Donderdag 14 December.
<§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eonen feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 13 December.
IB" euilleton.
HET SLOT ELKRATH.
No. 10374.
A°. 1893.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per postn 1.40.
Afzonderlijks Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTEM TIEN
Van 1 B regols f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
In de gemeenteraadszitting van 30 November
jl. werd op verzoek van den Burgemeester
besloten de behandeling aan te houden van
het aan de orde gesteld voorstel betrekkelijk
de aanbesteding van de kleeding der agenten
van politie, enz.
Door de meerderheid van het College van
B. en "Ws. was nl. voorgesteld alles wat betreft
de kleeding in het openbaar aan te besteden,
terwfil door den Burgemeester was voorge
steld daaromtrent eene uitzondering te maken
voor zooveel aangaat de levering, de herstelling
en het onderhoud van de jassen, broeken,
mouwvesten, dassen en handschoenen, mot
voorstel om dat onder de hand op te dragen
aan don tegenwoordigen leverancier.
Met het oog op de wenschelfikheid om thans
eene beslissing te nemen omtrent de aanbe
steding van die artikelen, waaromtrent geen
verschil van gevoelen bestaat, geven B. en Ws.
alsnu in overweging om te besluiten dat in
het openbaar zal worden aanbesteed de levering
van de helmen, petten, de schoenen en laarzen,
on de over- en regenjassen der agenten van
politie.
De Commissie van Financiön deelt mede
dat er by haar geene bezwaren bestaan tegen
het voorstel van Burg. en Weths. van 23
November jl. tot afstand in eigendom aan de
Leidsche Katoen-Maatschappy van het haar
bij Raadsbesluit van 19 Februari 1891 in ge
bruik gegeven gedeelte gemeentegrond van de
Binnenvestgracht, kadastraal bekend Sectie A.
No. 886, en eene strook water van die gracht,
grenzende aan het bedoelde gedeelte grond, te
samen eene oppervlakte van ongeveer 250
centiaren beslaande. Zfi stelt derhalve, voor
tot den afstand in eigendom van een en ander
te besluiten tegen betaling van eene koopsom
van f 5 per centiare en de kosten van over
dracht en verder onder de voorwaarden, nader
in het rapport van Burg. en Weths. om-
sohreven.
Do kantonrechter te Leiden heeft be
noemd tot lid in de commissie van aanslag
dor belasting op bedryfs- en andere inkomsten
▼oor de gemeente Leiden: den heer S. C.
M. Knappert, oud-controleur van 's Ryks Bel.
en oud-wethouder alhier, en tot diens plaats
vervanger den heer J. J. Yan Masyk Huyser
Yan Reenen, wynhandelaar en oud lid van
don gemeenteraad alhier.
Naai1 wy vernemen, is door de Leidsche
notarissen, mot ingang van medio Januari,
aangesteld tot concierge aan het Notarishuis
alhier, tevens vonduhouder en taxateur van
roerend goed, de heer D. C. Post, thans, sedert
ongeveer 8 jaren, in geiyke betrekking
werkzaam by de heeren Van Marle De Sille,
te Rotterdam.
De „Arnhemsche Courant" van heden
bevat, na een bericht omtrent de „Vierde"
Kunstbeschouwing alhier, de volgende mede-
deeling tot slot: „Van 16-30 December is
in de Kunstzaal van het Stedelyk Museum,
„De Lakenhal," eene expositie geopend van
werken (etsen) van den heer Philip Zilcken,
te 's-Gravenhage.
Zonder extra-verhooging is deze tentoon
stelling voor ieder te bezichtigen. Op week
dagen is do entrée op /"0.10 voor het Stedelijk
Museum bepaald en des Zondags is de toe
gang kosteloos.
Over kostbaarheid van toegang tot
kostbare verzamelingen hebben de Sleutel
stadbewoners dus allerminst te klagen. Zal
't bezoek alweer zoo betrekkelijk gering blijven
of missen de bewoners hun kostbaren
tyd zoo ongaarne?"
Yan welingelichte zyde vernomen wy nader
dat voor de etsen-tentoonstellLog van Zilcken,
in de zaal-Hartevelt te houden, niet minder
dan 85 grootere en kleinere werken door dien
artist zullen worden afgestaan.
