No. 10370.
Zaterdag 9 December.
A0. 1893.
(§eze (Courant wordt dagelijksmet uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 8 December.
F'euiileton.
HET SLOT EL&IRATH.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PBIJS DEZER COUBANT:
Voor Loiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post 1-40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTEWTlI
Yan 1—regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt 0.05 berekend.
Wy ontvingen het jaarlyksch verslag
der Vereeniging tot ondersteuning van be
hoeftige kraamvrouwen, enz., te Leiden.
Het daarin voorkomende overzicht van den
staat van zaken der Vereeniging komt dit
jaar in hoofdzaak op enkele cijfers neer, daar
hot jaar zeer arm was aan gebeurtenissen en
alles geregold ztfn gang ging.
Behoudens eenige klachten over de leveran
ties, die waarschijnlijk wel nooit zullen ont
broken, waren meerendeels de geleverde spiJzon
voldoende. In het laatst van het jaar echter
heoft het bestuur goedgevonden na herhaalde
klachten de levering van soep te'schorsen na
overleg met een lid der commissie van toezicht.
Bovendien heeft het bestuur voor het volgende
jaar daarom de leverantie van soep en vleesch
toegestaan aan mej. Quant, in de hoop daarmee
het belang dor kraamvrouwen te behartigen.
Hot ledental bedroeg gedurende het eerste
nalfjaar 149, gedurende het tweede halfjaar
134, dat der buitengewone leden 285 en dat
dar donateurs 43.
Aan 837 vrouwen werden voor gewone
ondersteuning verstrekt 6875 eieren, 1925
orties vleesch, 1148 porties soep, 2043 halve
HG. rookvleesch, 5989 liters melk en 2668
096tellen.
Aan extra-ondersteuning werden gegeven
65 eieren, 54 liter melk, 3 porties rookvleesch,
4 porties vleesch, 5 halve flesechen port, 1
halve flesch cognac, 10 halve flesschen wijn.
De contracten voor het volgende jaar werden
door het bestuur hernieuwd.
De heer Pompe van Meerdervoort, assistent
der verloskundige afdeeling, trad op als advi-
soerend lid van het bestuur, in de plaats
van den haer Freericks.
In dx» jongst gehouden algemeeno leden-
vergadering werd een nieuw bestuur gekozen,
bestaand-a uit - de heerenA. H. Óortr C. J.
Prins, F. J. Broers, Lv J. O. Willinck en D.
Neurdsnburg.
Da balans over het Bookjaar 1892-1803
geeft cbi volgende cijfers aan:
Inkomsteni
Oontribu ie Gewone Loden 846.05
Buitengew. 501.05
Gifron ineens1.—
Achterstallige schuld106.—
Hog to innen513.
Totaal. 1545.
Uitgaven:
Ondersteuning ƒ161837
Bodeloon19.78*
Bureaukosten42.07
Totaal. ƒ1710.23.
De bezittingen der Vereeniging bedroegen
op 1 October 1893:
1 Certif. Ned. W. S. 1000a3'/^pet. Memorie.
3 0blig. n nu a„ 1000a3'/tpct. Memorie.
Bel. in do L. Spaarbƒ1091.765
Contanten in kas49.355
Nog te innen 513.— Memorie.
Totaal. 1141.12.
Dit kapitaal werd op de volgende wijze
vorkregen:
Op 1 October 1892 bedroegen de bezittin
gen der Vereeniging:
a. Bovenstaande 4000 N. W. S. Memorie.
b. Contanten670.686
c. Voordeelig Saldo over 1892/93 451.44s
1122.13.
b en c gedeeltelijk belegd in de Leidsche
Spaarbank.
Over 1892/93 werd daarbij ontvangen:
AaD Coup. van Effect. 2Xf69 825=f 189.65
Inter. 8paarb. 1891 19.34
1892 25.28
Aan Contr. over 1892/98 (Zie boven) 1545.— 1729.22
ƒ2851 36'
Aan Uitgaven over 1892/9S. (Zie boven) 1710.23
ƒ1141.12.
