N«. 10380. Donderdag 31 December. A0. 1893. (£?eze fèourant wordt dagelijks, met uitzondering van (gpn- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. HET SLOT ELKRATH. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden. f 1.10. Franco por post1-40. Afzonderlijke 0.06. PRIJS DER AD VERTEN TIÉN Van 1—'6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.I7J. Grootere lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit nomiuer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. leiden, 20 December. By do Tweede Kamer zijn vyf gelijk luidende verzoekschriften ingekomen van inge zetenen van Amsterdam en van belanghebbenden bfcj en belangstellenden in Je kennis van onze overzeesche gewesten, die vragen dat, in geval 's Rfiks Ethnographisch Museum uit Leiden wordt verplaatst, de hoofdstad als plaats van vestiging worde aangewezen. Alvorens dat in dien geest zal worden beslist, zal er nog wei een jaartje mee heengaan. Immers beeft de minister Tak van Poort vliet herhaald, dat hij het denkbeeld zal over wegen cm het Museum in eene onzer hoofd steden te plaatsen, en dan tevens „de aan spraken van de gemeente Leiden, zóówel als de eischen van het hooger onderwijs, welke mot de verplaatsing gemoeid zijn, met alle andere tor zake dienende beweegredenen nauw gezet zal in aanmerking nemen." „De Athleet" zal met 1 Febr. tweemaal per week uitkomen. Uitgevers zijn de hoeren Blankenberg en Co., te Leiden. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned. Oost-Indië (met uitzondering van Atjsh en Padang), door middel van het stoomschip „Soembing", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven, enz. uiterlijk Zaterdag ochtend om 7.30 (7.50 stadstyd) bezorgd zyn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. De Yereeniging voor Bloembollencultuur heeft te Haarlem, onder voorzitterschap van den heer J. H. Krelage, hare 81ste algemeene vergadering gehouden. Door den voorzitter werd medegedeeld dat de Vereeniging op dit oogenblik telt 29 donateurs en 1219 leden. Al de afdeelingen, 21 in getal, waren ver tegenwoordigd. Als leden voor het hoofdbestuur werden herkozen de heeren G. H. Van Waveren met 76 en J. H. Kersten met algemeene, d. i. 80 stemmen. Beide heeren namen deze herbenoeming aan. Op voorstel van het hoofdbestuur besloot do vergadering om do Beurs, die thans zeer druk wordt bezocht in de groote zaal van de Vauxhall, waarover de Vereeniging des Maan dags geheel vrjj kan beschikken, daar te blijven houden, terwijl aan het hoofdbestuur werd opgedragen teekeningen on plannen temaken voor kleine hokjos in de zaal, waar kooper cn verkooper ongestoord hunne zaken kunnen afhandelen." Wie daarvan gebruik wil maken, zal eene kleine vergoeding moeten betalen. Over een voorstel van de afdeeling Oegst- geest, dat het hoofdbestuur zal trachten pogingen in het werk te stellen b(j de be trokken buitenlandsche regeeringen, tot het vaststellen van zulke hooge invoerrechten op afgesneden bloemen, van bol- en knolgewassen, dat de invoer van Holland uit schier onmoge- lyk zal worden, of wel, by de Nederlandsche Regeering aan te dringen op het verkrijgen van hooge uitvoerrechten op bedoelde bloemen, welk denkbeeld in een anderen vorm ook door de afd. Voorschoten wordt voorgestaan, zal in de volgende algemeene vergadering worden beslist. Het voorstel van Voorschoten-Veur om de 5-jaariyksche tentoonstelling niet in de 2de helft van Maart, maar, met het oog op de kunst van vervroegen, liever in Februari of de eerste dagen van Maart te houden, vond geene instemming. Na bespreking over de eerstvolgende ten toonstelling in 1895 en het houden eener ge heime zitting, werden tot eereleden der Ver eeniging benoemd de heeren mr. N. G. Pierson, minister van financiën, en mr. Sickesz, voor zitter van het Landbouwcomité. Enkele punten werden aangehouden tot de volgende vergadering. De kerkeiyke verkiezingen te Valkenburg hebben tot uitslag gehad, dat als ouderling der Ned.