Feuilleton. liet verdwenen Marinetractaat. -tfff tinning te verleenen tot het leggen van eene rug over de sloot langs den Hoogen RündtJk aar zyn tejrein van Rijnstroom, met uitpad aar don straatweg, tegen betaling van eono lariyksche recognitie van een gulden, onder epaling dat het uitpad voortdurend ten go- oogen van Burg. en Woths. worde onder ouden, on dat de vergunning vervalt, wanneer aarvan niot vóór 1 Januari 1894 gebruik is emaakt, verder te besluiten dat een in hot dros bedoelde boom, die alzoo voor boven- cnoemden toegang aan den Hoogen Ryndyk i den weg staat, van gemeentewege voor okening van adressant zal worden gerooid n adressant wat betreft het leggen van eene rug naar het Jaagpad Ve verwezen naar de redeputeerdo Staten van Zuid-Holland. By don gemeenteraad is door B. en "We. en voorstel ingediend tot wijziging der inkom- ten-belaeting alhier, met dien vorstande, dat o. het inkomen tot f 500 worde vrijgesteld an belasting, 2o. dat dit beurag van eiken anslag der overblijvende belastingschuldigen rorde afgetrokken om te komen tot het elastbaar iakomon. Tot dusver was een inkomen tot 400 vry. De tweo voorgestelde maatregelen zullen en gevolge hebben dat, om tot byv. een laatselyk belastingciJfer van ƒ167.215 te L-rwkoi:, ais in 1893 noodig is, het percentage ou worden 3,27076, stel 3.27, tegen 3 pet. olgens de bestaande belasting. Ook wordt voorgeleid dat in het vervolg e aanslagen in de plaatselijke directe be ating ambtshalve door B. en Ws. zouden eschieden, en niet rtreer volgens eigen aan- ifte der belastingschuldigen. Op een en ander hopen we in een volgend ommer meer uitvoerig terug te komen. Morden (Dinsdag javond van 8 tot 10 ren zal in de zaal der „Logo" alhier voor do iden der Leidsche afdeeling van de Maat- ;happy van Tuinbouw en Plantkunde eene ^onaardige kunstbeschouwing gehouden wor- 3n. Men noemt het meer bescheiden eene ntoonstelling (alleen voor de leden met unne d.rnws) van plantenteekeningenzy .-liter, die wel eens in de gelegenheid waren c feekemngen van den nog jongen teeke- V er boog te zien, begrypen zeer goed •i wel degoiyk van eene kuüstbeschou- prake is. Mochten er dan ook onder u zyn, die hiervan niet veel verwach- •;y gaan er gerust heen; dat ze voldaan j;.swaarfcs zullen kèertn,i8nie wyfelac itig. Interessant zal die kennismak, ng bovendien jn voor hen, die er belang in stellen te zien )®ver een jongmensch, genoegzaam zonder idmg, maar met veel natuurleken aanleg, )t door ambitie in weinige jaren kan brengen. By do heden gehouden openbare verkoo hg van eokes, in partijen van 1000, 100, 10 en 5 Hectoliters, waren de hoogste Ijzen: ƒ380, f 40, f 21, ƒ4.60 en ƒ2.25; laagste: ƒ380, 40, ƒ21, ƒ4.50 en 2.26. De heer Quarles van Ufford heeft aan >n Haagscben gemeenteraad een adres go- ;ht, waarin hy, met verwijzing naar zyn tikel in hot „Haagsehe Dagblad", den wensch keimon geeft: „dat de Raad ten spoedigste t 's lands Regeering het vorzoek richte het juw te bouwen Eihnographisoh Museum in Gravenhage te vestigen, zich tevens bereid irklaronde daarvoor, desgevorderd, eene nader bepalen geldelijke bydrage beschikbaar te dien stellen." Hij hoopt dat zyn adres spoedig van vele den instemming zal vinden en de eigenaars >n den grond achter den Dierentuin, dien ond, welken hy daartoe 't meest geschikt ht, koatelooe beschikbaar zullen stellen. Of .t anders Haagsche Maeconaten, ruim mot iddelen gezegend, zich zullen beijveren „stads '8 lands Regeering de gelegenheid te geven 8 heeriyk Haagje met een uitstekend