N°. 10381.
Vrijdag 33 I>e<3eml>ex*.
A®. 1893.
<§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
HET SLOT ELKRATK.
LEIDSCH
DAGELAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 8 maandenf 1.10.
Franco per post.
Afzonderlyke °05-
PRIJS DER ADVERT J&N TJLËN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
i«1en, '21 December.
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar Nieuw-York, door
middel van het stoomschip „Obdam", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al
hier moeten de brieven, enz. uiterlijk Zaterdag
ochtend om 7.30 (stadstijd 7.50) bezorgd zijn.
De wijze van verzending behoort duidelijk
op het adres vermeld te worden.
Voor h6t examen Wiskunde K I is ge
slaagd mej. D. Onnen, uit Zoeterwoude.
De heer J. Eggink, te Haarlemmermeer,
vierde den 20sten dezer zijn 25-jarig jubilé als
1ste luitenant-kwartiermeester bjj het 2de bat.
rustende schutterij in Noord-Holland.
De heer Van Lennep, majoor van gemeld
bitaljon, vereerde hem een prachtig souvenir.
Namens de thans ontbonden commissie,
welke zich indertijd hier te lande belast heeft
met het inzamelen van gelden voor de op
lichting van een algemeen grafgedenkteeken
te Kotta-Radja ter nagedachtenis van de ge
vallenen in den Atjeh-krijg wordt bericht dat
van de commissie voor bedoeld godenkteeken
te Kotta-Radja onder dagteekening van 4
October jl. de mededeeling is ontvangen, dat
het monument voltooid is. De toegangsweg,
Je omheining van het kerkhof, zoomede
eenige verfraaiingen van de omgeving zjjn
oveawel nog niet afgewerkt kunnen worden
wegens gebrek aan arbeidskrachten, ten ge
volge van de politieke toestanden in Atjeh.
Zoodra de omstandigheden hot zullen veroor
loven, zullen de nog te verrichten werkzaam
heden worden voltooid, waarna men zich
voorstelt, het gederikteeken met de meeste
plechtigheid in te wyden.
De commissie te Kotta-Radja brengt haren
dank aan allen, die door hunne bydragen de
oprichting van het monument hebben ge
steund en die daardoor van hunnen oorbied
vo^r on hunne dankbaarheid aan de geval
lenen in den Atjeh oorlog hebben doen blijken.
In de gisteren gehouden buitengewone
algemeens vergadering van aandeelhouders in
het cafó-restaurant „De Seinpost", gevestigd
te Scheveningen, werd met algemeene stem
men het besluit tot liquidatie dier vennoot
schap genomen en werden tot liquidateuren
benoemd de hoeren mr. J. Addink en W. J. J. A.
Truffino.
Mgr. W. Wulfingh, apostolisch vicaris
van Suriname, vertoeft thans te 's-Gravon-
kage en heeft zjjn intrek genomen in het
St.-Willebrordus-gesticht in de Oude Molstraat.
Naar het „D. v. Z.-H." verneemt, zou de
komst van den prelaat ten doel hebben de
onderhandelingen met de Regeering omtrent
de verpleging der melaatschen door de eer
waarde paters en broeders van de congregatie
des A. H. Verlossers tot een goed einde te
brengen.
Naar men verneemt, hebben geen der
heeren musici van de kapél der dd. schutterij
te 's-Gravenhage het hun^a^jgeboden nieuwe
contract willen teekeneu^ep, deswege een
brief naar don kolonel-commandant verzonden,
ondertoekend door alle loden.
Baron Schimmelpenninck van der Oyo,
eöurotaria by ons gezantschap te St. Peters
burg, is gisteren van verlof vau Den Haag
naar zyn post teruggekeerd.
Door het hoofdbestuur van: „Trouw aan
Koning en Vaderland", tot ondersteuning van
gerechtigden tot het dragen van het Metalen
Kruis en de Citadolmedaille, is een adres aan
de Tweede Kamer gezonden, met verzoek eene
ve:horging der voorgedragen subsidie ad
f 20,000 toe te staan. Het hoofdbestuur meent
te mogen aannemen, dat van de Regeering
geen tegenstand te wachten is, wanneer de
Tweede Kamer besluiten mocht een hoogeren
subsidiepo8t op de begrooting te brengen.
