IK 10369 Vrijdag 8 December. A". 1893. (£)eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Lolden, 7 December. Feuilleton, HET SLOT ELKRATH. PRIJS DEZER COURANT; Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco pej^pst l.*0. Afzonderlijke Nommors0.05. PRIJS DER ADVERTEXTCTEN: Van 1—'6 rogels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootore letters naar plaatsruimte, wordt 0.05 berekend. Voor hot incasseeren buiten de stad Officieel© Kennisgeviugen. De Bargemeeater 011 Wefchondore van Leiden doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zjjne vergaderingen van den 12den en 26eten October 1893 3b vautgeateld de volgende verordening: VERORDENING houdende wijziging der Verordening van 5 Juni 1879, regelende het getal leeraren, verbonden aan het Gymnasium to Leiden, on bet bedrag honnor jaarwedden. (Gemeenteblad No. 6 van 1879.) De artt. 1 en 3 der Verordening van 5 Juni 1879, regelende het getal leeraren, verbonden aan hot Gymnasium te Leiden en het bedrag hunner jaar wedden (Gemeenteblad No. 6 van 1879) worden ge- wjjeigd als volgt: Art. 1. De jaarweddon der leeraren, verbonden aan hot- Gymnasium, worden vastgeetold als volgt: a. Enz. e. voor twee of drie leeraren in de Fransohe, Ho jgdniteobe en de Engelache taal, voor de Fransche on Hoogdnitaohe talen elk op f 1000, en voor de EDgoleche taal op ƒ1200, voor oen leeraar in de Wiskunde, op ƒ2200. Ar^. 3. De leeraroD, genoemd in Art. 1 onder letter tot en met g genieten tweemaal eéne vorhooging van jaarwedde, telkens'van ƒ200, mot uitzondering Vin den leeraar in de Engelache taal, die tweemaal eene vorhooging van jaarwedde geniet, telkens van ƒ100. De eorete verhooging gaat in, odz. Vastgoatold door den Gemeenteraad van Leidon, in zjjoo openbare vorgaderingon van 12 en 26 Ootober 1893. Do Burgemeester, DE KANTER. Do Secretarie, E. KI8T. 1 Zijnde deze Verordening goedgekeurd door den Minister van Binnonlandsohe Zaken, bg zijne be- 1 eohikkiogon van den Iden on 18don November 189S I No. 5649 afd. O en 5955, afd. O. i En is hiervan afkondiging geschied waar hot be hoort, den 6den December 1893. Burgemeester en Wethouders voornoomd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Seoretaria. Er was gisteravond weer een prettig feest in do Stadszaal. Sint-Nicolaas onthaalde er eenige honderden kleinen, die in de beneden zaal waren gezeten, terwijl hun begeleiders plaatsen achteraan in de zaal en op de gaandery waren aangewezen, van waar zy een goed gezicht hadden op de drukte van beneden. Do kinderen waren.pvan zes. openbare en bijzondere scholen, nl. der beeron Brouwer, Dikshoorn, Yan der Heyde, Hoeks, Kuypers en de zustors, ten getale van een kleine zevenhonderd. Daar heerschte in de zaal heel wat drukte, maar ook heel wat gezelligheid met al die kloinon, die bi) het verschijnen van den bisschop van Myra en de tastbare blyken zijner mild heid zoo opgetogen mogeiyk geraakten. Behalve door zyn gitzwarten knecht, werd hy in de uitreiking zyner gaven ook bygestaan door een aantal lieve jonge dames, die zich daartoe welwillend hadden beschikbaar gesteld. De kinderen werden onthaald op sinterklaas euikergoed, chocolade en wat dies meer zy, niet ééns, maar by herhaling, zoodat velen nog aardig wat mee naar huis namen of by het verlaten der zaal hun vader of moeder ter hand stelden. De zetel van den goeden heilige was op het orkest, van waar hy de kleinen als een echt kindervriend toesprak. Maar hy maakte ook wandelingen door de zaal en dan deden sommigen de ervaring op dat by mot hun doen en laten volstrekt niet onbekend was, en wist dat zy nu en dan wel eens ondeugend