N°. 10360. Dinsdag 28 November. A0. 1893. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering mn (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per S maanden. f 1.10. Franco per postl.iQc Afzonderl«tce Nommors 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TiJÈN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel moor f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 27 November. Por adres verzoeken de beeren "William en Francis Liernur, te St.-Cloud, eenige ver goeding te mogen ontvangen voor de plannen, indertijd door wyion hun vader Charles T. Liernur opgemaakt voor eone algomoene toe passing van het Liernuratelsel in deze ge meente, met erkenning dat van eenig recht op vergoeding geonerlei sprake is, terwyi alleen een beroep wordt gedaan op de.billijk heid met het oog op de aanzienlijke kosten, aan het opmaken van het plan verbonden. In het schrijven van het College van B. on Wsin het adres aangehaald, werd dan ook op eon door wyien den heer Lieinur ingediend verzoek geantwoord dat Burg. en Weths. moenden dat desverlangd geen bezwaar zal bestaan om to onderhandelen omtrent den aanleg en de exploitatie van het pneumatisch rioolstelsel overeenkomstig de door den heer Liernur aangegeven voorwaarden, zonder dat een der partijen geacht wordt daardoor in eenigorlei opzicht te zijn verbonden. Hoezeer B. en Ws. erkennen dat door wijlen den heer Liernur in deze een omvang rijke arbeid is verricht, ten einde een voor- loopig plan voor het tweeledig rioolstelsel ook in deze gemeente op te maken en dat, ook niettegenstaande de velerlei hulp, hem daarbij van gemeentewege verleend, aan dat werk aanzienlijke uitgaven voor hem waren verbonden, moenen B. on Ws. dat bezwaarlijk daarvoor eenige vergoeding uit de gemeentekas kan worden verleend. De plannen toch zijn opgemaakt geheel voor risico van don ondernemer, zonder eenige daartoe strekkende opdracht van het Gemeente bestuur en al mogen dan ook die plannen van meer omvangrijken aard zijn, dan in den regel bij aanvragen ten aanzien van andore ondernemingen het gevat is, zoo schijnt het toch volgens B. en Ws. eervigszins gevaarlijk in dit geval vergoeding te verloenen voor geheel uit eigen beweging en in eigen belang opgemaakte plannen, met do wetenschap bü den ondernemer dat het werk moest geschieden geheel voor eigen rekening, terwijl alleon bij aanneming van de ingediende voorstellen do kosten zouden kunnen worden vergood. Door den ontwerper zelf is dan ook nooit eeno aanvrage om vergoeding ingediend. B. en Ws. geven den gemeenteraad mits dien in overweging aan adressanten te kennen te geven dat de gemeonteraad, hoezeer erken nende den veel-omvattenden arbeid door wyien hun vader verricht voor het opmaken van de plannen voor eene algemeene toepassing van zyn rioolstelsel in deze gemoente, bozwaar moet maken aan hun verzoek gevolg te geven. Ook wat betreft het mede overgelegd tweede adres van de heeren Liernur, waarbij gevraagd wordt mededeeling of do Raad bereid is nadere voorstellen omtrent den aanleg en de exploi tatie van eene pneumatische rioleering met poudretleering in ^deze gemeente in behau- deltng te nemen, meenen B, en Ws. dat er geene aanleiding bestaat om eene opdracht voor do indiening van zoodanige voorstellen te geven. Aan eene algemeene toepassing over de geheole gemeente toch zijn k. i. zoovele bezwaron van allerlei aard verbonden, dat B. en Ws. met grond meenen te mogen betwijfelen dat de eventueel in te dienen voorstellen tot een ge we nacht resultaat zullen leiden. Bovendien is de zaak van te veel ingrijpenden aard, om aan