Donderdag 14 December. <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eonen feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 13 December. IB" euilleton. HET SLOT ELKRATH. No. 10374. A°. 1893. LEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per postn 1.40. Afzonderlijks Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTEM TIEN Van 1 B regols f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. In de gemeenteraadszitting van 30 November jl. werd op verzoek van den Burgemeester besloten de behandeling aan te houden van het aan de orde gesteld voorstel betrekkelijk de aanbesteding van de kleeding der agenten van politie, enz. Door de meerderheid van het College van B. en "Ws. was nl. voorgesteld alles wat betreft de kleeding in het openbaar aan te besteden, terwfil door den Burgemeester was voorge steld daaromtrent eene uitzondering te maken voor zooveel aangaat de levering, de herstelling en het onderhoud van de jassen, broeken, mouwvesten, dassen en handschoenen, mot voorstel om dat onder de hand op te dragen aan don tegenwoordigen leverancier. Met het oog op de wenschelfikheid om thans eene beslissing te nemen omtrent de aanbe steding van die artikelen, waaromtrent geen verschil van gevoelen bestaat, geven B. en Ws. alsnu in overweging om te besluiten dat in het openbaar zal worden aanbesteed de levering van de helmen, petten, de schoenen en laarzen, on de over- en regenjassen der agenten van politie. De Commissie van Financiön deelt mede dat er by haar geene bezwaren bestaan tegen het voorstel van Burg. en Weths. van 23 November jl. tot afstand in eigendom aan de Leidsche Katoen-Maatschappy van het haar bij Raadsbesluit van 19 Februari 1891 in ge bruik gegeven gedeelte gemeentegrond van de Binnenvestgracht, kadastraal bekend Sectie A. No. 886, en eene strook water van die gracht, grenzende aan het bedoelde gedeelte grond, te samen eene oppervlakte van ongeveer 250 centiaren beslaande. Zfi stelt derhalve, voor tot den afstand in eigendom van een en ander te besluiten tegen betaling van eene koopsom van f 5 per centiare en de kosten van over dracht en verder onder de voorwaarden, nader in het rapport van Burg. en Weths. om- sohreven. Do kantonrechter te Leiden heeft be noemd tot lid in de commissie van aanslag dor belasting op bedryfs- en andere inkomsten ▼oor de gemeente Leiden: den heer S. C. M. Knappert, oud-controleur van 's Ryks Bel. en oud-wethouder alhier, en tot diens plaats vervanger den heer J. J. Yan Masyk Huyser Yan Reenen, wynhandelaar en oud lid van don gemeenteraad alhier. Naai1 wy vernemen, is door de Leidsche notarissen, mot ingang van medio Januari, aangesteld tot concierge aan het Notarishuis alhier, tevens vonduhouder en taxateur van roerend goed, de heer D. C. Post, thans, sedert ongeveer 8 jaren, in geiyke betrekking werkzaam by de heeren Van Marle De Sille, te Rotterdam. De „Arnhemsche Courant" van heden bevat, na een bericht omtrent de „Vierde" Kunstbeschouwing alhier, de volgende mede- deeling tot slot: „Van 16-30 December is in de Kunstzaal van het Stedelyk Museum, „De Lakenhal," eene expositie geopend van werken (etsen) van den heer Philip Zilcken, te 's-Gravenhage. Zonder extra-verhooging is deze tentoon stelling voor ieder te bezichtigen. Op week dagen is do entrée op /"0.10 voor het Stedelijk Museum bepaald en des Zondags is de toe gang kosteloos. Over kostbaarheid van toegang tot kostbare verzamelingen hebben de Sleutel stadbewoners dus allerminst te klagen. Zal 't bezoek alweer zoo betrekkelijk gering blijven of