Ook op de a. s. kunstbeschouwing zullen
een paar gravures door Zilcken, portretten
van den Franschen dichter Paul Yerlaine,
worden geëxposeerd.
„De Telegraaf' van 12 December (Avond
editie) heeft onder de rubriek „Kunst- en
Letternieuws" een zeer waardeerend artikel
over dien bekwamen etser opgenomen.
De „Leidsche Dilettantenclub" heeft in
het lokaal „Ephraïm," aan de Haarlemmer
straat, weder eene uitvoering gegeven, waarby,
behalve de ledon, ook vele introducés met
hunne vrouwen of meisjes aanwezig waren.
De samenkomst werd geopend met eene
toespraak van den voorzitter, die allen op dit
twaalfjarig feest der Vereeniging het welkom
toeriep en er op wees, dat, hoe ook de zuster
verenigingen als 't ware uit den grond ver-
ryzen, het bestuur van de „Dilettantenclub"
met trots neerziet op de sympathie, welke
deze Vereeniging van vele zyden ondervindt
en dus niet verflauwt, maar integendeel toe
neemt.
Verslag omtrent den toestand der Vereeni
ging wordt hier op geen feestavond gegoven,
maar alleen op de driemaandelyksche verga
deringen, waar dan alle leden by tegenwoor
dig kunnen zjjn. Daarentegen hielden het
bestuur en de werkende leden er wel van
om allen aanwezigen een vroolyken en prot-
tigen avond te verschaffen en wel met het
opvoeren van een drietal toonoolstukjos.
In het volgend jaar zal het 12'/a jarig
bestaan der Vereeniging gevierd worden. Ver
meerdering van het aantal leden, donateurs
en donatrices zal mot het oog daarop zeer
welkom zyn. Ook heeft de Club er eenig recht
op, want zy doet haar bost in de beoefening
van de tooneelspeelkunst.
Dezen avond zouden er weder nieuwe
krachten op de planken verschynen. Dit gaat
natuuriyk met moeiiykheden gepaard. Een
enkel woord kon daardoor wel eens niet op
zyne plaats gezegd worden. Dit moest men
dan niet euvel duiden. Men behoort bovendien
immers niet te vergeten dat het allen dilet
tanten zyn, die er optreden. Daarom riep de
voorzitter aller toegevendheid in en wenschte
hy allen veel genoegen.
.Die wonsch is vervul i geworden. Met
„Moed adelt", „De gestoorde feestvreugde"
en „Lot is dood!" tooneel- en blijspelen, elk
van één bedryf, de beide laatste tevens met
zang, amuseerde de vergadering zich kosteiyk.
De stukjes vielen blijkbaar byzonder in den
geest, waartoe natuuriyk de wyze, waarop
ze werden vertoond, eveneens het hare by-
droeg. Het ontbrak dan ook niet aan toe
juichingen en terugroepingen, en sommige
coupletten moesten herhaald worden.
Hot was inmiddels reeds vry laat (omstreeks
twee uren) geworden, toen met het bal een
aaDvang kon worden gemaakt. Dit belette
echter niet dat er toch nog velen aan deel
namen en dat, als te doen gebruikeiyk is,
dit eveneens veel genoegen en gezelligheid
bezorgde.
Gedurende do 2de helft der maand Nov.
zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
Wod.(Beulingstraat 9), L. J. Franken, D.
J. De Hisse, J. C. Van don Borg, Amsterdam
P. Kleys De Perez, Girmeken; J. Hogevorst,
Rotterdam; H. Van der Wilk, Warmond.
BriefkaartenMevr. H. De Jongh Vos, Amers
foort; E. W. Simons, Amsterdam; W. De
Graaff, Koudekerk a/R.
Brieven, verzonden geweest naar Duitschland
J. Luxmann, Aken; Th. Meijer, Bochum; M.
Rode, Frankfort a/M.Menko, Oldenburg.
De kantonrechter te Leiden heeft be
noemd tot lid in de Leiden tot standplaats
hebbende commissie van aanslag der belasting
op bedryfs en andere inkomsten, voor de
gemeenten Leiderdorp, Zoeterwoudo, Oegst
geest, Voorschoten en Warmond, den heer
A. Parmentior Sr., oud-wethouder en fabrikant
te Leiderdorp, on tot diens plaatsvervanger
den heer J. De Graaf, land'oouwor te Leiderdorp.