Het hoofdbestuur wyst er op, dat thans
1068 van de 2131 deelgerechtigden onder
steund wordon, waarvan 405 personen per
week ƒ1 ontvangen, 420 die 10 gulden'sjaars
en 183 die 5 gulden 'sjaars bekomen.
Met gopasten aandrang verzoekt het hoofd
bestuur de uitgetrokken subsidie ad f 20,000
met f 10,000 te verhoogen. Door byzondero
liefdadigheid zal een gemiddeld bedrag van
ƒ12,000 'sjaars verwacht worden.
De gemoenteraad van Amsterdam be
sliste gisteren op verschillende adressen ter
voorziening in de werkloosheid, dat niet anders
dan by de vroeger genomen besluiten kon
worden volhard.
In handen van B. on "Ws. werden, om
praeadvies, gesteld: een adres van do Vrye
Vrouwenvoreeniging om op het besluit in
zake schoolgeldheffing terug te komen; een
adres van "W. C. J. Passtoors c. s. om in de
wintermaanden van kleine panden in de bank
van leening geen interest te heffen.
Een voorstel van den heer Schut, om aan
den ex-commandant der brandweer, den heer
Van Moock, alsnog eene tegemoetkoming te
verleenen, werd verworpen met 24- tegen 8
stemmen.
Tot gewoon hoogleoraar in het handels
recht en hot internationaal privaat-recht aan
de Universiteit werd benoemd (in de plaats
van mr. Asser, dio buitengewoon hoogloeraar
was) het raadslid mr. D. Josephus Jitta.
Weder trok gistermiddag oen troepje werk
loozen door de Kalverstraat en langs de
Keizersgracht. Wegens den aanhoudend val
lenden regen werd het echter om 1 uur op
het Frederiksplein ontbonden, nadat Reens
daar op eene bank had medegedeeld, dat a. 3.
Vrydag-middag, na afloop van de vergadering
in „Plancius", waar Van Kol zal spreken, het
antwoord van den burgemeester op het adres
aan het Stadhuis zal gehaald worden. Het
was niet onwaarschynlyk, dat er dan iets
gebeurde, zoodat men er zich op moest voor
bereiden om pal te blyvon staan.
In de Leidsche- en Utrechtschestraten onder
vond hot tramverkeer veel vertraging.
Heden wordt er niet gewandeld.
By de Dinsdag te Raalte gehouden ver
kiezing van een lid der Pro v. Staten van Over -
ysel zyn uitgebracht 1019 stemmen, van
onwaarde 5. Hiervan verkregen mr. A. F. Vos
de Wael te Zwolle 479, E. Van Beusekom te
Wyhe 286, mr. A. J. M. Vos de Wael te
Zwolle 181, mr. A. J. Van Riemsdyk te
Hellendoorn 62. Alzoo moet er herstemming
zvui tussehen ae heeron mr. A. F. Vos ue
Wael en Van Beusekom.
Het stoomschip „Admiral", van Natal
naar Hamburg, passeerde 20 Dec. Dungeness;
de „Prometheus", van Batavia naar Amster
dam, passeerde 20 Dec. Gibraltar; de „Spaarn-
dam" arriveerde 20 D9C. van Rotterdam te
Nieuw-York; de „Ardjoono" vertrok 20 Dec.
van Batavia naar Rotterdam; de „Merapl"
arriveerde 20 Dec. van Rotterdam te Batavia;
do „Bundesrath" arriveerde 18 Dec. van Ham
burg en Amsterdam te Dar-es-Salaamde
„Conrad", van Batavia naar Amsterdam, arri
veerde 20 Dec. te Suezde „Prinses Sophie",
van Amsterdam naar Batavia, arriveerdo 19
Dec. te Port-Said.
De gewone audiëntio van den minister
van koloniën zal op Vrydag 22 Dec. a. s. niet
plaats hebben.
By koninklijk besluit is mr. J. J. Clotter-
booke Patyn van Kloetinge met ingang van
1 Jan. a. s. benoemd tot burgemeester der
gemoente Zeist.
Aan A. Machielse, eervol ontslagen apo
theker 2de kl. van het Indisch leger, de be
voegdheid van apotheker verleend.