particulieren of eene Maatschappij te worden toevertrouwd. Ook in het belang van de heeren Liernur achten B. en Ws. het daarom niet raadzaam door een toestemmend antwoord op hunne vraag hen wellicht met een omvangrijken arbeid en aanzienlijke kosten to belasten, zoodat B. en Ws. den gemeenteraad in over weging geven aan de adressanten te kennen te geven, dat de Raad het niet wenscheiyk acht thans nadere voorstellen als door hen bedoeld in behandeling te neraon. In de Raadszitting van 26 October jl. werd de behandeling aangehouden van het verzoek van den heer J. Boot, te Leiderdorp, ter bekoming van grond naby het Zyihek, ook naar aanleiding van een nader ingediend verzoek van adressant om den koopprys niet op ƒ8 per centiare, zooals door B. en Ws. was voorgesteld, maar op 6 per centiare te bepalen. Onder verwyzing naar hun rapport van 19 October jl. geven B. en Ws. thans in over weging te besluiten dat aan Jacobu6 Boot voornoemd in eigendom wordt afgo.staan eene strook grond onder Leiderdorp naby hot Zyl- hek en een gedeelte water ter halverwege der aangrenzende slooten, kadastaal Bekend Sectio A. No. 1838, ter grootte van ongeveer 058 centiaren, nader op te meten, tegen betaling van eene koopsom van acht gulden per centi are en van de kosten van overdracht, onder bepaling a. dat door adressant over de bermsloot eene brug moet worden gelegd als uitpad, waarvoor eene jaarlyksche recognitie vanéén gulden door hem moet worden betaald b. dat voor rekening van adressant tot af scheiding van de perceelen oene schut!ing moet worden geplaatst op een meter afstand van den achtergevel van het woonhuis on door hem worden onderhoudon ten genoegen van B. on Ws., zullende in deze schutting geone deuren mogen worden gemaakt. c. dat adressant zich vóór 1 Jan. 1894 schrif- teiyk moet verklaren of ky den grond ondor de gestelde voorwaarden wonscht te aan vaarden. Do commissie van financiën kan zich met dit voorstel vereonigon. Naar aanleiding van hot desbetreffend verzoek van mr. L. G. Vorwer, te, Diever geven B. on Ws. den gemeenteraad, na overleg met de Commissie van Fabricage, in overwoging aan adressant, behoudens toestemming voor zooveel noodig van Rijnland en Gedeputeerde Staten, tot woderopzeggens vergunning te verleen en om oene brug te leggen over de dyfcsloot voor porceel No. 3512 aandoRoom- latfger watering, onder de Nameen to Zoeter- wSüdo (buitenplaats Rynstrcrflïfij; onder voor waarde lo. dat oene jaarlyksche recognitie worde betaald van een guldon; 2o. dat do onderkant der liggers minstens even boog moet komen boven het wator als die der byilggonde bruggen; 3o. dat adressant eene teokening overlegge van het te maken werk ten genoegen van Burg. en Ws. 4o. dat alle boschooüngen aan het aangrenzend terrein naar behooren worden in orde gebracht ten genoegen van Burg. en Ws. 5o. dat de vergunning vervalt, indien adressant niet vóór 1 Januari 1894 kennis heeft gegeven de voorgestelde voorwaarden te aanvaarden. De commissie vaifr -financiën- bericht dat zy goene bedenkingen heeft tegen- de in hare handen gestelde begrootingen voor 1894 van: a. het College van Vrouwen Kraammooders, in ontvangst en uitgaaf ad 2419.61; b. hot Heilige Geest- of Arme Woes- en Kinderhuis, in ontvangst en uitgaaf ad 28,406.45; c. het Roomsch-KathoTïek Armbestuur, in ontvangst en uitgaaf ad f 10,101.51s; d. het Roomsch-Katholiok Wees- en Oude- liedenhuis, in ontvangst en uitgaaf ad 18,059.57 e. het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, ad 10083, en adviseert die begrootingen goed te keuren. Naar aanleiding van oen verzoek van prof. dr. J. J. M. De Groot, deelen B. en Ws. mede dat diens pupil, do leerling E. J. F. Tack, om gegronde rodenen de Hoogere Burger school voor Jongons en de gemeente op 14 November jl. heeft verlaten. Zy geven mitsdien in overweging aan adressant vrystelling of terugbetaling te ver- leenon van schoolgeld, voor zijn pupil, vroeger leerling der Hov.