Ethno- aphiach Museum te bogiftïgen." Hjj dringt op spoed a?n, omdat binnen sinige weken waarschynlyk daaromtrent in Volksvertegenwoordiging de beslissing zal Hen. Zoo groote haast is er niet by. Immers, wèl voor een nieuw Museum van natuurlyke His'orie, niet voor het Ethnographisch Museum heeft de Regeering op de Staatsbegrooting voor 1894 gold gevraagd. Men kan zich dus d >g wel eonigen tyd bedenken, alvorens over dit laatste eene beslissing valt! Mej. J. M. Proot, van Grouicgon, is geslaagd voor het examen middelbaar onder- wys geschiedenis. Zaterdagnamiddag te 5 uren kwam op het Loo de prinses Elisabeth van Waldeck aan. De prinses werd tot Bentheim te gemoet gereisd door Hr. Ms. hofdame baronesse Van Ittersum en aan het station Apeldoorn ontvangen door de Koning in-Regen tos, vergezeld van eene hofdame en een kamerheer. Het „Berl. Tagebiatt" kondigt de verloving aan van den prins van Napels met prinses Elisabeth van Waldeck—Pyrmont, de jongste zuster onzer Koningin-Regentes. Znid-Hollandsche IJsvereenigin^. Uit Den Haag meldt men het volgende: Onder leiding van den heer W. F. Margadaut bield de Zuid-Hollandsche LTsvoreeniging een© vergadering met het doel om te geraken tot vorming van eon Bond van Usvereenigingen in Zuid Holland. Op dio vergadering waren vertegenwoordigd do IJsclubs te Loosduinen, Maassluis, de Rijn streek, Schipluiden, Sassenheim, Lisse, Noord- wyk, Kethel, Delft, Voorschoten, Leidschendam, Naaldwijk en 's Gravenhage, terwy.l een afge- vaardigde van Kralingen als belangstellende aanwezig was. Alvorons te beslissen, of een Bond zou worden tot stand gebracht, werden behandeld de ontwerp-statuton van den Bond. Als doel van den Bond word gesteld de bevordering van het verkeer op de ysbanen in Zuid-Holland door de vorming van plaatse lijke ys voreenigingen to bevorderen en het iu beheer nemon van andors onbeheerde gedeel ten, gelegen tusschen de banen van aangeslo ten vereenigingen, en wel met dien verstande, dat daardoor voor hot algemeen bc-langryko verkeerswegen worden geopend. By de gedachtenwisseling over de statuten werden deze nog in verschillende opzichten gewyzigd. O. a. werd bepaald dat onder de aangesloten vereenigingen, door wier afgevaardigden liet Bondsbestuur wordt gevormd, ook gerekend worden die veroenigingen, die zich niet kunnen aansluiten aan de bestaande banen en welko minstens 25 donateurs van den Bond uit hunne leden tellendat het uitvoerend comité zal be staan uit 7 personendat tot do vergaderingon toegang zullen hebben ook de loden der Vor- eeniging met recht van doelneming aan de be raadslaging, maar zonder stemrecht. Vervallen is de bepaling, dat by ontbinding van den Bond eventueel© baten of schulden alsdan onder de vereenigingen zullen worden verdeeld of er van opgevorderd worden, alles naar rato van de bydragon van ieder der ver eenigingen. Hierdoor is de flnantiéelo aan sprakelijkheid geheel gelegd op de schouders van hot Bondsbestuur. Na vaststelling der statuten werd besloten tot vorming van den Bond en verklaarden reeds zich daarby aan te sluiten de vereenigingen Leidschendam, Loosduinen, Maassluis, Schip luiden, Sassenheim, Lisse, Noordwyk, Kethel, Delft, Naald wyk, De Lier en 's-Gravenhage. Voor de Rynstreek en Voorschoten werd voorwaardeiyk toegetreden. Besloten werd tot benoeming van 7 leden van het uitvoerend comité en de constitutie van het Bondsbestuur eerst over te gaan na verkregen konïnklyke bewilliging op de sta tuten. Met het oog op de wenscheiykheid om den Bond reeds