N°. 10347. Maandag IB November. A°.im feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. LEIDSCH DA&BLAD. PEIJ3 DEZER COURANT: "Voor Leiden per 3 iuanndon, SFranco per post Afzonderlpko Nommers 1.10. 1.10. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt 0.05 berekend. Iets over Paardenfokkerij. n. 2. Het welslagen der paardenfokkery hangt af van de keuze der fokdieren. Om de nood- zakelykhGid van oen goeden hengst en eene goede merrie voor de paring te betoogen, dienen we vooraf eonige oogenblikken stil te staan by het begrip „overerven" in de fokkerij oil wat daarmee in verband staat. Onze paar den hebben allen zekere eigenschappen, lietzy goede of slechte; sommigo bezitten deugden, andere ondeugden; er zyn or met grooto ge- brekon, maar er zijn, ten opzichte der ge schiktheid voor een of andoren dienst, ook schier volmaakte paarden. De eigenschappen der ouders worden ook een kenmerk hunner nakomelingen, d. i. erven op dezen over. Dat overerven van voor- zoowel als van nadeelige eigenschappen is de grondslag voor de ver edoling der dieren, en de fokker, die met kennis van zaken handelt, kan, geholpen door do „erfelijkheid", zelfs een hoog veredeld ge slacht van landbouwdieren verkrijgen. Omdat do beide ouders het overervingsvermogen be zitten, oefenen zij in het algemeen gelijken invloed uit op de vorming en do eigenschappen van het jong. Ten onrechte heeft men be weerd, dat de bouw van de voorhand (voorste deel des lichaams) eens paards afkomstig is van den vader en die van de achterhand van de moeder; ook, dat het uitwendige aan den hengst on het inwendige aan de menie wordt ontleend. Laatstgenoemde leer vooral heeft veel kwaad gedaan, omdat zij bij de paring to dikwijls alleen het oog op den hengst deed slaan zonder rekoning to houden met de eigen schappen van do merrie, en dat gaat te ver. "Wel dient in het bijzonder op den. hengst gelet te worden. Heoft het manrveljjk. fakdigr gebreken, dan worden die in één jaar in meerdere of mindere mate op tal van veulens overgedragen, ten ge volge v/aarvan in 4 a 5 jaar in deze of gene ge meente eene geheole familie van paardon min of meer bedorvon kan worden, vooral wanneer ook de moeders dier jonge paarden slechte eigenschappen bezaten. Mon meene nu niet dat het op den hengst alleen aankomt! Ook de moeder doet haren invloed gelden. Yan haar zal dan ook golden het spreekwoord: „Aan de vruchton kent men den boom." Zyn zekere kenmerken van een ras nog maar sedert weinige opvolgende geslachten ontwikkeld, dan mag men ze nog niet voor standvastig houdon. Daarom kan 't gebeuren, dat een dier met toevallig niet standvas tig goede eigenschappen voor de fokkerij geeno waarde heeft als nl. zijne vooroudors standvastige gebreken hadden. Niet tfet individu alleen, maar ook zijne voorouders doen zich golden bij do fokkerij.. En als dat niet zoo was, waarvoor dan stamregisters aangelegd, waarin men gemakkelijk eene geheole reeks van voorouders kan nagaan Deeene hippoloog houdt zich aan de her der constantheid. Yan andere zijde heet het: Alles komt aan op het individu zelf. Beide stellingen Yindeu hare verdodigers en hare bestrijders. W(J sluiten ons aan by de aanhangers van eerstgenoemde leeren vragen nog eens, waar om legt men allerwegen in het beschaafd Europa stamregisters van edole fokdieren aan, als het niet was om met zekerheid hunne af komst te kunnen nagaan? Standvastigheid van goede eigenschappen in den stam gaat ook by de groote Engelsche veefokkers boven alles en men verzekert zelfs van de Arabieren dat ze soms hengsten