N°. 10347.
Maandag IB November.
A°.im
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PEIJ3 DEZER COURANT:
"Voor Leiden per 3 iuanndon,
SFranco per post
Afzonderlpko Nommers
1.10.
1.10.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt 0.05 berekend.
Iets over Paardenfokkerij.
n.
2. Het welslagen der paardenfokkery hangt
af van de keuze der fokdieren. Om de nood-
zakelykhGid van oen goeden hengst en eene
goede merrie voor de paring te betoogen,
dienen we vooraf eonige oogenblikken stil te
staan by het begrip „overerven" in de fokkerij
oil wat daarmee in verband staat. Onze paar
den hebben allen zekere eigenschappen, lietzy
goede of slechte; sommigo bezitten deugden,
andere ondeugden; er zyn or met grooto ge-
brekon, maar er zijn, ten opzichte der ge
schiktheid voor een of andoren dienst, ook
schier volmaakte paarden. De eigenschappen
der ouders worden ook een kenmerk hunner
nakomelingen, d. i. erven op dezen over. Dat
overerven van voor- zoowel als van nadeelige
eigenschappen is de grondslag voor de ver
edoling der dieren, en de fokker, die met
kennis van zaken handelt, kan, geholpen door
do „erfelijkheid", zelfs een hoog veredeld ge
slacht van landbouwdieren verkrijgen. Omdat
do beide ouders het overervingsvermogen be
zitten, oefenen zij in het algemeen gelijken
invloed uit op de vorming en do eigenschappen
van het jong. Ten onrechte heeft men be
weerd, dat de bouw van de voorhand (voorste
deel des lichaams) eens paards afkomstig is
van den vader en die van de achterhand van
de moeder; ook, dat het uitwendige aan den
hengst on het inwendige aan de menie wordt
ontleend.
Laatstgenoemde leer vooral heeft veel kwaad
gedaan, omdat zij bij de paring to dikwijls
alleen het oog op den hengst deed slaan
zonder rekoning to houden met de eigen
schappen van do merrie, en dat gaat te ver.
"Wel dient in het bijzonder op den. hengst
gelet te worden.
Heoft het manrveljjk. fakdigr gebreken, dan
worden die in één jaar in meerdere of mindere
mate op tal van veulens overgedragen, ten ge
volge v/aarvan in 4 a 5 jaar in deze of gene ge
meente eene geheole familie van paardon min
of meer bedorvon kan worden, vooral wanneer
ook de moeders dier jonge paarden slechte
eigenschappen bezaten.
Mon meene nu niet dat het op den hengst
alleen aankomt! Ook de moeder doet haren
invloed gelden. Yan haar zal dan ook golden
het spreekwoord: „Aan de vruchton kent men
den boom."
Zyn zekere kenmerken van een ras nog
maar sedert weinige opvolgende geslachten
ontwikkeld, dan mag men ze nog niet voor
standvastig houdon. Daarom kan 't gebeuren,
dat een dier met toevallig niet standvas
tig goede eigenschappen voor de fokkerij
geeno waarde heeft als nl. zijne vooroudors
standvastige gebreken hadden. Niet tfet individu
alleen, maar ook zijne voorouders doen zich
golden bij do fokkerij.. En als dat niet zoo
was, waarvoor dan stamregisters aangelegd,
waarin men gemakkelijk eene geheole reeks
van voorouders kan nagaan Deeene hippoloog
houdt zich aan de her der constantheid. Yan
andere zijde heet het: Alles komt aan op het
individu zelf. Beide stellingen Yindeu hare
verdodigers en hare bestrijders.