in den naderenden winter in wer king te brengen, stelde de heer P. F. L. Waldeck, uit Loosduinen, even wol voor het bestuur van de Zuid Holl. IJsvereonigiDg te's-Gravenhage, onder dankbetuiging voor zyne welgeslaagde pogingen voor het tot stand brengen van den Bond van Usvereenigingen, uit te noodigen, zoolaDg er geen Bondsbestuur is, voorloopig werkzaam to zyn in het belang van den Bond on met machtiging te handelen volgens de be palingen der vastgestelde statuten. Dit voorstel werd by acclamatie aangeno men, waarop het bestuur zieh bereid verklaarde in dien zin handelend op te treden in afwachting van de vergadering der afgevaardigden van het Bondsbestuur tot benoeming van een uit voerend comité. Reeds nu verklaarde het vaart-comité aan een der afgevaardigden pogingen te zullen aanwenden om by besloten water het spuien zooveel mogelyk te vermyden. INGEZONDEN. Kot Ryks Ethnographisch Museum to Leideu. Niet zoodra heb ik tien regels laten druk ken, of proL Schlegel gevoelt een innerlyken drang ora er op te reageeren. Dit nu is voor my wel zeer vereerendmaar het is toch eone -lastige eer, omdat prof. Schlegel in zyne mededeelingen zóó onnauwkeurig is, dat ik ver plicht ben hem telkens te weersproken. Zoo heb ik 's Rijks Ethnographisch Museum geenszins een onordelyk pakhuis ge noemd; ik zal er my wel voor wachten. Ter- wyl de heer Schlegel zich zoovele jaren lang ergerde, dat het Museum niet voor zyn col lege te gebruiken was, hield ik my met den heer conservator onledig mot het in orde brengen van den wetenschappelyken voorraad. En die o r d e is sinds lang verkregen, al is de ruimte onvoldoende. Om evenwc-1 die orde te ontdekken, moet men het Museum zien, en niet van achter de schrijf tafel beoordeelen. De Japansche enChineescheaf- deelingen zouden zéé onordelyk en toegau kelyk zyn, dat ze voor het college van prof. Schlegol tot heden toe onbruikbaar zyn ge weest I Ongelukkig voor prof. Schlegel moet ik hier weer constateeren, dat de Chinee- sche afdeeling tot voor weinige maanden toen de collectie van prof. De Groot werd aangewonnen zóó arm en zóó slecht geéquili- breerd was, dat ze zelfs voor een college, als bloote toelichting van het gesprokene, geen nut kon afwerpen. En wat de Japansche afdeeling betreftnu, de lozers van myno „zoogenaamde critiek" zullen het nog zoo kwaad niet vinden, dat d i t college van. prof. Schlegel tot dusver achterwege bleef. Die nuchtere „belangstellenden," die zich door prof. Schlegel lieten afschepen met eene verwyzing naar het bordje, dat het Museum voor publick bezoek gesloten wasAndero belangstellenden, minder nuchter, wendden zich direct tot my, en doden dan al tyd de ervariDg op, dat voor beoefenaars dor weten schap steeds alle hinderpalen worden opge heven. Het slot van des Hoogleeraars betoog behoef ik my niet aan te trokkenwanneer hy in laatdunkende bewoordingen schryft over Ara sterdam en 's Gravenhage, mogen anderen hem terechtwijzen; maar ik mag dit artikel niet besluiten zonder te protesteeren tegen zyn aanhef, waarin by met oen insinueerend tintje van my zegt, dat ik het Mnseum te Amsterdam gevestigd wensch te zien, omdat cbacun pröcho pour sa paroisse. Neen, prof. SchlegelAmsterdam is geenszins ma paroisse. Ma paroisse is het Museum, onverschillig waar het staat. Leiden, 25 Nov. 1893. Serrurier. Spoorwegongeluk by den Omval. Gistermorgen te 5.40 u. had eon ernstig ongeluk plaats op de ly*n der Staatsspoorweg- Maatschappy naby Amsterdam. De eerste goederentrein van Utrecht, No. 648, eene