IK 10369
Vrijdag 8 December.
A". 1893.
(£)eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Lolden, 7 December.
Feuilleton,
HET SLOT ELKRATH.
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco pej^pst l.*0.
Afzonderlijke Nommors0.05.
PRIJS DER ADVERTEXTCTEN:
Van 1—'6 rogels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootore
letters naar plaatsruimte,
wordt 0.05 berekend.
Voor hot incasseeren buiten de stad
Officieel© Kennisgeviugen.
De Bargemeeater 011 Wefchondore van Leiden doen
te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zjjne
vergaderingen van den 12den en 26eten October 1893
3b vautgeateld de volgende verordening:
VERORDENING
houdende wijziging der Verordening van 5 Juni 1879,
regelende het getal leeraren, verbonden aan het
Gymnasium to Leiden, on bet bedrag honnor
jaarwedden. (Gemeenteblad No. 6 van 1879.)
De artt. 1 en 3 der Verordening van 5 Juni 1879,
regelende het getal leeraren, verbonden aan hot
Gymnasium te Leiden en het bedrag hunner jaar
wedden (Gemeenteblad No. 6 van 1879) worden ge-
wjjeigd als volgt:
Art. 1. De jaarweddon der leeraren, verbonden aan
hot- Gymnasium, worden vastgeetold als volgt:
a. Enz.
e. voor twee of drie leeraren in de Fransohe,
Ho jgdniteobe en de Engelache taal, voor de Fransche
on Hoogdnitaohe talen elk op f 1000,
en voor de EDgoleche taal op ƒ1200,
voor oen leeraar in de Wiskunde, op ƒ2200.
Ar^. 3. De leeraroD, genoemd in Art. 1 onder letter
tot en met g genieten tweemaal eéne vorhooging
van jaarwedde, telkens'van ƒ200, mot uitzondering
Vin den leeraar in de Engelache taal, die tweemaal
eene vorhooging van jaarwedde geniet, telkens
van ƒ100.
De eorete verhooging gaat in, odz.
Vastgoatold door den Gemeenteraad van Leidon,
in zjjoo openbare vorgaderingon van 12 en 26
Ootober 1893. Do Burgemeester,
DE KANTER.
Do Secretarie,
E. KI8T.
1 Zijnde deze Verordening goedgekeurd door den
Minister van Binnonlandsohe Zaken, bg zijne be-
1 eohikkiogon van den Iden on 18don November 189S
I No. 5649 afd. O en 5955, afd. O.
i En is hiervan afkondiging geschied waar hot be
hoort, den 6den December 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoomd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Seoretaria.
Er was gisteravond weer een prettig feest
in do Stadszaal. Sint-Nicolaas onthaalde er
eenige honderden kleinen, die in de beneden
zaal waren gezeten, terwijl hun begeleiders
plaatsen achteraan in de zaal en op de gaandery
waren aangewezen, van waar zy een goed
gezicht hadden op de drukte van beneden.
Do kinderen waren.pvan zes. openbare en
bijzondere scholen, nl. der beeron Brouwer,
Dikshoorn, Yan der Heyde, Hoeks, Kuypers
en de zustors, ten getale van een kleine
zevenhonderd.
Daar heerschte in de zaal heel wat drukte,
maar ook heel wat gezelligheid met al die
kloinon, die bi) het verschijnen van den bisschop
van Myra en de tastbare blyken zijner mild
heid zoo opgetogen mogeiyk geraakten.
Behalve door zyn gitzwarten knecht, werd
hy in de uitreiking zyner gaven ook bygestaan
door een aantal lieve jonge dames, die zich
daartoe welwillend hadden beschikbaar gesteld.
De kinderen werden onthaald op sinterklaas
euikergoed, chocolade en wat dies meer zy,
niet ééns, maar by herhaling, zoodat velen
nog aardig wat mee naar huis namen of by
het verlaten der zaal hun vader of moeder
ter hand stelden.
De zetel van den goeden heilige was op
het orkest, van waar hy de kleinen als een
echt kindervriend toesprak. Maar hy maakte
ook wandelingen door de zaal en dan deden
sommigen de ervaring op dat by mot hun
doen en laten volstrekt niet onbekend was,
en wist dat zy nu en dan wel eens ondeugend
waren geweest. Maar zy beloofden beterschap.