G. R. C. M. Raupp, met 1 Jan., benoemd
tot burgemeester van Roermond, met toe
kenning van eervol ontslag als burgemeester
der gemeente Lichtenvoorde.
E. A. Kingma, met ingang van 1 Jan.,
benoemd tot burgemeester van Stad Almeloo,
met toekenning van eervol ontslag als burge
meester van Wildervank.
Gemengd Nieuws.
Door de politie te 's-Gravenhage
is proces-verbaal opgemaakt tegon een anar
chist, wegens het verspreiden van opruiende
geschriften.
Men herinnert zich dat de 2de
luitenant De Bourbon, van hot 3de reg.
infanterie h. t. 1., dat corps heeft verlaten en
sedert niet meer is teruggekeerd.
Thans melden de Fransche bladen dat deze
jeugdige Nederlandsche officier, lid der familie
Naundorff, die, zooals men weet, beweert af
te stammen van Lodewyk XVII, binnenkort,
op zyn verzoek, tot dienstneming by het corps
van het vreemden-legioen in Algerië zal
worden toegelaten.
Men schrijft uit Amsterdam:
Het comité tot uitdeeling van brood en koffie
aan allen, die honger hebben, is zyne taak
weer begonnen.
't Zyn vyf vermogende mannen, die met
elkander hiertoe jaarlyks eene groote som gelds
byeenbrongen. 't Is een uiterst dankbaar werk
's Morgens om 8 uren ziet men ze reeds
staan by het gebouw op den Singel, 't Is eene
lange ry, netjes vyf aan vyf in 't gelid ge
houden door een paar agenten van politie.
Bleeke, ziekeiyke vrouwen, met zuigelingen
in doek on gepakt, staan te trappelen van de
kou in hare dunne versleten japonnen, „go-
kregen stukken", die eens voorname dames
kleedden. Stevige arbeiders houden zich be
scheiden terug, zy schamen zich in dat gezel
schap van „proletariërs." JoDgens, die nog
niet gevoelig zyn voor dergeiyke indrukken,
staan dicht by elkander en maken gekheid,
in het vooruitzicht van eene boterham. Dat
hindert de oudjes, gebogen, georekkigo mensGh-
jes, grootvaders met kinderen aan de handen,
aan de panden van de gelapte winterjas. Over
die geheele ry ligt dezelfde kleur van matte,
bleeke ellende.
By vyf en twintig tegeiyk worden ze toe
gelaten. Door eene lange gang komen ze ein-
deiyk in een laag, warm vertrekjo, waaraan,
de geur van de koffie iets gezelligs geeft.
Dan vroolijken die gezichten geheel op, ala
dorre planten by eene regenbui. Achter een
hekje staat een bak, opgestapeld vol met dikke
sneden goed doorbakken ongebuild tarwebrood
en daarnaast staan de gevulde kommen.
Als oen automaat deelt de opzichter uit,
elk eene snee en een kop, de kinderen met
hun drieën twee boterhammen en een kleiner
kommetje koffie.
Heel vriendeiyk knikken zy tot dank en
gulzig groote brokken afbytendo van het brood,
komen ze in eene aDdere kamer, waar ze op
lango banken hun maal kunnen gebruiken.
Dankbaar brokkelt de moeder het brood voor
de kleintjes. Elk krygt wat, en voor de zui
geling doopt zy de stukjes eerst in de koffie.
Dan drukt zy zo vaak met tranen in de oogen
tegen zich aan. Het doet haar goed, de kin-
dertn te zien smullen, en zy vergeet, dat ook
zy honger heeft geleden, dat zy zich dagen
achtereen tevreden heeft gesteld, met wat er
overbleef als er iets overbleef ten minste.
Anderen moffelen ter sluiks een stuk brood
weg onder hunne jas voor eene zieke vrouw, of
een gebrekkig kind, ja soms voor hen, die geene
kleeren hebben, om op straat te komen. Mee
dragen van brood is echter streng verboden.
Een agent moet er toezicht op houden, doch
hy keert zich wel eens omhy wil wel eens
niet zien, omdat hy medeiydon heeft met de
stumperds.