met een slecht voor komen boven de volkomenste kiezen, indien zy weten, dat het bloed van de eerste stand vastig is. De vraag of een dier al of niet fokdier kan zyD, mag niet beantwoord worden door alleen acht te geven op zyn uiteriyk voorkomen, zynezichtbare eigenschappon, want ook de kennis van het bloed, d. i. van de afstamming, komt voor dio beantwoording in aanmerking, echter niet zóó, dat wo een fokdier met beduidende gebreken mogen ge bruiken, ook ai hoeft het goede voorouders, en wat „Men" dan ook van de Arabieren moge zeggen, zie hooger, kan onze sympathie niet ten volle wegdragen, tenzy do minder gewenschte eigenschap van ondergeschikt belang is. By de Engelsche ronpaarden heeft men ook wel eens wat over 't hoofd gezien, als maar do eenig begeerde eigenschap „snel heid" er niet onder leed: do vorm is wel eens opgeofferd aan de snelheid. De eigenschappon der dieren liggen als 't ware naast elkaar en eerst de toekomst kan be slissen, welke overwinnen zullen. De keuze der fokdieren moge dus wel met zorg ge schieden, want begaat men ten opzichte hiervan eene fout, dan kan men daardoor een belangryken achteruitgang in den toestand zijner paarden toweegbrengen. Om die keus bohoorlyk te doen, moet de fokker, zooals we reeds vroeger zeiden, weten wat zyn doel is, te meer, daar sommige eigenschappen zich in do hoogste mate niet laten vereemgen zoö by paarden b. v. bezwaarlik hot vermogen om voortdurend zware lasten to trekken en snelheid van beweging. Raadzaam is het ovenwol, om in de fokkerij niet naar een oonzydig doel te streven, omdat hierin weinig voordeel 'gelegen is. Men zal toch beter een paard kunnen ver- koopon, dat voor verschillende diensten bruik baar is, dan een ren- of een buitengewoon zwaar werkpaard. Kudelstaart. G. Dnos. Leiden II November. Door het Nederlandsche Tooneelisten- gezelschap onder diroctie van den heer Charles Do la Mar zal a. s. Maandag-avond in don schouwburg alhier worden opgevoerd een groot kluchtspel met zang, getiteld „Do Zonde bok", dat ook als een kermisstuk wordt ge annonceerd, zoker om to meer aan te duiden dat hot in staat i3 om het publiek te doen -lacher.. Do beoordeelingen der Amsterdamsche bladen luiden zeer gunstig. In ons verslag over de eerste Volks- byeonkomat werd gemold dat do piano-begelei ding der zangeres geschiedde door den heer J. "VV. A. Berkeljon, zeer bescheiden en op loffelyke wyze. Eere wien eere toekomt! Het was niet genoemde heer, maar diens broeder de heer J. Henri Berkeljon, die zich aldus verdiensteiyk op zyn fraai instrument van zyne taak kweet. Het verschil zit 'm dus alleen in de voorletters, zoodat de eer dan toch in de familie biyft. Naar wij vernemen, heeft het gunstig bekende mannenquartet „Zanglust", te Delft, dat gedurende zyn betrekkeiyk nog kort be staan reeds tweemaal in oen wedstryd werd bekroond, het voornemen by genoegzame deelneming eene uitvoering te geven in den foyer van de Gehoorzaal alhier. Omtrent dit mannenquartet schreef de „Delftscho Courant" o. a. het volgende: Do indruk, door dit viertal met „Nach der Heimath" van Nageli by hun toehoorders teweeggebracht, is moeilijk met een enkel woord te omschrijven. Een uitmuntend ensemble, fraai getimbreerde stemmen, eene uitspraak zoo duidolijk en correct, dat mon het tekstblad gemakkoiyk ontberen kan, daarby 6ene voordracht, welke op het punt van go- acheveerdheid het hoogste naby komt. waariyk, men zou niet meer kunnen verlangen. Het examen in do vrije- en orde-oefenin gen der gymnastiek is te Haarlem met goed gevolg afgelegd door mej. E. Klinkert, van Leidon. Door het provinciaal kerkbestuur van Friesland zijn tot de evangeliebediening in de Ned.