Feuilleton.
liet verdwenen Marinetractaat.
-tfff
tinning te verleenen tot het leggen van eene
rug over de sloot langs den Hoogen RündtJk
aar zyn tejrein van Rijnstroom, met uitpad
aar don straatweg, tegen betaling van eono
lariyksche recognitie van een gulden, onder
epaling dat het uitpad voortdurend ten go-
oogen van Burg. en Woths. worde onder
ouden, on dat de vergunning vervalt, wanneer
aarvan niot vóór 1 Januari 1894 gebruik is
emaakt, verder te besluiten dat een in hot
dros bedoelde boom, die alzoo voor boven-
cnoemden toegang aan den Hoogen Ryndyk
i den weg staat, van gemeentewege voor
okening van adressant zal worden gerooid
n adressant wat betreft het leggen van eene
rug naar het Jaagpad Ve verwezen naar de
redeputeerdo Staten van Zuid-Holland.
By don gemeenteraad is door B. en "We.
en voorstel ingediend tot wijziging der inkom-
ten-belaeting alhier, met dien vorstande, dat
o. het inkomen tot f 500 worde vrijgesteld
an belasting, 2o. dat dit beurag van eiken
anslag der overblijvende belastingschuldigen
rorde afgetrokken om te komen tot het
elastbaar iakomon.
Tot dusver was een inkomen tot 400 vry.
De tweo voorgestelde maatregelen zullen
en gevolge hebben dat, om tot byv. een
laatselyk belastingciJfer van ƒ167.215 te
L-rwkoi:, ais in 1893 noodig is, het percentage
ou worden 3,27076, stel 3.27, tegen 3 pet.
olgens de bestaande belasting.
Ook wordt voorgeleid dat in het vervolg
e aanslagen in de plaatselijke directe be
ating ambtshalve door B. en Ws. zouden
eschieden, en niet rtreer volgens eigen aan-
ifte der belastingschuldigen.
Op een en ander hopen we in een volgend
ommer meer uitvoerig terug te komen.
Morden (Dinsdag javond van 8 tot 10
ren zal in de zaal der „Logo" alhier voor do
iden der Leidsche afdeeling van de Maat-
;happy van Tuinbouw en Plantkunde eene
^onaardige kunstbeschouwing gehouden wor-
3n. Men noemt het meer bescheiden eene
ntoonstelling (alleen voor de leden met
unne d.rnws) van plantenteekeningenzy
.-liter, die wel eens in de gelegenheid waren
c feekemngen van den nog jongen teeke-
V er boog te zien, begrypen zeer goed
•i wel degoiyk van eene kuüstbeschou-
prake is. Mochten er dan ook onder
u zyn, die hiervan niet veel verwach-
•;y gaan er gerust heen; dat ze voldaan
j;.swaarfcs zullen kèertn,i8nie wyfelac itig.
Interessant zal die kennismak, ng bovendien
jn voor hen, die er belang in stellen te zien
)®ver een jongmensch, genoegzaam zonder
idmg, maar met veel natuurleken aanleg,
)t door ambitie in weinige jaren kan brengen.
By do heden gehouden openbare verkoo
hg van eokes, in partijen van 1000, 100,
10 en 5 Hectoliters, waren de hoogste
Ijzen: ƒ380, f 40, f 21, ƒ4.60 en ƒ2.25;
laagste: ƒ380, 40, ƒ21, ƒ4.50 en 2.26.
De heer Quarles van Ufford heeft aan
>n Haagscben gemeenteraad een adres go-
;ht, waarin hy, met verwijzing naar zyn
tikel in hot „Haagsehe Dagblad", den wensch
keimon geeft: „dat de Raad ten spoedigste
t 's lands Regeering het vorzoek richte het
juw te bouwen Eihnographisoh Museum in
Gravenhage te vestigen, zich tevens bereid
irklaronde daarvoor, desgevorderd, eene nader
bepalen geldelijke bydrage beschikbaar te
dien stellen."
Hij hoopt dat zyn adres spoedig van vele
den instemming zal vinden en de eigenaars
>n den grond achter den Dierentuin, dien
ond, welken hy daartoe 't meest geschikt
ht, koatelooe beschikbaar zullen stellen. Of
.t anders Haagsche Maeconaten, ruim mot
iddelen gezegend, zich zullen beijveren „stads
'8 lands Regeering de gelegenheid te geven
8 heeriyk Haagje met een uitstekend Ethno-
aphiach Museum te bogiftïgen."