Wat moet zoo'n kijkje by het uitdealen een
voldaan gevoel geven aan de heeren, die het
geld verschaften I
De meest treffende bewyzen van dankbaar
heid krygen zy soms. 't Kwam zelfs voor, dat
's zomers eon man by eon der leden van het
comité kwam, om hem wat overgespaard geld
te geven voor hetgeen zyn gezin 's winters
genoot.
Maar ook krygen zy oen diepen blik in do
armoede.
Zij ontvangen brieven van zieken, die vragen
eene snee brood te mogen laten halenverschil
lende vrouwen kwamen vragen, of zy een
kwartiertje vóór of na den aanvang hun portie
konden krygen, omdat zy zich schamen te
midden van al die menschen, met wie zy nim
mer hebben behoeven om te gaan vroeger.
Het aantal van hen, die hun honger heden
den eersten dag kwamen stillen, was
ongeveer 2000. Hiervoor is natuuriyk hoel-
wat noodig. In reusachtige ketels wordt de
koffie gekookt en de brooden van een meter
lang worden machinaal gesnedon. De boven
ste korsten worden afzonderiyk gehouden
dat is eene traktatie voor velen.
Twee koer per dag, 's morgens van halfnegen
tot halfelf, en 's middags van twee tot vier
uren heeft de uitdeeling plaats en by na eiken
keer komen dezelfde menschen torug. Zy
leven geheel van dat brood en niemand wordt
teruggezonden.
Er behoeft dus geen honger meer te worden
geleden in Amsterdam.
Wordt de toevloed te groot, dan zal een
tweede gebouw, het Passantenhuis op de
Lauriergracht, worden geopend. Reeds zyn
eenige werklieden bezig het in gereedheid te
brengen.
Het comité voor het lenigen
van den nood, ontstaan door werkloosheid, to
Amsterdam, heeft thans reods in hot geheel
ontvangen een bedrag van f 29,982.94'/,.
Brutale dieven hebben in het
kantoor van de suikerfabriek der firma Jansens,
Van Weel, Smits Cie., te Rozendaal, inge
broken. Al de lessenaars hebben zy met ge
weld geopend ea de daarin liggende gelds
waarden ontvreemd.
Gistere n zyn te Nieuw e-P o k e 1 a
ongeregeldheden uitgoorokon. Socialistische
arbeiders wilden, ondanks het verbod, door
Kampenland gaan, waarop oen dor eigenaars
een revolverschot losto, daarby een arbeider
in de borst treffende. Do arbeiders namen
daarop eene dreigende houding aan. Demaro-
chaussee werd ontboden.
Openhartig. Ycor het raam
van een sigaren magazyn op don Haarlemmer-
dyk te Amsterdam is een biljet geplakt, waarop
staat te lezen:
„Wegens geldgebrek finaio uitverkoop."
Biyken» een bericht in de „Zw.
Crt." heeft men getracht den trein, die te
8 22 de8 avonds van Nyeveeu vertrekt rich
ting Leeuwarden, op de grenzen van Ha vel te
en Steonwykerwold te doen ontsporen door
het op de rails nederleggen van eene yzeren
plaat tor dikte van ongeveer 3 a 4 mM., lang
30 en breed pl. m. 20 cM. Waarschyniyk
was deze plaat in den grond of op andere
wyze vastgemaakt door middol van eenigo
spoorspykers, althans 5 daarvan werden vry
erg beschadigd en verbogen op hot terrein
gevonden. Hoewel een hevige schok gevoeld
werd, is de trein niot ontspoord en kon men
na opruiming van een en ander verder gaan.
Naar den dador of de daders wordt vanwege
de gemeento-politie te Steenwykerwold een
yverig onderzoek ingesteld.
Onder Altweert, gemeente Woert,
worden vyf Belgische wildstroopers door twee
ryksveldwachters jagende aangetroffen. Één
der 8troopers loste op de politie een schot,
toen deze op hen aankwam. Dit schot werd
van de zyde der ryksveldwachters met drie
karabynschoten beantwoord; niemand werd
getroffen; de vreemdelingen wisten over de
grenzen te komen.
In Breda wonen negen bedelaarB-
en landlooper8gezinnen, waarvan het hoofd elk
een abonnement op de Staatsspoorwegen heb
ben genomen, om zich de uitoefening van hun
„beroep" gemakkeiyk te maken en de „zaken"
op uitgestrekter terrein te kunnen dry ven dan
hun mogelyk zou zyn, wanneer de afstanden
te voet moesten worden afgelegd.