missen de bewoners hun kostbaren tyd zoo ongaarne?" Yan welingelichte zyde vernomen wy nader dat voor de etsen-tentoonstellLog van Zilcken, in de zaal-Hartevelt te houden, niet minder dan 85 grootere en kleinere werken door dien artist zullen worden afgestaan. Ook op de a. s. kunstbeschouwing zullen een paar gravures door Zilcken, portretten van den Franschen dichter Paul Yerlaine, worden geëxposeerd. „De Telegraaf' van 12 December (Avond editie) heeft onder de rubriek „Kunst- en Letternieuws" een zeer waardeerend artikel over dien bekwamen etser opgenomen. De „Leidsche Dilettantenclub" heeft in het lokaal „Ephraïm," aan de Haarlemmer straat, weder eene uitvoering gegeven, waarby, behalve de ledon, ook vele introducés met hunne vrouwen of meisjes aanwezig waren. De samenkomst werd geopend met eene toespraak van den voorzitter, die allen op dit twaalfjarig feest der Vereeniging het welkom toeriep en er op wees, dat, hoe ook de zuster verenigingen als 't ware uit den grond ver- ryzen, het bestuur van de „Dilettantenclub" met trots neerziet op de sympathie, welke deze Vereeniging van vele zyden ondervindt en dus niet verflauwt, maar integendeel toe neemt. Verslag omtrent den toestand der Vereeni ging wordt hier op geen feestavond gegoven, maar alleen op de driemaandelyksche verga deringen, waar dan alle leden by tegenwoor dig kunnen zjjn. Daarentegen hielden het bestuur en de werkende leden er wel van om allen aanwezigen een vroolyken en prot- tigen avond te verschaffen en wel met het opvoeren van een drietal toonoolstukjos. In het volgend jaar zal het 12'/a jarig bestaan der Vereeniging gevierd worden. Ver meerdering van het aantal leden, donateurs en donatrices zal mot het oog daarop zeer welkom zyn. Ook heeft de Club er eenig recht op, want zy doet haar bost in de beoefening van de tooneelspeelkunst. Dezen avond zouden er weder nieuwe krachten op de planken verschynen. Dit gaat natuuriyk met moeiiykheden gepaard. Een enkel woord kon daardoor wel eens niet op zyne plaats gezegd worden. Dit moest men dan niet euvel duiden. Men behoort bovendien immers niet te vergeten dat het allen dilet tanten zyn, die er optreden. Daarom riep de voorzitter aller toegevendheid in en wenschte hy allen veel genoegen. .Die wonsch is vervul i geworden. Met „Moed adelt", „De gestoorde feestvreugde" en „Lot is dood!" tooneel- en blijspelen, elk van één bedryf, de beide laatste tevens met zang, amuseerde de vergadering zich kosteiyk. De stukjes vielen blijkbaar byzonder in den geest, waartoe natuuriyk de wyze, waarop ze werden vertoond, eveneens het hare by- droeg. Het ontbrak dan ook niet aan toe juichingen en terugroepingen, en sommige coupletten moesten herhaald worden. Hot was inmiddels reeds vry laat (omstreeks twee uren) geworden, toen met het bal een aaDvang kon worden gemaakt. Dit belette echter niet dat er toch nog velen aan deel namen en dat, als te doen gebruikeiyk is, dit eveneens veel genoegen en gezelligheid bezorgde. Gedurende do 2de helft der maand Nov. zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: Wod.