Hjj dringt op spoed a?n, omdat binnen
sinige weken waarschynlyk daaromtrent in
Volksvertegenwoordiging de beslissing zal
Hen.
Zoo groote haast is er niet by. Immers,
wèl voor een nieuw Museum van natuurlyke
His'orie, niet voor het Ethnographisch Museum
heeft de Regeering op de Staatsbegrooting
voor 1894 gold gevraagd. Men kan zich dus
d >g wel eonigen tyd bedenken, alvorens over
dit laatste eene beslissing valt!
Mej. J. M. Proot, van Grouicgon, is
geslaagd voor het examen middelbaar onder-
wys geschiedenis.
Zaterdagnamiddag te 5 uren kwam op het
Loo de prinses Elisabeth van Waldeck aan. De
prinses werd tot Bentheim te gemoet gereisd
door Hr. Ms. hofdame baronesse Van Ittersum
en aan het station Apeldoorn ontvangen door
de Koning in-Regen tos, vergezeld van eene
hofdame en een kamerheer.
Het „Berl. Tagebiatt" kondigt de verloving
aan van den prins van Napels met prinses
Elisabeth van Waldeck—Pyrmont, de jongste
zuster onzer Koningin-Regentes.
Znid-Hollandsche IJsvereenigin^.
Uit Den Haag meldt men het volgende:
Onder leiding van den heer W. F. Margadaut
bield de Zuid-Hollandsche LTsvoreeniging een©
vergadering met het doel om te geraken tot
vorming van eon Bond van Usvereenigingen
in Zuid Holland.
Op dio vergadering waren vertegenwoordigd
do IJsclubs te Loosduinen, Maassluis, de Rijn
streek, Schipluiden, Sassenheim, Lisse, Noord-
wyk, Kethel, Delft, Voorschoten, Leidschendam,
Naaldwijk en 's Gravenhage, terwy.l een afge-
vaardigde van Kralingen als belangstellende
aanwezig was.
Alvorons te beslissen, of een Bond zou
worden tot stand gebracht, werden behandeld
de ontwerp-statuton van den Bond.
Als doel van den Bond word gesteld de
bevordering van het verkeer op de ysbanen
in Zuid-Holland door de vorming van plaatse
lijke ys voreenigingen to bevorderen en het iu
beheer nemon van andors onbeheerde gedeel
ten, gelegen tusschen de banen van aangeslo
ten vereenigingen, en wel met dien verstande,
dat daardoor voor hot algemeen bc-langryko
verkeerswegen worden geopend.
By de gedachtenwisseling over de statuten
werden deze nog in verschillende opzichten
gewyzigd.
O. a. werd bepaald dat onder de aangesloten
vereenigingen, door wier afgevaardigden liet
Bondsbestuur wordt gevormd, ook gerekend
worden die veroenigingen, die zich niet kunnen
aansluiten aan de bestaande banen en welko
minstens 25 donateurs van den Bond uit hunne
leden tellendat het uitvoerend comité zal be
staan uit 7 personendat tot do vergaderingon
toegang zullen hebben ook de loden der Vor-
eeniging met recht van doelneming aan de be
raadslaging, maar zonder stemrecht.
Vervallen is de bepaling, dat by ontbinding
van den Bond eventueel© baten of schulden
alsdan onder de vereenigingen zullen worden
verdeeld of er van opgevorderd worden, alles
naar rato van de bydragon van ieder der ver
eenigingen. Hierdoor is de flnantiéelo aan
sprakelijkheid geheel gelegd op de schouders
van hot Bondsbestuur.
Na vaststelling der statuten werd besloten
tot vorming van den Bond en verklaarden reeds
zich daarby aan te sluiten de vereenigingen
Leidschendam, Loosduinen, Maassluis, Schip
luiden, Sassenheim, Lisse, Noordwyk, Kethel,
Delft, Naald wyk, De Lier en 's-Gravenhage.
Voor de Rynstreek en Voorschoten werd
voorwaardeiyk toegetreden.
