N«. 1034-3,
Woensdag 8 November.
A°. 1893.
(Bsze (Üourant wordt dagelijks, met uitzondering
van Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 7 November.
Femlleton.
NONDUÜfl.
PRIJS DEZER COURANT:
"Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco por post. 1-40."
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 1—'6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. -- Grootere
lotters naar plaatsruimte. Voor het incassecren buiten do stad
wordt 0.05 berekend.
Offïciëele Kennisgevingen.
Bnrgomeester en "Wethouders van Leiden
Gezien art. 8, lete alinea, dor wet van den 2don
Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regoling van het
toezicht by het oprichten van inrichtingen, welke
gevaar, schade of hinder kunnoh veroorzaken;
Brengen by deze ter algemeene kennis dat door
hen op heden vergunning is verleend aan DIAKENEN
DER NEDERLANDSCH HERVORMDE GEMEENTE
TE LEIDEN en rechtverkrijgenden tot het plaatsen
van een nieuwen stoomketel in de spijs-
kokerij aan de Haarlemmerstraat No. 165.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
6 Nov. 1893. E. EIST, Secretarie.
Het bericht betreffende het aanbieden van
een diner aan den afgetreden kolonel Bloem
was niet geheel juist. De ware lezing is deze:
Zaterdag a. s. zou toch een diner plaats hebben,
aangeboden aan vier officieren, by gelegenheid
van hunne benoeming. Aangezien nu de disci
pline meebrengt dat eene beleefdheid aan den
aftredenden commandant moet geschieden, is
de kolonel uitgonoodigd om by dit diner als
gast aan te zitten.
Door het prov. kerkbestuur van Zuid-
Holland- zijn tot de evangeliebediening toege
laten do heer J. De Visser, die beroepen is
te Kattendyke, en de heer H. Post, candi-
daten aan de rijksuniversiteit te Utrecht en
te Leiden.
Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-
Herv. gemeente te Leimuiden, Kalslagen en
Bilderdam door ds. W. Van Asch, te Eeten
en Drongelen.
In de plaats van wylen den heer A. Van
Bergen is tot heemraad van den Achterofsehen
polder onder Waddingsveen benoemd de heer
J. Van Bergen.
Tot gemeente architect te Waddingsveen is
benoemd de heer W. Vorbruggen.
Tot predikant by de Herv. gemeente aldaar
is beroepen dr. Gerritsen, predikant to Lopik.
Den 22sten dezer maand zal er in de open
bare vergadering van 'tLeesgezelschap optreden
als spreker do heer Caviet, van Gouda.
De heer A. L. Akkerhuys, van Delft, zal
Vrydag-avond 10 November, in het hotel Gul-
demond, te Woubrugge, als spreker optreden
voor de sociëteit „Onderling Genoegen" aldaar.
De begrooting der inkomsten en uitga
ven der gemeente Zwammerdam, dienst 1894,
door den Raad dier gemeente vastgesteld, be
draagt aan inkomsten en uitgaven 10579.89s.
De kosten van onderwas worden geraamd
op 4585, torwyl de hoofdelijke omslag met
400 verminderd werd, zoodat deze in het
volgend jaar zal bedragen ƒ1600.
Voorts werd besloten, ten einde het bo-
vriezen van het water der gemoentepomp op
den Overtocht tegen te gaan, een houten
omhulsel te laten maken en met turfmolm
te doen aanvullen.
De suppletoire kohieren wegens de honden
belasting en den hoofdeiyken omslag, dienst
1893, zyn respectievelijk vastgesteld op ƒ3
en op ƒ85.78.
De begrooting van het Burgerlijk Armbe
stuur voor 1894 werd goedgekeurd tot een
bedrag in ontvangst en uitgaaf van 160 816
Tot armmeester van hot Burgerlyk Arm
bestuur te Zwammerdam is herbenoemd de
heer J. Van der Wal, gemeente-ontvanger
aldaar.
Tevens werd goedkeuring verleend tot het
doen eener afschrijving van ƒ120 van den
post „Onvoorziene Uitgaven" der begrooting
van 1893 en tot de overschrijving van die som
op den post „Pompen en riolen", wegens
kosten van graven van een welput met het
plaatsen daarop van een pompje. Het water
uit dien put is by scheikundig onderzoek ge
bleken niet tot het boste te behooren. Toch
mocht het als drinkwater by dat onderzoek
als vrij goed genoemd worden.