Men meldt ons uit Katwyk aan den Ryn
Ds. Boon, predikant te Houten, heeft het
beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Katwyk
aan den Rjjn niet aangenomen, zooals het
bericht luidde van 11 dezer, maar bedankt.
Uitslag der door hot gemeente bostuur
van Haarlemmermeer op don 12den December
1893 gehouden aanbestedingen:
Het aansteken en onderhouden van 15
lantaarns te Hoofddorp in 1894: J. Pator,
te Haarlemmermeer, f 144, J. L. Van Essen,
aldaar, f 150, en P. Balder, aldaar, f 155.
Als voren 13 te Nieuw-VonnepP. N.
Wowys, te Niouw-Vennop, f 128, en G. Van
Klaveren, aldaar, f 130.
Al3 voren 2 te AbenesT. Kulk, aldaar,
f 32.50.
Het onderhouden der dorpswegen to Hoofd
dorp in 1894: K. Vries, aldaar, f 36.
Als voren te Nieuw-Vennep J. Vinke, aldaar,
f 27.40.
Het aandeel der gemeente Zwammerdam
in de te leveren manschappen voor de lichting
der nationale militie van 1894 bedraagt vier.
De loting der trekpaarden heeft aldaar
plaats gehad. Daar geene eigenaars verschenen
waren, geschiedde do trekking der lotings
nummers door den heer G. Van Dam, loco-
burgemeester. Voor die loting kwamen in
aanmerking 40 trekpaarden, terwyi rypaarden
niet in de gemeente aanwezig zyn bevonden.
Het hoogste lotingsnummer 40 viel ten deel
am het paard van den heer Wynandv. Dam.
Voor H. M. de Koningin is aangekocht
eene aquarel, vervaardigd door W. Staring en
voorstellende de plechtige vaandel-uitreiking
op 21 September jl.
Evenals aan de Staatsspoorweg-maat-
schappy werden ook aan de Holl. Spoorweg-
maatschappy te 's-Gravenhage in de laatste
dagen militie-telegrammen vanwege het minis
terie van oorlog ontvangen ter verzending
aan burgemeesters van verschillende gemeen
ten, behelzende oproeping van miliciens, met
verlof in die plaatsen aanwezig.
Geiyk men weet, waren deze orders alleen
uitgevaardigd om te zien binnen welken tyd
de burgemeesters in staat waren de noodlge
maatregelen te nemen tot het dirigeeren der
manschappen naar hunne corpsen ingeval van
oorlogs mobilisatie van een deel van het leger.
In een der lokalen van het stationsge
bouw der Holl. Spoorweg-Maatschappij te
's-Gravenhage werd gisteren vergadering ge
houden tot het vaststellen van een concept
reglement voor het onderling ziekenfonds van
de stationsbeambten. Ter vergadering waren
33 der voornaamste stations door afgevaar
digden vertegenwoordigd. Het reglement, zooals
dat was ontworpen door den afgevaardigde
van het station Den Haag, werd in hoofdzaak
ongewyzigd goedgekeurd.
Tot voorzitter werd gekozen de heer Sar-
lemyn, adjunct inspecteur; tot secretaris-pen -
ningmoester de heer Hartog, hoofd van het
bureau der inspectie Den Haag.
Hot doel van de oprichting van dit fonds
is om den leden, tegen storting van eene
halfmaandelykscho contributie, in geval van
ziekte, het. volle weekgeld te verzekeren,
zoolang de Maatschappy dit in de eerste dagen
van ziekte nog niet uitbetaalt, of anders het
ontbrekende aan de som, die de Maatschappij
als ziekengeld uitkeert, by te passen.
Door den minister van justitie ia aan de
Tweede Kamer een afschrift toegezonden van
het rapport dor Staatscommissie ter voorbe
reiding eener wettelyke regeling van het
onderworp der vicarie-stichtingen en van het
afzondoriyk rapport van de leden der Staats
commissie mr. B. J. Lintelo baron De Geer
van Jutphaas en W. Van Beuningen, benevens
voor do bibliotheek der Kamer tien exemplaren
van de door de leden dier Staatscommissie
uitgebrachte afzonderlijke rapporten over de
vicarie goederen in de verschillende deolen des
lands.
