N°. 10360.
Dinsdag 28 November.
A0. 1893.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
mn (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per S maanden. f 1.10.
Franco per postl.iQc
Afzonderl«tce Nommors 0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TiJÈN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel moor f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 27 November.
Por adres verzoeken de beeren "William
en Francis Liernur, te St.-Cloud, eenige ver
goeding te mogen ontvangen voor de plannen,
indertijd door wyion hun vader Charles T.
Liernur opgemaakt voor eone algomoene toe
passing van het Liernuratelsel in deze ge
meente, met erkenning dat van eenig recht
op vergoeding geonerlei sprake is, terwyi
alleen een beroep wordt gedaan op de.billijk
heid met het oog op de aanzienlijke kosten,
aan het opmaken van het plan verbonden.
In het schrijven van het College van B. on
Wsin het adres aangehaald, werd dan ook
op eon door wyien den heer Lieinur ingediend
verzoek geantwoord dat Burg. en Weths.
moenden dat desverlangd geen bezwaar zal
bestaan om to onderhandelen omtrent den
aanleg en de exploitatie van het pneumatisch
rioolstelsel overeenkomstig de door den heer
Liernur aangegeven voorwaarden, zonder dat
een der partijen geacht wordt daardoor in
eenigorlei opzicht te zijn verbonden.
Hoezeer B. en Ws. erkennen dat door
wijlen den heer Liernur in deze een omvang
rijke arbeid is verricht, ten einde een voor-
loopig plan voor het tweeledig rioolstelsel
ook in deze gemeente op te maken en dat,
ook niettegenstaande de velerlei hulp, hem
daarbij van gemeentewege verleend, aan dat
werk aanzienlijke uitgaven voor hem waren
verbonden, moenen B. on Ws. dat bezwaarlijk
daarvoor eenige vergoeding uit de gemeentekas
kan worden verleend.
De plannen toch zijn opgemaakt geheel
voor risico van don ondernemer, zonder eenige
daartoe strekkende opdracht van het Gemeente
bestuur en al mogen dan ook die plannen
van meer omvangrijken aard zijn, dan in den
regel bij aanvragen ten aanzien van andore
ondernemingen het gevat is, zoo schijnt het
toch volgens B. en Ws. eervigszins gevaarlijk
in dit geval vergoeding te verloenen voor
geheel uit eigen beweging en in eigen belang
opgemaakte plannen, met do wetenschap bü
den ondernemer dat het werk moest geschieden
geheel voor eigen rekening, terwijl alleon bij
aanneming van de ingediende voorstellen do
kosten zouden kunnen worden vergood.
Door den ontwerper zelf is dan ook nooit
eeno aanvrage om vergoeding ingediend.
B. en Ws. geven den gemeenteraad mits
dien in overweging aan adressanten te kennen
te geven dat de gemeonteraad, hoezeer erken
nende den veel-omvattenden arbeid door wyien
hun vader verricht voor het opmaken van
de plannen voor eene algemeene toepassing
van zyn rioolstelsel in deze gemoente, bozwaar
moet maken aan hun verzoek gevolg te geven.
Ook wat betreft het mede overgelegd tweede
adres van de heeren Liernur, waarbij gevraagd
wordt mededeeling of do Raad bereid is nadere
voorstellen omtrent den aanleg en de exploi
tatie van eene pneumatische rioleering met
poudretleering in ^deze gemeente in behau-
deltng te nemen, meenen B, en Ws. dat er
geene aanleiding bestaat om eene opdracht
voor do indiening van zoodanige voorstellen
te geven. Aan eene algemeene toepassing
over de geheole gemeente toch zijn k. i.
zoovele bezwaron van allerlei aard verbonden,
dat B. en Ws. met grond meenen te mogen
betwijfelen dat de eventueel in te dienen
voorstellen tot een ge we nacht resultaat zullen
leiden. Bovendien is de zaak van te veel
ingrijpenden aard, om aan particulieren of
eene Maatschappij te worden toevertrouwd.
Ook in het belang van de heeren Liernur
achten B. en Ws. het daarom niet raadzaam
door een toestemmend antwoord op hunne
vraag hen wellicht met een omvangrijken
arbeid en aanzienlijke kosten to belasten,
zoodat B. en Ws. den gemeenteraad in over
weging geven aan de adressanten te kennen
te geven, dat de Raad het niet wenscheiyk
acht thans nadere voorstellen als door hen
bedoeld in behandeling te neraon.