locomotief met 40 wagens, kwam in volle vaart aanryden; de draaibrug over de oude Keulsche Vaart en den Omval was open locomotief en tender vlogen door de snelheid over de eerste opening, welke vyf meters breed is, de locomotief stortte met den kop in het water en schuin met'Let achtereinde tegen den muur, waarop oe bfüg draait; de tender bleef staan dwars op de rails van de opengedraaide brug en de wagens schokten plotseling stil op den weg, ten deele uit de rails. De omwonende menschen 6nelden terstond toe op het donderend geraas. Hun eerste werk was den stoker Ohr. Phihppi op te nemen, die met eene lichte hoofdwonde lag een eind vóór de biug. Hy werd in het blokhuis bin nengebracht, waar hy vroeg naar den machi nist Toon Visser, die nog op de locomotief moest zyn. Dadeiyk sproQgen nu een paar mannen in een schuitje, en zoo redden zy ook Visser uit zyn benarden toestand. Hy was eveumin ernstig gewond; alleen had hy eene diepe snede in het hoofd. Beide mannen werden verbonden en ver volgens in oen schuit ja naar het militair hospitaal gebracht, van waar zy 6poedig por spoor naar hunne woningen in Utrecht konden worden vervoerd. De ruïne van den trein maakte een machtigen indruk. Het reusac e*va?rt geleund met de achterwielen tegen den muur, het grootste gul lte met den glimmend koperen ketel boven water, en de tender met afgebroken koppelstu; gen een rechten hoek vormende met de rails van het draaistuk. De eerste wagen hing gekneld in de opening tusschen den. djjjk en den muur; de opstaande rand van de brug was daardoor geheel ge deukt en tegen dit rytuig, dat was vastgekneld, waren de volgende wagens aangebotst en teruggesprongen uit het spoor. Van den tweeden goederenwagen was het dak geslingerd, doch de varkens, die er in werden vervoerd, bleven ongedeerd. De derde wagen echter had veel meer geledende wanden waren gebarsten, de aehterste wielen er af gerukt, zoo lag hy met het achtereinde gedrukt in het zand. De vierde wagen was eheel in elkander geperst, ten deele onder den derden, en de bagage, uit rieten stoelen bestaande, lag totaal verbrijzeld tusschen de planken en de stukken yzer. O middellyk werd om hu'p geseind naar alle kanton en spoedig waren eenige ingenieurs, een aantal opzichters met tal van arbeiders aanwezig, om zoo spoedig mogelyk het terrein vry te maken. Vlug werd door middel van rails en planken eene brug geslagen over het water. De passagiers van aankomende en vertrek kende treinen gingen hierover om aan den anderen kant in een anderen trein de reis voort te zetten. Daarop werden twee drijvende bokken by de firma Goedkoop aangevraagd. De eerste verscheen reeds te halftwee, en ging liggen aan de Amsterdamsche zydo van de brug, de tweede moest over Muiden komen, om aan den anderen kant te gaan liggen. De onbeschadigde rytuigen werden naar Hellevoetsluis teruggebracht. Daarna werden de stukkeu van den vierden wagen door middel van dommekrachten gelicht en aan den kant van den dyk geworpen. Te drie uren kwamen een twintigtal mannen aan, om de overige wagens te lichten. Zware rails zetten zy met dommekrachten eronder, om ze dan, als hefboom gebruikende, in de hoogte te werken. Ook de telegraaflynen werden veratoord. De mare van het ongeluk had zich spoedig in de hoofdstad verspreid en niettegenstaande storm en regenvlagen kwamen honderden per ry tuig en te voet naar het terrein van de ramp. Allen schaarden zich op den overweg voor de gosloten hekken, en velen bleven zoo uren staan onder hunne druipende parapluies, om