Besloten werd tot benoeming van 7 leden
van het uitvoerend comité en de constitutie
van het Bondsbestuur eerst over te gaan na
verkregen konïnklyke bewilliging op de sta
tuten.
Met het oog op de wenscheiykheid om den
Bond reeds in den naderenden winter in wer
king te brengen, stelde de heer P. F. L. Waldeck,
uit Loosduinen, even wol voor het bestuur van
de Zuid Holl. IJsvereonigiDg te's-Gravenhage,
onder dankbetuiging voor zyne welgeslaagde
pogingen voor het tot stand brengen van den
Bond van Usvereenigingen, uit te noodigen,
zoolaDg er geen Bondsbestuur is, voorloopig
werkzaam to zyn in het belang van den Bond
on met machtiging te handelen volgens de be
palingen der vastgestelde statuten.
Dit voorstel werd by acclamatie aangeno
men, waarop het bestuur zieh bereid verklaarde
in dien zin handelend op te treden in afwachting
van de vergadering der afgevaardigden van
het Bondsbestuur tot benoeming van een uit
voerend comité.
Reeds nu verklaarde het vaart-comité aan
een der afgevaardigden pogingen te zullen
aanwenden om by besloten water het spuien
zooveel mogelyk te vermyden.
INGEZONDEN.
Kot Ryks Ethnographisch Museum
to Leideu.
Niet zoodra heb ik tien regels laten druk
ken, of proL Schlegel gevoelt een innerlyken
drang ora er op te reageeren. Dit nu is voor
my wel zeer vereerendmaar het is toch eone
-lastige eer, omdat prof. Schlegel in zyne
mededeelingen zóó onnauwkeurig is, dat ik ver
plicht ben hem telkens te weersproken.
Zoo heb ik 's Rijks Ethnographisch Museum
geenszins een onordelyk pakhuis ge
noemd; ik zal er my wel voor wachten. Ter-
wyl de heer Schlegel zich zoovele jaren lang
ergerde, dat het Museum niet voor zyn col
lege te gebruiken was, hield ik my met den
heer conservator onledig mot het in orde
brengen van den wetenschappelyken voorraad.
En die o r d e is sinds lang verkregen, al is
de ruimte onvoldoende. Om evenwc-1 die
orde te ontdekken, moet men het Museum
zien, en niet van achter de schrijf
tafel beoordeelen.
De Japansche enChineescheaf-
deelingen zouden zéé onordelyk en toegau
kelyk zyn, dat ze voor het college van prof.
Schlegol tot heden toe onbruikbaar zyn ge
weest I Ongelukkig voor prof. Schlegel moet
ik hier weer constateeren, dat de Chinee-
sche afdeeling tot voor weinige maanden
toen de collectie van prof. De Groot werd
aangewonnen zóó arm en zóó slecht geéquili-
breerd was, dat ze zelfs voor een college, als
bloote toelichting van het gesprokene, geen
nut kon afwerpen. En wat de Japansche
afdeeling betreftnu, de lozers van myno
„zoogenaamde critiek" zullen het nog zoo
kwaad niet vinden, dat d i t college van. prof.
Schlegel tot dusver achterwege bleef.
Die nuchtere „belangstellenden," die zich
door prof. Schlegel lieten afschepen met eene
verwyzing naar het bordje, dat het Museum
voor publick bezoek gesloten wasAndero
belangstellenden, minder nuchter, wendden
zich direct tot my, en doden dan al tyd de
ervariDg op, dat voor beoefenaars dor weten
schap steeds alle hinderpalen worden opge
heven.
Het slot van des Hoogleeraars betoog behoef
ik my niet aan te trokkenwanneer hy in
laatdunkende bewoordingen schryft over Ara
sterdam en 's Gravenhage, mogen anderen
hem terechtwijzen; maar ik mag dit artikel
niet besluiten zonder te protesteeren tegen
zyn aanhef, waarin by met oen insinueerend
tintje van my zegt, dat ik het Mnseum te
Amsterdam gevestigd wensch te zien, omdat
cbacun pröcho pour sa paroisse. Neen, prof.
SchlegelAmsterdam is geenszins ma paroisse.
Ma paroisse is het Museum, onverschillig
waar het staat.
Leiden, 25 Nov. 1893. Serrurier.
Spoorwegongeluk by den Omval.