-Herv. gemeente is herbenoemd de heer Joh. Van der Nagel, terwyi als diaken werd gekozen de heer Joh. Binnendyk Dz. Herkozen werd als kerkvoogd de heer A. Oosterlee, terwyi de betrekking van notabel nog onvervuld bleef, wyl de herbenoemde heer Joh. Van der Nagel bedankte en eene nieuwe keuze, uitgebracht op den heer H. Zyderveld, door dezen niet is aangenomen. De gezondheidstoestand van het te Alfen aan den Ryn wonend Kamerlid den heer S. Van Velzen wordt iets beter. De gemeenteraad van Den Haag heeft gisteren met 19 tegen 14 stemmen aangeno men het gewyzigd voorstel betreffende den aanleg van een kanaal om de stad (van de Laak tot aan den spoorwegdyk). Het veelbesproken scheepvaartkanaal naar den Loosduinschen weg met snyding van twee spoorbanen is dus nu van de baan. De gemeenteraad heeft tevens, na intrekking op zyn verzoek van het besluit, waar by de hoor Van Franck is benoemd, tot adjunct- secretaris van het burgeriyk armbestuur benoemd den heer J. F. Carrière, armen- opzichter, met 19 stemmen tegen 8 op den heer Van Franck en 6 op anderen. By de teraardebestelling van het stoffeiyk overschot van mr. Keuchenius, op a. 8. Don derdag, 's morgens te 10 uren, zal op ver langen der familie slechts door een der aan wezigen, door haar daartoe aangezocht, een kort woord worden gesproken, om voorts met dankzegging do plechtigheid te eindigen. Aan de Kamers van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam, Rotterdam, 'a Gra- venhago, Dordrecht, Schiedam, Leiden, Middel burg, Vlissingen, Zaandam, Harlingen en Gro ningen en aan de Twentsche Vereeniging ter bevordering van nyverheid en handel is door den minister van w., h. en n. een exemplaar toegezonden van de „Accounts relating to trade and navigation of the United Kingdom", no- pens de maand November jl. Van de Vereeniging tot verbetering van den gezondheidstoestand te 's Gravenhage is in een adres aan don gemeenteraad nogmaals aangedrongen de noodige maatregelen te nemen, ten einde het tot stand komen van een go- meen teiyk bureau tot'-onderzoek van levens middelen en andere verbruiksartikelen te ver zekeren. De beer A. J. Servaas van Royen is met ingang van 1 Januari a. s. voor één jaar herbenoemd tot gemeente-archivaris te 's-Gra- venhage. De Nederlandsche Kunstcompagnie, ge vestigd te Amsterdam, van welke reeds ver schillende tournées zyn uitgegaan, deelt ons mede, dat zij gedurende de maand Januari 1894 onder leiding en met medewerking van den heer L. B. J. Moor zal doen opvoeren het tooneelspel van Emile Augier: „Gabrielle", en wel door de dames: Mevr. Moor Schepers, mej. Josephine Spoor en de heeren L. B. J. Moor, C. H. Groote "Woortmann en A. G. Kromer. Als directeur der Nederlandsche Kunst compagnie treedt voor deze tournée op de heer J. De Grooth, Gérant „Odeon", te Am sterdam. Het volgend jaar zullen, naar het „Cen trum" verneemt, ruim 50 telegraafambtenaren wegens ouderdom worden gepensionneerd. By de commissie ter ondersteuning van de nagelaten betrekkingen der verongelukte visschers van Wierum is van H. K. H. de groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach ontvangen eene bijdrage van 300. Naar men verneemt, zal prof. Quack de redactie van „De Gids" binnenkort verlaten. De standplaats van den luitenant-kolonel J. T. T. C. Van Dam van Isselt, die door den minister van oorlog is aangewezen als de hoofd-officier, bedoeld by art. 33 van het kon. besluit van 29 September 1893, betreffende de vorming en opleiding van reservekader, onder den titel van „hoofdofficier voor het reserve kader", zal, te rekenen van 1 Mei 1894, zyn te Utrecht. Tot dien datum is hy in garnizoen to Bergen-op-Zoora. De luit. ter zee 2de kl. A. J. De Graaf, uit Oost-IndiÖ in Nederland teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld. By beschikking van den minister van blnnonl. zaken is dr. B. Sjollema, te Utrecht, met 1 Jan. a. s. benoemd tot assistent aan het Rykslanubouwproefstation te Goes. Biykens een telegram van den gouv.-gen. van Ned.-Indiö van 19 dezer wordt de gouv.- koffieoogst op Java voor dit jaar thans geraamd op 67,922 pikols. De gewone audiëntie van den minister van oorlog op Donderdag 21 December en die van den minister van biunenl. zaken op Zater dag 23 Dec. a. s. zullen niet plaats hebben. Het stoomschip „Admiral", van Oost- Afrika naar Rotterdam en Hamburg, vertrok 16 Dec. van Lissabon; de „Kanzier", van Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, vertrok 17 Dec. van Mozambique; do „Patro clus" arriveerde 15 Dec. van Amsterdam, via Liverpool, te Batavia; do „Reichstag", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 17 Dec. van Lissabonde „Schiedam", van Amsterdam naar Nieuw-York, passeerde 18 Dec. Lizard; de „Dubbeldam" is 18 Dec. te Nieuw York aangekomen. - By koninkiyk besluit is aan G. H. V. Bongaerts, op zyn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als notaris te Roermond. Benoemd tot notaris binnen het arrondisse ment Almeloo, tor standplaats de gemeente Oldenzaal, H. Van Opstall, candidaat-notaris te Almeloo. Met ingang van 1 Jan. 1894, aan mr. M. Tydeman Jr., op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als schoolopziener in het arrondisse ment Zevenbergen. Met ingang van 1 Januari 1894, benoemd tot adjunct-commies by het Departement van Koloniën E. W. Dey en A. F. Beukman, thans eerste klerken by dat Departement. Dr. B. J. Stokvis, hoogleeraar aan de ge- meentolyke universiteit te Amsterdam, be noemd tot vertegenwoordiger van de Neder landsche Regeering, op het elfde internationaal congres van geneeskunde, dat in Maart en April 1894 te Rome zal gehouden worden. Den kapitein van den staf der artillerie N. C. Grotendorst, met ingang van 1 Jan. 1894, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend uit den militairen dienst en is hy, mede met ingang van 1 Jan. 1894, benoemd tot hoog- loeraar, hoofd van onderwys voor de wis-, natuur- en scheikunde, zoomede voor het meet kundig teekenen in de twee laagste studie jaren, aan de Kon. Militaire Academie. De tyd van duur der detacheering by de landmacht in West-Indlë van den lsten luit. 0. P. Koene, van het wapen der infanterie van het leger hier to lande, aanvankelyk by Kon. besluit van 7 Juni 1887 vastgesteld op drie jaren, en by de Kon. besluiten van 28 Oct. 1889 en van 30 Juni 1893 reepectievelyk verlengd met drie jaren en met zes maanden, andermaal verlengd met een jaar, en alsnu bepaald op zeven jaren en zes maanden. TWIDBOIfi Voortzetting der behandeling van het Hoofdstak Oorlog voor 1894. By de 4de afdeeling (soldyen) klaagt de heer Van Vlijmen over onze