Anderen reikte hy daarentegen vriendelykde
hand.
De schare van jeugdigen gierde het uit van
de pret. Ze zongen allerlei versjes dat het
een lust was en het viel hun zoo moeilyk
op hun stoel te biyven zitten! Hun geheele
lichaam, armen, voeten, hoofd, mond, alios
kwam in beweging.
En dan was er nog de heer Merkelbach,
met zyne soort tooverlantaam, maar veöl
mooier, die allerlei prachtige en kleurenryke
voorstellingen op het doek te voorschijn riep,
welke de kleinen eerst in ademlooze stilte
bewonderden, om vervolgens langdurige of
kort afgebroken hoezees aan te heffen, al
naarmate de schitterende lichtbeelden lang
of kort duurden, en ze meer of minder den
lachlust opwekten. De heer Merkelbach, hier
geen onbekonde en die voor dergeiyke feestjes
wederom de rechte man op de juiste plaats
toonde te zyn, had ook voor wat nieuws, in
hetgeen hy te zien gaf, gezorgd.
Het feest waarby natuuriyk ook geen
muziek ontbrak, welke herhaaldeiyk bekende
liederen speelde, is uitstekend geslaagd en
verschafte niet enkel den kleinen, maar ook
den ouderen, die or getuigen van mochten zyn,
ontzagiyk veel genoegen. Allen zal het tot
dankbaarheid hebben gestemd tegenover de
leden der Commissie voor de Yolksbyoenkom-
sten, die zich zooveel moeiten en zorgen had
den getroost ter wille van de kleinen der
minder met aardsche goederen gezegenden
en die toch ook wel eens eon zonnestraaltje
in hun leven mogen hebben.
En eene voldoening moet deze avond ook
zyn voor hen, die er, op welke wyze ook,
al konden zyzelven wegens de overgebleven
beperkte ruimte er niet by tegenwoordig zyn
aan hebben bijgedragen. Jammer echter nog
maals dat de daartoe in don Schouwburg ge
geven voorstelling onlangs, nog niet beter
bezocht is geweest. Dan zou men nu niet
voor een tekort staan.
Hopen we dat het een volgend jaar boter
zal zynwant inderdaad, het geld is goed
besteed geworden. Het hoeft zooveel hartjes
zoo gelukkig doen kloppen l
De commies der telegraphie lste klasse
de heer C. Zyistra uit Leiden is verplaatst
naar Zwolle, terwyi uit Zwolle naar Leiden
is verplaatst de commies der telegraphie 3de
klasse de heer P. Lansdorp.
Aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal is een adres gericht door het bestuur
der Nederlandsche Entomologische Vereeniging
(voorzitter de heer P. C. T. Snellen, secretaris
de heer F. M. Yan der Wulp, te 's-Gravenhage),
waarin wordt aangedrongen op de aanneming
van het voorstel der Begeering tot het stichten
van een nieuw gebouw voor 's Ryks Museum
van Natuuriyke Historie te Leiden.
In hot adres wordt opgekomen tegen de
bewering, dat, nu by de beoefening der zoölogie
de systematiek minder op den voorgrond treedt,
het bedoelde museum ook van minder nut
voor de wetenschap zou zyn en voor hot
universitair ondorwys zou kunnen worden
gemist.
Moge de systematiek thans niet moer als
de hoofdzaak worden beschouwd, zeer zeker
toch zoo wordt in het adres betoogd
kan zy onmogeiyk worden gemist, daar by
alle onderzoekingen op biologisch, anatomisch
of embryologisch gebied, het altoos noodig zal
blyven te kunnen bepalen tot welke diersoort
de gemaakte waarnemingen betrekking hebben.
Eer kan worden gezegd, dat de verschillende
richtingen in de studie der zoölogie, met in
begrip der systematiek, elkander voortdurend
de hand reiken, om tot meer volledige kennis
der natuur te geraken. Evenmin is bij oecono-
mische vraagstukken, by voorbeeld betrekke
lijk schadeiyk gedierte voor den landbouw
enz., een beroep op do systematici te vermijden.