Gistermorgen te 5.40 u. had eon ernstig
ongeluk plaats op de ly*n der Staatsspoorweg-
Maatschappy naby Amsterdam.
De eerste goederentrein van Utrecht, No.
648, eene locomotief met 40 wagens, kwam
in volle vaart aanryden; de draaibrug over de
oude Keulsche Vaart en den Omval was open
locomotief en tender vlogen door de snelheid
over de eerste opening, welke vyf meters
breed is, de locomotief stortte met den kop
in het water en schuin met'Let achtereinde
tegen den muur, waarop oe bfüg draait; de
tender bleef staan dwars op de rails van de
opengedraaide brug en de wagens schokten
plotseling stil op den weg, ten deele uit
de rails.
De omwonende menschen 6nelden terstond
toe op het donderend geraas. Hun eerste werk
was den stoker Ohr. Phihppi op te nemen,
die met eene lichte hoofdwonde lag een eind
vóór de biug. Hy werd in het blokhuis bin
nengebracht, waar hy vroeg naar den machi
nist Toon Visser, die nog op de locomotief
moest zyn.
Dadeiyk sproQgen nu een paar mannen in
een schuitje, en zoo redden zy ook Visser
uit zyn benarden toestand. Hy was eveumin
ernstig gewond; alleen had hy eene diepe
snede in het hoofd.
Beide mannen werden verbonden en ver
volgens in oen schuit ja naar het militair
hospitaal gebracht, van waar zy 6poedig por
spoor naar hunne woningen in Utrecht konden
worden vervoerd.
De ruïne van den trein maakte een machtigen
indruk.
Het reusac e*va?rt geleund met de
achterwielen tegen den muur, het grootste
gul lte met den glimmend koperen ketel
boven water, en de tender met afgebroken
koppelstu; gen een rechten hoek vormende
met de rails van het draaistuk.
De eerste wagen hing gekneld in de opening
tusschen den. djjjk en den muur; de opstaande
rand van de brug was daardoor geheel ge
deukt en tegen dit rytuig, dat was vastgekneld,
waren de volgende wagens aangebotst en
teruggesprongen uit het spoor.
Van den tweeden goederenwagen was het
dak geslingerd, doch de varkens, die er in
werden vervoerd, bleven ongedeerd. De derde
wagen echter had veel meer geledende
wanden waren gebarsten, de aehterste wielen
er af gerukt, zoo lag hy met het achtereinde
gedrukt in het zand. De vierde wagen was
eheel in elkander geperst, ten deele onder
den derden, en de bagage, uit rieten stoelen
bestaande, lag totaal verbrijzeld tusschen de
planken en de stukken yzer.
O middellyk werd om hu'p geseind naar
alle kanton en spoedig waren eenige ingenieurs,
een aantal opzichters met tal van arbeiders
aanwezig, om zoo spoedig mogelyk het terrein
vry te maken.
Vlug werd door middel van rails en planken
eene brug geslagen over het water.
De passagiers van aankomende en vertrek
kende treinen gingen hierover om aan den
anderen kant in een anderen trein de reis
voort te zetten.
Daarop werden twee drijvende bokken by
de firma Goedkoop aangevraagd. De eerste
verscheen reeds te halftwee, en ging liggen
aan de Amsterdamsche zydo van de brug,
de tweede moest over Muiden komen, om aan
den anderen kant te gaan liggen.
De onbeschadigde rytuigen werden naar
Hellevoetsluis teruggebracht. Daarna werden
de stukkeu van den vierden wagen door
middel van dommekrachten gelicht en aan
den kant van den dyk geworpen.
Te drie uren kwamen een twintigtal mannen
aan, om de overige wagens te lichten. Zware
rails zetten zy met dommekrachten eronder,
om ze dan, als hefboom gebruikende, in de
hoogte te werken.
Ook de telegraaflynen werden veratoord.
De mare van het ongeluk had zich spoedig
in de hoofdstad verspreid en niettegenstaande
storm en regenvlagen kwamen honderden per
ry tuig en te voet naar het terrein van de ramp.
Allen schaarden zich op den overweg voor
de gosloten hekken, en velen bleven zoo uren
staan onder hunne druipende parapluies, om
het belangryke werk te volgen.