Aan de Leden der Provinciale Staten
van Zuid-Holland is door een groot aantal
ingezetenen van de gemeente Boskoop een
adres gericht, waarin zi) verklaren dat zij,
door de dagbladen kennis bekomen hebbende
dat in de aanstaande vergadering door Hoeren
Gedeputeerde Staten zal worden voorgesteld
intrekking van de besluiten, betrekking heb
bende op de verbetering en het in-beheer-
nemen van het vaarwater tusschen den
Hollandschen IJsel en de Ringvaart van den
Haarlemmermeerpolder
de vrijheid nemen zich tot de Prov. Staten
te wenden met het verzoek om bedoeld
voorstel niet aan te nemen, maar integen
deel het op 21 Juli 1887 genomen besluit,
desnoods naar den eisch der omstandigheden
gewijzigd, te handhaven, opdat het werk
zy 't dan ook partieel tot standmoge
komen.
Het groote belang voor de handeldrijvende
gemeente om door een bekwamen waterweg
aansluiting aan het spoorwegnet te verkrijgen,
behoeft wel geene uiteenzetting.
Voor adressanten zou het eene groote
teleurstelling zyn, indien r& een zesjarig
overleg, n& al de gemaakte kosten van op
neming od. schatting, na al den aan huis
eigenaren langs de Gouwe, door de aange
kondigde onteigening hunner porceelen, ver
oorzaakten last en schade, thans eenvoudig
tot intrekking besloten werd, zonder meer.
Doch zy vertrouwen, dat zoodanig besluit
niet zal worden genomen, waardoor do bloei
en ontwikkeling der Gouwestreek zou worden
prijsgegeven of blootgesteld aan achteruitgang
en verval, te minder, nu voor een ander deel
der Provincie men denke aan Ryn en Schie
geene kosten worden ontzien, al is het alge
meen belang van scheepvaart, handel en
nijverheid by laatstbedoelde verbetering veel
minder betrokken dan bij die, welke Gedopu
teerde Staten thans voorstellen achterwege
te laten.
Voor zoover uit de in de zomervergadering
der Prov. Staten gevoerde beraadslaging kan
worden opgemaakt, schynt de vermindering
der scheepvaart, ten gevolge van het tol-
stand-komen van het Hor wede-kanaal, de
Gedeputoerde Staten tot dergelijk voorstel te
hebben geleid, aannemende, dat de betrokken
belangen van handel en scheepvaart niet
meer staan in proportie tot de te maken
kosten. Maar zoo vragen adressanten zou
juist de vermindering der scheepvaart door
de Gouwe geene reden zijn om de verbetering
van dien waterweg en de opheffing van alle
drukkende beletselen en heffingen met krach-
tigen spoed ter hand te nemen, opdat de
stroom der scheepvaart weer in hare vroegere
bedding terugkeere, hetgeen ongetwijfeld ge
schieden zal, daar deze weg de eenige,
waarin geene vaste bruggen ge
vonden worden is de kortste, de
meest gerieflijke, en ook voorzeker zou zyn
de meest gekozene, ware zij thans niet de
kostbaarste.
Dat in dien zin door de Prov. Staten moge
besloten worden!
Het Museum van Kunstnijverheid te
Haarlem ontving door bemiddeling van den
minister van buitenlandsche zaken van de
erfgenamen van wylen graaf C. M. E. G. Yan
Bylandt, buitengewoon gezant en gevolmach
tigd minister van H. M. de Koningin te Londen,
het prachtwerk „Eastern Curpets Tyvejve
Early Examples" met byschrijvenden tekst
van Vincent J. Robinson.
De aandacht van het publiek worde by
deze gelegenheid nogmaals op bovengenoemde
boekerij, welke na verloop van tyd eene aan
zienlijke uitbreiding heeft ondergaan, gevestigd.
Zy omvat thans ruim 700 boeken plaat
werken, waaronder de literatuur der kunst
geschiedenis in het algemeen en van het
kunstambacht in het bijzonder vertegenwoor
digd is, alsook 5000 platen, die naar da
verschillende vakken van hot kunstambacht
z\jn gerangschikt. De boek- en plaatwerken
kunnen dagelijks kosteloos worden geraad
pleegd, terwijl ze op aanvrage door geheel
Nederland kosteloos worden verzonden.