het belangryke werk te volgen. Eenige ondernemende kooplieden hadden terstond van het geval party getrokken en hunne karren met appelen en gebakjes, hunne sigaren en pypea en pepermunt vonden graag aftrek. Over de oorzaak van het Ojgt&tfc. i» men het nog niet geh ~;A eens. Do arbeider Waversveld had den dienst aan de brug. Hy moest voor den oorslp*n wem ce brug sluiten, doch hij scbynt zich te hebben verslapen. Den geheelen nacht behoort de loog opon te staan om het verkeer door do vsazi vry te laten. Het sein staat dan ook «itijd op onveilig. Dit was gistermorgen dus eveneens 't geval, doch door den drang der geweonU aofefcnt de machinist hierop niet te hebben geta. De justitie heeft terstond een «oferzoek ingesteld. Allen zyn er over iifc, dat bet ongeluk betrek kelyk nog zoo gelukkig is afgatoopen. Gisteravond tegen acht uren toveetf© het terrein een fantastisch schouwspel op. Het ruwe weder had plaats gemaakt voor een vry. helderen herfstavond. De maan, welke zich af en toe achter de woltten verschool, veaiichtte de omgeving; op den voorgrond zag men de Diemervaart met eenige tjalkeD, w«Sko met door de brug konden, op den aetataggrond teekende zich de watertoren van Steuwer- Amstel als een reus tegen den ft^tjxyzen hemel af. Het terrein van da spoorwegramp werd verlicht door de vlammen uit twee U-licht- toestellen, terwyl een derde een eind verder van de spoorbaan stond voor de pompiers, die uit de van Utrecht komende treinen overstapten. De tweede bok van Gebr. Goekoep was to ongeveer halfzes via Muiden aangekomen. De goederenwagens waren weder iu de rails gelicht en steunden, voor zoover hunse wielen waren stukgereden, op stevige lories. En diehter by komende zag men het donkere gevaarte nog liggen in het water. La kleine schuitjes waren stoere mannen met dikke jekkers aan en Zuidwesters op, by het kunst licht bezig den ketting om de Ueemotief te slaan. Gelukkig dat de maan zoo helder scheen. Den heelen nacht moesten zfj zeker aan den gang bly von, om 's morgens alles weer vry te hebben. Maar daarvoor moest 't erg meo- loopen. 't Was een zware dag voor de beeren zoo wel als voor 't volk. De raeesten warren van 's morgens zes uren bezig, doornat van den regen, met het zweet op 't gezicht van 't „aanpakken." Een paar uur kreeg ieder man vry, en 's avonds kwamen broodjes en bier, manden vol dat gaf kracht. Hoewel de weg versperd was, kon de dienst toch doorgaan. 's Morgens gingen de meeste passagiers uit Amsterdam over Hilversum en Arnhem, die van Utrecht werdon tot elf uren over de oude Keulsche vaart gozet in schuitjes. In het geheel was het oponthoud ven eiken trein ongeveer vyf en twintig minuten. De brug is nog nieuw. Zy werd gebouwd in 1891 en men is dus zeer nieuwsgierig, of zy deze proef hoeft kunnen doorstaan. Omtrent het ongeval zelf verneemt de „Tol." verder, dat de vermoedelijke oorzaak, hierboven gemeld, juist moet zyn. Behalve de machinist en de stoker waren drie remmers en twee conducteurs op den trein. Een van de laatsten, die in den vyfden wagen de rem bediende, kreeg zoo'n ontzet- tenden schok, dat hy eene rib kwetste. Ook zyn toestand is zeer bovredïgend. De machine met tender hebben te zamen een gewicht van 60,000 K.G. Van hoden wordt het volgende gemold: Het spoorwegpersoneel beeft in don afge- loopen nacht het werk tot vrymakon van de baan tot een uur of twoe voortgezet; nadat de tender van de brug was verwyderd, be gonnen de bokken hun werk. Doch al ras bleek dat de locomotiof zich zoo diep in de modder