(Beulingstraat 9), L. J. Franken, D. J. De Hisse, J. C. Van don Borg, Amsterdam P. Kleys De Perez, Girmeken; J. Hogevorst, Rotterdam; H. Van der Wilk, Warmond. BriefkaartenMevr. H. De Jongh Vos, Amers foort; E. W. Simons, Amsterdam; W. De Graaff, Koudekerk a/R. Brieven, verzonden geweest naar Duitschland J. Luxmann, Aken; Th. Meijer, Bochum; M. Rode, Frankfort a/M.Menko, Oldenburg. De kantonrechter te Leiden heeft be noemd tot lid in de Leiden tot standplaats hebbende commissie van aanslag der belasting op bedryfs en andere inkomsten, voor de gemeenten Leiderdorp, Zoeterwoudo, Oegst geest, Voorschoten en Warmond, den heer A. Parmentior Sr., oud-wethouder en fabrikant te Leiderdorp, on tot diens plaatsvervanger den heer J. De Graaf, land'oouwor te Leiderdorp. Men meldt ons uit Katwyk aan den Ryn Ds. Boon, predikant te Houten, heeft het beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Katwyk aan den Rjjn niet aangenomen, zooals het bericht luidde van 11 dezer, maar bedankt. Uitslag der door hot gemeente bostuur van Haarlemmermeer op don 12den December 1893 gehouden aanbestedingen: Het aansteken en onderhouden van 15 lantaarns te Hoofddorp in 1894: J. Pator, te Haarlemmermeer, f 144, J. L. Van Essen, aldaar, f 150, en P. Balder, aldaar, f 155. Als voren 13 te Nieuw-VonnepP. N. Wowys, te Niouw-Vennop, f 128, en G. Van Klaveren, aldaar, f 130. Al3 voren 2 te AbenesT. Kulk, aldaar, f 32.50. Het onderhouden der dorpswegen to Hoofd dorp in 1894: K. Vries, aldaar, f 36. Als voren te Nieuw-Vennep J. Vinke, aldaar, f 27.40. Het aandeel der gemeente Zwammerdam in de te leveren manschappen voor de lichting der nationale militie van 1894 bedraagt vier. De loting der trekpaarden heeft aldaar plaats gehad. Daar geene eigenaars verschenen waren, geschiedde do trekking der lotings nummers door den heer G. Van Dam, loco- burgemeester. Voor die loting kwamen in aanmerking 40 trekpaarden, terwyi rypaarden niet in de gemeente aanwezig zyn bevonden. Het hoogste lotingsnummer 40 viel ten deel am het paard van den heer Wynandv. Dam. Voor H. M. de Koningin is aangekocht eene aquarel, vervaardigd door W. Staring en voorstellende de plechtige vaandel-uitreiking op 21 September jl. Evenals aan de Staatsspoorweg-maat- schappy werden ook aan de Holl. Spoorweg- maatschappy te 's-Gravenhage in de laatste dagen militie-telegrammen vanwege het minis terie van oorlog ontvangen ter verzending aan burgemeesters van verschillende gemeen ten, behelzende oproeping van miliciens, met verlof in die plaatsen aanwezig. Geiyk men weet, waren deze orders alleen uitgevaardigd om te zien binnen welken tyd de burgemeesters in staat waren de noodlge maatregelen te nemen tot het dirigeeren der manschappen naar hunne corpsen ingeval van oorlogs mobilisatie van een deel van het leger. In een der lokalen van het stationsge bouw der Holl. Spoorweg-Maatschappij te 's-Gravenhage werd gisteren vergadering ge houden tot het vaststellen van een concept reglement voor het onderling ziekenfonds van de stationsbeambten. Ter vergadering waren 33 der voornaamste stations door afgevaar digden vertegenwoordigd. Het reglement, zooals dat was ontworpen door den afgevaardigde van het station Den Haag, werd in hoofdzaak ongewyzigd goedgekeurd. Tot voorzitter werd gekozen de heer Sar- lemyn, adjunct inspecteur; tot secretaris-pen - ningmoester de heer Hartog, hoofd van het bureau der inspectie Den Haag. Hot doel van de oprichting van dit fonds is om den leden, tegen storting van eene halfmaandelykscho contributie, in geval van ziekte, het. volle weekgeld te verzekeren, zoolang de Maatschappy dit in de eerste dagen van ziekte nog niet uitbetaalt, of anders het ontbrekende aan de som, die de Maatschappij als ziekengeld uitkeert, by te passen. Door den minister van justitie ia aan de Tweede Kamer een afschrift toegezonden van het rapport dor Staatscommissie ter voorbe reiding eener wettelyke regeling van het onderworp der vicarie-stichtingen en van het afzondoriyk rapport van de leden der Staats commissie mr. B. J. Lintelo baron De Geer van Jutphaas en W. Van Beuningen, benevens voor do bibliotheek der Kamer tien exemplaren van de door de leden dier Staatscommissie uitgebrachte afzonderlijke rapporten over de vicarie goederen in de verschillende deolen des lands. De „Staatscourant" van 13 dezer bevat, krachtens koninklijk besluit van 22 Nov. jl. (Stsbl. 