-Herv. Kerk toegelaten de bh. J. Ten Brug- genkate, docts. in de godgeleerdheid aan de universiteit te Leiden, on C. J. Veenhuyzon, cand. te Utrecht. Er is een propaganda-nummer ver schenen van „Do Nederlandsche Stenograaf," orgaan van den Bond van Nederlandsche Stenografen, gevestigd te Leiden. Hot doel van dat blad ia, de stenographic in het algemeon meer dienstbaar te maken aan het publiek belang en de aanloérihg Van het Nederlandsche stelsel in hot byzonder te bevorderen. Naarmate er deelnoming zal bly ken te zyn, zal dit blad twee, vier, zes, twaalf of vier en twintig maal per jaar ver- schynen. Do ingezetenen to Zoeterwoude, die verlangen als vrywilliger by de militie te worden toegelaten, kunnen zich hiertoe ter gemeente-secretarie aanmelden vóór of op den laatsten dezer maand. De vrijwilligers, die zich hebben aangemeld, kunnen op Dinsdag 28 November a. s., des voorm. te 9 uren, ter secretarie bekomen het door den burgemeester af te geven getuig schrift. In do te Oegstgeest gehouden Raads vorgadering werd de begrooting der gemeente van het dienstjaar 1894 behandeld. In eene der vorige vergaderingon wa6 reeds besloten in 't geheel geene gratificatiën meer te ver- leenon en werd alzoo den ambtenaar ter secretarie eene vaste jaarwedde gegeven. De post „presentie geld der leden van den Raad" werd tot hetzelfde bedrag uitgetrokken als 't vorige jaar, de post „kosten voor verteringen van het huiahoudeiyk bestuur, buréau van stemopneming en van Commission" word ver minderd met ƒ15; de post „wegen en voet paden" werd uitgetrokken op f 1000 en de post „straten en pleinen" op ƒ500; de post „jaarwedde der onderwyzers" uitgetrokken op 3727; de jaarwedde van den geneeskundige en van de vroedvrouw werden tot dezelfde bedragen uitgetrokken als het vorige jaar. Do subsidie aan het Algemeen Armbestuur "word bepaald op ƒ600, en do subsidie voor de bewaarschool op ƒ250. Als inkomsten zullen o. a. worden geheven 40 opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouwde en 10 op de ongobouwdeeigen dommen, en 10 opcenten op de hoofdsom der belasting op het personoel. Hoofdei, omslag gebracht van 3050 op 4250 en het bedrag van het suppletoir kohier van 275 op ƒ400. Do begrooting werd alzoo vastgesteld in ontvang op ƒ20,325.25, in uitgaaf op ƒ20,325.25, sluitende met een saldo van „Nihil". In de gisteren gehouden algemeene ver gadering der gemeenteraden van Zoetermeer on Zegwaard is benoomd tot onderwyzeros aan de openbare school mej. J. A. Werninck, te Maarsen. Hoogst eenvoudig was gisteren te 's-Gravenhage do lykstoet, welke dr. C. W. Yinkhuyzen's stoffelyk hulsel grafwaarts voerde. Alleen de galakoets, waarin do ver tegenwoordiger van H. M de Koningin- Regentes, adjudant baron Sirtoma van Grove- stins, was gezeten, getuigde van de hooge betrekking, door den overledene bekleed. Op zyn uitdrukkoiyk bij zyn loven uitgesproken verlangen dekten do bloemen en kransen buiten het sterfhuis niet zyne lijkkist en werd aan het graf geen woord gosprokon. De grooto belangstelling bleek echter vooral op „Eik-en- Duinen". Vele loden der hofhouding, graaf Dumonceau, graaf Van Hoger.dorp, graafVan don Bosch, graaf Van Randwyk, baron Taots van Ameröngen, baron Yan Brienen,graaf Van Limburg Stirum, C. J. Van dor Ouder- meulen, de Belgischo gezant bU ons hof, do Commissaris der Koningin in Zuid-Holland; do minister van staat Mackay, prof. dr. S. S. Rosenstein, uit Leiden, de hofartsen dr. Vlaan deren