W(J sluiten ons aan by de aanhangers van
eerstgenoemde leeren vragen nog eens, waar
om legt men allerwegen in het beschaafd
Europa stamregisters van edole fokdieren aan,
als het niet was om met zekerheid hunne af
komst te kunnen nagaan? Standvastigheid
van goede eigenschappen in den stam gaat
ook by de groote Engelsche veefokkers boven
alles en men verzekert zelfs van de Arabieren
dat ze soms hengsten met een slecht voor
komen boven de volkomenste kiezen, indien
zy weten, dat het bloed van de eerste stand
vastig is. De vraag of een dier al of niet
fokdier kan zyD, mag niet beantwoord worden
door alleen acht te geven op zyn uiteriyk
voorkomen, zynezichtbare eigenschappon, want
ook de kennis van het bloed, d. i. van de
afstamming, komt voor dio beantwoording in
aanmerking, echter niet zóó, dat wo een
fokdier met beduidende gebreken mogen ge
bruiken, ook ai hoeft het goede voorouders,
en wat „Men" dan ook van de Arabieren
moge zeggen, zie hooger, kan onze sympathie
niet ten volle wegdragen, tenzy do minder
gewenschte eigenschap van ondergeschikt
belang is. By de Engelsche ronpaarden heeft
men ook wel eens wat over 't hoofd gezien,
als maar do eenig begeerde eigenschap „snel
heid" er niet onder leed: do vorm is wel eens
opgeofferd aan de snelheid.
De eigenschappon der dieren liggen als 't ware
naast elkaar en eerst de toekomst kan be
slissen, welke overwinnen zullen. De keuze
der fokdieren moge dus wel met zorg ge
schieden, want begaat men ten opzichte
hiervan eene fout, dan kan men daardoor een
belangryken achteruitgang in den toestand
zijner paarden toweegbrengen. Om die keus
bohoorlyk te doen, moet de fokker, zooals
we reeds vroeger zeiden, weten wat zyn doel
is, te meer, daar sommige eigenschappen
zich in do hoogste mate niet laten vereemgen
zoö by paarden b. v. bezwaarlik hot vermogen
om voortdurend zware lasten to trekken
en snelheid van beweging. Raadzaam is het
ovenwol, om in de fokkerij niet naar een
oonzydig doel te streven, omdat hierin weinig
voordeel 'gelegen is.
Men zal toch beter een paard kunnen ver-
koopon, dat voor verschillende diensten bruik
baar is, dan een ren- of een buitengewoon
zwaar werkpaard.
Kudelstaart. G. Dnos.
Leiden II November.
Door het Nederlandsche Tooneelisten-
gezelschap onder diroctie van den heer Charles
Do la Mar zal a. s. Maandag-avond in don
schouwburg alhier worden opgevoerd een
groot kluchtspel met zang, getiteld „Do Zonde
bok", dat ook als een kermisstuk wordt ge
annonceerd, zoker om to meer aan te duiden
dat hot in staat i3 om het publiek te doen
-lacher.. Do beoordeelingen der Amsterdamsche
bladen luiden zeer gunstig.
In ons verslag over de eerste Volks-
byeonkomat werd gemold dat do piano-begelei
ding der zangeres geschiedde door den heer
J. "VV. A. Berkeljon, zeer bescheiden en op
loffelyke wyze. Eere wien eere toekomt!
Het was niet genoemde heer, maar diens
broeder de heer J. Henri Berkeljon, die zich
aldus verdiensteiyk op zyn fraai instrument
van zyne taak kweet. Het verschil zit 'm dus
alleen in de voorletters, zoodat de eer dan
toch in de familie biyft.
Naar wij vernemen, heeft het gunstig
bekende mannenquartet „Zanglust", te Delft,
dat gedurende zyn betrekkeiyk nog kort be
staan reeds tweemaal in oen wedstryd werd
bekroond, het voornemen by genoegzame
deelneming eene uitvoering te geven in den
foyer van de Gehoorzaal alhier.
Omtrent dit mannenquartet schreef de
„Delftscho Courant" o. a. het volgende:
Do indruk, door dit viertal met „Nach der
Heimath" van Nageli by hun toehoorders
teweeggebracht, is moeilijk met een enkel
woord te omschrijven. Een uitmuntend
ensemble, fraai getimbreerde stemmen, eene
uitspraak zoo duidolijk en correct, dat mon
het tekstblad gemakkoiyk ontberen kan, daarby
6ene voordracht, welke op het punt van go-
acheveerdheid het hoogste naby komt.
waariyk, men zou niet meer kunnen verlangen.
Het examen in do vrije- en orde-oefenin
gen der gymnastiek is te Haarlem met goed
gevolg afgelegd door mej. E. Klinkert, van
Leidon.
Door het provinciaal kerkbestuur van
Friesland zijn tot de evangeliebediening in de
Ned.-Herv. Kerk toegelaten de bh. J. Ten Brug-
genkate, docts. in de godgeleerdheid aan de
universiteit te Leiden, on C. J. Veenhuyzon,
cand. te Utrecht.