168), den tekst der wet van 25 Doe. 1878, houdende regeling der voorwaarden tot vorkryging dor bevoegdheid van arts, tand meester, apotheker, vroedvrouw en apothekers bediende, zooals die is aangevuld en gewijzigd by de wetten van 28 Juni 1881, 26 Oct. 1889 en 12 Dec. 1892. Deze wet treedt in werking op 1 Jan. 1894. Volgens mededeeling aan de woning van mr. J. Kappeyne van de Cappello, te 's-Gravenhage, is genoemde staatsman in ruste niet ziek en beweegt zich door het huis. Ten gevolge van oene lichte verwonding aan het been is hy echter verplicht tehuis te biyven. De heer Hartog, te Rotterdam, is thans voornemens een nieuwen circus te bouwen op een terrein te Nieuwer-Amstel, naby de Van Baerlestraat. De onderhandelingen met het gemeente bestuur zyn reeds in vollen gang. Te Eist (Utrecht) is de oud-stryder A. Lardé in den ouderdom van 86 jaar overleden. De minister van binnenl. zaken heeft goedgevondenMet ingang van 14 Dec. 1893 het verbod van het vervoer van schapen, bokken en geiten, verscho huiden, onbewerkte wol, klauwen, vleesck, mest en alle ander afval van genoemde dieren uit of naar de gemeenten Dordrecht en Dubbeldam op te heffen. Onze landgenoot Oudshoorn heeft in een concert to Monte Carlo veel succes behaald, o. a. met een eigen „Villanelle". De „Nod. Toonk.-Vereeniging" geeft 19 Dec. eene uitvoering te Utrecht; alsdan treedt Averkamps &-capella-koor op. Het bestuur der Vereeniging „De Amster- damsche Pers" verzond gisteren aan den minister van justitie oen adres met bezwaren togen de gewoonte der justitie, om by ver volging van sprekers uit openbare vergade ringen by voorkeur verslaggevers als getuigen op te roepen, en waarin verzocht wordt zoo mogelijk maatregelen te nemen, dat dit worde voorkomen. Het stoomschip „Koningin Emma," Tan Singapore naar Amsterdam, pass. 12 Dec. Kaap Rocca; do „Maasdam" arriveerde 12 Dec. van Nieuw-York te Rotterdamde „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 11 Deo. van Perim; do „Rotterdam" vertrok 11 Dec. van Rotterdam naar Nieuw-York en passeerde 12 Dec. Dover; de „Werkendam" vertrok 11 Dec. van Nieuw-York naar Rotterdam; do „Gelderland", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 12 Dec. van Port-Sail; de „Amster dam" arriveerde 12 Dec. van Rotterdam te Nieuw-York; de „Oranje-Nassau" vertrok 11 Dec. van Paramaribo naar Amsterdamde „Prins Maurits" arriveerde 11 Dec. van Am sterdam te Paramaribo; De luit. ter zee lste kl. L. A. T. J. F. Van Oyen, uit Oost-Indië in Nederland terug gekeerd, is op non activiteit gesteld. De gewone audiëntie van den minister van marine op Vrydag 16 Dec. en die van den minister van binnenlandsche zaken op Zaterdag 16 December a. s. zullen niet plaats hebben. By koninklyk besluit is toestemming verleend aan den heer J. R. Kist, burgemeester der gemeente Ophemert, om te Tiel te wonen aan den heer R. T. C. De Bruyn, burgemoester der gemeente Valkenburg (Zuid-Holland), om tot 20 Oct. 1899 te Katwyk te wonen. De heer H. M. Tromp benoemd tot burge meester der gemeente Hemelumer Oldephaert. Benoemd tot rechter plaatsvervanger in de arrond.