waren geweest. Maar zy beloofden beterschap. Anderen reikte hy daarentegen vriendelykde hand. De schare van jeugdigen gierde het uit van de pret. Ze zongen allerlei versjes dat het een lust was en het viel hun zoo moeilyk op hun stoel te biyven zitten! Hun geheele lichaam, armen, voeten, hoofd, mond, alios kwam in beweging. En dan was er nog de heer Merkelbach, met zyne soort tooverlantaam, maar veöl mooier, die allerlei prachtige en kleurenryke voorstellingen op het doek te voorschijn riep, welke de kleinen eerst in ademlooze stilte bewonderden, om vervolgens langdurige of kort afgebroken hoezees aan te heffen, al naarmate de schitterende lichtbeelden lang of kort duurden, en ze meer of minder den lachlust opwekten. De heer Merkelbach, hier geen onbekonde en die voor dergeiyke feestjes wederom de rechte man op de juiste plaats toonde te zyn, had ook voor wat nieuws, in hetgeen hy te zien gaf, gezorgd. Het feest waarby natuuriyk ook geen muziek ontbrak, welke herhaaldeiyk bekende liederen speelde, is uitstekend geslaagd en verschafte niet enkel den kleinen, maar ook den ouderen, die or getuigen van mochten zyn, ontzagiyk veel genoegen. Allen zal het tot dankbaarheid hebben gestemd tegenover de leden der Commissie voor de Yolksbyoenkom- sten, die zich zooveel moeiten en zorgen had den getroost ter wille van de kleinen der minder met aardsche goederen gezegenden en die toch ook wel eens eon zonnestraaltje in hun leven mogen hebben. En eene voldoening moet deze avond ook zyn voor hen, die er, op welke wyze ook, al konden zyzelven wegens de overgebleven beperkte ruimte er niet by tegenwoordig zyn aan hebben bijgedragen. Jammer echter nog maals dat de daartoe in don Schouwburg ge geven voorstelling onlangs, nog niet beter bezocht is geweest. Dan zou men nu niet voor een tekort staan. Hopen we dat het een volgend jaar boter zal zynwant inderdaad, het geld is goed besteed geworden. Het hoeft zooveel hartjes zoo gelukkig doen kloppen l De commies der telegraphie lste klasse de heer C. Zyistra uit Leiden is verplaatst naar Zwolle, terwyi uit Zwolle naar Leiden is verplaatst de commies der telegraphie 3de klasse de heer P. Lansdorp. Aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal is een adres gericht door het bestuur der Nederlandsche Entomologische Vereeniging (voorzitter de heer P. C. T. Snellen, secretaris de heer F. M. Yan der Wulp, te 's-Gravenhage), waarin wordt aangedrongen op de aanneming van het voorstel der Begeering tot het stichten van een nieuw gebouw voor 's Ryks Museum van Natuuriyke Historie te Leiden. In hot adres wordt opgekomen tegen de bewering, dat, nu by de beoefening der zoölogie de systematiek minder op den voorgrond treedt, het bedoelde museum ook van minder nut voor de wetenschap zou zyn en voor hot universitair ondorwys zou kunnen worden gemist. Moge de systematiek thans niet moer als de hoofdzaak worden beschouwd, zeer zeker toch zoo wordt in het adres betoogd kan zy onmogeiyk worden gemist, daar by alle onderzoekingen op biologisch, anatomisch of embryologisch gebied, het altoos noodig zal blyven te kunnen bepalen tot welke diersoort de gemaakte waarnemingen betrekking hebben. Eer kan worden gezegd, dat de verschillende richtingen in de studie der zoölogie, met in begrip der systematiek, elkander voortdurend de hand reiken, om tot meer volledige kennis der natuur te geraken. Evenmin is bij oecono- mische vraagstukken, by voorbeeld betrekke lijk schadeiyk gedierte voor den landbouw enz., een beroep op do systematici te vermijden. Zeker is het overigens, dat in de zoölogie de systematiek hare taak nog in geene eeuwen