate tien gulden; dat telken Jcro vóór 1 Maart eono keuring van bovenbedoelde hengsten zal plaats hebben door eene kouringBcommiïeie van vijf leden, ten overstaan oener regelinga-commissio van nogon leden, en dat deze commissiën in 1891 voor bedoeldo keuring zullen zitting konden te O ad-Beierland Woensdag 17 JaD., 'a m. 10 n. Dirksland Donderdag 18 9 Nionwoelais(HeenvIiet) Vrijdag 19 10 Oorkum Woensdag 24 10 Gouda Vrijdag 26 .10 Leiden Zaterdag 27 10 Rotterdam WoeuBdag 31 10 's-Gravenhage, 2 Deo. 1893. De Gedeputeerde Staten voornoemd, FOCK, Voorzitter. F. TAVENRaAT. Orifüer. Aan den gemeenteraad doelen B. en Ws. mede dat de toegestane sommen op do ria volgende posten der begrooting niet toerei kende zjjn bevonden voor de gebleken be hoeften en stellen voor in do meerdere uit gaven te voorzien door afschrijving van den post „Onvoorziene Uitgaven" tot de onder staande bedragen: Volgn. 114. Belooning en premiön aan de brandspuitlicden en beambten 675. Ten gevolge van de vele kleine branden, welke in dit jaar voorkwamen. In de Raads zitting van 10 Augustus 11. werd ter zake boreids een krediet toegestaan. Volgn. 122. Kosten, voortvlooiende uit bot nemen van maatregelen ten behoeve van den openbaren gezondheidstoestand ƒ300. In verband met de voortgezette maatregelen togen cholera-gevaar, waartoe door den Raad in zjjne vergadering van 24 Augustus 11. machtiging werd verleend. Bovengenoemde som dient tot bestrijding van uitgaven voor den aanleg van duinwater in poorten en slop pen, voor het tydelijk cholera-hospitaal en voor desinfectie. Volgn. 143. Terugbetaling van schoolgelden, hooger, middelbaar en lager onderwijs 50. Als een gevolg van ondorscheidene door Uwe Vergadering genomen besluiten tot terug betaling van schoolgelden. Volgn. 156. Rente van de tijdelijke geld- leening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld 650. Nadat deze post by raadsbesluit van 10 Augustus 11. met 450 was verhoogd, steeg het promesse-disconto tot 61/, pet., ten ge volge waarvan de rente der accepten, welke den lsten en 22sten September en den 4den October 11. zyn afgegeven, belangryk hooger was dan waarop was gerekend. Aangezien de accepten, welke in December vervallen, op nieuw moeten worden verlengd, zal de rente- post, ofschoon het promesse-disconto thans lager staat, een tekort opleveren van onge veer 650. Het totaal der voorgestelde verhoogingen bedraagt alzoo ƒ1675. B. en Ws. geven in overweging de over gelegde staten van af- en overschrijving res- pectieveiyk tot een bedrag van 1025 en ƒ650 vast to stellen. De commissie van financiën kan zich met dit voorstel vereenigen. De minister van binnenlandsche zaken heeft voor het jaar 1894 benoemd tot assis tenten: by de Rijksuniversiteit te Leiden: ZiekenhuisG-. De Niet, H. J. De Witt, J. Waller Zeper, P. G. Schey, H. J. Van der Woy; heelkunde: M. Rutgers; sterrenkunde: J. Weeder; physiologie: H. W. Blöte, M. A. J. Golukpathologische anatomie R. De Josselin de Jong; pathologie en hygiëno: D. Mac Gillavry; scheikunde: dr. H. W. Bakhuis Roozeboom, H. J. Gerlings, H. A. Rouffaer, dr. C. Hoitsema; natuurkunde: M. De Haas, dr. L. H. Siertsema, dr. P. Zeeman; zoölogie: dr. H. W. De Graaf; botanie: L. Vuyck; pharmacio, S. Visservorloskundige polikliniek ör. J. D. Doorman, en tot prosector by do anatomie: G. H. Van Dissel. Mevrouw Beersmans is, zooals men weet, reeds eenigen tyd verhinderd op te treden by 't RotterdamscheTooneelgezolschap. Zy bevindt zich thans to Leiden in het academisch zieken huis, onder behandeling van prof. Nolon. In eene gisternamiddag gehouden ver gadering van do orde der advocaten by den Hoogen Raad zyn herkozen als leden van den Raad van Toezicht en Discipline van die orde de heeron mr. H. A. Neeb, te Leidon, en mr. J. G. S. Bevers, te 's-Gravenhage. De heeren J. M. Van Kempen en Zonen, eigenaren der Koninkiyke Noderlandsche fa briek van gouden on zilveren werken te Voorschoten, werden bekroond met de eerste gouden