Voor het verkrijgen van den catalogus,
waarvan een aanhangsel in bewerking is, ver-
voege men zich by den hoer E. Von Sahe'r,
conservator van het museum en directeur
der school van kunstnijverheid te Haarlem,
die gaarne alle verdere inlichtingen zal ver
strekken.
De bij de Waalsche gemeente te Amster
dam beroepen predikant ds. S. Debry, te Haar-
lom, heeft dit beroep aangenomen.
Dr. Vinkkujjzen te 's-Gravenhage bracht
een onrustigen nacht door; de krachten zyn
minderende; de toestand is zeer achteruit
gaande.
Het „Hbl." meldt dat zich onder de
nagelaten papieren van ds. Van Koetsveld
een persklaar werk bevindt, getiteld: „Losse
Bladen uit mijn Pastoraal Boek", eenigszins
een vervolg op de „Pastorie te Mastland".
Naar men verneemt, heeft de heer H.
C. A. Henny wegens gezondheidsredenen ont
slag genomen als lid der Provinciale Staten
van Noord-Holland.
De centrale antirevolutionnaire kiesver-
eoniging „Nederland en Oranje" in het kies
district Veendam heeft den heer P. Van Vliet,
te Arnhem, candidaat gesteld.
Door de Noderlandsche Zendingsver-
eeniging te Rotterdam is van 16 Sept. tot
15 Oct. ontvangen de som van 10,777.55.
Hieronder is begrepen de opbrengst der collecte-
kaarten, welke 6223.06 bedroeg. Deze laatste
som is besteed voor de uitzending van de
zendelingen Pennings en Alkema naar de
Soendaneezen.
Voor de zending in Bantam werd ƒ151.26
ontvangen, hetgeen met de vorige opgaven
eene som uitmaakt van ƒ6140.80
Te Boskoop is eene Afdeeling dezer ver-
eeniging gesticht, tellonde 14 'eden. Het be
stuur bestaat uit de heeren G. Van Wilgen,
president, W. Van Hasselt, secretaris, en J.
Van Bergen, penningmeester.
De minister van binnonlandsche zaken,
vergezeld van den Commissaris der Koningin
in Noord-Holland en een der inspecteurs van
het geneeskundig staatstoezicht, heeft gisteren
een bezoek gebracht aan Meer-en Berg. Dit
bezoek moet in verband staan met de reeds
tot stand gekomen of nog ontworpen uitbrei
ding van het gesticht.
Te Haarlem is overleden de heer C. Sipkes
Jr., adjunct-commies ter gem een te-secretarie.
Gedurende zyn 20 jarigen werkkring toonde
de overledene zich een volijverig ambtenaar,
gezien by de vele ingezetenen, diö met hem
in aanraking kwamen. Eene korte, doch hevige
ziekte maakte een einde aan zyn leven op den
leeftyd van 34 jaren.
Het stoomschip „Bellerophon", van Ba
tavia naar Amsterdam, arriveerde 6 Nov. te
Perim; de „Oranje-Nassau" arriveerde 6 Nov.
van West-Indi8 te Nieuw-York; de „Spaarn-
dam", van Rotterdam, is 6 Nov. te Nieuw-
York aangekomen; de „Ardjoeno", van Rot
terdam naar Java, vertrok 6 Nov. van Perim.
By koninklyk besluit is benoemd by het
personeel van den geneeskundigen dienst der
tend macht, tot reserve officier van gez. 2de
kl., de heer J. Prak, arts.
P. H. H. Kreyelmans benoemd tot burge
meester van Nederweert.
Aan den eervol ontslagen opzichter van
maritieme werken by 's Ryks werf te Am
sterdam, R. Blankevoort, verleend de zilveren
eoremedaille der orde van Oranje-Nassau.
A. P. L. G. H. Van den Steen van Ommeren
benoemd tot burgemeester van Nykerk en H.
Homan Bindervoet tot burgemeester van
Grypskerk.