In de Raadszitting van 26 October jl.
werd de behandeling aangehouden van het
verzoek van den heer J. Boot, te Leiderdorp,
ter bekoming van grond naby het Zyihek,
ook naar aanleiding van een nader ingediend
verzoek van adressant om den koopprys niet
op ƒ8 per centiare, zooals door B. en Ws.
was voorgesteld, maar op 6 per centiare te
bepalen.
Onder verwyzing naar hun rapport van 19
October jl. geven B. en Ws. thans in over
weging te besluiten dat aan Jacobu6 Boot
voornoemd in eigendom wordt afgo.staan eene
strook grond onder Leiderdorp naby hot Zyl-
hek en een gedeelte water ter halverwege der
aangrenzende slooten, kadastaal Bekend Sectio
A. No. 1838, ter grootte van ongeveer 058
centiaren, nader op te meten, tegen betaling
van eene koopsom van acht gulden per centi
are en van de kosten van overdracht, onder
bepaling
a. dat door adressant over de bermsloot
eene brug moet worden gelegd als uitpad,
waarvoor eene jaarlyksche recognitie vanéén
gulden door hem moet worden betaald
b. dat voor rekening van adressant tot af
scheiding van de perceelen oene schut!ing
moet worden geplaatst op een meter afstand
van den achtergevel van het woonhuis on
door hem worden onderhoudon ten genoegen
van B. on Ws., zullende in deze schutting
geone deuren mogen worden gemaakt.
c. dat adressant zich vóór 1 Jan. 1894 schrif-
teiyk moet verklaren of ky den grond ondor
de gestelde voorwaarden wonscht te aan
vaarden.
Do commissie van financiën kan zich met
dit voorstel vereonigon.
Naar aanleiding van hot desbetreffend
verzoek van mr. L. G. Vorwer, te, Diever geven
B. on Ws. den gemeenteraad, na overleg met
de Commissie van Fabricage, in overwoging
aan adressant, behoudens toestemming voor
zooveel noodig van Rijnland en Gedeputeerde
Staten, tot woderopzeggens vergunning te
verleen en om oene brug te leggen over de
dyfcsloot voor porceel No. 3512 aandoRoom-
latfger watering, onder de Nameen to Zoeter-
wSüdo (buitenplaats Rynstrcrflïfij; onder voor
waarde
lo. dat oene jaarlyksche recognitie worde
betaald van een guldon;
2o. dat do onderkant der liggers minstens
even boog moet komen boven het wator als
die der byilggonde bruggen;
3o. dat adressant eene teokening overlegge
van het te maken werk ten genoegen van
Burg. en Ws.
4o. dat alle boschooüngen aan het aangrenzend
terrein naar behooren worden in orde gebracht
ten genoegen van Burg. en Ws.
5o. dat de vergunning vervalt, indien adressant
niet vóór 1 Januari 1894 kennis heeft gegeven
de voorgestelde voorwaarden te aanvaarden.
De commissie vaifr -financiën- bericht dat
zy goene bedenkingen heeft tegen- de in hare
handen gestelde begrootingen voor 1894 van:
a. het College van Vrouwen Kraammooders,
in ontvangst en uitgaaf ad 2419.61;
b. hot Heilige Geest- of Arme Woes- en
Kinderhuis, in ontvangst en uitgaaf ad
28,406.45;
c. het Roomsch-KathoTïek Armbestuur, in
ontvangst en uitgaaf ad f 10,101.51s;
d. het Roomsch-Katholiok Wees- en Oude-
liedenhuis, in ontvangst en uitgaaf ad
18,059.57
e. het Gereformeerd Minne- of Arme Oude
Mannen- en Vrouwenhuis, ad 10083,
en adviseert die begrootingen goed te keuren.
Naar aanleiding van oen verzoek van
prof. dr. J. J. M. De Groot, deelen B. en Ws.
mede dat diens pupil, do leerling E. J. F.
Tack, om gegronde rodenen de Hoogere Burger
school voor Jongons en de gemeente op 14
November jl. heeft verlaten.
Zy geven mitsdien in overweging aan
adressant vrystelling of terugbetaling te ver-
leenon van schoolgeld, voor zijn pupil, vroeger
leerling der Hov.-gore Burgerschool voor Jon
gens, ovor de jaar-,-.drie kwartalen van den
cursus 1893/94.