Het afgetreden bestuur bestond uit de
heeren D. Mao Gillavry, praesesW. P. Smit
Sibinga, ab-actis; H B. Semmelink, quaestor;
A. H. De Chaufepié en J. H. Selhorst.
De commissie van toezicht bestaat uit de
heeren J. A. F. Coebergh, D. De Loos en
H. Treub.
Voor het examen middelbaar onderwijs,
Fransche taal, akte A, is geslaagd mej.
B. A. J. Eoopmans Van Boekeren, van Leiden.
Beroepen is b(j de Ned.-Herv. gemeente
te Engelum (Fr.) de heer S. C. Kytetra, cand.
te Leiden, die bedankt heeft voor Dreischor.
Door J. Huigsloot en zijne echtgenoote,
te Roelof-Arendsveen, is aan de R. K. kerk
te Oude-Wetering een fraai torenklokje ge
schonken, waarmede do geloovigen voortaan
zullen worden samengeroepen. De bekende
firma Fritson, te Aarle Rixtel, heeft deze klok,
als naar gewoonte, keurig afgewerkt.
De heer A. Kammeraat, van Naaldwijk,
beooemd onderwijzer aan de christelijke school
te Oude-Wetering, heeft doze benoeming niet
aangenomen.
De jeugdige, veelbelovende tooneelspeler
Boersma, lid van het gezelschap de Kon.
Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel", is
gisteren naar Davos vertrokken om in de gle
lucht van die streek herstel te zoeken voor
zijne geschokte gesondheid.
Uit Delft bericht men het overlijden van
den heer J. B. Meere, voorzitter van den
Nederlandsohan Bond van oud-onderofficieren.
Door het episcopaat van Nederland zfin
tot leden van het comité ter vaststelling van
het Katholiek Congres-program benoemd
Uit Utrecht de heer dr. H. I. T. Brouwer,
professor aan het seminarie Rijsenburg te
Driebergen
uit Haarlem de heer A. J. Callier, kanunnik
van not kathedraal kapittel, vicaris generaal
van den bisschop van Haarlem;
uit '8-Bosch de heer J. A. T. Lips, pastoor
te Vucht;
uit Breda de heer P. A. Van Wees, pastoor
te Etten (N. B);
uit Roermond de heer dr. W. H. A. Bauduin,
professor aan het seminarie te Roermond.
By de directie van het provinciaal
Utrechtsch Genootschap van kunsten en weten
schappen is ingekomen een antwoord op de
tweede prijsvraag van haar programma van
1892, betreffende de sterkte van het geluid
en de. afneming daarvan, geteekend met de
kenspreuk: „Saevis tranquilliö in undis."
De ingenieur 2de kl der marine jhr.H.
Van Rappard wordt belast met het toezicht
op de opstelling van de electrische licht
installatie aan boord van de „Koningin Wilhel-
mina", welke is aangenomen door den heer
J. Calten Jr., electro-technicus te Amsterdam.
Aan den luit.-kolonel J. C. Van Scherm
beek, to Amsterdam, is thans officiéél het
bericht gezonden van zyne (reeds door ons
gemelde) benoeming tot officier van het
Legioen van Eer.
De Staatscommissie voor de Zuiderzee
zal a. s. Zaterdag in de Polytochnischo School
te Delft eene algemeone vergadering houden.
By koninklijk besluit i3 bepaald dat de
geheele erflating van mevr. de wed. Beens
ten voordeele komt van het Oade-Vrouwenhuis
te Breda. Familieleden hadden tegen de erf
lating geprotesteerd.
De Maatschappij van Weldadigheid te
Amsterdam ontving van eene onbekende
dame, zooals zy schreef „namens haren
broeder", 5000.
De Royal Society te Londen heeft de
gouden Davy-medaille geschonken aan den
hoogleeraar Van 't Hoff, te Amsterdam.
Naar uit Twente gemeld wordt, i3 daar do
behoefte aan katholieke onderwijzers zóó
groot, dat men wellicht genoodzaakt zal wor
den, eon of meer katholieke scholen tydelyk
te si uiten.