Er is een propaganda-nummer ver
schenen van „Do Nederlandsche Stenograaf,"
orgaan van den Bond van Nederlandsche
Stenografen, gevestigd te Leiden.
Hot doel van dat blad ia, de stenographic
in het algemeon meer dienstbaar te maken
aan het publiek belang en de aanloérihg Van
het Nederlandsche stelsel in hot byzonder te
bevorderen. Naarmate er deelnoming zal bly
ken te zyn, zal dit blad twee, vier, zes,
twaalf of vier en twintig maal per jaar ver-
schynen.
Do ingezetenen to Zoeterwoude, die
verlangen als vrywilliger by de militie te
worden toegelaten, kunnen zich hiertoe ter
gemeente-secretarie aanmelden vóór of op
den laatsten dezer maand.
De vrijwilligers, die zich hebben aangemeld,
kunnen op Dinsdag 28 November a. s., des
voorm. te 9 uren, ter secretarie bekomen het
door den burgemeester af te geven getuig
schrift.
In do te Oegstgeest gehouden Raads
vorgadering werd de begrooting der gemeente
van het dienstjaar 1894 behandeld. In eene
der vorige vergaderingon wa6 reeds besloten
in 't geheel geene gratificatiën meer te ver-
leenon en werd alzoo den ambtenaar ter
secretarie eene vaste jaarwedde gegeven. De
post „presentie geld der leden van den Raad"
werd tot hetzelfde bedrag uitgetrokken als 't
vorige jaar, de post „kosten voor verteringen
van het huiahoudeiyk bestuur, buréau van
stemopneming en van Commission" word ver
minderd met ƒ15; de post „wegen en voet
paden" werd uitgetrokken op f 1000 en de
post „straten en pleinen" op ƒ500; de post
„jaarwedde der onderwyzers" uitgetrokken op
3727; de jaarwedde van den geneeskundige
en van de vroedvrouw werden tot dezelfde
bedragen uitgetrokken als het vorige jaar.
Do subsidie aan het Algemeen Armbestuur
"word bepaald op ƒ600, en do subsidie voor
de bewaarschool op ƒ250.
Als inkomsten zullen o. a. worden geheven
40 opcenten op de hoofdsom der belasting op
de gebouwde en 10 op de ongobouwdeeigen
dommen, en 10 opcenten op de hoofdsom der
belasting op het personoel.
Hoofdei, omslag gebracht van 3050 op
4250 en het bedrag van het suppletoir kohier
van 275 op ƒ400.
Do begrooting werd alzoo vastgesteld in
ontvang op ƒ20,325.25, in uitgaaf op ƒ20,325.25,
sluitende met een saldo van „Nihil".
In de gisteren gehouden algemeene ver
gadering der gemeenteraden van Zoetermeer
on Zegwaard is benoomd tot onderwyzeros
aan de openbare school mej. J. A. Werninck,
te Maarsen.
Hoogst eenvoudig was gisteren te
's-Gravenhage do lykstoet, welke dr. C. W.
Yinkhuyzen's stoffelyk hulsel grafwaarts
voerde. Alleen de galakoets, waarin do ver
tegenwoordiger van H. M de Koningin-
Regentes, adjudant baron Sirtoma van Grove-
stins, was gezeten, getuigde van de hooge
betrekking, door den overledene bekleed. Op
zyn uitdrukkoiyk bij zyn loven uitgesproken
verlangen dekten do bloemen en kransen buiten
het sterfhuis niet zyne lijkkist en werd aan
het graf geen woord gosprokon. De grooto
belangstelling bleek echter vooral op „Eik-en-
Duinen". Vele loden der hofhouding, graaf
Dumonceau, graaf Van Hoger.dorp, graafVan
don Bosch, graaf Van Randwyk, baron Taots
van Ameröngen, baron Yan Brienen,graaf
Van Limburg Stirum, C. J. Van dor Ouder-
meulen, de Belgischo gezant bU ons hof, do
Commissaris der Koningin in Zuid-Holland; do
minister van staat Mackay, prof. dr. S. S.