Ook woidt door don Leer H. Kits van
van Heynii.givj, te I.c-id'eFdoïp, teruggave van
het schoölgoM verz akt voor zy no dóchter,
dio mut Ooiober jl. -Kweekschool voor
onderwijzeres en oniieïwijzoressen heeft ver
laten e:. toegelaten is als leerlinge der Hoogere
Burgerschool voor Meisjes.
Door adressant is o;er hot eerste kwartaal
van den cursus 1893/94 voor de Kwookschool
het schoolgeld ad f 15, en gelijk bedrag over
bet eerste kwartaal voor de Hoogere Burger
school voor meisjes voldaan, zoodat over oen
kwartaal dubbol schoolgeld is betaald. Hot
komt B. en Ws. billijk yoor, dat oen gedeelte
worde terugbetaald.
Wat do Hoogere Burgerschool betreft, kan
zulks niet geschieden, omdat krachtens het
besluit op de heffiDg van schoolgeld (Gem.-
blad No. 1 van 1887) bet schoolgeld is ver
schuldigd over een geheel jaar en in byzondere
gevallen kan worden bepaald dat het school
geld eerst zal ingaan mot liet begin van het
kwartaal, waarin de toelating slochts ver
schuldigd zal zyn tot het oindo van het
kwartaal, waarin het vertrek van den leerling
plaats heeft.
Over een gedeelte van een kwartaal kan
alzoo geeno ontheffiog of terugbetaling plaats
hebben.
Voor de Kweekschool voor onderwyzers enz.
is krachtens het besluit op de heffing van school
geld (Gera. blad No. 1 van 1893) dit schoolgeld
voor elk kwartaal verschuldigd, terwijl daarin
niets is bepaald omtrent terugbetaling in geval
van toelating of verlaten van de school in don
loop van een kwartaal, zooals wel is geschied
in hot besluit op de heffing van schoolgold
op do lagere scholen (Gem.-blad No. 1 van 1888).
B. en Ws. geven mitsdien op gronden van
biliykheid in overweging aan adressant terug
betaling te verleen en van het schoolgeld^-
betaald voor de Kweekschool voor onderwijzers
en onderwijzeressen ©vér-do maanden October
en November van dit jaar tot eon bedrag van
tien gulden.
Aan den gemeenteraad deelen B. en Ws.
mode dat bij de benoeming van don heer
J. A. Van Hamel tot lid der Commissie van
aanslag bedoeld in art. 19 lb der Wet tot
heffing der bedryfs- on andere inkomsten
van 2 October jl. (Stsbl. No. 149) in do Raads
zitting van 16 November jl. het de aandacht
is ontgaan dat in 5 van art. 19 dier Wet
op bedoelde Commissie mede van toepassing
is verklaard het twoede lid van art. 5 der
Wet van 5 April 1870 (Stsbl. No. 63) hou
dende instelling van Colleges van Zetters voor
'8 Ryks directe belastingen, voor zoover daar
van niet bij 1 en 2 is afgeweken.
Het bedoelde lid van art. 2 der aangehaalde
Wot luidtgeo3telyken, bedienaren van den
godsdienst, notarissen, ambtenaren by 's Ryks
belastingen of by gemeentebesturen en mili
tairc-n in werkeljjken dienst zyn niet benoom
baar, terwyi in 1 en 2 van art. 19 der Wet
van 2 October 1893 alleon is afgeweken ten
aanzien van de Hoofdambtenaren der directe
belastingen.
De heer J. A. Van Hamel is alzoo, als
zyodo notaris, niet benoembaar en hoeft dan
ook bij schryvon van 20 Nov. te kennen ge
geven de benoeming niet aan te nemen.
B. en Ws. nu geven den gemeenteraad in
overweging, met intrekking van het Raadebo-
sluit-van 16 Nov. jl., tot debenooming over to
gaan van een lid dor Commissie van aan
slag bedoeld by art. 19 lö en 2 der Wet
van 2 Oct. 1893 (Stsbl. No. 149) en zulks
krachtens 8 van het aangehaald Wetsartikel
voor den tyd van vier jaren.
De heer L. C. Quant, in de Raadszitting
van 16 Nov. jl. benoemd tot plaatsvervangend
lid, heeft die benoeming aangenomen.