Aan na te melden personen verlof verleend
tot het aannemen der onderscheidingsteekenen,
achter hunne namen vermeld: W. C. G. Van
Weideren baron Rengers, te 's-Hago, oud-off.
der cav., de versierselen van eereridder dor
Johaniterordo, waartoe hy door Z. M. den
Koning van Pruisen is benoemd; dr. H. G.
Van de Bande Bakhuyzen, te Leiden, hoog
leeraar, de versierselen van officier der Leopolds
orde, waartoe hy door Z. M. den Koning van
Belgio is benoemd; dr. P. A. Jentink, to Leiden,
directeur van 's Ryks Museum van Natuurlyke
Historie, de versierselen van ridder 2de kl. der
orde van St.-Stanislas, hem door Z. M. den
Keizer van Rusland geschonken.
TWEEDE KANEB.
De minister van koloniën heeft, ten einde
eene proef te nemen met den verkoop van
opium in eigen beheer, voorgesteld op de
Indische bogrooting eene som van ƒ184,000
uit te trokken. Daartoe zal do Middelenwet en
de raming dor middelen moeten gewyzigd
worden, waartoe eene nota by de voordracht
is gevoegd.
By de Kamer is ingekomen eene voor
dracht van den minister van justitie, ten
einde de bestaande wetgeving met de nieuwe
regeling van het faillissement en de surséance
van betaling in overeenstemming te breDgen,
waartoe eenige wettelyke voorschriften moet on
worden afgeschaft of daarin verandering go-
bracht. Tevens regelt deze voordracht de be
palingen, den overgang van de oude wetgeving
tot de nieuwe. Het tydstip van inwerking
treding der faillissementswet wordt vastgesteld
op 1 Mei 1894.
Onder vele blyken van belangstelling
herdacht gisteren mr. Van Wintershoven,
advocaat te Maastricht, den dag, waarop hy
vóór 50 jaren tot advocaat by het voormalig
gerechtshof in Limburg werd toegelaten.
7 November.
Heden legt mejuffrouw M. A. De Vrtese
hare taak als Directrice der Leidsche Fabrieks
school neer, waarvan zy de oprichtster en
25 jaren lang de ziel is geweest.
Veel van deze school en van haarzelve in
het openbaar te neggen, zou haar verdriet
doen. Daartoe kennen we haar te goed. En
wie zou iemand als haar leed willen doen,
die haar gansche leven besteed heeft om
anderen tot zegen en nut te zyn?
Maar dit mogen wy uitspreken en ik
weet het: honderden en duizenden zeggen het
met my I dat Leiden niet spoedig vergoten
zal wat het aan dezen zelfopofferenden, be-
langloozon, trouwen arbeid verschuldigd is.
Nu wordt er, op allerlei manieren, in allerlei
richting, naar allerlei methode aan de fabrieks-
jeugd gewerkt. Maar toen zij de hand aan
den ploeg sloeg.ik verzeker u, toen hoorde
er moed en geloof toe om zonder protectie,
zonder fondsen, als zwakke vrouw zulle eene
taak te ondernemen!
Wy gunnen haar de rust, die zy nemen
gaat, voorzooverre een hart als dat van mej.
De Vrie60 ooit rusten kan het goede voor
anderon te zoeken, zoolang het hier beneden
kloppon zal. Dit hopen wy, dat zy menig
jaar zal mogen zien dat hare geliefde stich
ting, onder do krachtige en jeugdiger leidiDg
van mej. J. Drost aan wie wy van harto
Gods nabyheid toebidden by de aanvaarding
dezer taak in bloei moge toenemen, en
een zegen zal blijven voor deze stad, gelijk
haro school dat ruim eene kwart-eeuw voor
zoovelen geweest is. En spreke de Hoer, dien
zy liefheeft en diende, eenmaal ook tot hilar:
voor zooveel gy dozen liefdearbeid aan deze
kleinen en geringen gedaan hebt, hebt gy het
Mij gedaan!
Leiden, 7 Nov. 1893. J. H. Gunning JHz.
l) Wio hot nog niot keDfc, achaffo zich hot belang
rijk „Verslag dor Ohrietoljjko Werkzaamheid oador
do Fabriekejeugd" aao, dat in 1892 tereo ionen ie,
en waarvan nog eenige exemplaren voorhanden on
togen ƒ0.25 hot stuk verkrijgbaar zijn.