omslachtige compagnies-administratie en dringt aan op vereenvoudiging der corveeën. De Minister wyst er op dat de menage administratie herhaaldeiyk een punt van onder zoek heeft uitgemaakt zonder gevolg. Hy zal de zaak in zyne aandacht houden. Verminde ring der corveeën ware gewenscht, maar de geldquaestie primeert, want als men werk lieden aanstelt, kosten die geld. Na art. 23 stelt de heer Van der Borch van Verwolde een memoriepost voor, tot ver goeding aan de gemeenten in de kosten, val lende op de paardenkeurmg in 1893 en 1894 ingevolge Kon. Besluit van 10 Nov. 1893 (Stsbl. no. 253). De Minister zegt dat het Kon. Besluit is gegrond op en strekt ter uitvoering van eene wet van het vorig ministerie. Hy noemt in- tusschen het amendement over. Ziet hy, dat het niet kan, den geeft hy er geene uitvoe ring aan. Het nieuwe artikel wordt echter verworpen met algemeene stemmen (ook de heer Van der Borch stemde tegen, wat gelach in de Kamer verwekte). By art. 28 (Krygsschool) vraagt de hoer Michiels do redenen, waarom van verplaatsing der Krygsschool naar Breda is teruggekomen. De Minister antwoordt dat de verplaatsing werd overwogen ter uitvoering der wet. Inder daad leverde Breda groote voordeeion op, maar er waren ook weer groote nadoelen, vooral voor de officieren, die gedetacheerd zyn als voor hunne studie. Hy heeft daarom besloten de Krygsschool in Den Haag te laten. By art. 32 waarschuwt de heer Van Vlijmen tegen de opheffing der Pupillenschool. De Minister wyst op de dure vorming aan die school, terwyi het kader overcompleet is. By art. 59 (Reiskosten voor oefening in den wapenhandel) verklaart de heer Schim- melpenninck van der Oye dat hy afkeurt de uitbreiding der vrywilligo oefeningen in den wapenhandel en de winterverloven, waardoor de Minister tracht propaganda te maken voor zyne bekende plannen tot leger-organisatie. Spr. en enkele vrienden zullen daarom tegen de begrooting stemmen. Hy zag geene kans by amendement verbetering aan te brengen. De heer De Ras vraagt of de verblijfs kosten der subalterne officieren niet te laag zyn. De Minister zou veeleer die byslagen ver minderen dan vermeerderen. Het spyt hem dat de heer Schimmelpenninck tegen zal stemmen, maar deze kan den Minister niet verwyten, dat hy omtrent do vry willige oefe ningen niet met open vizier ïb opgetreden. Die oefeningen hebben steeds bestaan en hy ontkent dat daarmede wordt vooruitgeloopen op zyne wetsvoorstellen. Alleen is de zaak nu beter geregeld. De heer Schimmelpenninck houdt vol, dat de Minister meer doet dan beter regelen. By art. 62 klaagt de hoer De Ras dat de administrateuren der nachtleger-magazynen en hospitalen geene gouden medaille kunnen krygen. De Minister zal do zaak onderzoeken. Op art. 86 (marechaussee) heeft de heer Van Vlymcn een amendement voorgesteld om niet eene nieuwe divisie met. hoofdofficieren in te stellen. Verder wenscht hy to vrageü, of het niet wenscheiyk is aan het wapen een zelfstandigen chef te 's-Gravenhage te geven. Daarna werd de vergadering verdaagd tot hedenmorgen te elf uren. Amendementen. Door de commissie van rapporteurs zyn op Hoofdstuk VIII (Oorlog) voorgoateld do vol gende amendementen: lo. art. 93 te vermin deren met ƒ40,000, voor den bouw eener kazerne voor de genie te Utrecht; 2o. art. 90b te verminderen met ƒ34,000, om den bouw van eene kazerne en van woningen voor wasoh- bazen, waarvoor onderschoideniyk 20,000 en ƒ14,000 zyn uitgetrokken, niet te doen ge schieden. De commissie van rapporteurs voor Hoofd stuk EX. (Waterstaat) heeft een amendement DOOR GOLO RAIMUND. 