DOOB
GOLO RAIMUND.
24)
„O wee'', zeide de vrouw des houtvesters
met schrik, „dat voorspelt niets goedseene
bruid mag niet omzien, wanneer zy zich op
weg bevindt naar d9 kerk."
„Niet naar menschen en naar het werk
van menschenhanden", zeide Magdalene aan
gedaan, terwyi zy haar best deed de tranen
te weerhouden, die in hare donkere oogen
parelden. „Maar het woud is Gods prachtig
huls, waarin Hy my myn geheele leven be
schermd en behoed heeft. Laat ik Hem daarom
myn dank betuigen, nu ik het verlaat!"
De kleins kerk was overvol; het geheele
dorp scheen tegenwoordig te zyn om dez9
huweiyk8plechtigheid by te wonen, ofschoon
vanwege het jonge paar slechts weinig ge
tuigen waren uitgenoodigd. De plechtigheid
duurde slechts kort en aan de rede van den
goostelyke, die met zorg vermeed de gespan
nen verhouding in de familie des bruidegoms
en den ontbrokenden zegen des vaders ter
sprake te brengen, ontbraken alle gloed en
warmte. Toch had Magdalene zoo duidelyk,
zoo vrooiyk haar „ja" uitgesproken, met
s'oveeJ zalig vertrouwen, dat de tranen den
cenyk&o hoatve3tor in do oog*n kwamen,
koevel moeite hy ook aanwendde om ze te
weerhouden. Een oogenblik rustte zy, sidde
rend van geluk, aan de borst van den man,
die nu voortaan haar beschermer, haar steun,
haar toeverlaat zou zyn.
Hy voelde het beven en trillen harer
teedero gestalte.
„Nu scheidt ons niets dan de dood", zeide
hy zacht en innig, terwyi hy haar vast in
zyne armen sloot.
Byna angstig sloeg zy het oog op, waarin
zich weder die plotselinge flikkering, aan een
verwyderden bliksemstraal geiyk, vertoonde
„Zelfs de dood niet", fluisterde zy driftig,
„ik laat noch in leven, noch in sterven van
u af; zelfs in den dood houd ik u nog vast."
„Wat ziet zy bleek", zeiden de dorpeliDgen,
terwyi zy elkander bedenkeiyk aaozagen.
„Hoe schoon l" fluisterden de beide offi
cieren, die het paar mot Eggenthal uit de
kerk volgden.
„Hoe gelukkig", zuchtte het jonge blonde
meisje, dat, toen de laatste nieuwsgierigen
het Godshuis hadden verlaten, behoedzaam
uit een donkeren hoek naast het orgel te
voorachyn kwam en voor het altaar neder
knielde, waar Magdalene juist de zaligheid
van deze wereld ontvangen had. „Hoe
gelukkig", herhaalde zy zacht. „God, myn
God, laat het zoo blyven! Wat ik voor my
zelve gehoopt, gedroomd, van U afgesmeekt
heb ik ieg het hier neder vooi Uw
troon; neem het aan, opdat zy beiden ge
lukkig zyn!"
Op zooveel offers, met zooveel vreugde
gebracht, op zooveel gotelde en ongetelde
tranon ru?tte Magdalenes geluk! De huwo-
lyksieesten gingen zoo stil voorby als de
eigenaardige familie-omstandigheden van den
bruidegom dit als het ware geboden. Daaren
boven waren do eenvoudige bewoners der
houtvestery Diet op hun gemak in tegen
woordigheid van die adeliyke getuigen; de
laatste oogenblixken, die hun kind nog by
hen was, werden gestoord en Magdalene ge
voelde zich nu reeds losgerukt uit den ouden
grond, zoDder in don nieuwen nog wortel
geschoten te hebben.
Dit was ovenwei slochts oen vcorbygaand
gevoel, meende zy, misschien wel een gevolg
van de noodzakelykheid om zich los te scheuren
van de stille, afgesloten zaligheid van hare
ziel, om nu als bemiddelaarster op te treden
tusschen de ouders en vrienden van haren
echtgenoot. Toen zy eindeiyk naast hem in
het rytuig zat, toen de smart van het afscheid
barer ouders eenigszins tot bedaren was ge
komen en zy hare nieuwe woonplaats te ge-
moet reed, had zy hare kalmte en bedaard
heid weder terug gekregen hy toch gaf
haar alles, alles, wat zy voor haar verder
leven behoefde.