zal hebben voltooid. Een uitgebreid en behoor lijk ingericht museum van natuuriyke historie biyft daarom steeds van hooge waarde voor de wetenschap en onmisbaar voor de studie der specialisten. Voor de palaeontologen zal het ten allen tyde van het grootste gewicht zyn. Voor het academisch onderwys is het een niet gering te schatten hulpmiddel. Daarnevens heeft het eene hooge, trouwens vanouds erkende be- teokenis, als hulpmiddel tot bevordering van algemeene volksontwikkeling. Verder wordt in het adres o. a. gewezen op het voorbeeld van het buitenland, waar hoogst kostbare gebouwen van dergelijke musea zyn verrezen en aanzieniyke sommen er voor worden besteed. Eindeiyk wordt het behoud van Loiden als plaats waar het museum gevestigd is, verdedigd, voornameiyk op his torische gronden. Blykens het dezer dagen verschenen Jaarboekje voor het notaris ambt zyn, tus- schen 1 November 1892 on 1 November 1893, tot notaris in Nederland benoemd 33 candidaat- notarissen en bleven op laatstgenoemden datum nog aauwezig 1178 candidaat notarissen, waarvan 225 uit de jaren 1890, 1891, 1892 en 1893, en uit de daaraan voorafgaande tien jaren 418, terwyl het maximum van het getal notarissen thans 921 is. Het aandeel in de to leveren manschap pen voor de lichting der nationale militie van 1894 bedraagt voor do gemeenten, behoorende tot het 14de Militie-Kanton dezer provincie (hoofdplaats Woubrugge) als volgt: Opgologd aandool Woubrugge 25 lotelingeo, 6 Rynsaterwoudo o 2 Alkemade 45 12 Leimuiden 14 4 Ter-Aar 24 6 Nieuw veen 12 9 3 Zevenhoven 10 3 Naar men verneemt, is het lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal de kapi tein-luitenant ter zee Land, ernstig ongesteld. Aan den minister van binnenlandsche zaken is een adres gericht door dePomologi- sche Vereeniging te Boskoop (voorzitter de heer A. Koster Mz., secretaris de heer P. A. Ottolander.) In dit adres wordt het verzoek gedaan om, nu by de Regeering het plan bestaat, de organisatie van het tuinbouw-onderwys ter hand te nemen, ook in de gemeente Boskoop vanwege het ryk eene tuinbouwschool te stichten, die, naar de meoning der adressante, zou moeten aansluiten aan het lager ondor wys, volgens een vroeger door haar onder medewerking van prof. Saiverda samengesteld ontwerp-program. De Vereeniging acht aan sluiting aan het lager onderwys het meest gewenscht, omdat de school dan bereikbaar is voor de zonen der tegenwoordige tuin bouwers, de tuinbouw het meest wordt uit geoefend in plaatsen, waar geen ander onder wys te verkrygen is, en de aanstaande tuin bouwkundige reeds op den leeftyd van ongeveer 14 of 15 jaar zich in de practyk moet be kwamen. De Vereeniging wyst er op, dat de gemeente Boskoop voor het zich oefenen in de practyk van het vak uitnemend van dienst kan zyn; zy heeft, wat de practyk betreft, een goeden en welverdienden naam, hetgeen ook hieruit blykt, dat zich steeds in de gemeente een groot aantal leerlingen van buiten, zelfs soms uit Duitschland en Frankryk, ophoudt om de voor hen noodige practische kennis op te doen, waartoe in Boskoop, met hare meer dan 450 hectaren kweekeryen, haren uitge breiden handel in boomen en planten, niet alleen in Nederland, maar ook vooral in Duitsch land, Engeland en de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, de beste gelegenheid bestaat. Aan theoretisch onderwys ontbreekt het echter geheel, en de Vereeniging acht dit voor het vormen van tuinbouwkundigen onmisbaar en is overtuigd, dat de oprichting van eene tuinbouwschool in de gemeente den goheelen vaderlandschen tuinbouw zal ten goede komen en ook dienstig zal zyn tot het vormen