Ter vervulling van de vacatures van
derden onderwyzer aan de Jongensschool 2de
klasse, ontstaan ten gevolge van het eervol
ontslag, verleend aan J. Van Bladel, en van
derde onderwyzeres aan de Leerschool, ten
gevolge van de benoeming van mej. A. A.
Prins aan de Jongensschool 1ste klasse, zyn
de volgende twee voordrachten opgemaakt:
Jongensschool 2de klasse: lo. A. L. Van
den Berge, derde onderwyzer aan de school
derdo klasse no. 3, doch thans tydelyk werk
zaam aan de Jongensschool tweode klasse;
2o. G. Zylstra, te Franokeren 3o. A. Schuur,
te Dordrecht.
Leerschoollo. mej. L. E. Ter Meer, tydoiyk
aan de Leerschool werkzaam; 2o. mej. A. C.
H. Lovius, tydoiyk werkzaam te Katwyk aan
Zee; 3o. mej. C. W. S. Nagel, kweekelingeaan
de Leerschool, verbonden aan de Kweekschool.
Naar aanleiding van oen schryvon van
B. en Ws. dd. 28 Oct jl aan de plaatae'.yke
schoolcommissie, waarby zy haar deden toe
komen eene proef van een door do meerderheid
van het college van B. en Ws. aan den ge
meenteraad in te dienen voorstel, aangaande
do prysuitdeeling en tot het brengen van
eenige wyzigingen in de verordening van 11
-November 1880, terwyi het collogo van B.
en Ws. der plaatselyke schoolcommissie
tover8 verzocht, om, zoo dit noodig.mocht
worden geacht, hare beschouwingen omtrent
dat voorstel te willen incdedeelen, bericht de
schoolcommissie dat zy blyft bij har© meoniDg,
reeds breedvoerig kenbaar gemaakt by haar
schryven van 12 Mei jl.
De schoolcommissie meont dus te moeten
biyven ontraden andere wyzlging to brengen
in de Verordening, regelende de prysuitdeeling,
dan zo uit to broid*n onkel tot de hoogste
klasse der scholen 3de en 4de kl. (begin na
jaarscursus) en ze te beperken tot de 3 laagsto
klassen op de scholen 2de klasso.
Onder overlegging van hot desbetreffend
adres van den heer F. C. C. Bloem, geven
B. en Ws. in overweging aan adressant,!
wegens vertrok uit deze gemeente in Novem
ber dezer jaars:
o. vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld
te verleenen voor zyne dochter, leerlinge der
Hoogere Burgorschool voor Meisjes over de
laatste drie kwartalen van don cursus 1893/94;
b. terugbetaling van schoolgeld te verleenen
voor zyn zoon, leerling der Jongensschool lste
klasse en voor zyne pupil B. Winckel, leerlinge
dor Meisjesschool 2de klasse, hoogste afdooling,
over de maand December dezes jaars tot eon
gezamonlyk bedrag van zeven gulden.
Naar wy vernemen, zullen de heer en
mevrouw Mensink, zendelingen uit Marokko,
morgen (Dinsdag-)avond in het Wijkgebouw
„Pniél" in Arabisch kostuum optreden. Er i3
dus zeker een groote toeloop te verwachten.
Onder leiding van haren voorzittor, prof.
v. d. Sande Bakhuyzen, vergaderde in hot
Trippenhuis te Amsterdam de afdeeling wis-
en natuurkunde der Koninklijke Academie van
Wetenschappen.
O. a. deed prof. dr. Zaayer, uit Leiden, mede
deeling van een door hem ingesteld onder
zoek naar hot voorkomen van de z. g. Sutura
condylosquamora aan het achterhoofdsbeen van
verschillende zoogdieren, welke naad ook,
zooals door dr. W. Dominicus 't eorst werd
gezien, in sommige gevallen by den mensch,
althans gedeeltelyk, blyft bestaan. Daartoe
werden nagenoeg 1900 zoogdierenschedels uit
'8 Ryks Museum van Natuurlyke Historie te
Leiden onderzocht. By den aanvang zyner
voordracht gaf do spr. een kort overzicht van
de nominale ontwikkeling van het achter
hoofdsbeen by den mensch.