Het stoomschip „Burgemeester Den Tex",
van Amsterdam naar Batavia, passeerde 6
Dec. Point do Galle; de „Drente", van Rot
terdam naar Java, arriveerde 6 Dec. te Port-
Said; de „Deucalion" van Java en Siogapore
Daar Amsterdam, passeerde 7 Dec. St.-Cathe
rine's Point; de „Prinses Aroalia", van Am
sterdam naar Batavia, vertrok 7 Dec. van
Suez; de „Prins Hendrik", van Batavia naar
Amsterdam, vertrok 6 Dec. van Port Said; de
„Salak", van Java naar Rotterdam, passeerde
6 Dec. Sagres; de „Utrecht", van Rotterdam
naar Batavia, vertrok 7 Dec. van Marseille;
de „Spaarndam", van Rotterdam naar Nieuw-
York, vertrok 7 Dec. van Boulogne en is
des namiddags Wight gepasseerd.
B(j koninkiyk besluit is de kolonel jhr.
V. A. De Pesters, adjudant in buitengewonen
dienst van H. M. de Koningin, commandant
van het late reg. veld-artillerie, krachtens
punt 4 van art. 38 der wet van 28 Augustus
1851 (St8bl. 128), op non-activiteit gesteld, en
is beia8t met het bevel over het lste regiment
veld-artillerie, do luitenant kolonel J. G. F.
Van Houtum, commandant van het corps
pantserfort-artillerie.
Met ingang van 1 Jan. a. s. opnieuw be
noemd tot schoolopziener in het arrondissement
Zuidhorn rar. S. L. Andre», te Zuidhorn.
Pensioen verleend aan: H. J. De Weerd,
verificateur by 's R(jks bel, 828; J. Leliveld,
commies bij id., 568; D. W. Poppink, verifi
cateur b|J id ƒ1054.
Benoemd tot adjudant by het regiment
grenadiers en jagers, de eerste luit. jhr. J. T.
Van Spengler, van het corps.
Met ingang van 1 Jan. a. 8. benoemd tot
bureel-ambtenaar van den Rykswaterstaat
W. F. Van Campen en M. De Zomer.
Aan de na te melden personen verlof ver
leend tot het aannemen der onderscheidings
teekenen, achter hunne namen vermeldF. E.
R. M. baron d'Ablaing van Giessenburg, to
Drieborgen, oud offbier der jagers, eereridder
der Johanniterorde Baiyo van Brandenburg;
D. De Lange, te Amsterdam, directeur van
het h-capella-koor te Amsterdam, Oostenry ksche
orde van de IJzeren Kroon 3do kl.; W. J.
Adrian, te Scheveningen, directeur van het
Hotel Garni, ridder 2de kl. der Anhaltsche
huisorde van Albrecht den Beer; F. Van der
Heyden, te Lisse, kleedermaker; G. De Bruyn,
te Katwyk, korenmolenaar, en W. Muller, te
Leiden, stadswerker, de bronzen medaille Bene
Merenti.
Het Huis Ter Haar.
Niet verre van de stad Utrecht lag tot
voor twee jaren de grootste bouwval, die in
ons vaderland bestond, van een echt middel-
eouwschen burcht, vermaard onder den naam
van het Huis ter Haar, sinds onheuglyke
jaren toebehoorende aan het geslacht Van
Zuylen van Nyevelt. Het slot dagteekende
uit de dagen der dertiende eeuw, toen de
Graaf van Holland leefde in voortdurende
tweespalt met den bisschop van Utrecht en
toen men, nog geen buskruit kennende, elkaar
bestookte met pyi eu boog en blank geweer.
Een van de afstammelingen der vroegere
burchtheeren, de baron Steven Van Zuylen van
Nyevelt van de Haar, gehuwd met de barones
De Rothschild, heeft thans den herbouw onder
nomen van de aloude ruïne van zyn stamslot,
en daartoe eene nagenoeg onbeperkte volmacht
gegeven aan don heer dr. P. J. H. Cuypers,
den bouwmeester van het Rijksmuseum to
Amsterdam, die eene Europeeache vermaard
heid heeft voor zflne kennis van de middel-
eeuwsche bouwvormen.
Den Sden Juli 1898 was de heretelling
van den ouden burcht reed» zoo vergevorderd,
dat de nationale driekleur wapperde van de
nieuwe torenspitsen, en dat de zon opnieuw
zich spiegolde als weleer op de blauwe daken
van het slot. Op dien dag was de baron
Steven Van Zuylen van Nyevelt van de Haar
de herstelling van den aanbouw komen be
zoeken in gezelschap van eed%© genoodigden.