van bekwame tuinlieden. In een tweede adres, eveneens aan den minister van binnen], zaken gericht, wyst de Pomologische Vereeniging er op, dat er onder de vakmannen in den tuinbouw verschil van meening bestaat over don graad van ontwik keling, die vereischt wordt om tot eene tuin bouwschool te worden toegelaten. Terwyl de Nederlandsche Maatschappy voor Tuinbouw en Plantkunde en de heer W. A. Viruly Verbrugge aansluiting wonschten by het middelbaar onderwys, is de Pomologische Vereeniging van oordeel, dat do tuinbouwschool moet aansluiten by het lager onderwys. Die overtuiging der Vereeniging word ook door andere zaakkundi gen gedeeld, hetwelk o. a. bleek uit stukken, in 1880 in ons blad voorkomende. Deze stukkon nu worden door de Pomologische Vereeniging in haar adres aan den minister afgedrukt. Z. Keiz. H. de Japansche prins woonde gisteravond een gedeelte der zitting van de Tweede Kamer by in een der loges, in gezelschap van het Kamerlid den heer Cremer. Prins Yohorito Komatsu is benoemd tot Grootkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw. De versierselen van deze orde werden den prins overhandigd door eon adjudant van H. M. de Koningin-Regentes. De aan den prins toegevoegde hofmaar schalk van den keizer van Japan werd be noemd tot commandeur der orde van Oranja- Nassau. In eene spoedeischende vergadering van den Raad van Haarlem werd gistornamiddag, na eene geheime zitting van anderhalf uur, door B. en Ws. voorgesteld, mot den Staat aan te gaan een tweetal contracten, ten op zichte der Haarlemsche Duinwaterleiding, voor zoover deze aangaat de gemoenten Am sterdam en Bloemendaal. Het contract betreffende de gemeente Am sterdam houdt in hoofdzaak in,t<lat wanneer tusscken deze gemoente en de gemeente Haarlem een geschil mocht ryzen over het hebben (door Amsterdam) van waterleiding- hoofdbuizen in Haarlems grondgebied, dit zal worden beslist door den minister van binnen landsche zaken. Voldoet do gemoente Haarlem niet aan de beslissing des ministers, dan wordt zy beboet met eene som van /"5000 per dag. Het tweede contract, rakende de gemeente Bloemendaal, houdt in, dat, wanneer mocht blyken, dat aan deze gemeente door de Haar lemsche waterleiding water wordt onttrokken, de gemeente Haarlem door, zoo noodig, gratis- levering van water uit standpypen en uit dieping van welputten, daaraan zal tegemoet komen. Evenwel zal de gemeente Bloemendaal moeten aantoonon, dat do ontheffing van water een gevolg is van de Haarlemsche waterleiding. Ook hierin is de beslissing aan den minister verbleven. Nalatigheid wordt gestraft met boete van ƒ2000 daags. De Raad nam deze contracten aan, evenwel zyn vertrouwen uitsprekende, dat de minister deze contracten alleen van kracht zou bo schouwen, wanneer de Haarlemsche waterlei ding in exploitatie kwam. Door het Hoofdbestuur van den Bood „Maatschappelijk Belang" was, onder dagtee- kening van 4 Nov. jl., aan den minister van justitie ingezonden een adres, waarin wordt besproken de levering door de Coöperatieve Winkelvereeniging te Rotterdam aan de straf gevangenis aldaar, met verzoek aan ZExc. niet evenals het vorige jaar, deze levering to gunnen aan bedoelde Coöperatieve Vereeniging, doch „daaraan zyne goedkeuring te onthouden." Thans moldt men van belanghebbende zyde, dat, ofschoon op dit request tot heden nog geen antwoord inkwam, toch aan het daarin uitgedrukt verlangen is gevolg gegeven, daar niet aan de Coöperatieve Winkelvereeniging te Rotterdam de levering van benoodigdheden aan de strafgevangenis werd opgedragen, maar aan een winkelier mede-inschry ver te Rotterdam. Naar „Het Centrum" mededeelt, zyn do in Den Haag woonachtige douairière gravin Van Bylandt Massow en haar zoon graaf H. Van Bylandt to Rome in de katholieke kerk opgenomen. De Staatscourant van 7 dezer bevat eene kennisgeving van den minister van buiten- landscho zaken betreffende wyzigingen in het bestaande Duitsche toltarief voor de berekening der tarra, in te gaan 1 Januari a. 8. DOOB GOLO RAIMÜND. 