medaille voor hunne prachtige inzen ding van zilverwerken op de tentoonstelling te Batavia. De sociëteit „Harmonie1', to Waddings veen, zal op Maandag 15 Januari een feest avond houden. De heer Kattermolen, uit Amsterdam, zal dien avond opluisteren door voordrachten. In de volgende vergadering van het Lees gezelschap, te Waddingsveen, zal als spreker optreden de heer J. A. Böhringer. De vergadering van brievengaarders, welke den 26sten December te Utrecht zou gehouden zyn, heeft geen doorgang gehad. Het voor- loopig bestuur had een paar dagen te voren per advertentie in het „N. v. d. D." bekend gemaakt, dat die vergadering tot den 7den Jan. werd uitgesteld. Dit nam niet weg dat een 20-tal personen, die de advertentie niet gelezen hadden, uit alle oorden van ons land naar Utrecht was overgekomen. Dat het voor degenen, die eene groote en kostbare reis had den gemaakt, eene teleurstelling was, behoeft geen betoog. Aangezien men nu toch byeen was, besloot men voorloopig met elkaar van gedachten te wisselen. Eene zaal werd in het „Haagsch Koffiehuis" gehuurd, een tydelyke voorzitter benoemd en zoo werden een paar gezellige uren gesleten. Tevens werd besloten aan hot voorloopig bestuur, dat voor geene betere publiciteit had gezorgd, het leedwezen der aan wezigen kenbaar te maken. Tot geruststelling van velen kan dienen, dat de eventueel op te richten bond geen socialistisch karakter zal hebben, daar zelfs de afgevaardigde uit de provincie Friesland in opdracht had zich van deelneming te onthouden, indien de vergadering mocht besluiten anders dan langs ordelijken en wettigen weg het belang harer leden te willen behartigen. Men schryft ons uit 's-Gravenhage: Zooals wel eens meer gebeurt, ontvangt een predikant op een Zon- of feestdag vóór of tydens de preek een verzoek om een kranke of doode in gebed of preek te gedenken. Op de gewone wyze overhandigde in een der protestantscho kerken de kerkbediende den leeraar op den kansel eene gesloten enveloppe. Deze openende, vond do predikant daarin een exemplaar van het socialisten-orgaan „Recht voor Allen", met een artikel, getiteld „Vrede op Aarde", wat voor hem eeno wel- komo aanleiding was om in zijne leerrede een woord over de gevaarlijke leerstellingen dier party in te vlechten, onder by voeging van eene chri6teiyke vermaning aan den onbekenden brenger van het blad, zoo die zich onder het gehoor mocht bevinden. Naar aanleiding ook van het gebeurde by den bouw van het Wilhelmina-gasthuis is door B. en Ws. van Amsterdam eene voor dracht ingediend aangaande de regeling der comptabiliteit. Het geheele toezicht op alle ontvangsten en uitgaven wordt daarby opge dragen aan een te benoemen ambtenaar, mot den titel van inspecteur der gemeente finan ciën, op eene bezoldiging van 4000 als minimum en ƒ5000 als maximum. De uitvoe rende dienst der publieke werken zal worden verdeeld in eene administratieve en eeno tech nische afdeeling. Aan het hoofd der admini stratieve afdeeling komt te staan een admini strateur op 2000 a ƒ2800 'sjaars, tevens secretaris der commissie van bystand in het beheer der publieke werken. Zyn hoofdwerk- kring zal zyn te zorgen, dat B. en Ws. on meer bepaaldeiyk de wethouder van publieke werken steeds voldoende op de hoogte zyn van den finantiëolen stand der door de ge meente uitgevoerde worken. Tot de hem op gedragen controle zal hy als secretaris der commissie van bystand veel beter in staat zyn dan de tegenwoordige boekhouder der publieke werkeu, omdat hy in die commissie do strekking van genomen besluiten kan heb ben leeren kennen. De heer Servaas De Bruin, bekend door zy'ne taalcursussen naar de beroemde methode- Langenscheidt, hoeft by W. J. Tliieme Sc Cie., te Zutfen, eene zeer practische uitgave hot licht doen zien, nameiyk een „Handelscursus voor het Franscho en Engelsche Kantoorwerk", eene practische oefenschool om zich, zonder leermeester, uitsluitend door zelfonderricht te bekwamen in het Fransche en Engelsche