Naar aanleiding van een verzoek van
don heer P. Van Ulden geven B. en Ws., na
overleg met de commissie van fabricage, in
overweging aan adressant, behoudens vooi
zooveel noodig toestemming van Rynland en
Gedeputeerde Staten, tot wederopzeggens ver-
Roman van
R. KOOPMANS VAN BOEKEKEN,
es.)
Die hoop was het, die hem dermate be
ulde, dat zyn toon, hoe deemoedig ook,
r.ocit zoo diep daalde, of er sprak nog een
zeker zelfvertrouwen, ja, fierheid uit, het-
8>on vooral uitkwam, als do zelf beschul
diger pleitredenaar werd, een advocaat, die
geen rlgeheele 7ryspraak eischte, maar
t op het verleenen van gratie aandrong,
ni'jL daarom bedelde.
„En nu", zoo eindigde de jonge Stroefland
zyne confessie, „nu heb ik u de waarheid
gezegd, de 7olle waarheid, niets dan de waar
held. Gy zyt niet de eerste, die deze treurige
geschiedenis uit myn mond verneemt, en gy
zult de laatste niet zyn. Niet delaatsto, neen,
want ter goeder ure, en wel zoo spoedig
mogeiyk, hoop ik alles aan mijn vader te
zeggen. Maar u en allen, die ooit myne be
«entenissen hoorden of nog zullen hooren,
roep ik het woord van den dichter') toe:
'raagt nooit, vol twjjfling dan. gij alien.
Die 't hart vai: smart en schrik voolt slaan,
Als gij een broeder diep zaagt vallen,
O. t raoogljjk blijf, terug te gaan
E-: groot in zielskracht op te staan.
I r.rgela nlt de Joia ce en Tbeegeees ven B.
Tor li.ar.
Ik ben reeds teroggogaan van don slechten
weg en met Gods Uuip hoop ik, groot in
zielskracht, op te slaan en staande te blijven."
„Mijnheer Streefland!" zoo sprak nu Smit
op droeven, nauw hoorbaren toon, „ik ben
diep verslagen, ja, ik zou wel, als de vrien
den van Jub, op de aardo wi'len nederzitten,
zeven dagen en zeven nachten lang, zon k.
een woord te spreken, want hoe wil ik mijn
gevoel in klanken lucht geven? Dit slechts
wil ik u zeggenIk wil den eersten steen
niet op u werpen, ik zal u niet oordcelen,
laat staan veroordeelendie u oordeelt, is de
Heer! Ook wanhoop ik niet aan uw behoud,
want ik geloof aan de oprechtheid van uw
berouw, aan den ernst uwer goede voorne
mens, bovenal aan de genade van Hem, die
gezegd heeftAl waren uwe zonden als schar
laken, zy zullen wit worden als sneeuw, al
waren zy rood als karmozyn, zy zullen wor
den als witte wol. Maar dit zal en moet ik
u voorhouden: Allee goedmaken kunt gy
nietgedane zaken nemen geen keer, de
wonde, door u geslagen, kunt gy niet heelen,
maar gy kunt daarin toch balsem gieten.
Maar dat ie dan ook uw duurste plicht. Eene
zware taak rust op u, daar is veel voor u
te doen. Maar ik zal u steunen en helpen en
ds Heer zal medewerken 1 Wy zeggen met
Nehemia: God van den hemel, die zal het
ons doen gelukken, en wy, zyne knechten,
zullen ons opmaken en bouwen!"
„Amon!" stamolde Floris en drukte opnieuw
den ouden Nondum harltiyk de hand.
Acht en twin K o' o'ï d e t u k.
"J
De lezer, die ons verhaal met belangstel
ling volgde, is waarscbynlyk verlangend te
vernemen, hoe het geld, aan Floris ontstolen,
in het bezit van vriend Nondum gekomen
was. Dit verlangen gaan wy thans bevrodi
gen. Reeds hebben wy uit den mond van den
grysaard vernomen, dat deze belangryko som
den eigenaar ontvreemd was door Kees, den
zoon van onzen Smit, met wien men in het
vierde hoofdstuk kennis gemaakt heeft. Daar
echter die kennismaking slechts terloops ge
schiedde, en 't daarenboven reeds eonigen tyd
geleden is, dat zy plaats had, zoo willen wy
vooraf cnkole foiton weor in 't geheugen roepen.