Zeker is het overigens, dat in de zoölogie de
systematiek hare taak nog in geene eeuwen
zal hebben voltooid. Een uitgebreid en behoor
lijk ingericht museum van natuuriyke historie
biyft daarom steeds van hooge waarde voor
de wetenschap en onmisbaar voor de studie
der specialisten.
Voor de palaeontologen zal het ten allen
tyde van het grootste gewicht zyn. Voor het
academisch onderwys is het een niet gering
te schatten hulpmiddel. Daarnevens heeft het
eene hooge, trouwens vanouds erkende be-
teokenis, als hulpmiddel tot bevordering van
algemeene volksontwikkeling.
Verder wordt in het adres o. a. gewezen
op het voorbeeld van het buitenland, waar
hoogst kostbare gebouwen van dergelijke
musea zyn verrezen en aanzieniyke sommen
er voor worden besteed. Eindeiyk wordt het
behoud van Loiden als plaats waar het museum
gevestigd is, verdedigd, voornameiyk op his
torische gronden.
Blykens het dezer dagen verschenen
Jaarboekje voor het notaris ambt zyn, tus-
schen 1 November 1892 on 1 November 1893,
tot notaris in Nederland benoemd 33 candidaat-
notarissen en bleven op laatstgenoemden
datum nog aauwezig 1178 candidaat notarissen,
waarvan 225 uit de jaren 1890, 1891, 1892
en 1893, en uit de daaraan voorafgaande
tien jaren 418, terwyl het maximum van
het getal notarissen thans 921 is.
Het aandeel in de to leveren manschap
pen voor de lichting der nationale militie van
1894 bedraagt voor do gemeenten, behoorende
tot het 14de Militie-Kanton dezer provincie
(hoofdplaats Woubrugge) als volgt:
Opgologd aandool
Woubrugge 25 lotelingeo, 6
Rynsaterwoudo o 2
Alkemade 45 12
Leimuiden 14 4
Ter-Aar 24 6
Nieuw veen 12 9 3
Zevenhoven 10 3
Naar men verneemt, is het lid van de
Tweede Kamer der Staten Generaal de kapi
tein-luitenant ter zee Land, ernstig ongesteld.
Aan den minister van binnenlandsche
zaken is een adres gericht door dePomologi-
sche Vereeniging te Boskoop (voorzitter de
heer A. Koster Mz., secretaris de heer P. A.
Ottolander.)
In dit adres wordt het verzoek gedaan om,
nu by de Regeering het plan bestaat, de
organisatie van het tuinbouw-onderwys ter
hand te nemen, ook in de gemeente Boskoop
vanwege het ryk eene tuinbouwschool te
stichten, die, naar de meoning der adressante,
zou moeten aansluiten aan het lager ondor
wys, volgens een vroeger door haar onder
medewerking van prof. Saiverda samengesteld
ontwerp-program. De Vereeniging acht aan
sluiting aan het lager onderwys het meest
gewenscht, omdat de school dan bereikbaar
is voor de zonen der tegenwoordige tuin
bouwers, de tuinbouw het meest wordt uit
geoefend in plaatsen, waar geen ander onder
wys te verkrygen is, en de aanstaande tuin
bouwkundige reeds op den leeftyd van ongeveer
14 of 15 jaar zich in de practyk moet be
kwamen.
De Vereeniging wyst er op, dat de gemeente
Boskoop voor het zich oefenen in de practyk
van het vak uitnemend van dienst kan zyn;
zy heeft, wat de practyk betreft, een goeden
en welverdienden naam, hetgeen ook hieruit
blykt, dat zich steeds in de gemeente een
groot aantal leerlingen van buiten, zelfs soms
uit Duitschland en Frankryk, ophoudt om de
voor hen noodige practische kennis op te
doen, waartoe in Boskoop, met hare meer
dan 450 hectaren kweekeryen, haren uitge
breiden handel in boomen en planten, niet
alleen in Nederland, maar ook vooral in Duitsch
land, Engeland en de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika, de beste gelegenheid bestaat.
Aan theoretisch onderwys ontbreekt het
echter geheel, en de Vereeniging acht dit voor
het vormen van tuinbouwkundigen onmisbaar
en is overtuigd, dat de oprichting van eene
tuinbouwschool in de gemeente den goheelen
vaderlandschen tuinbouw zal ten goede komen
en ook dienstig zal zyn tot het vormen van
bekwame tuinlieden.