-gore Burgerschool voor Jon gens, ovor de jaar-,-.drie kwartalen van den cursus 1893/94. Ook woidt door don Leer H. Kits van van Heynii.givj, te I.c-id'eFdoïp, teruggave van het schoölgoM verz akt voor zy no dóchter, dio mut Ooiober jl. -Kweekschool voor onderwijzeres en oniieïwijzoressen heeft ver laten e:. toegelaten is als leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Door adressant is o;er hot eerste kwartaal van den cursus 1893/94 voor de Kwookschool het schoolgeld ad f 15, en gelijk bedrag over bet eerste kwartaal voor de Hoogere Burger school voor meisjes voldaan, zoodat over oen kwartaal dubbol schoolgeld is betaald. Hot komt B. en Ws. billijk yoor, dat oen gedeelte worde terugbetaald. Wat do Hoogere Burgerschool betreft, kan zulks niet geschieden, omdat krachtens het besluit op de heffiDg van schoolgeld (Gem.- blad No. 1 van 1887) bet schoolgeld is ver schuldigd over een geheel jaar en in byzondere gevallen kan worden bepaald dat het school geld eerst zal ingaan mot liet begin van het kwartaal, waarin de toelating slochts ver schuldigd zal zyn tot het oindo van het kwartaal, waarin het vertrek van den leerling plaats heeft. Over een gedeelte van een kwartaal kan alzoo geeno ontheffiog of terugbetaling plaats hebben. Voor de Kweekschool voor onderwyzers enz. is krachtens het besluit op de heffing van school geld (Gera. blad No. 1 van 1893) dit schoolgeld voor elk kwartaal verschuldigd, terwijl daarin niets is bepaald omtrent terugbetaling in geval van toelating of verlaten van de school in don loop van een kwartaal, zooals wel is geschied in hot besluit op de heffing van schoolgold op do lagere scholen (Gem.-blad No. 1 van 1888). B. en Ws. geven mitsdien op gronden van biliykheid in overweging aan adressant terug betaling te verleen en van het schoolgeld^- betaald voor de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen ©vér-do maanden October en November van dit jaar tot eon bedrag van tien gulden. Aan den gemeenteraad deelen B. en Ws. mode dat bij de benoeming van don heer J. A. Van Hamel tot lid der Commissie van aanslag bedoeld in art. 19 lb der Wet tot heffing der bedryfs- on andere inkomsten van 2 October jl. (Stsbl. No. 149) in do Raads zitting van 16 November jl. het de aandacht is ontgaan dat in 5 van art. 19 dier Wet op bedoelde Commissie mede van toepassing is verklaard het twoede lid van art. 5 der Wet van 5 April 1870 (Stsbl. No. 63) hou dende instelling van Colleges van Zetters voor '8 Ryks directe belastingen, voor zoover daar van niet bij 1 en 2 is afgeweken. Het bedoelde lid van art. 2 der aangehaalde Wot luidtgeo3telyken, bedienaren van den godsdienst, notarissen, ambtenaren by 's Ryks belastingen of by gemeentebesturen en mili tairc-n in werkeljjken dienst zyn niet benoom baar, terwyi in 1 en 2 van art. 19 der Wet van 2 October 1893 alleon is afgeweken ten aanzien van de Hoofdambtenaren der directe belastingen. De heer J. A. Van Hamel is alzoo, als zyodo notaris, niet benoembaar en hoeft dan ook bij schryvon van 20 Nov. te kennen ge geven de benoeming niet aan te nemen. B. en Ws. nu geven den gemeenteraad in overweging, met intrekking van het Raadebo- sluit-van 16 Nov. jl., tot debenooming over to gaan van een lid dor Commissie