De „Staatscourant" van 13 dezer bevat,
krachtens koninklijk besluit van 22 Nov. jl.
(Stsbl. 168), den tekst der wet van 25 Doe.
1878, houdende regeling der voorwaarden tot
vorkryging dor bevoegdheid van arts, tand
meester, apotheker, vroedvrouw en apothekers
bediende, zooals die is aangevuld en gewijzigd
by de wetten van 28 Juni 1881, 26 Oct. 1889
en 12 Dec. 1892.
Deze wet treedt in werking op 1 Jan. 1894.
Volgens mededeeling aan de woning
van mr. J. Kappeyne van de Cappello, te
's-Gravenhage, is genoemde staatsman in ruste
niet ziek en beweegt zich door het huis. Ten
gevolge van oene lichte verwonding aan het
been is hy echter verplicht tehuis te biyven.
De heer Hartog, te Rotterdam, is thans
voornemens een nieuwen circus te bouwen op
een terrein te Nieuwer-Amstel, naby de Van
Baerlestraat.
De onderhandelingen met het gemeente
bestuur zyn reeds in vollen gang.
Te Eist (Utrecht) is de oud-stryder A.
Lardé in den ouderdom van 86 jaar overleden.
De minister van binnenl. zaken heeft
goedgevondenMet ingang van 14 Dec. 1893
het verbod van het vervoer van schapen, bokken
en geiten, verscho huiden, onbewerkte wol,
klauwen, vleesck, mest en alle ander afval
van genoemde dieren uit of naar de gemeenten
Dordrecht en Dubbeldam op te heffen.
Onze landgenoot Oudshoorn heeft in een
concert to Monte Carlo veel succes behaald,
o. a. met een eigen „Villanelle".
De „Nod. Toonk.-Vereeniging" geeft 19
Dec. eene uitvoering te Utrecht; alsdan treedt
Averkamps &-capella-koor op.
Het bestuur der Vereeniging „De Amster-
damsche Pers" verzond gisteren aan den
minister van justitie oen adres met bezwaren
togen de gewoonte der justitie, om by ver
volging van sprekers uit openbare vergade
ringen by voorkeur verslaggevers als getuigen
op te roepen, en waarin verzocht wordt zoo
mogelijk maatregelen te nemen, dat dit worde
voorkomen.
Het stoomschip „Koningin Emma," Tan
Singapore naar Amsterdam, pass. 12 Dec. Kaap
Rocca; do „Maasdam" arriveerde 12 Dec. van
Nieuw-York te Rotterdamde „Prinses Amalia",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 11 Deo.
van Perim; do „Rotterdam" vertrok 11 Dec.
van Rotterdam naar Nieuw-York en passeerde
12 Dec. Dover; de „Werkendam" vertrok 11
Dec. van Nieuw-York naar Rotterdam; do
„Gelderland", van Batavia naar Rotterdam,
vertrok 12 Dec. van Port-Sail; de „Amster
dam" arriveerde 12 Dec. van Rotterdam te
Nieuw-York; de „Oranje-Nassau" vertrok 11
Dec. van Paramaribo naar Amsterdamde
„Prins Maurits" arriveerde 11 Dec. van Am
sterdam te Paramaribo;
De luit. ter zee lste kl. L. A. T. J. F.
Van Oyen, uit Oost-Indië in Nederland terug
gekeerd, is op non activiteit gesteld.
De gewone audiëntie van den minister
van marine op Vrydag 16 Dec. en die van den
minister van binnenlandsche zaken op Zaterdag
16 December a. s. zullen niet plaats hebben.
By koninklyk besluit is toestemming
verleend aan den heer J. R. Kist, burgemeester
der gemeente Ophemert, om te Tiel te wonen
aan den heer R. T. C. De Bruyn, burgemoester
der gemeente Valkenburg (Zuid-Holland), om
tot 20 Oct. 1899 te Katwyk te wonen.
De heer H. M. Tromp benoemd tot burge
meester der gemeente Hemelumer Oldephaert.
Benoemd tot rechter plaatsvervanger in de
arrond.-rechtbank te Amsterdam mr. A.