kantoorwerk. Het is te verwachten dat zeer velen zich deze zullen aanschaffen, die, hoewel in hunne jeugd beide talen geleerd hebbende, in de handelswereld op ontelbare moeilykheden stuiten (nl. in de correspondentie, het boek houden, den advertontio styl, velerlei namen, enz.) Elke cursus bevat ook eene uitgebreide lyst van de gebruikeiykste uitdrukkingen in het zakendryvende leven. De hertog van Öaksen-Coburg-Gotha heeft aan den hoer F. Smit Kleine, te Haarlem, de versierselen van de Hertog-Ernst-medaille voor kunst en wetenschap verleend. De heer J. Stoel, commies ter plaatseiyke secretarie der gemeente Haarlem, heeft om gezondheidsredenen eervol ontslag uit die betrekking aangevraagd. De heer J. H. L. De Haas, te Brussel, die de benoeming tot commissaris door de Noderlandsche afdeeling van Schoone Kunsten op de aanstaande wereldtentoonstelling te Antwerpen, hem door de Koninkiyke Maat- schappy van Schoone Kunsten aldaar aange boden, eerst had aangenomen, verzoekt ons te berichten, dat hy thans om redenen van porsoonlyken aard voor die benoeming heeft bedankt. (Hbl.) De gemeenteraad van Zutfen heeft be sloten de waterleiding c. a. met ingang van 1 Januari 1894 over te nemen van de Rotter- damscho waterleiding maatschappij. Do gemeente zal voor die- overdracht be talen ƒ240,000, vertegenwoordigd wordende door 240 3'/j pet. obligation a f 1000. De aflossing dozer leening zal aanvangen 1 Januari 1898. Uiterlyk 1 April wordt met de exploitatie van gemeontewege aangevangen. De directeur generaal der posteryon en telegraphie heeft aan alle post- en hulpkan toren eene aankondiging gezonden, waarin op nadrukkeiyko wyze de wensch wordt kenbaar gemaakt, dat allo bestellers en andere personen in dienst van postery of telegraphie zich moeten onthouden 7an alles, wat maar eenigs zins kan beschouwd worden als te zyn een middel om het publiek tot het geven van fooien te bewegen. Hieronder wordt o. a. ook begrepen hot aanbieden van almanakken, kaartjes, enz., enz. Dinsdag-avond 2 Januari a. e. zal een gala-raout ton hove plaats hebben. Het stoomschip „American", van Nieuw- York naar Amsterdam, passeerde 26 Dec. Dover; de „Anchises", van Amsterdam via Liverpool naar Java, passeerde 26 Dec. Port Said; de „Conrad", van Batavia naar Amster dam, arriveerde 26 Dec. te Genua; de „Jason", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 26 Dec. Suez; de „O'odam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 26 Dec. Lizard; de Bromo", van Batavia naar Rotterdam, pas seerde 27 Dec. Ouessant; de „Soembing", van Rotterdam naar Java, vertrok 27 Dec. van Southampton; de „Prinses Amalia", van Am sterdam naar Batavia, arriveerde 26 Dec. te Padaogde „Prinses Sophie", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 2 Dec. Perim; de Conrad", van Batavia naar Amsterdam, ver trok 26 Doc. van Genua; de „Prins Frederik Hendrik" vertrok 28 Dec. van Nieuw-York naar West-Indië. De gewone audiënties van den minister van koloniën, op Yrydag 29 Dec., die van waterstaat en van binnenl. zaken op Zaterdag 30 Doe. zullen niet plaats hebben. By koninklyk besluit is dr. G. J. Van der Flier, predikant by de Hervormde ge meente te 's Gravenhage, met 1 Januari a. s., benoemd tot lid en secretaris van do com missie tot de zaken der Protestantsche kerken in Nederlandsch Oost- en West-Indië. Mr. J. Walig benoemd tot burgemeestei der gemeente Krommenie; B. J. B. Van Sonsbeeck tot burgemeestei der gemeenten Stoppeldyk en BoschkapeUo; F. J. L. M. Van "Waesberghe tot burgemeester der gemeente Hulst. De veearts W. H. Van Haselon, te Vianen, voor het tydvak van 1 Januari tot en met 30 September 1894 benoemd tot assistent aan 's Ryks voeartsenyschool. Pensioen verleend aanC. baron De Vos van Steenwyk, directeur van een postkantoor, ƒ2664; den brieven- en telegrambesteller J. Loyens ƒ227; den brievenbesteller C. H. Van Batenburg, 341 ;id.R J.Nieuwenhuizen^l37. EERSTE KAMER. Staatsbegrooting 1894. De stand der begrooting, zooals