-rechtbank te Amsterdam mr. A. Fentener van Vlissingen, advocaat en procureur aldaar, tevens beöedigd klerk ter griffie van gemelde rechtbank. DOOR UÖLO RAIMUND. Voor het oogenblik antwoordde Adelbort niet. op deze tirade, maar toen de koffie ge bracht was en zyn yader zich -gereed maakte om te vertrokken, gaf by toch gohoor aan bet dringend verzoek van don baron. Zy ver gezelden graaf Stophan, die tameiyk afgetrok ken was geworden, oen eindweegs en keerden daarop samen huiswaarts. Do vader hield zich dien avond lovendlger met Leonore bezig dan de zoon, die blykbaar aan hare teleurstelling weinig waarde hechtte. Hy dacht aan de ge schiedenis van den wilddief, aan het onver wachte bezoek uit Neuss, aan al het mogelyke, maar aan haar niet. Graaf Stephan vond doze gelykmatige rust allesbehalve naar zyn zin: een weinig meer levendigheid en verlangen tegenover zulk een hof en zachtmoedig meisje als Leonore, had h(j zeer natuuriyk gevonden en dat Adalbert het gezelschap van den baron, die zich weder geheel en al in het onaangename licht van vroeger dagen aan hem vertoond had, kon verkiezen boven dat van Leonore, ergerde hom bovenmate, vooral als hy aan de teleur- e.o nag dacht, die haar lief gelaat zou ver- u.storen, wanneer zy Adalbert aan zyne zijde Eia'e. Het bezoek bfl den baron had een be paald ongunstigon indruk by den graaf achter gelaten; indien hy geen bepaald vyand waro geweest van alle slinksche middelen, dan zou hy nu nog een voorwendsel hebben uitgedacht, om Adelbort te bewegen met hem naar huis terug te keoren. Deze bracht zyn avond daarentegen zeer genoegiyk door; aan Leonore dacht hy niet en de onaangename indruk, dien het verhaal van den baron op hem gemaakt had, was even spoedig weder verdwenen. De volgende dag was eon Zondag; do gaston worden eerat tegen otenetyd verwacht. Eene morgenwandeling in den schoonen om trek had Adolbert byzonder goed gestemd; het luiden der klokken en de vele kerkgangers, die hy naar het kleine, eenvoudige kerkje zag trekken, hadden een weldadig, byna vroom gevoel in zyne borst doen ontwaken. De baron was geen vriend van droomen en zwygenhy had zyn gast in dezen voor hem onverklaarbaren gemoedstoestand een uurtje aan zichzelven en zyne sigaar overgelaten en kwam, nadat hy herhaalde malen op en neer geloopen was, plotseling met drift by hem binnen. „Neem schieiyk uw hoed, Elkrath", zeide hy; „laat one nog spoedig naar de kerk gaan de dienst zal zoo geëindigd zyn en dan wordt er gedoopt. Gy moet de schoonste peettante eens zien, die nog ooit een kind ten doop heeft gehoudenuren ver in den omtrek kunt ge iets dergelyks niet zien. Magdalene Worlitz, de dochter van den houtvester, houdt Munters i kind ten doop. Dat 13 nu wel is waar van j te voren reeds bepaald, maar in dit oogenblik heeft het voel weg van eene uittarting." „Ik bid u, Eggentbal, laat die geschiedenis nu toch ruston", zeide Adalbert; „gy verbeeldt u de heer en meestor te zijn en inderdaad zyt gy toch niets anders dan de slaaf van oude, versleten begrippon omtrent plicht en recht. Gy zoudt met uw goede hart gaarne toegeven en kunt van uwe grondbeginselen, zooals gy ze noomt, geen verlof daartoe kry- gon. Da duivel moge don heelon boel halon, als ik geen meester genoeg ben om ter wille van myne neigingen of wenschen eene uit zondering te mogen maken." De baron zag verwonderd opwat hy daar hoorde, was voor hem iets geheel nieuws; hy liet er zich echter niet verder over uit, maar ging met zyn gast zoo snel mogelyk het dorpje in naar de eenvoudige kerk. De dienst duurde nog alechts een paar minutende toehoorders bogaven zich gedeel- teiyk naar buiten op het door lindoboomen