Eenige ondernemende kooplieden hadden
terstond van het geval party getrokken en
hunne karren met appelen en gebakjes, hunne
sigaren en pypea en pepermunt vonden graag
aftrek.
Over de oorzaak van het Ojgt&tfc. i» men
het nog niet geh ~;A eens.
Do arbeider Waversveld had den dienst aan
de brug. Hy moest voor den oorslp*n wem ce
brug sluiten, doch hij scbynt zich te hebben
verslapen.
Den geheelen nacht behoort de loog opon
te staan om het verkeer door do vsazi vry
te laten. Het sein staat dan ook «itijd op
onveilig.
Dit was gistermorgen dus eveneens 't geval,
doch door den drang der geweonU aofefcnt de
machinist hierop niet te hebben geta.
De justitie heeft terstond een «oferzoek
ingesteld.
Allen zyn er over iifc, dat bet ongeluk
betrek kelyk nog zoo gelukkig is afgatoopen.
Gisteravond tegen acht uren toveetf© het
terrein een fantastisch schouwspel op. Het
ruwe weder had plaats gemaakt voor een vry.
helderen herfstavond. De maan, welke zich
af en toe achter de woltten verschool, veaiichtte
de omgeving; op den voorgrond zag men de
Diemervaart met eenige tjalkeD, w«Sko met
door de brug konden, op den aetataggrond
teekende zich de watertoren van Steuwer-
Amstel als een reus tegen den ft^tjxyzen
hemel af.
Het terrein van da spoorwegramp werd
verlicht door de vlammen uit twee U-licht-
toestellen, terwyl een derde een eind verder
van de spoorbaan stond voor de pompiers,
die uit de van Utrecht komende treinen
overstapten.
De tweede bok van Gebr. Goekoep was to
ongeveer halfzes via Muiden aangekomen.
De goederenwagens waren weder iu de rails
gelicht en steunden, voor zoover hunse wielen
waren stukgereden, op stevige lories.
En diehter by komende zag men het donkere
gevaarte nog liggen in het water. La kleine
schuitjes waren stoere mannen met dikke
jekkers aan en Zuidwesters op, by het kunst
licht bezig den ketting om de Ueemotief
te slaan.
Gelukkig dat de maan zoo helder scheen.
Den heelen nacht moesten zfj zeker aan den
gang bly von, om 's morgens alles weer vry te
hebben. Maar daarvoor moest 't erg meo-
loopen.
't Was een zware dag voor de beeren zoo
wel als voor 't volk. De raeesten warren van
's morgens zes uren bezig, doornat van den
regen, met het zweet op 't gezicht van 't
„aanpakken."
Een paar uur kreeg ieder man vry, en
's avonds kwamen broodjes en bier, manden
vol dat gaf kracht.
Hoewel de weg versperd was, kon de dienst
toch doorgaan.
's Morgens gingen de meeste passagiers uit
Amsterdam over Hilversum en Arnhem, die
van Utrecht werdon tot elf uren over de oude
Keulsche vaart gozet in schuitjes.
In het geheel was het oponthoud ven eiken
trein ongeveer vyf en twintig minuten.
De brug is nog nieuw. Zy werd gebouwd
in 1891 en men is dus zeer nieuwsgierig, of
zy deze proef hoeft kunnen doorstaan.
Omtrent het ongeval zelf verneemt de „Tol."
verder, dat de vermoedelijke oorzaak, hierboven
gemeld, juist moet zyn.
Behalve de machinist en de stoker waren
drie remmers en twee conducteurs op den
trein. Een van de laatsten, die in den vyfden
wagen de rem bediende, kreeg zoo'n ontzet-
tenden schok, dat hy eene rib kwetste. Ook
zyn toestand is zeer bovredïgend.
De machine met tender hebben te zamen
een gewicht van 60,000 K.G.
Van hoden wordt het volgende gemold:
Het spoorwegpersoneel beeft in don afge-
loopen nacht het werk tot vrymakon van de
baan tot een uur of twoe voortgezet; nadat
de tender van de brug was verwyderd, be
gonnen de bokken hun werk. Doch al ras
bleek dat de locomotiof zich zoo diep in de
modder bad gewerkt en zoo zwaar was, dat
de belde bokken het werk niot meer afkonden.