In een tweede adres, eveneens aan den
minister van binnen], zaken gericht, wyst de
Pomologische Vereeniging er op, dat er onder
de vakmannen in den tuinbouw verschil van
meening bestaat over don graad van ontwik
keling, die vereischt wordt om tot eene tuin
bouwschool te worden toegelaten. Terwyl de
Nederlandsche Maatschappy voor Tuinbouw en
Plantkunde en de heer W. A. Viruly Verbrugge
aansluiting wonschten by het middelbaar
onderwys, is de Pomologische Vereeniging van
oordeel, dat do tuinbouwschool moet aansluiten
by het lager onderwys. Die overtuiging der
Vereeniging word ook door andere zaakkundi
gen gedeeld, hetwelk o. a. bleek uit stukken,
in 1880 in ons blad voorkomende. Deze stukkon
nu worden door de Pomologische Vereeniging
in haar adres aan den minister afgedrukt.
Z. Keiz. H. de Japansche prins woonde
gisteravond een gedeelte der zitting van de
Tweede Kamer by in een der loges, in
gezelschap van het Kamerlid den heer Cremer.
Prins Yohorito Komatsu is benoemd tot
Grootkruis der orde van den Nederlandschen
Leeuw.
De versierselen van deze orde werden den
prins overhandigd door eon adjudant van
H. M. de Koningin-Regentes.
De aan den prins toegevoegde hofmaar
schalk van den keizer van Japan werd be
noemd tot commandeur der orde van Oranja-
Nassau.
In eene spoedeischende vergadering van
den Raad van Haarlem werd gistornamiddag,
na eene geheime zitting van anderhalf uur,
door B. en Ws. voorgesteld, mot den Staat
aan te gaan een tweetal contracten, ten op
zichte der Haarlemsche Duinwaterleiding,
voor zoover deze aangaat de gemoenten Am
sterdam en Bloemendaal.
Het contract betreffende de gemeente Am
sterdam houdt in hoofdzaak in,t<lat wanneer
tusscken deze gemoente en de gemeente
Haarlem een geschil mocht ryzen over het
hebben (door Amsterdam) van waterleiding-
hoofdbuizen in Haarlems grondgebied, dit zal
worden beslist door den minister van binnen
landsche zaken. Voldoet do gemoente Haarlem
niet aan de beslissing des ministers, dan
wordt zy beboet met eene som van /"5000
per dag.
Het tweede contract, rakende de gemeente
Bloemendaal, houdt in, dat, wanneer mocht
blyken, dat aan deze gemeente door de Haar
lemsche waterleiding water wordt onttrokken,
de gemeente Haarlem door, zoo noodig, gratis-
levering van water uit standpypen en uit
dieping van welputten, daaraan zal tegemoet
komen. Evenwel zal de gemeente Bloemendaal
moeten aantoonon, dat do ontheffing van
water een gevolg is van de Haarlemsche
waterleiding.
Ook hierin is de beslissing aan den minister
verbleven. Nalatigheid wordt gestraft met
boete van ƒ2000 daags.
De Raad nam deze contracten aan, evenwel
zyn vertrouwen uitsprekende, dat de minister
deze contracten alleen van kracht zou bo
schouwen, wanneer de Haarlemsche waterlei
ding in exploitatie kwam.
Door het Hoofdbestuur van den Bood
„Maatschappelijk Belang" was, onder dagtee-
kening van 4 Nov. jl., aan den minister van
justitie ingezonden een adres, waarin wordt
besproken de levering door de Coöperatieve
Winkelvereeniging te Rotterdam aan de straf
gevangenis aldaar, met verzoek aan ZExc. niet
evenals het vorige jaar, deze levering to gunnen
aan bedoelde Coöperatieve Vereeniging, doch
„daaraan zyne goedkeuring te onthouden."
Thans moldt men van belanghebbende zyde,
dat, ofschoon op dit request tot heden nog
geen antwoord inkwam, toch aan het daarin
uitgedrukt verlangen is gevolg gegeven, daar
niet aan de Coöperatieve Winkelvereeniging
te Rotterdam de levering van benoodigdheden
aan de strafgevangenis werd opgedragen,
maar aan een winkelier mede-inschry ver
te Rotterdam.