die thans by de Eerste Kamer in behandeling komt, is als volgt: Het eindcyfer dor uitgaven bedroeg aanvan kelijk ƒ136,043,827.30; zy worden gedurende do 8chrifteiyko godachtenwisseling met de Tweede Kamer verhoogd met ƒ423,365 en verminderd met ƒ331,824.86 en gedurende de beraadslagingen verminderd mot 109,715 en verhoogd mot ƒ58,200, zoodat zy ten slotte is toegestaan tot oen bedrag van 136,083,852.44. De raming der middelen bedroeg aanvan- keiyk ƒ130,084,725; zy werd verminderd met ƒ488,000 en verhoogd met 3,067 090, zoodat zy ten slotte werd vastgesteld op 128,263,725. Do begrooting der uitgaven overtreft derhalvo do raming der inkomsten met ƒ7,820 127.44. Biykens de afdeelingsverslagen heeft men in de afdeelingen der Eerste Kamer by het onderzoek van het Eerste Hoofdstuk der staats begrooting en van de "Wet op de Middelen, zich voorbehouden de beschouwingen van staat kundigen eu finantiëelon aard te voeren by door GOLO BAIHUND. 31) Zoo spoedig en stil mogelijk werd op zyn bevel de kamer van nieuwsgierige en deel nemende toeschouwers ontruimd on met behulp van de waardin werden allo mogelijke middelen in hot werk gesteld om de ver dronkene weder tot het leven terug te brengen. In het moedelooze gelaat van den hout vester was geene vonk van hoop te lezen en het veranderde ook niet, toen de dokter na eenigen tyd het vreeseltjke woord uitsprak, dat zijne pogingen vruchteloos waren. Maar Adal bert had nog gehoopt gehoopt met die wilde, onverzettelijke hoop van eene ziel, die zlcbzelve verliest met datgene, wat zy voor eeuwig moest afstaan. Eerst bt) het laatste beslissondo woord bogavon hem zyne krachten Aio een weerlicht was het vroeseiyke nieuws door het dorp verspreid en was ook spoedig tot de vertrokken van graaf Stephan doorgedrongen. Leonore was de:i bodlende, die het bericht medebracht en schoorvooïor.d raededeolde, gevolgd. „Ik, oom, ik ben de oorzaak", riep zy, terwyl zy hare handen in wanhoop wrong, ,ik sprak hom in het geheim, om hem te troosten en de opgewondenheid, de mismoe digheid legden woorden in zyn mond, die niet uit zyn hart kwamen, maar Magdalene den dood deden zoeken! Ben ik eene moor denares, oom, ben ik gericht door God en menschen ellendig, ellendig, myn leven lang De onrustige trekken van den graaf namen eeno harde, misnoegde uitdrukking aan, ter wyl hy den bediende wenkte de kamer te verlaten. „Vóór alles, Leonore, blyf bedaard", zeide hy op een strengen toon. „Al moet er een ongeluk gebeuren, hoe groot ook, compromit- toeren mag het ons niet. Ons heeft geon ongeluk getroffen, slechts den ouden hout vester, en met dien man heb ik van harte medelyden; het is zyn eenigst kind, en ik, die het ondervonden heb, ik weet wat het zegt, van zyn laatste kind afstand te moeten doen. Want op deze of op eene andere wyze dat is hetzelfde oen kind kan ook levend dood voor ons zyn Die man oogst echter slechts het loon van zyne zwakheid indien hy niet vermetel de grenzen had over het hoofd gezien, die van oudsher bestaan hebben en die geëerbiedigd moeten worden, dan ware zyue dochter misschien nu nog in leven. Wat hebt gy mot dit alles ts maken? Dat gy Adalbert in het geheim hebt gesproken, was esns vrouwelyko zwakheid, het ie waar, maar ie u te vergeven, en indien hy, zooals uit uwe woorden is op te maken, woorden van berouw hoeft gesproken of die getuigden van een betor inzicht, dan willen wy Adalbert het terugkeeron tot zyn plicht gemakkolyk maken. De zaak beeft my zwaar geschokt, maar des niettegenstaande beklaag ik den ouden Wor- litz uit gro .d van myD hart. Dat is echter alles, wat ik in dit geval voor hem doen kan. Het is een óclat, dat men niet kan ignoreeren, al kon mon zyn hart zelfs tot zwygen bren gen. Toch kan ik or zelf niet verschynen. Adam moet er dadeiyk heengaan en vragen hoe het met Adalbert is hy moet het ry- tuig nemen wegens do menigte nieuws gierige gapers en Adelbert zeggen, dat ik hem wacht." Hy wilde aan de schol trekken, maar