Roman van
R. KOOPMANS VAN KOEKEREN.
39.)
Daarop zich tot Streefland wendende, stelde
zy met zekere waardigheid, als wilde zy
toonen zich bewust te zyn, dat zy in ieder
geval de vrouw des huizes was, de heeren
aan elkander voor.
„Myn aanstaande echtgenoot, de heer Leo-
nidas Kurks, kapitein der infanterie! Dominee
Streefland, predikant alhier!"
Kurks boog flauwtjes, do leeraar in 't ge
heel niet. 't Was al wel, meende laatstge
noemde, dat hy onder die voorstelling even
•vas opgestaan.
„Mynheerzoo begon Zijneerwaarde, terwyi
hy weer ging zitten, „ik was daar juist met
juffrouw Van Breukelen in een ernstig ge
sprek gewikkeld."
„Geneer u niet, mynheer!" antwoordde
Kurks, terwyi hij zyn sabel losmaakte.
„Jawel, maar ik wensclito het gesprek
onder vier oogen voort te zetten."
„Onder vier oogen? Met my?" vroeg de
kapitein, torwyl hy het zydgeweer in een
hoek zette en daarna een stoel nam.
„Myiheerl" riep Streefland met verheffing
van stem, „gy schynt niot vorstaan te hebben,
"Wien gy voorhebtl"
„Nu, of ik!Ik hob to doen met den
papa van dat jongmonsch, dat ik dezer dagen
zoo ongemakkelyk van deze kamer heb afge-
knikkerd."
„Wat zeg je?" stamelde de dominee.
„Nu ja", sprak Constantia op verzoenenden,
eenigszins moederlijken toon, „dat was jam
mer genoeg, maar je deedt het in drift en
die zaak is reeds heelomaal en tot weder-
zijdsch genoegen afgehandeld. Dus daar
over nu niet meer. Maar ik ben den dominee
nog eenige rekenschap schuldig en zie geen
reden, waarom ik die nu niet zou geven. Dat
kan ik gerust doen in 't byzyn van myn
besten vriend Kurks, die weldra myn wettige
man zal zyn en die, wat het onderhavige
geval betreft, er alles van weet."
„Dat zal waar zyn bevestigde de kapitein.
St!.... myn bestel Laat my nu geregeld
en openhartig alles vertellen. Ik had den
jongen mynheer Streefland ernstig beloofd de
zaak te zullen verzwygen, maar acht my aan
die afspraak niet meer gebonden, daar uw
zoon zynerzijds het geheim heeft uitgebracht...
Nu dan Maar zal u niets gebruiken domi
nee!... Een glas morgenwyn?"
„Dank u, vriendelyk dankzei Stre.-fland
eenigszins kortaf en op doffen toon. Hy
moest zichzelven geweld aandoen, daar by
eigenlyk niets liever gedaan had dan beiden,
den kapitein en zyne beminde, een fermen
uitbrander toedienen en dan opstappen. Maar
als hy hiertoe overging, dan - dit besefte
by levendig dan zou hy niet vernemen,
wat er met zyn Floris aan 't bandje was
geweest, en dit wilde hy toch vóór alle din
gen weten.
„Toe, dominee!" drong de vrouw des huizes
met meerdere harteiykhoid aan, „toe, laat ik
u eenige verversching mogen aanbieden. U is
eenigszins ontdaan.geen wonder, waariyk,
en hebt eenige opwekking noodig 1Kurks
houdt u stellig gezelschap, ja, en ik zelf ook,
want ik ben heelemaal van streek en heb
nog een heelen deun voor den boeg.Zet
maar 't een en ander gereed, Leo!....
wil je?"
„Welnu dan", vervolgde Constantia, terwyi
haar hartsvriend opstond en een paar karaffen
en glazen op de tafel zette, „een dag of
eenige geleden vraagt de heer Floris Streef
land, litterarum humaniorum stu
diosus, hier belet. Ik ontstelde, toen ik zyn
kaartje had gezien, want ik denk niet anders
of do oude heer heeft zyn zoon in kennis
gesteld met den inhoud myner letteren en
nu komt dïo zoon my tot verantwoording
roepen.... Nu ja, dien brief had ik mis
schien.