De bouwmeesters, de heeren dr. P. J. H.
Cuypers en diens zoon, hadden zalen in het
nieuwe slot doen inrichten in de stoffeering
der XlVde eeuw. De firma's A. Slnkel en
Focke en Meltzer hadden oude meubelen,
glaswerk en stoffen geleverd. De heer Wilder-
beek uit Utrecht had eene ryke versiering
van bloemen aangebracht, en de heer Koek,
directeur van het Hotel des Pays-Bas te
Utrecht, bad een uitstekend déjeuner ge
leverd, ten einde de aanwezige gasten te
restaureeren op eene wjjze, die strookte met
de weelderige restauratie van het oude kasteel.
Als deze byzondorheden der voorloopige
inwyding ons bekend zyn, dan is het, doordat
men van dien feestdag een wonderschoon go-
denkboek heeft gemaakt, hetwelk in een beperkt
aantal exemplaren is gedrukt on dat versierd
is met photographieên van de ruïne, zooals zy
twee jaren geleden nog bestond, en van do
tegenwoordige, by na voltooide restauratie.
Nederland tolt door den raonumentalen bouw
van den baron Van Zuylen een fraai gedenk-
teeken te meer, en de liefhebbers van zeldzame
boeken kunnen trachten hun verzameling te
verrykon met een prachtuitgave, welko de
voorloopige inwyding herdenkt, maar niet in
den handel is. Gelukkig de bouwheer, die
diergelyke werken ondernemen mag, gelukkig
de ryke, die op zoo nobele wyze zyn schatten
bestedon kan l
Het gedenkboek, geschreven in twee talen,
Hollandsch en Fransch, is gedrukt te Utrecht
by P. W. Van de "Weyer on gebonden door
Ch. Van Langenhuyzen, to Amsterdam, onder
leiding van den architect. (Tel.)
Gemengd. Nieuws.
Donderdag-nacht, even over twaal
ven, zou de heer J. Hendrix, hoofd der school
te Roelof-Arendsveen, zich juist ter ruste be
geven, toen hy eensklaps opgeschrikt werd
door 6en luiden gil, welke van buiten tot
hem doordrong. Driekwart ontkleed spoedde
hy zich uit het huis, en toen hoorde hy zeer
duideiyk weder een paar malen op een door
merg en been dringenden toon om hulp roepen.
Hy snelde daarop, luide do buren waar
schuwende, naar de plek van waar de noodkreet
tot hem kwam, overtuigd dat er een mensch te
water was geraakt. Doch y kon toen niets
meer hooren, noch iets onderscheiden in het
water wogens do groote duisternis. Intusschen
waren er een paar mannen op de been ge
komen en toen men na verloop van wel tien
minuton eerst in het bezit was van eene
lantaarn, werd de drenkeling dadeiyk gevonden
ongeveer waar de heer H. gedacht had, nog
geen twee meter van den kant vóór een
vaartuig, vlak tegenover het huis, waar by
kort te voren even vertoefd had. Het was
Teun Van Veen, de trouwe Yeenscho nacht
wacht, eene typiaoho figuur van don goeden,
braven klepperman van Van Alphen, voor
wien men niet behoefde te vreezen. Hjj vond
den dood in de uitoefening van zjjne functe
hy is ais 't ware op do bres gesneuveld.
De dokter, die ook vrjj spoedig ter plaatse
verscheeD, constateerde onmiddeliyk den dood,
ofschoon er van stonden af aan pogingen
waren aangewend om de levensgeesten weder
op te wekken, en door toepassing dor voor
schriften by de behandeling van drenkelingen
de ademhaling te herstellen. Naar men ver
neemt, was de man in den laatsten tyd nu
en dan aan duizelingen onderhevig. Inmiddels
waren ook de heer burgemeester en de zeer-
eerw. heer pastoor gekomen, welke laatste
zich belastte met den zwaren gang naar de
vrouw van den verongelukte om haar met
voorzichtigheid en beleid haar treurig verlies
aan te kondigen. Men kan zich den wanhopigen
toestand van deze gemakkelyk denken! Ware
DOOR
GOLO RAIMUND.