het jonge meisje weerhield hem. „Oom", zeide zy, terwyl zy tovergeofe haar best deed om aan hare stem meer vastheid te geven, „oom, nietwaar, het kind toch ook De toorn, die zyne oogon deed gloeien, deed baar inzien, wat zy gewaagd had; bevend en bare oogon mot de handen bedekkende, viel zy op oen stoel neder. „Ik weet van geen kind", zeide hy ruw, „en ik wil er ook niets van weten. Myn zoon keert alleen terug, alleen, zooals hy gegaan is, of nimmer." „Dan hebt gy hem verloren", lispelde het jonge meisje. „Dat zullen wy zien", antwoordde hy, in een nieuwen aanval van toorn, „vooreerst kunt gy uwe voorzegging wel voor u houden." „Oom", zeide Leonore, zich plotseling ver mannende en met eene hartstochtelyke be weging zich voor hem op de knieën wer pende; „oom, wees barmhartig, dezen onkelen keer slechts, wees het jegenB hem, jegens my, jegens uzslven. Zie, ik ben de schuld van deze vreeselyko gebeurtenis, ik was zwak, ik beminde hem en kon, helaas 1 myn geheim niet bewaren. Hy zag myno zwakheid en do herinnering aan schoone vervlogen tyden misleidde hem omtrent do oorzaken myner smart; hy sprak wenschen uit, welke hy nooit gekoesterd zou hebben, indien deze ont moeting zo niet ten onrechte in hem had doen ontstaan en Magdalene, die ons beluis terde en die voor waarheid opnam, wat slechts zelfbedrog was, hoeft zich opgeoffurd." „Ik weet het, ik weet het", antwoordde de graaf ongeduldig, „maar verandert dat iets aan de zaak Zoudt gy meenen dat zy my in den dood zou afdwingen, wat ik haar in het leven geweigerd heb? Voor my bestond dit huwelijk niet. Dank den Hemel, dat ik voor den berouwhebbenden zoon vaderiyk en vol verzoening de armer, opon, dat ik zyne afdwaling uit rayne herinnering wil wisschen, en bedenk wel, wolken slechten dienst gy Adelbert bowyst, wanneer gy onophoudoiyk het aandenken aan zyne dwaasheden by my verlevendigt." Terwyl hy deze woorden sprak, had hy aan de schel getrokken en eenigo oogenblikken later kwam do oude knecht met een tameiyk verbaasd gelaat binnen. „Adam," zeide de graaf en niets in zyne stem verried zyne innerlyke ontroering, „gy zult reeds weten, dat in hot dorp een ongeluk is gebeurd. Er moet onmidde'.iyk een rytuig naar het dorp worden gezonden; myn zoon zal daar nog wel zyn. Gy rydt medo, Adam, en geen ander, vraag naar zyue bevelen en zeg hem, dat hier alles tot zyne ontvangst gereed ie." „Om u te dienen, mynheer de graaf I" zeide de man aarzelend, „en en ik wil zeggen, als „Sedert wanneer hebt gy verlof, ongevraagd uw govoelon te zeggen?" riep graafStepban, terwyl hy driftig met don voot op don grond siampte. „Is myn bevol niet duidelyk genoeg?" De knecht verliet mot zwygonde onder werping het vertrek en graaf Stephan richtte weder het woord tot het jonge meisje„Dozo samenkomst zal u zeker smarteiyk zyn, Leonore; gy kunt naar uwe kamer gaan, als gy rust noodig hebt." Zy liet langzaam bare handen van haar gezicht vallen; er lag zulk eene uitdrukking van troostelooze wanhoop in, dat graaf Stephan onwillekeurig zyne wandeling door hot kleine vertrok Btaakto. „Hy komt niet," antwoordde zy op zyn vragenden blik, „hy komt niet zonder het kind, thans zeker niet." Graaf Stephan antwoordde niete, boval haar ook niet te vortrekkon en begon zyne wande ling opnieuw, nu en dan stilstaande of de deur openendo om op de gang te luisteren, of hy geen rytuig hoordo aankomen. Eindeiyk werd er geklopt en kwam Adam weder binnen. „De jonge graaf is nog in de herberg, uwe genade, en ik heb hem gezegd, wat my bevolen is, maar hy beeft my in het geheel niet geantwoord. Als ik zeggon mag wat ik donk, dan kwam het my voor, of de jonge graaf my in het geheel niet kende of niet verstond." Graaf Stophan scheon dit bericht niot zonder ongerustheid aan te hoorenhoe moeilijk hot hem ook viel, dit onderwerp ter sprake te brengen, vooral met den knocht, hy moeit er nu wel toe besluiten. „Waren er nog veel menschen, Adam?" Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1