Toen moest dus de arbeid gestaakt en oin
herhaal uit het loven van een
EngeLschen detective).
„Wat omtrent de stookplaats?"
„Zy hebben er geene, zy gebruiken eene
ise kachel. Hot belkoord hangt juist rechts
n myn lessenaar. Wie gebeld moge hebben,
)et vlak voor myn lessenaar hebbon ge-
lan om het te kunnen doen. Maar waarom
u de misdadiger gebeld hebben? Het is eon
oplosbaar raadsel voor my."
„Zeker, Let was een ongewoon geval. Welko
ippon naamt gy toen? Gy hebt, naar ik
rrnoed, de kamer goed onderzocht om te
n of de inbreker ook het een of ander
jor hcoft achtergelaten, een eindje sigaar,
i handschoen, eene haarnaald of iets der-
iJks."
„Neen, wy hebbon niets gevonden."
„Rook de kamer ook ergens naar?"
.Kyk, daar hebben we In 't geheel niet
gedacht."
0 Een o tabakslucht b(jv. zou ons in zulk
1 onderzoek te pas gekomon zyn."
,Ik rook zelf niet. dus ik denk wel, dat
my opgevallen zou zyn, als er eene
akslucht was geweost. Er was hoege-
imd geen spoor. Men zou kunnon zeggen
hot eenige tastbare feit was, dat de
tiersvrouw, Mrs. Taugly was haar naam,
in groote haast was weggeloopen. Haar man
kon ons daarover geene nadere opheldering
geven dan dat 't het uur was, waarop zy
gewoonlyk naar huis ging. De politie-agent en
ik kwamen overeen, dxt 't het best was om de
vrouw te vatten vóór zy zich van de papieren
had kunnen ontdoen, ingeval zy ze had gestolen.
Hot bericht van het ongolnk had iniddeler-
i wyi Scotland-Yard bereikt, on de heer Forbes,
de'ectief, was dadolyk op zyn post en pakte
de zaak met voel energie aan. We huurden
een rytuig en binnen een half uur waren wy
aan het opgegeven adres. Eeno jonge vrouw,
die de oudste dochter bleek te zyn van Mis.
Taugley, deed de deur voor ons open. Hare
moeder was, zooals zy zeide, nog niet terug
gekeerd en wy worden in eone voorkamer
gelaten om te wachten.
Ongeveer tien minuten later werd er aan
do deur geklopt-, en nu begingen wy een
groven flater, dien ik my maar niet vergeven
kan. In plaats dat w\j zei ven de deur openden,
lieten wy het het meisje doen. Wy hoorden
haar zeggen: „Moeder, er zyn twee mannen
gokomen om u te sproken," on een oogenblik
j later hoorden wy zo snel door do gang loopen.
Forbes smeet de deur open en belden hopen
wy Daar de achterkamer of keuken, maar de
vrouw was er oerdor dan wy. Zy keek ons
mot wantrouwende blikken aan, maar daarna
herkende zjj my plotseling en teekende zich
de grootste verbazing op haar gelaat af."
„Goede Hemel, als dat m(jnheor Phelps van
het bureau niet isl" riep zy uit.
M Hot politioburean to Lonlen-
„Kom, kom, wie dacht gy dan wel, dat
wy waren, toen gy van ons wegliept?" vroeg
myn metgezel.
„Ik dacht dat gy de deurwaarders waart,"
zeide zy; „wy hebben ruzie gehad met een
koopman."
„Daar nemen wy geen genoegen mede,"
antwoordde Forbes. „Niet zonder goede reden
verdenken wy u, dat gy een zeer belangrijk
papier uit het ministeriegebouw gestolen hebt,
en dat gy hierheen geloopen zyt om het te
bergen. Gy moet weer met ons mee teruggaan
naar Scotland-Yard om onderzocht te worden."
„Het was tevergeefs, dat zy hare onschuld
betuigde en zich tegen ons verzette. Wy
bestolden een rytuig en reden allo drie terug.
Wy hadden eerst nauwkeurig de keuken on
derzocht en hoofdzakelyk het vuur in de keu
ken, om te zien of zy zich ook van de papieren
ontdaan had gedurende het oogenblik, dat
zy alleen was. Wy vonden echter niets, Doch
asch, noch snippers. Toen wy Scotland-Yard
bereikt hadden, werd zy dadelyk aan eene
vrouw overhandigd, die haar moest doorzoe
ken. Ik wachtte, waanzinnig door die onzeker
heid, op baar verslag. Er was geen spoor van
de papieren gevonden.