Beriyn, met zyne groote huizen, zyne
weelde en drukte, maakte op haar meer een
benauwenden dan wel een aaDgenamen in
druk. Neuss was de grootste stad, die zy tot
nu toe gezien had, en altyd had zy, wanneer
zy met haren vader daar een dag had door
gebracht, zich verbeeld dat de menschen daar
eigeniyk nooit tot rust kwamen, nooit tyd
hadden om eens bedaard tot zichzelven in te
keeren, door die voortdurende aanraking,
waarin zy met elkander kwamen, door die
nooit eindigend© belangstelling in vreemde
gebeurtenissen en belaDgen, welke als eene
bonte mengeling van lief en leed voorby de
oogen trekken van alleD, die zich Diet misan
tropisch van de wereld afzondoren. In hoeveel
grooter verhouding vond zy nu dit alles te
Beriyn terug 1
Hare woning, zoo schoon en gezellig als
de liefde ze slechts uitdenken en versieren
kan, scheen haar een waar paradys toe.
Gaarne had zy ze nooit verlaten en dagen
vergingen ook hier in gelukzalige eenzaam
heid. Maar Adelberts vurige geest kon zich
Diet lang tevreden stellen met deze minne-
kozeryen; zyne dienstzaken, de behoefte naar
ernstiger bozigheden, deelneming aan het
openbare leven deden hunne oischen gebie
dend golden.
Hy maakte Magdalene duidelyk, dat men
in de wereld niet als kluizenaar kon en
mocht leven, dat niet alleen de menschen
rechten hebben op het leven, maar dat ook
het leven rechten heeft op den mensch; hy
schetste haar de genietingen van het gezellig
verkeer met eenige geschikte vrienden en na
dit onderhoud bracht hy zyne vrouw in kennis
met eenige bekende farailiën.
Hy verlangde geen schitterenden omgang,
noch wilde by groote en drukke gezelschap
pen bezoeken daartoe waren zyne mid
delen trouwens niet toereikend maar toch
kon en wilde hy zich niet geheel aan de
groote wereld onttrekken.
Maar reeds de eerste aanraking van Mag
dalene met de haar vreemde, schitterende
wereld deed smartelijke gewaarwordingen in
de ziel van haren echtgenoot ontstaan. Niet
overal werden zy ontvangen; de keuze zyner
echtgenoot© werd door velen toch wat al to
romantisch en onverantwoordeiyk gevonden.
Velen deelden de vooroordeelen van den vader
en hadden medelijden met don ouden man,
die, in zijne heiligste grondstellingen ge
krenkt, nu geheel aan zichzelven was over
gelaten, en de deuren, die zich voor don ODge-
huwden jongen man zoo bereidwillig geopend
hadden, bleven voor hem in het gezelschap
zyner vrouw gesloten.
By anderen zegevierde wel is waar de
nieuwsgierigheid en do bekooriykboid van het
ongewone, maar in die vreemde omgeving
schoen Magdalene eene geheel andere te
zyn; haar ontbrak hier de poëtische bekoring
der woudlucht en de lieflyke natuuriykheid,
die haar daarbuiten had omgeven; temidden
van het heldere licht der salons, onder die
menigte onverschillige, voornaam glimlachende
menschen, omringd door al die pracht en
ongekende weelde, die haar verblindde, ge
voelde zy zich eenzaam en verlegen. Zy miste
de gladde vormen, waaronder zoo weinig
geest verscholen is; de kunst, veel en met
bevalligheid over niets te praten, was haar
ten eenenmale vreemd, zy had niets dan
korte en éénlettergrepige antwoorden op den
overvloed van woorden, waarmede men haar
overstelpte, en als zy zich, wanneer hare
schoonheid en verwarring geweken waren,
trachtte te herinneren, wat men haar had ge
zegd, moest zy zich met verbazing bekennen dat
't eigeniyk niets te beduiden bad gehad.
(Wordt vervolgd.)