en dr. Coert, velo Haagsche genees- heeron, de heer Couturier, thesaurier van groothertogin Sophie, en zeer vele andere hooggoplaatsten woonden deter-aardo-bestelling by. Plechtig zonk de lykki3t in de groeve en nadat de oudste zoon een woord van dank had gesproken, verlieten allen hot kerkhof ondor den indruk een braaf mensch en be kwaam geneesheer naar zyne laatste rust plaats te hebben geleid. Heden- worden ten paleizo op het Loo verwacht Prins en Prinses van Bentheim- Steinfurt, die tot Donderdag de gaston zullen zyn van Hare Majesteit. Baron Van Pallandt van Oud Beierland, opper- jagerraoostor, en de hoer Van Brinkhorst, oud- Hofmaarschalk en Kamerheer van H. M., wor den heden ook op het Loo verwacht en zullen Maandag, Dinsdag en Woensdag aan jachten op grof wild deelnemen. Do heer R. Spitzen, lid der Provin ciale Staten van O very Bel voor het district Raalte, is plotseling overleden. H. M. de Koningin-Regentes heeft 25 doen toezenden aan dewed. Van Wyngaarden, to Knype (Fr.), die voor eenigen tyd haren echtgenoot door den dood verloor en met haar gezin in behoeftige omstandigheden verkeert. Hot stoomschip „Prinses Wilhelmiua", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 9 Nov. van Colombo; de „Zuid-Holland", van Java naar Rotterdam, vertrok 10 Nov. van Perim. Chrysanthemum-tentoonstelling in „Amicitia". Donderdag 16 November a. s. zal het eer6te Chrysanton feest, dat vanwege de Leidscho Afdeeling der Nederlandsche Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde uitgaat, in bet ge bouw „Amicitia" geopend worden. Zy, die vorige jaren in de gelegenheid waren de schoone herfstbloemen in Amsterdam, op de daar gehouden tentoonstellingen, te zien, zullen zich zeker nog wel herinneren welk een kleurenschat de Chrysanten in dit overi gens zoo dorro en aan bloemen arme jaarge- tyde kunnon tentoonspreiden! Nu Amsterdam besloten is voor ditmaal geene tentoonstelling te houden, verdient het voorzeker toejuiching dat in andere plaatsen, en zoo ook nu te Leiden, de taak om de steeds toenemende liefde voor de Japansche Keizerabloem levendig te houden, verder voort gezet wordt. Ruim honderd jaar geledon voor het eerst in Europa ingevoerd, werd de Chrysant ook al spoedig hier te lande gekweekt, waar dio cultuur echter geene groote vlucht nam. Geheol anders ging het don Chrysant in Engeland on Frankryk, waar hot. klimaat zich leende om met overleg volbrachte kruisingen, steeds mooier" soorten aan to winnen. Door aanvoer van nieuwe vormen uit Japan, het land waar de Kiku het meest gekweekt wordt on geliefd is, verkreeg men ook nog heelwat fraais, zoodat in dezon tyd de bloem, wat vorm en kleur betreft, haast onverbeter- ïyk schynt. Het ia nu een viertal jaren geledon dat men in ons vadorland weor zorg ging wydtn aan den Chrysant, en nu is doze bloom al mooi op weg om populair te worden, meer dan eene gekwoekto plant hier ooit geweest is. Het zal voorzeker een genot zyn zich Don-, derdag en de daarop Yolgendo dagen te kunnen overtuigen van de vordering in de cultuur dei laatste jaren, torwyi ook in den vorm van bloemstukken do kleurenpracht der Chrysanton zal bewonderd kunnen worden. Aan de inzenders van deze tentoonstelling worden geeno pry zen in modailles of golds waarden uitgeloofd; als het bloemenminnend publiek, hotzy door aankoop van planten, hetzy door ruime deelneming aan de te houden verloting biyken van belangstelling goeft, zal dit voorzeker eene welkome en billyke ver goeding zyn voor de moeite en zorgen, aan eene tentoonstelling zooals deze verbonden. S^ö-oJLllö-toiO.. KQNDUM. Roman van K. KOOPMANS YAN KOKKEREN. 