„Toen, voor de eerste maal, kreeg lk besef
van myn toestand. Tot nu toe was ik steeds
in do weer geweest, en bezigheid verdooft
het denken. Ik had zoo zeker gedacht het
tractaat dadelyk terug te krygen, dat ik er
niet aan had durven denken, wat de gevolgen
zouden zyn, als het eens zoek bleef. Maar
nu kon niets meer gedaan worden en lk kon
op myn gemak myn toestand eens overzien.
Het was verschrikkelyk! Go weet wel, Watson,
dat ik op school al bekend stond als een
zenuwachtige, gevoelige jongen. Ik ben het
van nature. Ik dacht aan myn oom en aan
zijne collega's in het kabinet, aan de schande,
die ik over hem, over my zei ven, ja over ieder
bracht, die met my in betrekking stond. Wat
moest er van my worden, ofschoon alles bui
ten myne schuld was gebeurd? Ja, ongelukken
worden niet aangenomen, daar, waar staat
kundige belangen mee gemoeid zyn. Ik was
geruïneerd, schaDdeiyk, hopeloos geruïneerd.
Ik weet niet meer wat ik deed. Ik denk wel,
dat ik eene scène gemaakt zal hebben. Ik
herinner my flauw, dat er een troep beamb
ten om my stond, die my trachtten te sussen.
Eén van hen reed met my naar Waterloo-
station en hielp my in den trein naar Woking.
Ik geloof wel, dat hy my heelemaal gebracht
zou hebbeD, als niet Dr. Ferrier, die naast
ons woont, ook joist met denzelfden trein
ging. De dokter nam my onder zyne hoede,
en het was maar goed, dat hy dit deed, want
ik kreeg een toeval in den trein, en nog eer
wy thuiskwamen, was ik letterlyk volslagen
waanzinnig.
„Gy kunt o begrypen, hoe de staat van
zaken hier was, toen allen, door het bellen
van den dokter gewekt, my in dien toestand
zagen. Die arme Annie en myne moeder waren
diep bedroefd. Dr. Ferrier had van den ge
rechtsdienaar aan het station juist genoeg
gehoord, om in enkele trekken het gebeurde
te kunnen mededeelen, en zyn verhaal maakte
de zaken niet beter. Zy begrepen allen wel,
dat ik lang ziek zou biyven. zoodat Joseph
uit zyne vroolijke slaapkamer verdreven werd,
die nu voor my als ziekokamer werd inge
richt. Hier heb ik gelegen, mynheer Holmes,
langer dan negen weken, zonder bewustzyn
en ylende in myne hersenkoortsen. Wannoor
Miss Harrison er niet geweest was, en de
dokter my niet zooveel zorg had betoond,
zou ik nu niet met u spreken. Zy verpleegde
my overdag, en 's nachts had ik eeno gehuurde
ziekenoppasseres, want als ik een aanval had
van waanzin, was ik tot alles in staat. Lang
zaam kwam ik weer by kennis, en oerst
sedert de laatste drie dagen herinner ik my
weer alles. Soms zou ik wenschen, dat myn
geheugen maar nooit was teruggekeerd. Ik
ben begonnen met dadelyk aan Forbes te
telegrapheeren, die de zaak ïn handen heeft.
Hy kwam over en verzekerde my, dat, of
schoon niets onbeproefd is gelaten, er nergens
een spoor gevonden is. De portier en zyne
vrouw zyn op alle manieren onderzocht, maar
zonder resultaat. De verdenkingen van de
politie bleven toen rusten op den jongen
Gorot, den klerk, die, zooals gy u misschien
herinnert, dien avond over zyn tyd in het
ministerie bleef. Zyn acbterbiyven en zyn
Fransche naam waren werkelyk de eenige
twee punten, die argwaan zouden kunnen
opwekken, maar natuuriyk was ik eerst aan
myn werk begonnen, toen hy weg was, en
hoewel by van de Hugenoten afstamt, is hy
een even volbloed Engelschman ale gjj en ik.
(Wordt vervolgd).