van aan slag bedoeld by art. 19 lö en 2 der Wet van 2 Oct. 1893 (Stsbl. No. 149) en zulks krachtens 8 van het aangehaald Wetsartikel voor den tyd van vier jaren. De heer L. C. Quant, in de Raadszitting van 16 Nov. jl. benoemd tot plaatsvervangend lid, heeft die benoeming aangenomen. Ter vervulling van de vacatures van derden onderwyzer aan de Jongensschool 2de klasse, ontstaan ten gevolge van het eervol ontslag, verleend aan J. Van Bladel, en van derde onderwyzeres aan de Leerschool, ten gevolge van de benoeming van mej. A. A. Prins aan de Jongensschool 1ste klasse, zyn de volgende twee voordrachten opgemaakt: Jongensschool 2de klasse: lo. A. L. Van den Berge, derde onderwyzer aan de school derdo klasse no. 3, doch thans tydelyk werk zaam aan de Jongensschool tweode klasse; 2o. G. Zylstra, te Franokeren 3o. A. Schuur, te Dordrecht. Leerschoollo. mej. L. E. Ter Meer, tydoiyk aan de Leerschool werkzaam; 2o. mej. A. C. H. Lovius, tydoiyk werkzaam te Katwyk aan Zee; 3o. mej. C. W. S. Nagel, kweekelingeaan de Leerschool, verbonden aan de Kweekschool. Naar aanleiding van oen schryvon van B. en Ws. dd. 28 Oct jl aan de plaatae'.yke schoolcommissie, waarby zy haar deden toe komen eene proef van een door do meerderheid van het college van B. en Ws. aan den ge meenteraad in te dienen voorstel, aangaande do prysuitdeeling en tot het brengen van eenige wyzigingen in de verordening van 11 -November 1880, terwyi het collogo van B. en Ws. der plaatselyke schoolcommissie tover8 verzocht, om, zoo dit noodig.mocht worden geacht, hare beschouwingen omtrent dat voorstel te willen incdedeelen, bericht de schoolcommissie dat zy blyft bij har© meoniDg, reeds breedvoerig kenbaar gemaakt by haar schryven van 12 Mei jl. De schoolcommissie meont dus te moeten biyven ontraden andere wyzlging to brengen in de Verordening, regelende de prysuitdeeling, dan zo uit to broid*n onkel tot de hoogste klasse der scholen 3de en 4de kl. (begin na jaarscursus) en ze te beperken tot de 3 laagsto klassen op de scholen 2de klasso. Onder overlegging van hot desbetreffend adres van den heer F. C. C. Bloem, geven B. en Ws. in overweging aan adressant,! wegens vertrok uit deze gemeente in Novem ber dezer jaars: o. vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld te verleenen voor zyne dochter, leerlinge der Hoogere Burgorschool voor Meisjes over de laatste drie kwartalen van don cursus 1893/94; b. terugbetaling van schoolgeld te verleenen voor zyn zoon, leerling der Jongensschool lste klasse en voor zyne pupil B. Winckel, leerlinge dor Meisjesschool 2de klasse, hoogste afdooling, over de maand December dezes jaars tot eon gezamonlyk bedrag van zeven gulden. Naar wy vernemen, zullen de heer en mevrouw Mensink, zendelingen uit Marokko, morgen (Dinsdag-)avond in het Wijkgebouw „Pniél" in Arabisch kostuum optreden. Er i3 dus zeker een groote toeloop te verwachten. Onder leiding van haren voorzittor, prof. v. d. Sande Bakhuyzen, vergaderde in hot Trippenhuis te Amsterdam de afdeeling wis- en natuurkunde der Koninklijke Academie van Wetenschappen. O. a. deed prof. dr. Zaayer, uit Leiden, mede deeling van een door hem ingesteld onder zoek naar hot voorkomen van de z. g. Sutura condylosquamora aan het achterhoofdsbeen van verschillende zoogdieren, welke naad ook, zooals door dr. W. Dominicus 't eorst werd gezien, in sommige gevallen by den mensch, althans gedeeltelyk, blyft bestaan. Daartoe werden nagenoeg 1900 zoogdierenschedels uit '8 Ryks Museum van Natuurlyke Historie te Leiden onderzocht. By den aanvang zyner voordracht gaf do spr. een kort overzicht