45.) „"Welaan Jongmonschl ik ben geheel gehoor," zei de jonker, terwyi hy het hootd achterover legde tegen den lederen rug van zyncn leuning- stool, do handen op den buik vouwde, en zich geheel in 't postuur stelde van iemand, die zeer aandachtig naar een mededeeling wil luisteren. Floris begon nu met zyn relaas. Allereerst gaf hy een kort verslag van zyne nachtelyke excursiön en van do schulden, waarin hy zich dientengevolge gestoken had. Hy spaardo daarby zichzelven niet; integendeel, hy ver zekerde herhaaldeiyk, hoe hy zyn gedrag ver afschuwde; maar hy wees toch ook op de verzachtende omstandigheden. Onder laatst genoemde behoorden's vaders gestrengheid en karigheid, het zoogenaamde korfhouden, welk een en ander ongetwijfeld welgemeend, maar even zeker door overdrijving verderfeiyk in de gevolgen was, en daarenboven het ge mis van den zedelyken steun, dien hy zoo ruimschoots in de moederlyke liefde had be zeten en zoo noode kon ontberen. Hierop volgde eeno meer gedétailleerde beschryving van het gebeurde op den merkwaardigen Maandag avondhet bezoek, de eischen en bedreigingen van Rafels; de vertwyfeling, waartoe hy, Floris, was geraakt by het over zien van de ellende, by het peilen van den jammerpoel, waarin hy al dieper wegzonk, en by de erkenning van do onmogelykheid, om zichzelven daaruit te werken. De verslaggever is genaderd tot het bericht aangaande de crisis. Hy gebruikt weinig woorden, treedt niet in beschouwingen, doch meldt alleen feiten, maar dat neemt niet weg, dat zyn toehoorder in hevige spanning ver- koert en schier ademloos aan zyne lippen hangt, als hy vertelt, hoe hy het besluit neomt zich ergens in den Amstel te werpen, den afscheidsbrief schryft, de woning verlaat en zeker zyn vreeseiyk voornemen zou vol voerd hebben, indien hy niet ter goeder ure Nondum ontmoet had. By 't hooren van den naam des grijzen oppassers, ontsnapte onzen jonker een kreetje van verrassing, zoodat Floris vroeg: „Hadt u iets te vragon, doctor?" „Neen, neen", luidde het antwoord, „neem my niet kwalyk.'t frappeerde my alleen dat het Nondum was, die u op uwe schreden deed terugkeoren. Do zoogenaamde pothuis- philosoof is een oude kennis van mij, moet go weten.zeer interessante peraoonlykheid, vindt ge niet? 'k Heb hem wel hooren karak- teriseeren als een prachtexemplaar van 't men8chdom. Spreekt u hem wel eens? Ja? Zal u hem dan eens hartelyk van my groe ten Maar ik zou u doen afdwalen 1 Vergeef my deze interruptie on ga verder, als 't u blieft, met uw belangryk verhaal." Floris voldeed aan dat verzoek. Daar hy wist, dat do doctor in de letteren ook in zoo verre z\)nen titel met eere droog, daar hy geen vreemdeling was in de schriften der Hebreeuwscho scbryver6, maar veeleer een vurig vereerder dier heerlyke poëzie mocht heeten, terwyl 't daarenboven don jonkman niet onbekend was, hoe Van Moerbeek veel hart en zin voor den godsdienst had daar hy omtrent deze zaken goed op de hoogte was, verzuimde hy niet den noodigen nadruk te leggen op dat woord van den profeet: "Waarom zoudt gy sterven? Hierby mogon wy niet onvermeld laten het feit, dat Floris een absoluut stilzwijgen be waarde omtrent hot bestaan van Mina Roos en het aandeel, dat zy had gehad in de redding van zyn leven. Dit niet noemen van het goede meisje en het ignoreeren van baar optreden, zoo kloek en edel, geschiedde met voorbedachten rade. Onze student had niet alleen berekend, dat een zoo verklaarde vrouwenhater als Van Moerbeek eenigszins ontstemd zou raken by 't