Naar „Het Centrum" mededeelt, zyn do
in Den Haag woonachtige douairière gravin
Van Bylandt Massow en haar zoon graaf
H. Van Bylandt to Rome in de katholieke
kerk opgenomen.
De Staatscourant van 7 dezer bevat eene
kennisgeving van den minister van buiten-
landscho zaken betreffende wyzigingen in het
bestaande Duitsche toltarief voor de berekening
der tarra, in te gaan 1 Januari a. 8.
DOOB
GOLO RAIMÜND.
4)
De gravin Elkrath was eene vrouw van buiten
gewone gaven van hart en gemoed, vol kracht
en frischheidzy bezat die veerkracht, welke
den mentch in staat stelt, zich nieuwe levens
toestanden eigen te maken, wanneer hy in
edele zelfverloochening de noodzakeiykheid
daarvan heeft leeren inzien. Zonder ziekeiyke
dweepzucht koos zy met vuur party voor de
zaak, die zy tot de hare gemaakt had, en
met verstand en volharding wist zy, wat
haar als recht en biliyk toescheen, te bevor
deren. Alle harten klopten warm voor de
jeugdige meesteres van het slot; hare onge
dwongen, ongekunstelde lieftalligheid maakte
haar, by al de waardigheid, die ook haar ten
dienste stond, toegankeiyk en beminnens
waardig, ook by dezulken, die buiten den
kring stonden, die het vooroordeel van haren
echtgenoot om haar getrokken had. Zy zocht
in den mensch het mensckeiyk goede en om
dat zij ernstig zocht, vond zy het ook en
oogstte daarvoor de gouden vruchten van
liefde, dankbaarheid en vertrouwen. Op die
wyze met onzichtbare draden verbonden aan
eene wereld, die voor haren echtgenoot onbe
kend bleef, wier rechten hy ternauwernood
wilde erkennen, had haar ontvankeiyke geest
reeds de billykheid van de eischen des tyds
leeren inzien, toen de Fransche revolutie, aan
een woedenden storm geiyk, alles omverwierp,
wat dezen eischen in den weg stond.
De graaf werd door den bloedigen kamp
voor de rechten der menschen en voor de
vryheid nog te meer versterkt in zyn geloof
aan zyne privilegiën, aan de onkreukbaarheid
en heiligheid zyner rechten en aan zyn plicht
om die ongeschonden te bewaren, terwyl
zyne echtgenoote, die de komende dingen als
met een profetischen blik voorzag, door die
waarschuwingen met schrik en angst ver
vuld werd.
Op de vleugelen van den wind waren de
nieuwere denkbeelden overal verspreid; do
storm, die ze ontketend had, verbryzelde de
voorrechten, die den adel eeuwenlang als een
onverwiniyk bolwerk hadden omgeven, als
een zwak riet; hy rukte de kronen als
kaf van de hoofden, die er zich door God
mede getooid waanden, en boog de hoofden
zeiven op het blok van den beul. Het was een
vreeseiyk weder, dat eensklaps losgebarsten
was. De storm, die de lucht moest zuiveren
en verkwikken, had ook menige liefiyke bloem
geknakt, en toch waren zyne uitwerkselen
bezielend en levenwekkend; zy vertoonden
zich ook in Duitschland, waar men de blik
semflitsen en den rollenden donder slechts
van uit de verte had waargenomen.
Terwyl de graaf, vol toorn en verbittering,
zich te nauwer binnen de perken van zyn
trots en ongenaakbaarheid terugtrok, opende
zyne gade gereedeiyk haar hart voor de
nieuwe levensbeschouwingen, zonder evenwel
door eenige verklaring van hare veranderde
denkwyze den vrede van haren joügen echt
te verstoren, daar juist verschil op dit terrein,
by den onwrikbaren geest van den graaf,
tot eene voortdurende vervreemding geleid
zou hebben; van alle revolutiën scheen haar
die in haar eigen huis de verschrikkeiykste,
want de rechten van haar eigen, van haar
minnend hart bleven voor de teedere,
liefdevolle vrouw toch steeds do heiligste.