beschaduwde kerkhof en de kleine doopetoet ging naar binnen. Er waren slechts drie vol wassen personeneen welgestelde boer, wien de voorspood op het volle gelaat geschreven stond, en eene oude vrouw, die een jong, in hot wit gekleed meisje, dat don zuigeling droeg, vergezelden. Het meisje hield den blik vast op het kind geslagen en keek rechts noch links. Toch werd Adalbert getroffen door de buitengewone schoonheid van dit jeugdige hoofd en de lief talligheid van de slanke, lenige gestalte. Het donker zwarte haar, in zware vlechten om het hoofd geslagen, liet de fijne slapen vry, en het bekooriyke voorhoofd, de fluweelachtige licht bruine kleur dor huid, dia hot frisse ha rood dor wangen deed doorschemeren, gaf aan haar gelaat iete onbeschryfiyk teedere en lieflyks. Het kind dos wouds, do maagdolyke peettante, droeg slechts een eenvoudigen krans van klimop, en witte klokjes ter eere van het feest van don dag, maar hy ver leende haar eone zonderlinge, dichteriyko be koring; de geheele verschyning van bet jonge meisje ademde eene lieftalligheid, die op Adol bert oen verrassenden indruk teweegbracht. „Nu, wat zegt gy?" fluisterde de baron; „is zy niet overheerlyk? Maar schoon is zy en snel als do ree des wouds", ging hy voort, toon Adalbert, geheel verzonken in haren aanblik, niet antwoordde„ik zou deze wilde duif niet gaarne opvangen en temmen. Zy zou zich eer doodvliegen in de kooi en haar hoofd togen de traliën verpletteren dan zich in haar lot te schikken." „Die temt slechts de liefde", antwoordde Adelbort in gedachten; „als deze trekken niet liegen, is zy niet alleen schooD, maar ook trotsch." „Ja, aan overmoed ontbreekt het haar niet. Dit heeft zy van den oude", merkte do baron aan, eon weinig ontstemt door de her innering. „Magdalene", zeide het jonge meieje met eene heldere, welluidende stem, terwyi zy voor het eerst een paar fluweelzachte oogen opsloeg, waaruit teederheid en kin- derlyke opgeruimdheid spraken. Haar blik trof dien van den vreemdeling; zy bemerkte aan de uitdrukking van zyn gelaat de ge spannen belangstelling, waarmede hy haar zeker reeds lang beschouwd had, en vestigde byna verschrikt hare oogen weder op den doopeling in bare armon. Er lag iets zoo roe rende, zoo innigs, zoo iets jonkvrouweiyk moederlyks in do wyze, waarop zy het kind aanzag, dat zelfs Eggonthal getroffen werd on hy eono profane aanmerking, die hem reeds op de lippen zwoofdo, weerhield. Do laatete kerkgangers verlieten na den doop de kerk; ook de baron en Adelbort volgden, do laatste met zichtbare haast, mis schien wel aangedreven door den geheimen wenech, het schoone meisje daarbuiten in het volle licht dor zon nog eene on duidelyker op te nemen dan in hot schemerachtige licht der kerk. Magdalene stond onder do schaduw van do lindeboomonzy had hot doopkleed terug geslagen en liet haar petekind met trots en een glimlach van geluk door de in dio zaken ervaren boerenvrouwen bewonderen. Zy sprak levendig en met vuur mot de omstanders, die eerbiedig ter zyde gingen, toen de beide heeren naderden met dien langzamen tred, waaruit blykbaar het voornemen blykt, om niot voorby te gaan. Het meisje bleef zondor eenigo verlegenheid staan; de frieecho ge opende lippen, om welke een glimlach speelde, die de witte, regelmatige tandon liet door schemeren, gaven aan haar gelaat zulk eene veelbeteekenende uitdrukking, dat men haar niet stllzwygend kon aanzien. Ook groettezy den baron met eene eerbiedige buiging, nog voor deze zyn hoed afnam. Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1