bad gewerkt en zoo zwaar was, dat de belde bokken het werk niot meer afkonden. Toen moest dus de arbeid gestaakt en oin herhaal uit het loven van een EngeLschen detective). „Wat omtrent de stookplaats?" „Zy hebben er geene, zy gebruiken eene ise kachel. Hot belkoord hangt juist rechts n myn lessenaar. Wie gebeld moge hebben, )et vlak voor myn lessenaar hebbon ge- lan om het te kunnen doen. Maar waarom u de misdadiger gebeld hebben? Het is eon oplosbaar raadsel voor my." „Zeker, Let was een ongewoon geval. Welko ippon naamt gy toen? Gy hebt, naar ik rrnoed, de kamer goed onderzocht om te n of de inbreker ook het een of ander jor hcoft achtergelaten, een eindje sigaar, i handschoen, eene haarnaald of iets der- iJks." „Neen, wy hebbon niets gevonden." „Rook de kamer ook ergens naar?" .Kyk, daar hebben we In 't geheel niet gedacht." 0 Een o tabakslucht b(jv. zou ons in zulk 1 onderzoek te pas gekomon zyn." ,Ik rook zelf niet. dus ik denk wel, dat my opgevallen zou zyn, als er eene akslucht was geweost. Er was hoege- imd geen spoor. Men zou kunnon zeggen hot eenige tastbare feit was, dat de tiersvrouw, Mrs. Taugly was haar naam, in groote haast was weggeloopen. Haar man kon ons daarover geene nadere opheldering geven dan dat 't het uur was, waarop zy gewoonlyk naar huis ging. De politie-agent en ik kwamen overeen, dxt 't het best was om de vrouw te vatten vóór zy zich van de papieren had kunnen ontdoen, ingeval zy ze had gestolen. Hot bericht van het ongolnk had iniddeler- i wyi Scotland-Yard bereikt, on de heer Forbes, de'ectief, was dadolyk op zyn post en pakte de zaak met voel energie aan. We huurden een rytuig en binnen een half uur waren wy aan het opgegeven adres. Eeno jonge vrouw, die de oudste dochter bleek te zyn van Mis. Taugley, deed de deur voor ons open. Hare moeder was, zooals zy zeide, nog niet terug gekeerd en wy worden in eone voorkamer gelaten om te wachten. Ongeveer tien minuten later werd er aan do deur geklopt-, en nu begingen wy een groven flater, dien ik my maar niet vergeven kan. In plaats dat w\j zei ven de deur openden, lieten wy het het meisje doen. Wy hoorden haar zeggen: „Moeder, er zyn twee mannen gokomen om u te sproken," on een oogenblik j later hoorden wy zo snel door do gang loopen. Forbes smeet de deur open en belden hopen wy Daar de achterkamer of keuken, maar de vrouw was er oerdor dan wy. Zy keek ons mot wantrouwende blikken aan, maar daarna herkende zjj my plotseling en teekende zich de grootste verbazing op haar gelaat af." „Goede Hemel, als dat m(jnheor Phelps van het bureau niet isl" riep zy uit. M Hot politioburean to Lonlen- „Kom, kom, wie dacht gy dan wel, dat wy waren, toen gy van ons wegliept?" vroeg myn metgezel. „Ik dacht dat gy de deurwaarders waart," zeide zy; „wy hebben ruzie gehad met een koopman." „Daar nemen wy geen genoegen mede," antwoordde Forbes. „Niet zonder goede reden verdenken wy u, dat gy een zeer belangrijk papier uit het ministeriegebouw gestolen hebt, en dat gy hierheen geloopen zyt om het te bergen. Gy moet weer met ons mee teruggaan naar Scotland-Yard om onderzocht te worden." „Het was tevergeefs, dat zy hare onschuld betuigde en zich tegen ons verzette. Wy bestolden een rytuig en reden allo drie terug. Wy hadden eerst nauwkeurig de keuken on derzocht en hoofdzakelyk het vuur in de keu ken, om te zien of zy zich ook van de papieren ontdaan had gedurende het oogenblik, dat zy alleen was. Wy vonden echter niets, Doch asch, noch snippers. Toen wy Scotland-Yard bereikt