Rosenstein, uit Leiden, de hofartsen dr. Vlaan
deren en dr. Coert, velo Haagsche genees-
heeron, de heer Couturier, thesaurier van
groothertogin Sophie, en zeer vele andere
hooggoplaatsten woonden deter-aardo-bestelling
by. Plechtig zonk de lykki3t in de groeve en
nadat de oudste zoon een woord van dank
had gesproken, verlieten allen hot kerkhof
ondor den indruk een braaf mensch en be
kwaam geneesheer naar zyne laatste rust
plaats te hebben geleid.
Heden- worden ten paleizo op het Loo
verwacht Prins en Prinses van Bentheim-
Steinfurt, die tot Donderdag de gaston zullen
zyn van Hare Majesteit.
Baron Van Pallandt van Oud Beierland, opper-
jagerraoostor, en de hoer Van Brinkhorst, oud-
Hofmaarschalk en Kamerheer van H. M., wor
den heden ook op het Loo verwacht en zullen
Maandag, Dinsdag en Woensdag aan jachten
op grof wild deelnemen.
Do heer R. Spitzen, lid der Provin
ciale Staten van O very Bel voor het district
Raalte, is plotseling overleden.
H. M. de Koningin-Regentes heeft 25
doen toezenden aan dewed. Van Wyngaarden,
to Knype (Fr.), die voor eenigen tyd haren
echtgenoot door den dood verloor en met haar
gezin in behoeftige omstandigheden verkeert.
Hot stoomschip „Prinses Wilhelmiua",
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 9 Nov.
van Colombo; de „Zuid-Holland", van Java
naar Rotterdam, vertrok 10 Nov. van Perim.
Chrysanthemum-tentoonstelling in
„Amicitia".
Donderdag 16 November a. s. zal het eer6te
Chrysanton feest, dat vanwege de Leidscho
Afdeeling der Nederlandsche Maatschappij van
Tuinbouw en Plantkunde uitgaat, in bet ge
bouw „Amicitia" geopend worden.
Zy, die vorige jaren in de gelegenheid waren
de schoone herfstbloemen in Amsterdam, op
de daar gehouden tentoonstellingen, te zien,
zullen zich zeker nog wel herinneren welk
een kleurenschat de Chrysanten in dit overi
gens zoo dorro en aan bloemen arme jaarge-
tyde kunnon tentoonspreiden!
Nu Amsterdam besloten is voor ditmaal
geene tentoonstelling te houden, verdient het
voorzeker toejuiching dat in andere plaatsen,
en zoo ook nu te Leiden, de taak om de
steeds toenemende liefde voor de Japansche
Keizerabloem levendig te houden, verder voort
gezet wordt.
Ruim honderd jaar geledon voor het eerst
in Europa ingevoerd, werd de Chrysant ook
al spoedig hier te lande gekweekt, waar dio
cultuur echter geene groote vlucht nam.
Geheol anders ging het don Chrysant in
Engeland on Frankryk, waar hot. klimaat zich
leende om met overleg volbrachte kruisingen,
steeds mooier" soorten aan to winnen.
Door aanvoer van nieuwe vormen uit Japan,
het land waar de Kiku het meest gekweekt
wordt on geliefd is, verkreeg men ook nog
heelwat fraais, zoodat in dezon tyd de bloem,
wat vorm en kleur betreft, haast onverbeter-
ïyk schynt.
Het ia nu een viertal jaren geledon dat
men in ons vadorland weor zorg ging wydtn
aan den Chrysant, en nu is doze bloom al
mooi op weg om populair te worden, meer dan
eene gekwoekto plant hier ooit geweest is.
Het zal voorzeker een genot zyn zich Don-,
derdag en de daarop Yolgendo dagen te kunnen
overtuigen van de vordering in de cultuur dei
laatste jaren, torwyi ook in den vorm van
bloemstukken do kleurenpracht der Chrysanton
zal bewonderd kunnen worden.
Aan de inzenders van deze tentoonstelling
worden geeno pry zen in modailles of golds
waarden uitgeloofd; als het bloemenminnend
publiek, hotzy door aankoop van planten,
hetzy door ruime deelneming aan de te houden
verloting biyken van belangstelling goeft, zal
dit voorzeker eene welkome en billyke ver
goeding zyn voor de moeite en zorgen, aan
eene tentoonstelling zooals deze verbonden.
S^ö-oJLllö-toiO..
KQNDUM.