4) De gravin Elkrath was eene vrouw van buiten gewone gaven van hart en gemoed, vol kracht en frischheidzy bezat die veerkracht, welke den mentch in staat stelt, zich nieuwe levens toestanden eigen te maken, wanneer hy in edele zelfverloochening de noodzakeiykheid daarvan heeft leeren inzien. Zonder ziekeiyke dweepzucht koos zy met vuur party voor de zaak, die zy tot de hare gemaakt had, en met verstand en volharding wist zy, wat haar als recht en biliyk toescheen, te bevor deren. Alle harten klopten warm voor de jeugdige meesteres van het slot; hare onge dwongen, ongekunstelde lieftalligheid maakte haar, by al de waardigheid, die ook haar ten dienste stond, toegankeiyk en beminnens waardig, ook by dezulken, die buiten den kring stonden, die het vooroordeel van haren echtgenoot om haar getrokken had. Zy zocht in den mensch het mensckeiyk goede en om dat zij ernstig zocht, vond zy het ook en oogstte daarvoor de gouden vruchten van liefde, dankbaarheid en vertrouwen. Op die wyze met onzichtbare draden verbonden aan eene wereld, die voor haren echtgenoot onbe kend bleef, wier rechten hy ternauwernood wilde erkennen, had haar ontvankeiyke geest reeds de billykheid van de eischen des tyds leeren inzien, toen de Fransche revolutie, aan een woedenden storm geiyk, alles omverwierp, wat dezen eischen in den weg stond. De graaf werd door den bloedigen kamp voor de rechten der menschen en voor de vryheid nog te meer versterkt in zyn geloof aan zyne privilegiën, aan de onkreukbaarheid en heiligheid zyner rechten en aan zyn plicht om die ongeschonden te bewaren, terwyl zyne echtgenoote, die de komende dingen als met een profetischen blik voorzag, door die waarschuwingen met schrik en angst ver vuld werd. Op de vleugelen van den wind waren de nieuwere denkbeelden overal verspreid; do storm, die ze ontketend had, verbryzelde de voorrechten, die den adel eeuwenlang als een onverwiniyk bolwerk hadden omgeven, als een zwak riet; hy rukte de kronen als kaf van de hoofden, die er zich door God mede getooid waanden, en boog de hoofden zeiven op het blok van den beul. Het was een vreeseiyk weder, dat eensklaps losgebarsten was. De storm, die de lucht moest zuiveren en verkwikken, had ook menige liefiyke bloem geknakt, en toch waren zyne uitwerkselen bezielend en levenwekkend; zy vertoonden zich ook in Duitschland, waar men de blik semflitsen en den rollenden donder slechts van uit de verte had waargenomen. Terwyl de graaf, vol toorn en verbittering, zich te nauwer binnen de perken van zyn trots en ongenaakbaarheid terugtrok, opende zyne gade gereedeiyk haar hart voor de nieuwe levensbeschouwingen, zonder evenwel door eenige verklaring van hare veranderde denkwyze den vrede van haren joügen echt te verstoren, daar juist verschil op dit terrein, by den onwrikbaren geest van den graaf, tot eene voortdurende vervreemding geleid zou hebben; van alle revolutiën scheen haar die in haar eigen huis de verschrikkeiykste, want de rechten van haar eigen, van haar minnend hart bleven voor de teedere, liefdevolle vrouw toch steeds do heiligste. Meer dan ooit legde zy zich toe op de kunst om als bemiddelaarster op te treden en zwarigheden uit den weg te ruimende opgeruimde, glimlachende inschikkelykheid, waarmede