23) Geschiedde dit by Magdalene door de vol heid des geluks, dat uit haar jeugdig hart ontstroomde, en haar allen inden kring harer zaligheid deed trekken, by den vader was dit een gevolg van zyn voorgevoel van het naderend ongeluk, dat, naar zyn gevoelen, moest voortspruiten uit eene verbinding, waar aan alle voorwaarden tot een rustig, onge stoord geluk ontbraken de zegen des vaders, gelykheid van geboorte en neigingen, over eenstemming van opvoeding en geboorte. Verre van daar, dat hy in Magdalenes toege negenheid een waarborg voor de toekomst zou vinden, kende hy beter dan iemand hare hartstochtelijke natuur,hy toch had met vol hardend geduld onvermoeid getracht haar ge lust te stelleD en wist, dat het hem niet gelukt, was Hy, de vader, had Magdalene niet kunnen beschermen tegen de macht dezer onzalige liefde, nocb den moed gehad haar desnoods van zich te stooten Zou zy dan gelukkiger z(1n geworden, behoed tegen onge luk en gevaar? Hy wist het maar al te ?oedhij zou slechts zichzelven beroofd heb ben. Magdalene zou het stille vaderlijke huis achter zich gelaten hebben en zou haren ge liefde gevolgd zyn, met tranen wel is waar, maar toch met de overtuiging, dat het niet anders had kunnen zyn. Zoo gaf hy dan het kind liever zyn zegen, den besten, dien zyn vaderhart ooit had uitgesproken, en Magda lene was dubbel gelukkig. Zy was zoo dóór en dóór gelukkig, zóó zalig, zóó volkomen tevreden, dat hare moeder dikwyis zeide: „Zie, Magdalene, ik was ook jong en heb ook bemind en bemin uw vader nog heden en recht harteiyk; maar met my was het toch geheel anders; uw geluk maakt iemand het hart treurig. Zoo groot is het." Dan lachte zy en zeide: „O, moeder, daarvan sterft men niet; in don hemel heerscht immers niets dan geluk." Het afscheid van Adelbert was haar lichter gevallen dan hare oudera verwacht hadden. Hy was zóó geheel en al haar eigendom, hy was zóó geheel en al vereenzelvigd met al hare gedachten en gewaarwordingen, dat de scheiding haar niet zoo drukkend toescheen. Daarenboven waren zyne brieven, zoo vol liefde en verlangen, voor haar eene nieuwe bron van genot. De woorden van liefde, die elkander anders als de golven der zee ver drongen en voorby haar oor zweefden, ston den hier onuitwischbaar voor haar. En steeds was zy het en zy alléén, die zyne ziel bezig hield niet de minste toespeling op z(jn vader, zyn huis, de speelgenoote zyner jeugd, op al de offers, welke hy gebracht had, werd in deze brieven gevonden. En dit was gelukkig voor Magdaloneeene andero taal zou zy bozwaariyk verstaan heb ben, want voor haar, voor hare liefde be stond geene opoffering, geen scheiden dat waren voor haar begrippen, die op andere toestanden pasten. In het voorjaar wilde Adelbert terugkeeren en zou het huweiyk voltrokken worden. De oneenigheid met zyn vader, die zyn geluk, ofschoon hy het niet wilde bekennen, deed gepaard gaan met eene onbestemde smart, deed hem zyne vereeniging met Magdalene vurig te gemoet zien. Magdalenes kalmte en liefde moesten hem vergoeding schenken, hare liefiyke stem moest do gedachten aan zyn vader in slaap wiegen, de gedachten aan diens sombere eenzaamheiden aan Leonores vruchte- looze pogingen. Toen het lang gewenschto oogenblik ein- deiyk was aangebroken, kon Adelbert Diet, als gewooniyk, naar Elkrath gaan. Op het punt zyn vader tot in het diepst zyns harten te grieveD, had hy geen moed hem onder de oogen te komen en moest hy op Pilsdorf een gastvry onderkomen zoeken. Nu