5)
Van de vier zonen hield de vader slechts
ds oudste over en al noemde de wereld hem,
ais hot evenbeeld zyner moeder, ook de voor
tra ffelykate, zoo bekleedde hij toch de minste
plaats in het hart van graaf Stephan.
De vader had dit nog nooit zoo duidelyk
ondervonden als nu, toen deze zoon hem
alleen was overgebleven en de eigenaardig
heden van zyn karakter geene, vaak wel
dadige tegenstelling meer vormden met dat
zyner broeders, geene afwisseling meer voort
bracht van licht en schaduw. Op Adelbert,
op den oudsten, die haar reeds het best had
leeren begrypen, was de invloed der moeder,
naar 's graven oordeel, ook het sterkst ge
weesthare begrippen van vryheid, men-
schonwaarde en geiyke rechten waren by
h9m in een vruchtbaren bodem gevallen.
Graaf Stephan vermoedde, meor dan hy
zo door zyn voer tier. jarigen zoon hoorde
uitspreken, diens levensbeschouwingen; dit
zou ook ton hoogste vorwondorlyk geweest
zyn hy de gestrengheid, waarmede do heer
en gobioier van Elkrath don scbepter voerde,
bij de onvoorwaardeiyko gehoorzaamheid on
esrbisd, die hy voor zyne kin doren, ondanks
alle liefde, vorderde. Hy vormocLt dit slechts
op te maken uit de neigingen en het karakter
van den knaap, uit de schuldelooze wyze,
waarop hy, zonder byzonder acht te geven
op rang of stand, vriendschap sloot of ver
brak, zonder naar iets anders te vragen dan
naar den persoon, met wien hy kennis maakte;
hoe hy, voor zoover dit binnen hot bereik
van zyn jeugdigen gezichtskring lag, zonder
eenig bedenken aan verdienste boven geboorte
recht liet wedervaren. Deze richting vervulde
graaf Stephan aanvankeiyk met verbazing,
vervolgens met vrees, die in geiyke mate
toenam als de zoon het vermeed zich in ver
klaringen met zyn vader in te laten, waarby
Adeltx\rts onverraydelyke nederlaag de nood-
zakeiyke uitroeiing van alle nieuwe denk
beelden ten gevolge moest hebben. Hy ging
zwijgend en onbekommerd zyn weg en volgde
daarin onbewust de tactiek zyner moeder,
met dit onderscheid, dat hy niet, zooals zy,
de kunst verstond, om de denkbeelden, die
zyn vader tegen de borst stuitten, in een
liefiyk, onschuldig gewaad te kleeden en wat
by eene vrouw, die volgens den graaf geene
meening te vertegenwoordigen had, of er ten
minste de verantwoordelykheid niet van op
zich behoefde te nemen, over het hoofd ge
zien kon worden, word strafbaar in den erf
genaam en stamhouder vau het oude geslacht.
De stilte en eenzaamheid van het groote
slot drukten zwaar op den knaapnog zwaar
der echter op den eens zoo levenslustigen
man, die zich somber en in zichzelven gekeerd
van de wereld terugtrok. De knaap miste de
vroolyke, dartelyke makkers zyner kinderiyke
spolen, het liefderyke moederhart; graaf
Stophan miste in de geliefde vrouw alles,
het geluk van het tegenwoordige, de hoop
op de toekomst. Hy beminde zyn zoon en
erfgenaam met trots, maar niet met teeder-
heid; het was hem niet vergund een blik to
slaan in het warme, licht ontvlambare ge
moed van zyn kind; dieDs levendige verbeel
dingskracht, diens hoogstrevende geest bleven
voor hem verborgen. Het tooverwoord, om
deze schatten te voorschyn te doen treden,
was slechts aan de moederiyke liefde bekend,
en die bad dit geheim mede ten grave ge
nomen.