Fentener van Vlissingen, advocaat en procureur
aldaar, tevens beöedigd klerk ter griffie van
gemelde rechtbank.
DOOR
UÖLO RAIMUND.
Voor het oogenblik antwoordde Adelbort
niet. op deze tirade, maar toen de koffie ge
bracht was en zyn yader zich -gereed maakte
om te vertrokken, gaf by toch gohoor aan
bet dringend verzoek van don baron. Zy ver
gezelden graaf Stophan, die tameiyk afgetrok
ken was geworden, oen eindweegs en keerden
daarop samen huiswaarts. Do vader hield zich
dien avond lovendlger met Leonore bezig dan
de zoon, die blykbaar aan hare teleurstelling
weinig waarde hechtte. Hy dacht aan de ge
schiedenis van den wilddief, aan het onver
wachte bezoek uit Neuss, aan al het mogelyke,
maar aan haar niet.
Graaf Stephan vond doze gelykmatige rust
allesbehalve naar zyn zin: een weinig meer
levendigheid en verlangen tegenover zulk een
hof en zachtmoedig meisje als Leonore, had
h(j zeer natuuriyk gevonden en dat Adalbert
het gezelschap van den baron, die zich weder
geheel en al in het onaangename licht van
vroeger dagen aan hem vertoond had, kon
verkiezen boven dat van Leonore, ergerde
hom bovenmate, vooral als hy aan de teleur-
e.o nag dacht, die haar lief gelaat zou ver-
u.storen, wanneer zy Adalbert aan zyne zijde
Eia'e. Het bezoek bfl den baron had een be
paald ongunstigon indruk by den graaf achter
gelaten; indien hy geen bepaald vyand waro
geweest van alle slinksche middelen, dan zou
hy nu nog een voorwendsel hebben uitgedacht,
om Adelbort te bewegen met hem naar huis
terug te keoren.
Deze bracht zyn avond daarentegen zeer
genoegiyk door; aan Leonore dacht hy niet
en de onaangename indruk, dien het verhaal
van den baron op hem gemaakt had, was
even spoedig weder verdwenen.
De volgende dag was eon Zondag; do
gaston worden eerat tegen otenetyd verwacht.
Eene morgenwandeling in den schoonen om
trek had Adolbert byzonder goed gestemd;
het luiden der klokken en de vele kerkgangers,
die hy naar het kleine, eenvoudige kerkje
zag trekken, hadden een weldadig, byna vroom
gevoel in zyne borst doen ontwaken.
De baron was geen vriend van droomen en
zwygenhy had zyn gast in dezen voor hem
onverklaarbaren gemoedstoestand een uurtje
aan zichzelven en zyne sigaar overgelaten en
kwam, nadat hy herhaalde malen op en neer
geloopen was, plotseling met drift by hem
binnen.
„Neem schieiyk uw hoed, Elkrath", zeide
hy; „laat one nog spoedig naar de kerk gaan
de dienst zal zoo geëindigd zyn en dan wordt
er gedoopt. Gy moet de schoonste peettante
eens zien, die nog ooit een kind ten doop
heeft gehoudenuren ver in den omtrek kunt
ge iets dergelyks niet zien. Magdalene Worlitz,
de dochter van den houtvester, houdt Munters i
kind ten doop. Dat 13 nu wel is waar van j
te voren reeds bepaald, maar in dit oogenblik
heeft het voel weg van eene uittarting."
„Ik bid u, Eggentbal, laat die geschiedenis
nu toch ruston", zeide Adalbert; „gy verbeeldt
u de heer en meestor te zijn en inderdaad
zyt gy toch niets anders dan de slaaf van
oude, versleten begrippon omtrent plicht en
recht. Gy zoudt met uw goede hart gaarne
toegeven en kunt van uwe grondbeginselen,
zooals gy ze noomt, geen verlof daartoe kry-
gon. Da duivel moge don heelon boel halon,
als ik geen meester genoeg ben om ter wille
van myne neigingen of wenschen eene uit
zondering te mogen maken."
De baron zag verwonderd opwat hy daar
hoorde, was voor hem iets geheel nieuws;
hy liet er zich echter niet verder over uit,
maar ging met zyn gast zoo snel mogelyk
het dorpje in naar de eenvoudige kerk.