van de nominale ontwikkeling van het achter hoofdsbeen by den mensch. Naar aanleiding van een verzoek van don heer P. Van Ulden geven B. en Ws., na overleg met de commissie van fabricage, in overweging aan adressant, behoudens vooi zooveel noodig toestemming van Rynland en Gedeputeerde Staten, tot wederopzeggens ver- Roman van R. KOOPMANS VAN BOEKEKEN, es.) Die hoop was het, die hem dermate be ulde, dat zyn toon, hoe deemoedig ook, r.ocit zoo diep daalde, of er sprak nog een zeker zelfvertrouwen, ja, fierheid uit, het- 8>on vooral uitkwam, als do zelf beschul diger pleitredenaar werd, een advocaat, die geen rlgeheele 7ryspraak eischte, maar t op het verleenen van gratie aandrong, ni'jL daarom bedelde. „En nu", zoo eindigde de jonge Stroefland zyne confessie, „nu heb ik u de waarheid gezegd, de 7olle waarheid, niets dan de waar held. Gy zyt niet de eerste, die deze treurige geschiedenis uit myn mond verneemt, en gy zult de laatste niet zyn. Niet delaatsto, neen, want ter goeder ure, en wel zoo spoedig mogeiyk, hoop ik alles aan mijn vader te zeggen. Maar u en allen, die ooit myne be «entenissen hoorden of nog zullen hooren, roep ik het woord van den dichter') toe: 'raagt nooit, vol twjjfling dan. gij alien. Die 't hart vai: smart en schrik voolt slaan, Als gij een broeder diep zaagt vallen, O. t raoogljjk blijf, terug te gaan E-: groot in zielskracht op te staan. I r.rgela nlt de Joia ce en Tbeegeees ven B. Tor li.ar. Ik ben reeds teroggogaan van don slechten weg en met Gods Uuip hoop ik, groot in zielskracht, op te slaan en staande te blijven." „Mijnheer Streefland!" zoo sprak nu Smit op droeven, nauw hoorbaren toon, „ik ben diep verslagen, ja, ik zou wel, als de vrien den van Jub, op de aardo wi'len nederzitten, zeven dagen en zeven nachten lang, zon k. een woord te spreken, want hoe wil ik mijn gevoel in klanken lucht geven? Dit slechts wil ik u zeggenIk wil den eersten steen niet op u werpen, ik zal u niet oordcelen, laat staan veroordeelendie u oordeelt, is de Heer! Ook wanhoop ik niet aan uw behoud, want ik geloof aan de oprechtheid van uw berouw, aan den ernst uwer goede voorne mens, bovenal aan de genade van Hem, die gezegd heeftAl waren uwe zonden als schar laken, zy zullen wit worden als sneeuw, al waren zy rood als karmozyn, zy zullen wor den als witte wol. Maar dit zal en moet ik u voorhouden: Allee goedmaken kunt gy nietgedane zaken nemen geen keer, de wonde, door u geslagen, kunt gy niet heelen, maar gy kunt daarin toch balsem gieten. Maar dat ie dan ook uw duurste plicht. Eene zware taak rust op u, daar is veel voor u te doen. Maar ik zal u steunen en helpen en ds Heer zal medewerken 1 Wy zeggen met Nehemia: God van den hemel, die zal het ons doen gelukken, en wy, zyne knechten, zullen ons opmaken en bouwen!" „Amon!" stamolde Floris en drukte opnieuw den ouden Nondum harltiyk de hand. Acht en twin K o' o'ï d e t u k. "J De lezer, die ons verhaal met belangstel ling volgde, is waarscbynlyk verlangend te vernemen, hoe het geld, aan Floris ontstolen, in het bezit van vriend Nondum gekomen was. Dit verlangen gaan wy thans bevrodi gen. Reeds hebben wy uit den mond van den grysaard vernomen, dat deze belangryko som den eigenaar ontvreemd was door Kees, den zoon van onzen Smit, met wien men in het vierde hoofdstuk kennis gemaakt heeft. Daar echter die kennismaking slechts terloops ge schiedde, en 't daarenboven reeds eonigen tyd geleden is, dat zy plaats had, zoo willen wy vooraf cnkole foiton weor in 't geheugen roepen. Cornells Smit had, ha tal van wederwaar digheden, die voor het meerendeel door