zy den geliefden man duizend kleine offers bracht, was voor hom de uit drukking der algemeene gezindheid, een waar borg voor de onaantastbaarheid van zyn ge zag, en de atmosfeer van liefde, achting en dienstvaardigheid, die door haar beminneiyk karakter in zyne omgeving heerschte, scheen hem toe van hemzelven uit te gaan. By hare lieftalligheid en jeugd scheen zyn trots als aartsvaderlyke waardigheid, had zyne onbuig zaamheid iets van de kracht en sterkte van den man, die aan allen steun en bescherming verleende: de echtgenooten boden een beeld aan van volkomen harmonie en gelukzalig heid. Eene reeks van blozende kinderen maakte dien indruk nog meer volkomen en rechtvaardigde de hoop des vaders op de verlevendiging en den bloei van den ouden stam. In die dagen weerklonk het oude slot van het vrooiyk gejubel van heldere kinderstem men, en het geluk, waarmede de graaf op zyne levenslustige jeugdige spruiten noderzag, was nog grooter dan do trots, waarmede hy de lange reeks van portretten van zyne voor ouders beschouwde. Gastvrij, zooals de Elkraths dat van oudsher geweest warea en het door hun vorsteiyken rykdom ook konden zyn, was het voor den tegenwoordigen bezitter plicht en behoefte tevens, zyne logeerkamers zoo dikwijls mogelijk bewoond te zien en daardoor z(jn slot niet alleen tot een toonbeeld van huiseiyk genoegen te maken, maar daaraan ook een vorsteiyk aanzien te geven. Geruimen tyd mocht hy zich verheugen in den glans van zyn geluk, in het volle gevoel van zijne kracht en van zyne jeugd, van zyn rykdom en van zyn stand; in het volle bewustzyn van de liefde, waardoor deze goederen der wereld zooveel te meer waarde voor hem hadden, gevoelde hy met een dankbaar hart, wat hem boven duizenden geschonken was, en trachtte hy niet slechts gelukkig te zyn, maar ook anderen gelukkig te maken, want al stelden zyne begrippen hem den burgerstand ook onveranderiyk voor als bestaande uit wezens van eene andere soort, erkende hy toch, dat ook zyne leden hunne eigen, ofschoon van de zyne geheel verschillende, rechten hadden, en zou hy nooit in gebreke zyn gebleven deze in eere te houden. Te midden van zyne rust en biymoedige trotsche zekerheid werd hy door een eersten slag zóó plotseling, zóó vernietigend getroffen, dat hy de wereld sedert dien tyd nooit meer aanschouwde zooals hy tot dusverre gedaan had. Een boosaardige typhus, die in do om streken verscheidene slachtoffers maakte, nam ook zyn intrek in Elkrathde meesteresse van het slot word het eerste offer. Toen hare schoone oogen zich gesloten hadden, werd het den graaf eerst duideiyk, dat van haar alle licht en warmte was uit gegaan, die zoo vaak op zyn eigen doen en laten den stempel van welwillendheid en groot heid gedrukt haddon. Met haar ontvloden biymoedigheid, zachtaardigheid en opgeruimd heid, al de voorjaarsbloesems van een groot, liefdevol hart, dat met zyn ryken, lachenden tooi de slagboomen had verborgen, die graaf Stephan isoleerdon. Hy gevoelde hot zelf; hy ondervond het met bitterheid en smart, maar toch week hy geen haar-breed van zyne denk beelden en zyne vermeende rechten en plichten. Hy bleef wat hy geweest was, met dat on derscheid, dat hy nog onbuigzamer en terug- getrokkener werd, en vestigde van nu af aan al zyne hoop en al zyne liefde op zijne zonen. Dezen waren vier in getal, schoon, bloeiond en krachtig, waarvan hy er drie moest zien sterven, de een na den ander. Waar de dood zjjne intrede doet, daar onder zoekt en vraagt hy niet; met onverbiddelijke hand neemt hy onbekommerd het beste der goederen. {Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1