De dienst duurde nog alechts een paar
minutende toehoorders bogaven zich gedeel-
teiyk naar buiten op het door lindoboomen
beschaduwde kerkhof en de kleine doopetoet
ging naar binnen. Er waren slechts drie vol
wassen personeneen welgestelde boer, wien
de voorspood op het volle gelaat geschreven
stond, en eene oude vrouw, die een jong, in
hot wit gekleed meisje, dat don zuigeling
droeg, vergezelden.
Het meisje hield den blik vast op het kind
geslagen en keek rechts noch links. Toch
werd Adalbert getroffen door de buitengewone
schoonheid van dit jeugdige hoofd en de lief
talligheid van de slanke, lenige gestalte. Het
donker zwarte haar, in zware vlechten om
het hoofd geslagen, liet de fijne slapen vry,
en het bekooriyke voorhoofd, de fluweelachtige
licht bruine kleur dor huid, dia hot frisse ha
rood dor wangen deed doorschemeren, gaf
aan haar gelaat iete onbeschryfiyk teedere en
lieflyks. Het kind dos wouds, do maagdolyke
peettante, droeg slechts een eenvoudigen
krans van klimop, en witte klokjes ter eere
van het feest van don dag, maar hy ver
leende haar eone zonderlinge, dichteriyko be
koring; de geheele verschyning van bet jonge
meisje ademde eene lieftalligheid, die op Adol
bert oen verrassenden indruk teweegbracht.
„Nu, wat zegt gy?" fluisterde de baron;
„is zy niet overheerlyk? Maar schoon is zy
en snel als do ree des wouds", ging hy
voort, toon Adalbert, geheel verzonken in
haren aanblik, niet antwoordde„ik zou deze
wilde duif niet gaarne opvangen en temmen.
Zy zou zich eer doodvliegen in de kooi en
haar hoofd togen de traliën verpletteren dan
zich in haar lot te schikken."
„Die temt slechts de liefde", antwoordde
Adelbort in gedachten; „als deze trekken
niet liegen, is zy niet alleen schooD, maar
ook trotsch."
„Ja, aan overmoed ontbreekt het haar niet.
Dit heeft zy van den oude", merkte do
baron aan, eon weinig ontstemt door de her
innering. „Magdalene", zeide het jonge meieje
met eene heldere, welluidende stem, terwyi
zy voor het eerst een paar fluweelzachte
oogen opsloeg, waaruit teederheid en kin-
derlyke opgeruimdheid spraken. Haar blik
trof dien van den vreemdeling; zy bemerkte
aan de uitdrukking van zyn gelaat de ge
spannen belangstelling, waarmede hy haar
zeker reeds lang beschouwd had, en vestigde
byna verschrikt hare oogen weder op den
doopeling in bare armon. Er lag iets zoo roe
rende, zoo innigs, zoo iets jonkvrouweiyk
moederlyks in do wyze, waarop zy het kind
aanzag, dat zelfs Eggonthal getroffen werd on
hy eono profane aanmerking, die hem reeds
op de lippen zwoofdo, weerhield.
Do laatete kerkgangers verlieten na den
doop de kerk; ook de baron en Adelbort
volgden, do laatste met zichtbare haast, mis
schien wel aangedreven door den geheimen
wenech, het schoone meisje daarbuiten in het
volle licht dor zon nog eene on duidelyker
op te nemen dan in hot schemerachtige licht
der kerk.
Magdalene stond onder do schaduw van do
lindeboomonzy had hot doopkleed terug
geslagen en liet haar petekind met trots en
een glimlach van geluk door de in dio zaken
ervaren boerenvrouwen bewonderen. Zy sprak
levendig en met vuur mot de omstanders,
die eerbiedig ter zyde gingen, toen de beide
heeren naderden met dien langzamen tred,
waaruit blykbaar het voornemen blykt, om
niot voorby te gaan. Het meisje bleef zondor
eenigo verlegenheid staan; de frieecho ge
opende lippen, om welke een glimlach speelde,
die de witte, regelmatige tandon liet door
schemeren, gaven aan haar gelaat zulk eene
veelbeteekenende uitdrukking, dat men haar
niet stllzwygend kon aanzien. Ook groettezy
den baron met eene eerbiedige buiging, nog
voor deze zyn hoed afnam.
Wordt vervolgd)