eigen schuld veroorzaakt waren, als koloniaal dienst genomen, maar was door een noodlottig toe val het verwonden zyner hand verhin derd uit te zeilen en met paspoort ontslagen. In do ouderlyke woning teruggekeerd, zocht h\1 nu naar oenig werk en oefende, in afwach ting van een of ander baantje, het bedryf van groven diamantsiyper uit. In den regel kwam Kees, na zyne omzwervingen, tydig en in kalmen toestand thuis, maar dit was niet het geval daags na de biljartparty in 't Gul den Vlies. Immers, toen had vader Nondum tot 's nachts twee uren zyn zoon zitten wachten en had hem eindeiyk binnengelaten in vergevorderden staat van dronkenschap Daar do oude man al spoedig bemerkte, dat de patiënt zich niet alleen zdu kunnen redden, hielp hy hem by 't ontkleeden en deed dit zwygende, daar by wel bemerBti%-'dat-er in dezen toestand met don jonkmam" niet redeneeren viel. Inmiddels besloot de vader zyn zoon den volgenden morgen, als hy den roes zou heb ben uitgeslapen, eens zeer ernstig onderhan den te nemen. In dat voornemen werd hy niet weinig versterkt, toen, by 't uittrekken van een der kleedingstukken, een ryksdaalder en eenig kleingeld daaruit vielen En geen wonder, waariyk, dat deze ontdekking den ouden man deed inzien, hoe noodzakelyk het was zyn Kees aan een scherp verhoor te onderwerpen. Immers, 't was nog slechts een paar dagen geloden, dat de jongeling hem om een paar kwartjes gevraagd en daarby verzekerd had, dat hy geen cent meer op zak had en wel nergens groote vertering be hoefde te niAken, maar toch iets by zich diende te hebben. Het eerste verhoor, dat Kees onderging, stelde zyn vader wel eenigszins, maar toch niot volkomen geru6t. De late thuiskomst en de dronkenschap trachtte hy op goonorlei wyze te verontschuldigen, maar bekende vol ledig schuld en beloofde in krasse bowoor- dingen, dat zoo iets niet weer gobouren zou. Wat betreft de horkomst van het geld, op dat punt kon de beklaagda zich, naar zyn zeggen, op alle3zin; voldoende wyz* recht vaardigen, daar hy op eerlyke manier er aan gekomen was. Immers, die enkele guldens, die in zyn bezit geweest en waarvan er nu nog een paar by hem gevonden waren, maak ten de opbrengst uit van een dezer dagen verkochten sigarenkoker, geschenk van een liofje, waarmee hy te Harderwtfk verkcering t*4*K«d gehad. Die sigarenkoker was zeer kost baar, echt schildpad mot zilveren beslag; hy had dan ook vier gulden opgobrach*en nu moest hy wel bekonnen, dat het niet recht pluis, niet volkomen in don haak was, daai hem dit cadeau niet aangeboden was, opdat hy het zou verkoopen, maar 't was in iedei geval zyn eigendom geweest, dat hy te gelde gemaakt had, en van misdaad kon dus geoD sprake zyn. Op de vraag, wie en wat 'tvoor een meisje was, dat een zoo duur goschenk kon geven, en hoe het kwam, dat hy, d« oude man, nooit iets van zoodanigen" koker gehoord of gezien had, luidde het antwoord: „Ja, ziet u, vader! Ook op dat punt zal ik u zooveel mogeiyk inlichtingen geven. Zoo veel mogeiyk, zeg ik, want volledig zullen die inlichtingen niet zyn, daar ik plechtig heb moeton beloven, dat onze liefde voors hands eer. €diep geheim zou blyven voor de geheele wereld. Dit was dan ook de reden, waarom ik u nooit van myn koker gesproken en dien zorgvuldig verborgen gehouden heb Maar dit kan ik u wel zoggen: myuegeliefde is niet jong meer en schoon is zy nooit go-, weest, maar zy is heel goed en aardig en! niet uit den allerlaagsten stand, daar haar; moeder do weduwe is van een knappen bur german en lang niet onbemiddeld. i Wordt wvol t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1