Roman van
K. KOOPMANS YAN KOKKEREN.
45.)
„"Welaan Jongmonschl ik ben geheel gehoor,"
zei de jonker, terwyi hy het hootd achterover
legde tegen den lederen rug van zyncn leuning-
stool, do handen op den buik vouwde, en
zich geheel in 't postuur stelde van iemand,
die zeer aandachtig naar een mededeeling wil
luisteren.
Floris begon nu met zyn relaas. Allereerst
gaf hy een kort verslag van zyne nachtelyke
excursiön en van do schulden, waarin hy
zich dientengevolge gestoken had. Hy spaardo
daarby zichzelven niet; integendeel, hy ver
zekerde herhaaldeiyk, hoe hy zyn gedrag ver
afschuwde; maar hy wees toch ook op de
verzachtende omstandigheden. Onder laatst
genoemde behoorden's vaders gestrengheid
en karigheid, het zoogenaamde korfhouden,
welk een en ander ongetwijfeld welgemeend,
maar even zeker door overdrijving verderfeiyk
in de gevolgen was, en daarenboven het ge
mis van den zedelyken steun, dien hy zoo
ruimschoots in de moederlyke liefde had be
zeten en zoo noode kon ontberen. Hierop
volgde eeno meer gedétailleerde beschryving
van het gebeurde op den merkwaardigen
Maandag avondhet bezoek, de eischen en
bedreigingen van Rafels; de vertwyfeling,
waartoe hy, Floris, was geraakt by het over
zien van de ellende, by het peilen van den
jammerpoel, waarin hy al dieper wegzonk,
en by de erkenning van do onmogelykheid,
om zichzelven daaruit te werken.
De verslaggever is genaderd tot het bericht
aangaande de crisis. Hy gebruikt weinig
woorden, treedt niet in beschouwingen, doch
meldt alleen feiten, maar dat neemt niet weg,
dat zyn toehoorder in hevige spanning ver-
koert en schier ademloos aan zyne lippen
hangt, als hy vertelt, hoe hy het besluit
neomt zich ergens in den Amstel te werpen,
den afscheidsbrief schryft, de woning verlaat
en zeker zyn vreeseiyk voornemen zou vol
voerd hebben, indien hy niet ter goeder ure
Nondum ontmoet had.
By 't hooren van den naam des grijzen
oppassers, ontsnapte onzen jonker een kreetje
van verrassing, zoodat Floris vroeg: „Hadt u
iets te vragon, doctor?"
„Neen, neen", luidde het antwoord, „neem
my niet kwalyk.'t frappeerde my alleen
dat het Nondum was, die u op uwe schreden
deed terugkeoren. Do zoogenaamde pothuis-
philosoof is een oude kennis van mij, moet go
weten.zeer interessante peraoonlykheid,
vindt ge niet? 'k Heb hem wel hooren karak-
teriseeren als een prachtexemplaar van 't
men8chdom. Spreekt u hem wel eens? Ja?
Zal u hem dan eens hartelyk van my groe
ten Maar ik zou u doen afdwalen 1
Vergeef my deze interruptie on ga verder,
als 't u blieft, met uw belangryk verhaal."
Floris voldeed aan dat verzoek. Daar hy
wist, dat do doctor in de letteren ook in zoo
verre z\)nen titel met eere droog, daar hy
geen vreemdeling was in de schriften der
Hebreeuwscho scbryver6, maar veeleer een
vurig vereerder dier heerlyke poëzie mocht
heeten, terwyl 't daarenboven don jonkman
niet onbekend was, hoe Van Moerbeek veel
hart en zin voor den godsdienst had daar
hy omtrent deze zaken goed op de hoogte
was, verzuimde hy niet den noodigen nadruk
te leggen op dat woord van den profeet:
"Waarom zoudt gy sterven?
Hierby mogon wy niet onvermeld laten het
feit, dat Floris een absoluut stilzwijgen be
waarde omtrent hot bestaan van Mina Roos en
het aandeel, dat zy had gehad in de redding van
zyn leven. Dit niet noemen van het goede meisje
en het ignoreeren van baar optreden, zoo kloek
en edel, geschiedde met voorbedachten rade.