„Dien brief hadt je stellig nooit moeten
schryven", viel Kurks in: „dat heb ik altyd
gezegd. Bemoei je met je eigen bomoeisels,
zeg ik.
„Nu ja", zei Streefland, maar laat de juf
frouw nu geregeld doorvertellen."
„Goed", hervatte Stans, „laat ik verkeerd
gedaan hebbenDan zeg ikp o e n i t e t
me peccasse(') Maar om op den heer
Streefland junior terug te komen: ik ontvang
hem ueleefd en vriendelyk, ofschoon ik byna
zeker er van was, dat hy kwam om my eeri
stanaje te maken. Zeer verwonderd was ik
't Spijt me, dat ik gofc-ild heb.
daarom, toen myn bezoeker, ja, wel kwam
als aanklager, maar als aanklager van zich-
zelven en als smeekeling.
„Maar juffrouw Van Breukelen! waarvan,
ik bid u, waarvan had mijn zoon zich te be
schuldigen? Waarom moest hij smeeken?"
„Hy bekende, dominee I den aan u gerichten
brief over de vereemging Raymundus onder
schept. en nooit aan zyn adres bezorgd te
hebben.
„Zonderling, zeer duister inderdaad!" ver
zekerde de vader, „daar ik toch den brief
toevallig zelf regelrecht uit de banden van
den besteller ontvangen heb, aangezien ik juist
de voordeur uitging, to n de postbode op de
stoep stond. En hier heeft myn zoon ver
klaard dat hy den brief het eerst in handen
gekregen, geopend, gelezen en eindeiyk ver
duisterd had, is 't niet?"
„Ja, dominee!" bevestigde de juffrouw,
„en by heeft my op zyne knieën gebeden,
dat ik hem toch mocht beloven, deze gebeele
historie geheim te zullen houden voor iedereen,
in de eerste plaats voor den oudenheer, en
in dezelfde houding heeft by my bedankt,
toon ik hem die toezegging had gegeven."
„Juist, mynheer Streefland 1" vulde Kurks
aan, „zoo truf ik zynedele aan, geknield voor
myne geliefde Constantia, met hare beicie ban
den in de zijne geklemd.Is 't wonder, dat ik
als een razende op hem aanvloog, hem by
den kraag pakte en door de kamer sleurde?...."
De beklagenswaarde vader schudde al zuch
tende het hoofd, maar zei niets.
„Ja, ja", ging do kapitein voort, t was
een verduiveld gekke historie. Maar dat been
is al weer in 't lid. Ik meende eerst, dat het
zonder duel niet kon afloopen en had myne
getuigen reeds gekozen.Maar toen hebben
ze my voldoende ophelderingen gegeven.
Enfin, die zaak is geheel in orde.... Ik
heb mynheer uw zoon reeds weergesproken,
we hebben elkaar de band gegeven."
Papa Streefland haalde den zakdoek uit en
wischte zich het zweet van 't voorhoofd.
„Kom, myn beste dominee!" riep Constantia
op medelydenden toon, terwyi zij opstond en
hare hand op des leeraars schouder legde,
„kom, ge moet u dat zoo niet aantrekken....
Toe, drink eens!... Alles is immers goed
afgeloopen. De heeren hebben elkaar de hand
gegeven, ik ben bereid hetzelfde te doen, of
schoon ik reden heb erg boos op uw zoon
te wezen.zeker, want niet u, maar my
heeft hy verschrikkelijk beetgehad. Ik begryp
niet, hoe iemand er toe komt, zichzelf een
misslag toe te dichten, dien hy niet begaan
en vergiffenis te vragen voor oen kwaad, dat
by niet bedreven heeft."
„Ik meende", zei de dominee, „dat myn
zoon zelfs het bestaan van uwen brief niet
kende, daar ik er hem niet van gesproken
had. Hoe wist hy daarvan?"
„O", zei Kurks, dat raadsel, mynheer Streef
land 1 zal ik u, dunkt m\j, wel kunnen op
lossen. Ziet u, Stans had my verteld, dat en
ook nagenoeg wat zy u geschreven had, ik
sprak er over met Van Corn putte on die zal,
als intieme vriend van uw zoon, dozen op de
hoogte gebracht hebban.
Ook ik moet echter bekennen, dat mijn
verstand er stil voor staat, hoe iemand er