hooren van den lof dezer Eva's dochter, maar hy wilde vooral ook het volle licht doen vallen op de bezorging van de zonder linge missive, continens mille flo- renos. Niet een mooi juffertje, maar de ontvangst van de enveloppe met geldswaarde had, naar de voorstelling, die de student thans moedwillig van de toedracht der zaak gaf, den doorslag gegeven en hem terug doen komen van de voorgenomen misdaad. Volgens die voorstelling had Floris het geheimzinnige couvert in de bus gevonden, toen hy, na Nondum geholpen en uitgelaten te hebben, ten tweeden male de voordeur zou uitgaan met'tonherroepe lijke plan er nooit weer binnen te treden. Levendig, ja, wegslepend was do schildering, die Floris nu ophing van den tweestryd, waarin hy verkeerd had na de ontvangst van den brief, en do ontdekking, dat daarin vermoedeiyk eene aanzionlyke geld som was gesloten. Met lofwaardige openhartig heid bekende hy daarby, dat by in ernst er geen oogonblik over gedacht had, dat de afzender bom, Streefland junior, op het oog zou gehad hebben, toen hy het adres samen stelde. Met te meer vrijmoedigheid trad nu echter do zelf beschuldiger ook als zelfver- dediger op. Helder deed hy daarby uitkomen, hoe er aanleiding bestond tot de bewering, dat hot niet bewezen kon worden, wie met den geadresseerde was bedoeld, daar de aan duiding docti88imus ook op een student kon toegepast worden, terwyl de predikant, als geen theologiae doctor, strikt ge nomen, geen volle aanspraak had op dat „zeer geleerd", redenen waarom de eerstgenoemde, vanwege zyne handelingen in deze door don burgerlyken rechter kon vrijgesproken worden. Maar vooral legde pleiter veel gewicht op het feit, dat hy niet door geldzucht, noch door vuigen hartstocht, maar alleen door angsten wanhoop, door zucht tot zelf behoud gedreven, tot de daad was overgegaan Hy eindigde met de hartgrondige bede om vergiffenis en met het dringend verzoek de zaak althans voorloopig voor den ouden heer geheim te houden. „Ik zeg voorloopig en dat meen ik", ver zekerde Floris, „want hot is myn heilig voor nemen, later myn vader alles te zeggen en h m vergiffenis te vragen, geiyk ik 't u doe by deze en reeds moermalen gedaan heb vooi Gods aangezicht." Jonkheer Van Moerbeek staarde zynen gast een oogenblik zwygend aan. Hy slaakte een diepen zucht, en die zucht, ja, en ook dat zwygend aanstaren vervingen voorshands do woorden. Op Floris maakte 't oen en ander een diepen en pynlyken indruk. Levendig bo- softe hy de goede doctor, hoe zonderling ook, heeft genoegzaam verstand en zedeiyk gevoel, om het vorkeerde myner handelingen duidoiyk in te zien, en hy spreekt niet, omdat hy geen woorden kan vinden, waarin hy zyn leedgevoel, zyn ergernis over myn gedrag op voegzame wyzo lucht kan goven; hy zwygt, omdat, hy myne bede om vergiffenis mooilyk kan weigeren, maar nog moeilyker haar kan toestaan. Eindeiyk sprak de jonker op doffen toon; „Ne furator, gy en zult niot stelen 1 Niet my, maar uwen vader hebt gy bestolen Parentem utrumgue honorato; eert uwon vader en uwe moeder l" „Schuldig bon ik," sprak Floris, „zeer schuldig! Heb ik niet openhartig myn onreoüt beleden?" „Zeker, maar eene schuldbeiydenis, hoo volledig ook, delgt de misdaad niet uit." „Neen, doctor 1 maar zoodanige confeesie tempert 's rechters gramschap en beweegt den gestrengen wreker van 't kwaad om genade voor recht te doen gelden, vooral dèn, wanneer er, zooals hier het geval is, zeer vele ver zachtende omstandigheden zyn. Of zyn die er nlot?" Wordt vervoltjcL\

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1