Onze student had niet alleen berekend, dat
een zoo verklaarde vrouwenhater als Van
Moerbeek eenigszins ontstemd zou raken by
't hooren van den lof dezer Eva's dochter,
maar hy wilde vooral ook het volle licht
doen vallen op de bezorging van de zonder
linge missive, continens mille flo-
renos. Niet een mooi juffertje, maar de
ontvangst van de enveloppe met geldswaarde
had, naar de voorstelling, die de student
thans moedwillig van de toedracht der zaak
gaf, den doorslag gegeven en hem terug doen
komen van de voorgenomen misdaad. Volgens
die voorstelling had Floris het geheimzinnige
couvert in de bus gevonden, toen hy, na Nondum
geholpen en uitgelaten te hebben, ten tweeden
male de voordeur zou uitgaan met'tonherroepe
lijke plan er nooit weer binnen te treden.
Levendig, ja, wegslepend was do schildering,
die Floris nu ophing van den tweestryd,
waarin hy verkeerd had na de ontvangst
van den brief, en do ontdekking, dat
daarin vermoedeiyk eene aanzionlyke geld
som was gesloten. Met lofwaardige openhartig
heid bekende hy daarby, dat by in ernst
er geen oogonblik over gedacht had, dat de
afzender bom, Streefland junior, op het oog
zou gehad hebben, toen hy het adres samen
stelde. Met te meer vrijmoedigheid trad nu
echter do zelf beschuldiger ook als zelfver-
dediger op. Helder deed hy daarby uitkomen,
hoe er aanleiding bestond tot de bewering,
dat hot niet bewezen kon worden, wie met
den geadresseerde was bedoeld, daar de aan
duiding docti88imus ook op een student
kon toegepast worden, terwyl de predikant,
als geen theologiae doctor, strikt ge
nomen, geen volle aanspraak had op dat „zeer
geleerd", redenen waarom de eerstgenoemde,
vanwege zyne handelingen in deze door don
burgerlyken rechter kon vrijgesproken worden.
Maar vooral legde pleiter veel gewicht op het
feit, dat hy niet door geldzucht, noch door
vuigen hartstocht, maar alleen door angsten
wanhoop, door zucht tot zelf behoud gedreven,
tot de daad was overgegaan Hy eindigde
met de hartgrondige bede om vergiffenis en
met het dringend verzoek de zaak althans
voorloopig voor den ouden heer geheim te
houden.
„Ik zeg voorloopig en dat meen ik", ver
zekerde Floris, „want hot is myn heilig voor
nemen, later myn vader alles te zeggen en
h m vergiffenis te vragen, geiyk ik 't u doe
by deze en reeds moermalen gedaan heb vooi
Gods aangezicht."
Jonkheer Van Moerbeek staarde zynen gast
een oogenblik zwygend aan. Hy slaakte een
diepen zucht, en die zucht, ja, en ook dat
zwygend aanstaren vervingen voorshands do
woorden. Op Floris maakte 't oen en ander
een diepen en pynlyken indruk. Levendig bo-
softe hy de goede doctor, hoe zonderling ook,
heeft genoegzaam verstand en zedeiyk gevoel,
om het vorkeerde myner handelingen duidoiyk
in te zien, en hy spreekt niet, omdat hy geen
woorden kan vinden, waarin hy zyn leedgevoel,
zyn ergernis over myn gedrag op voegzame
wyzo lucht kan goven; hy zwygt, omdat, hy
myne bede om vergiffenis mooilyk kan
weigeren, maar nog moeilyker haar kan
toestaan.
Eindeiyk sprak de jonker op doffen toon;
„Ne furator, gy en zult niot stelen 1
Niet my, maar uwen vader hebt gy bestolen
Parentem utrumgue honorato;
eert uwon vader en uwe moeder l"
„Schuldig bon ik," sprak Floris, „zeer
schuldig! Heb ik niet openhartig myn onreoüt
beleden?"
„Zeker, maar eene schuldbeiydenis, hoo
volledig ook, delgt de misdaad niet uit."
„Neen, doctor 1 maar zoodanige confeesie
tempert 's rechters gramschap en beweegt den
gestrengen wreker van 't kwaad om genade
voor recht te doen gelden, vooral dèn, wanneer
er, zooals hier het geval is, zeer vele ver
zachtende omstandigheden zyn. Of zyn die er
nlot?"
Wordt vervoltjcL\