Cornells Smit had, ha tal van wederwaar
digheden, die voor het meerendeel door eigen
schuld veroorzaakt waren, als koloniaal dienst
genomen, maar was door een noodlottig toe
val het verwonden zyner hand verhin
derd uit te zeilen en met paspoort ontslagen.
In do ouderlyke woning teruggekeerd, zocht
h\1 nu naar oenig werk en oefende, in afwach
ting van een of ander baantje, het bedryf
van groven diamantsiyper uit. In den regel
kwam Kees, na zyne omzwervingen, tydig en
in kalmen toestand thuis, maar dit was niet
het geval daags na de biljartparty in 't Gul
den Vlies. Immers, toen had vader Nondum
tot 's nachts twee uren zyn zoon zitten
wachten en had hem eindeiyk binnengelaten
in vergevorderden staat van dronkenschap
Daar do oude man al spoedig bemerkte, dat
de patiënt zich niet alleen zdu kunnen redden,
hielp hy hem by 't ontkleeden en deed dit
zwygende, daar by wel bemerBti%-'dat-er in
dezen toestand met don jonkmam" niet
redeneeren viel.
Inmiddels besloot de vader zyn zoon den
volgenden morgen, als hy den roes zou heb
ben uitgeslapen, eens zeer ernstig onderhan
den te nemen. In dat voornemen werd hy
niet weinig versterkt, toen, by 't uittrekken
van een der kleedingstukken, een ryksdaalder
en eenig kleingeld daaruit vielen En geen
wonder, waariyk, dat deze ontdekking den
ouden man deed inzien, hoe noodzakelyk het
was zyn Kees aan een scherp verhoor te
onderwerpen. Immers, 't was nog slechts een
paar dagen geloden, dat de jongeling hem
om een paar kwartjes gevraagd en daarby
verzekerd had, dat hy geen cent meer op zak
had en wel nergens groote vertering be
hoefde te niAken, maar toch iets by zich
diende te hebben.
Het eerste verhoor, dat Kees onderging,
stelde zyn vader wel eenigszins, maar toch
niot volkomen geru6t. De late thuiskomst en
de dronkenschap trachtte hy op goonorlei
wyze te verontschuldigen, maar bekende vol
ledig schuld en beloofde in krasse bowoor-
dingen, dat zoo iets niet weer gobouren zou.
Wat betreft de horkomst van het geld, op
dat punt kon de beklaagda zich, naar zyn
zeggen, op alle3zin; voldoende wyz* recht
vaardigen, daar hy op eerlyke manier er aan
gekomen was. Immers, die enkele guldens,
die in zyn bezit geweest en waarvan er nu
nog een paar by hem gevonden waren, maak
ten de opbrengst uit van een dezer dagen
verkochten sigarenkoker, geschenk van een
liofje, waarmee hy te Harderwtfk verkcering
t*4*K«d gehad. Die sigarenkoker was zeer kost
baar, echt schildpad mot zilveren beslag; hy
had dan ook vier gulden opgobrach*en nu
moest hy wel bekonnen, dat het niet recht
pluis, niet volkomen in don haak was, daai
hem dit cadeau niet aangeboden was, opdat
hy het zou verkoopen, maar 't was in iedei
geval zyn eigendom geweest, dat hy te gelde
gemaakt had, en van misdaad kon dus geoD
sprake zyn. Op de vraag, wie en wat 'tvoor
een meisje was, dat een zoo duur goschenk
kon geven, en hoe het kwam, dat hy, d«
oude man, nooit iets van zoodanigen" koker
gehoord of gezien had, luidde het antwoord:
„Ja, ziet u, vader! Ook op dat punt zal ik
u zooveel mogeiyk inlichtingen geven. Zoo
veel mogeiyk, zeg ik, want volledig zullen
die inlichtingen niet zyn, daar ik plechtig
heb moeton beloven, dat onze liefde voors
hands eer. €diep geheim zou blyven voor de
geheele wereld. Dit was dan ook de reden,
waarom ik u nooit van myn koker gesproken
en dien zorgvuldig verborgen gehouden heb
Maar dit kan ik u wel zoggen: myuegeliefde
is niet jong meer en schoon is zy nooit go-,
weest, maar zy is heel goed en aardig en!
niet uit den allerlaagsten stand, daar haar;
moeder do weduwe is van een knappen bur
german en lang niet onbemiddeld.
i Wordt wvol t