Meer dan ooit legde zy zich toe op de
kunst om als bemiddelaarster op te treden
en zwarigheden uit den weg te ruimende
opgeruimde, glimlachende inschikkelykheid,
waarmede zy den geliefden man duizend
kleine offers bracht, was voor hom de uit
drukking der algemeene gezindheid, een waar
borg voor de onaantastbaarheid van zyn ge
zag, en de atmosfeer van liefde, achting en
dienstvaardigheid, die door haar beminneiyk
karakter in zyne omgeving heerschte, scheen
hem toe van hemzelven uit te gaan. By hare
lieftalligheid en jeugd scheen zyn trots als
aartsvaderlyke waardigheid, had zyne onbuig
zaamheid iets van de kracht en sterkte van
den man, die aan allen steun en bescherming
verleende: de echtgenooten boden een beeld
aan van volkomen harmonie en gelukzalig
heid. Eene reeks van blozende kinderen
maakte dien indruk nog meer volkomen en
rechtvaardigde de hoop des vaders op de
verlevendiging en den bloei van den
ouden stam.
In die dagen weerklonk het oude slot van
het vrooiyk gejubel van heldere kinderstem
men, en het geluk, waarmede de graaf op zyne
levenslustige jeugdige spruiten noderzag, was
nog grooter dan do trots, waarmede hy de
lange reeks van portretten van zyne voor
ouders beschouwde.
Gastvrij, zooals de Elkraths dat van oudsher
geweest warea en het door hun vorsteiyken
rykdom ook konden zyn, was het voor den
tegenwoordigen bezitter plicht en behoefte
tevens, zyne logeerkamers zoo dikwijls mogelijk
bewoond te zien en daardoor z(jn slot niet
alleen tot een toonbeeld van huiseiyk genoegen
te maken, maar daaraan ook een vorsteiyk
aanzien te geven. Geruimen tyd mocht hy
zich verheugen in den glans van zyn geluk,
in het volle gevoel van zijne kracht en
van zyne jeugd, van zyn rykdom en van
zyn stand; in het volle bewustzyn van de
liefde, waardoor deze goederen der wereld
zooveel te meer waarde voor hem hadden,
gevoelde hy met een dankbaar hart, wat hem
boven duizenden geschonken was, en trachtte
hy niet slechts gelukkig te zyn, maar ook
anderen gelukkig te maken, want al stelden
zyne begrippen hem den burgerstand ook
onveranderiyk voor als bestaande uit wezens
van eene andere soort, erkende hy toch, dat
ook zyne leden hunne eigen, ofschoon van de
zyne geheel verschillende, rechten hadden, en
zou hy nooit in gebreke zyn gebleven deze
in eere te houden.
Te midden van zyne rust en biymoedige
trotsche zekerheid werd hy door een eersten
slag zóó plotseling, zóó vernietigend getroffen,
dat hy de wereld sedert dien tyd nooit meer
aanschouwde zooals hy tot dusverre gedaan
had. Een boosaardige typhus, die in do om
streken verscheidene slachtoffers maakte, nam
ook zyn intrek in Elkrathde meesteresse
van het slot word het eerste offer.
Toen hare schoone oogen zich gesloten
hadden, werd het den graaf eerst duideiyk,
dat van haar alle licht en warmte was uit
gegaan, die zoo vaak op zyn eigen doen en
laten den stempel van welwillendheid en groot
heid gedrukt haddon. Met haar ontvloden
biymoedigheid, zachtaardigheid en opgeruimd
heid, al de voorjaarsbloesems van een groot,
liefdevol hart, dat met zyn ryken, lachenden
tooi de slagboomen had verborgen, die graaf
Stephan isoleerdon. Hy gevoelde hot zelf; hy
ondervond het met bitterheid en smart, maar
toch week hy geen haar-breed van zyne denk
beelden en zyne vermeende rechten en plichten.
Hy bleef wat hy geweest was, met dat on
derscheid, dat hy nog onbuigzamer en terug-
getrokkener werd, en vestigde van nu af
aan al zyne hoop en al zyne liefde op zijne
zonen. Dezen waren vier in getal, schoon,
bloeiond en krachtig, waarvan hy er drie
moest zien sterven, de een na den ander.
Waar de dood zjjne intrede doet, daar onder
zoekt en vraagt hy niet; met onverbiddelijke
hand neemt hy onbekommerd het beste der
goederen.
{Wordt vervolgd).