Zoo bleef dan het inneriyke gemoedsleven
van den knaap, zyne ontwikkeling, aan zich
zelf overgelaten op een ouderdom, waarin hy
de zorgvuldigste leiding behoefde, en terwyi
uitmuntende talenten onopgemerkt bleven,
verheven denkbeelden vaak in de kiem ver
stikt werden, verkreeg hy eene zekere on
bestendigheid en wankelmoedigheid van ka
rakter, een natuuriyk gevolg van de vol
slagen onzekerheid en radeloosheid, waarmede
by, de aan zichzelven overgelaten knaap,
zich bevond tegenover de meeningen en denk
beelden zyns vaders en de staatkundige vragen
des tyds, die toenmaals aller gemoederen,
zelfs der aankomende jongelingen, bezig
hielden.
Het is waar, een gouverneur leidde de
wetenschappelyke opvoeding van Adelbert
naar den geest des vaders, maar verder reikte
ook de invloed van den onderwyzer niet, die
trouwens niet geneigd scheen een anderen
uit te oefenen. Dit recht kende hy uitsluitend
toe aan den graaf; hyzelf vervulde zyne plich
ten, wat de lessen betreft, met de grootste
stiptheid, maar wydde even stipt de overige
uren van den dag aan zyne wetenschappe-
ïyke studiën, waarby hy evenwel zorgdroeg
den knaap, meestal als stomme getuige, by
zich te houden. Niemand vroeg, wat er in
een tyd, die zoo ryk was aan indrukken en
gebeurtenissen, in het gemoed van den leven-
digen knaap omging. De gouverneur vreesde,
door mot zyn kweekeling van gedachten te
wisselen, de wenschen of bedoelingen van
den vader op de eene of andere wyze te na
te komen en daardoor wellicht zyne goede
betrekking in gevaar te brengengraaf Ste
phan handelde, naar hy meende, geheel over
eenkomstig zyne neiging en zyn plicht, indien
hy slechts sprak, maar het kwam nooit in
hem op hoe noodzakeiyk het was, dat hy ook
zyn zoon zyne gedachten eens liet te kennen
geven.
Het was in dien tyd, dat het groother
togdom Berg als een stuk speelgoed, een
familiegeschenk, van de eene hand in de
andere overgiDg. Dit geschiedde met eene
gemakkeiykheid, eene lichtvaardigheid, als
gold het 't aantrokken van een nieuw kleed.
Het legitimiteltsbeginsel was door Napoleons
macht en willekeur eene bloote hersenschim
geworden en graaf Stephan zag in zyn eigen
vaderland die grondstellingen met voeten ge
treden, waarop, naar zyne begrippen, de orde
der wereld gegrondvest was.
Men moest het dus niet alleen aan zyne
sombere gemoedsstemming toeschryven, dat
er op Elkrath weinig of in hot geheel geene
gasten meer gezien werden; de moeiiyke,
dreigende tyden, die ook voor Duitschland
waren aangebroken, hadden ook den geost
van vertrouwen vernietigd, die eene eerste
voorwaarde is voor elk vry on ongedwongen
maat8chappeiyk, gezellig verkeer. Wantrou
wen en snood verraad tierden welig voort
naast alle opofferende zelfverloochening en
verbraken de hechtete betrekkingen; het
groote zuiveringsproces, waarin de droesem
van trouweloosheid en lage kuipery zich af
zonderde, had nog geen aanvang genomen.
Nu en dan eens een uitstapje naar het
naburige Neuss, in gezelschap van zyn vader
of gouverneur, jacht en lectuur, uitsluitend
de vragen des tyds betreffende en doorgraaf
Stephan toegelicht, dat waren Adelberts
eenige uitspanningen.
Voldoende voor menig ander, waren zy
toch te weinig voor hot beweegiyke, ont-
vankeiyke gemoed van den knaap, en het
volslagen gemis aan omgang met kinderen
van zyn looftyd, de doodeiyke eenzaamheid
van zulk een plotseling en als met geweld
veranderd leven, zou een hoogst nadeeligen
invloed op hem hebben uitgeoefend, indien
het lot hem niet onverwacht een lief klein
speelmakkertje had te gemoet gevoerd.
Dit was z(jne nicht, de dochter van eene
zuster van graaf Stephan, een aanvallig kind
van zes jaar, dat met teedere genegenheid en
zachtmoedigheid het naar liefde dorstende
hart van den knaap wist te bevredigen.
TWordt vervolgd.)