eerst gevoelde hy ten volle hoe innig hy, ondanks het groote verschil van karakter en levens beschouwingen, zyn vader beminde. Toen Adelbert in zyn besluit bleef volharden, om met de dochter des houtvesters in het huwe iyk te treden, waren de geldelyke aangele genheden tusbchen hem en zyn vader door den rentmeester geregeld; zooals eens aan zyne zuster, had graaf Stephan nu ook aan zyn zoon het moederiyk erfdeel laten uitbe talen. Het was goed beheerd en toereikend om In niet te groote behoeften te voorzien. Toch schrikte Adelbert over het bedrag: als lid van een der rykste familiën des lands had hy ook als zoodanig geloefd en hy moest veel leeren en veel vergeten, indien hy met zyn tegenwoordig inkomen uiteriyk ten minste zyn stand behooriyk zou ophouden. Zoo werd dus mot de regeling der gelde lyke zaken alle betrekking met zyn vader afgebroken en slechts met Leonore onderhield Adelbert eene levendige briefwisseling, die evenwel aan zyne hoop op verzoening slechts weinig voedsel gaf. Het was Leonore, met het oog op graaf Stephana bepaalde bevelen, nog versterkt door zyne bedreiging, dat by haar zyne bescherming zou onttrekken, indien zy zich met Magdalene inliet, nog niet gelukt, met deze in aanraking te komen, maar zy drukte toch den wenech om haar te leeren kennen, met zooveel warmte en harteiykheid uit, dat Adelbert daardoor aangenaam werd aangedaan. Toch meende hy verplicht te zyn haar aan te bevelen, ten einde zyn vader in zyn ouderdom niet van alle gezelschap beroofd zou worden, zich aan diens wil met betrek king tot Magdalene te onderwerpen. Voor- loopig stelde hy zich tevreden met Leonores zusteriyke genegenheid voor zyne bruid en hoopte hy slechts, dat hare warme belang stelling hem ten slotte toch nog den weg tot het hart zyns vaders zou banen. Zooveel zorg en verdriet hadden hem neer slachtig gemaakt, maar toen hy zich ein- deiyk weder in tegenwoordigheid van Magda lene bevond, was allee vergeten en oefende zy hare geheele macht weder over hem uit. Eggenthal had, ter wille van die „roman tische liefde en buitengewone omstandigheden" zyn misnoegen tegen don ouden houtvester en zyn kleinen wrok tegen Magdalene op don achtergrond geschoven en was met twee jongere krygsmakkers overgekomen om Adel- beru getuigen te zyn by de voltrekking des huwelyks. Minder verstokt in zyne vooroor- deelen dan graaf Stephan, vooral wanneer zyne eigen belangen daarby niet in het spel kwamen, Btreelde het zyne ydeltwid niet weinig, tegenover Adelbert als bescaermer te .kunnen optreden on daarmede, naar hy meende, zyne achteratelling ln de gunst van Magdalene te doen vergeven. Zoo naderde de dag, waarop Magdalenes lot beslist zou worden met hoeveel zeker heid en trots ging zy de toekomst te gemoet Het was alsof het woud zich schooner ge tooid had, toen zy het op den weg Daar de dorpskerk doortrok. Duizend fonkelende zonne stralen, welke door de takken der beuken vielen, dansten langs het eenzame pad, dat dwars door het dichte boach slingerde; mei klokjes, voor het eerst van tusschen de tee- dero, groene blaadjes te voorschyn gekomen, neigden, als begrepen zy het verre klok gelui, hunne geurige kopjes en duizend juichende vogelen zoDgen het huweiykslied voor de schoonste bruid, die ooit haar geluk te gemoet ging. By het verlaten van het bosch wachtte haar het rytuig van den baron Magdalene zag om en wierp nog een laatsten blik vol liefde en dankbaarheid op de stille heerlijk heid achter haar. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1