hadden, werd zy dadelyk aan eene vrouw overhandigd, die haar moest doorzoe ken. Ik wachtte, waanzinnig door die onzeker heid, op baar verslag. Er was geen spoor van de papieren gevonden. „Toen, voor de eerste maal, kreeg lk besef van myn toestand. Tot nu toe was ik steeds in do weer geweest, en bezigheid verdooft het denken. Ik had zoo zeker gedacht het tractaat dadelyk terug te krygen, dat ik er niet aan had durven denken, wat de gevolgen zouden zyn, als het eens zoek bleef. Maar nu kon niets meer gedaan worden en lk kon op myn gemak myn toestand eens overzien. Het was verschrikkelyk! Go weet wel, Watson, dat ik op school al bekend stond als een zenuwachtige, gevoelige jongen. Ik ben het van nature. Ik dacht aan myn oom en aan zijne collega's in het kabinet, aan de schande, die ik over hem, over my zei ven, ja over ieder bracht, die met my in betrekking stond. Wat moest er van my worden, ofschoon alles bui ten myne schuld was gebeurd? Ja, ongelukken worden niet aangenomen, daar, waar staat kundige belangen mee gemoeid zyn. Ik was geruïneerd, schaDdeiyk, hopeloos geruïneerd. Ik weet niet meer wat ik deed. Ik denk wel, dat ik eene scène gemaakt zal hebben. Ik herinner my flauw, dat er een troep beamb ten om my stond, die my trachtten te sussen. Eén van hen reed met my naar Waterloo- station en hielp my in den trein naar Woking. Ik geloof wel, dat hy my heelemaal gebracht zou hebbeD, als niet Dr. Ferrier, die naast ons woont, ook joist met denzelfden trein ging. De dokter nam my onder zyne hoede, en het was maar goed, dat hy dit deed, want ik kreeg een toeval in den trein, en nog eer wy thuiskwamen, was ik letterlyk volslagen waanzinnig. „Gy kunt o begrypen, hoe de staat van zaken hier was, toen allen, door het bellen van den dokter gewekt, my in dien toestand zagen. Die arme Annie en myne moeder waren diep bedroefd. Dr. Ferrier had van den ge rechtsdienaar aan het station juist genoeg gehoord, om in enkele trekken het gebeurde te kunnen mededeelen, en zyn verhaal maakte de zaken niet beter. Zy begrepen allen wel, dat ik lang ziek zou biyven. zoodat Joseph uit zyne vroolijke slaapkamer verdreven werd, die nu voor my als ziekokamer werd inge richt. Hier heb ik gelegen, mynheer Holmes, langer dan negen weken, zonder bewustzyn en ylende in myne hersenkoortsen. Wannoor Miss Harrison er niet geweest was, en de dokter my niet zooveel zorg had betoond, zou ik nu niet met u spreken. Zy verpleegde my overdag, en 's nachts had ik eeno gehuurde ziekenoppasseres, want als ik een aanval had van waanzin, was ik tot alles in staat. Lang zaam kwam ik weer by kennis, en oerst sedert de laatste drie dagen herinner ik my weer alles. Soms zou ik wenschen, dat myn geheugen maar nooit was teruggekeerd. Ik ben begonnen met dadelyk aan Forbes te telegrapheeren, die de zaak ïn handen heeft. Hy kwam over en verzekerde my, dat, of schoon niets onbeproefd is gelaten, er nergens een spoor gevonden is. De portier en zyne vrouw zyn op alle manieren onderzocht, maar zonder resultaat. De verdenkingen van de politie bleven toen rusten op den jongen Gorot, den klerk, die, zooals gy u misschien herinnert, dien avond over zyn tyd in het ministerie bleef. Zyn acbterbiyven en zyn Fransche naam waren werkelyk de eenige twee punten, die argwaan zouden kunnen opwekken, maar natuuriyk was ik eerst aan myn werk begonnen, toen hy weg was, en hoewel by van de Hugenoten afstamt, is hy een even volbloed Engelschman ale gjj en ik. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 2