N°. 10338. Donderdag 2 November. A0. 1803. §eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. PERSOVERZICHT. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per 3 maandenf 1.10. Franco por post1.40. Afzonderlijke Hommers0.06. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 rogels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Van in den regel wélingelichte zflde wordt aan De Tijd geschreven: De minister van justitie heeft weer eens wat nieuws uitgehaald op het gebied van het gevangeniswezen. Hy heeft nameiyk bepaald, dat allen per sonen, die meer dan één jaar gevangenisstraf moeten ondergaan, meer dierlik voedsel zal verstrekt worden, opdat heeren boeven toch vooral geen Dad eel in hunne gezondheid zullen ondervinden. En om det* „appotyt" er in te houden, zal men ook ir »er afwisseling in de voeding breDgen; dientengevolge zullen zo nu kragen éénmaal vleeschsoep en éénmaal boonen met spek per week. Hoe vaderiyk toch zorgt deze minister voor 's lands schurken, maar tegelijkertijd werkt de hoofdman der algemeene veiligheid mede misschien onbewust? om deze veiligheid tot eeno parodie te maken. Immers, door al deze zoogenaamde philan- thropi3cho bepalingen gaat de schrik voorde gevangenis die er toch al gyootondoels by den grooten hoop uit is geheel verloren, en wanneer dieven, moordenaars, inbrekers en tutti quanti als troetelkinderen der justitie zullen behandeld worden, zal de cel hoe langer zoo minder vrees inboezemen; ja, men zal haar als een lustoord gaan be schouwen, waar men het veolal 100 pet. beter heeft dan menige arme, doch eeriyke drommel. 't Is daarbij nog niet voldoende, dat men moordenaars als die van Hoekman, die tot levenslang" 'uchLbuisstraf veroordeeld waren, gaat eegerarhiren, waardoor ook deze straf geene vrees meer zal inboezemen; noen, die heeren zülh-u ook uit do cantine dor gevan genis eieren, gezouten en gerookte haring, oudo kaas, zoete- en karnemelk kunnen be komen zij hebben het geld daarvoor verdiend met hun arbeid, dat is waar, maar met een arbeid, aio dikwerf den braven werkman het brood -ontneemt, dat hy voor vrouw en kinderen zoo gaarne zou verdienen. Als meu op-dezen ongelukkigen weg der philanthropio voortgaat, dan is de tyd niet verre meer af, waarop men de gevangenissen als verbiy ven van weelde zal gaau beschouwen, want eer: volgenden koer zal de minister van justitie allicht bereid worden gevonden om den zieken want alzoo worden immers door velen de gevangeniabewoners beschouwd —nog meer versnaperingen te bezorgen, zooals daar zyn: een borrel, een glas bier, eeno pjjp tabak of een pruimpje, eeno courant, een biljart, enz. Als het niet oen droevig schouwspel ver toonde van de weekelykheid dor bodendaagscho ideeën, zou men er waariyk om lachen, doch nu bewy&'t ook deze nieuwerwotsche bepaling van den minister van justitie een keer te meer, dat onze eeuw weldra ten grave zal dalen want waariyk om gevangenen als troetel kinderen van de maatschappy te gaan be- ^ouLületoia. NONDUM. Roman van R. KOOPMANS VAN KOEKEREN. 80.) Toon ik aanvankelijk weigerde aan dit verzoek gehoor te geven, werd hy letteriyk wanhopigge begrypt: de oude heer, zoo gestreng op sommige punten, zou verschrik- keiyk opspelen, ah hy van dit leelyke goval boordo.' „Vervloekt leelyk geval", barstte de kapi tein los, „smerige kwajongensstreek! Als mijn zoon my zoo iets lapto, zie je, dan zou 'k hom zoo afgerasend op z#n broek geven, dat hy iQ geen drie dagen kon zitten. Maar. toen werd hy wanhopig, zeg je, on toon. „Toon viel hy voor my op do knieën en soebatte met heete tranen. „Sloeg je hem toen niet vierkant op zijn gezicht?Dat hadt je naluuriyk moeten doen l „Neen, ik heb my laten verbidden en toen ik hem nu beloofde, dat ik over dien onder- ,echepten brief met niemand anders verder zou spreken. „En geen half uur daarna vertel je't heele geval van haver tot gort.neen, hoor, Stans 1 jy kunt. geheimen bewaren I" „Dat kan ik ook heel goed. Ik had beloofd, dat ik met niemand anders zou spreken. Maar myn geliefde, myn eigen bruigom, dat is niet jemand anders, dat is een deel van myzelf, handelen, daarvoor moet men op het einde der 19de eeuw zyn gekomen. Statistiek en sociaal-democratie.— Zooals men zich herinneren zal, heeft de centraio commissie voor de statistiek aan de werkliedenvereenigingen inlichtingen gevraagd omtrent het vereenigingswezen onder de ar beiders. Met Patrimonium weigerde de Soc.-Dem. Bond beslist eenige inlichting, laatstgenoemde voreeniging, omdat zy do Rogeering en de commissie niet vertrouwt. De moed wordt echter niet opgegeven, en do commissie klopt by de afdeellngen aan. Vergeefs I Schier ner gens vindt zy medewerking, soms krjjgt zy beleedigonde antwoorden en de afdeeling „Wynjeterp" noemt de leden zelfs „eeno bende hielenlikkers" van eene bloeddorstige klassenregeering. De redacteur van De Klokde sociaal-demo craat Van Zinderen Bakker, zelf lid der com missie, heeft daar vuur op gevat en schreef dezer dagen „Is het niet beschamend, dat dergeiyke bombasterij, te pas of niet te pas, in onze beweging helaas reeds zooveel burgerrecht heeft verkregen, dat hy, die zo bezigt, daar door voor een kranigen kerel wil doorgaan Wat heeft nu eigeniyk die pas aan het werk zijnde Commissie voor de Statistiek in hot alge meen, en ik, als lid daarvan, u of onze party misdaan om haar dadeljjk by de oerste, harer- zyds beleefde poging tot kennismaking, zoo te bejegenen? Is er reeds geen haat of bitter li ©id genoeg tusschen de onzen en degenen, die wel een handje willen meehelpen tot volksontvoogding, dat het noodig kan worden geacht de klove nog wyder te maken door ook dezen af te stooten?" Na er daarop gewezen te hebben, dat de minister Tak van Poortvliet wel degeiyk belang stelt in het lot der arbeiders, ver volgt hy: Al zou Ik niet gaarne durven verzekeren dat de enkele jonkbeeren on baronnen, pro fessoren en hoogleeraren, benevens andere hoogheden, die do commissie onder hare 32 leden telt, allen te zambn'zich bijzonder voor het arbeidersvraagstuk zullen interessoeren, waar is het, dat er onder dezen zyn, die voor het vraagstuk niet onverschillig zyn, en anderen, waarmede ik in hot byzonder kennis heb gomaakt door het samenwerken in eeno sub-commissie, die met veel jjver on toowyding, met waaraohtige belangstelling zich den toestand van het proletariaat willen aantrekken, en mag men my daardoor verdacht houden van hielenlikker# of niet, maar zoggen wil ik het, omdat het waarheid is, in onze vergaderingen, gepresideerd door oen baron, heerscht niet minder ongedwongen heid en wordt niet minder het roebt voor allen gehuldigd, dan ik dat gewoon bon op samenkomsten van de onzen. Dergolyko monschon nu te beleedigen en te verachten, omdat ze, in gunstiger om standigheden geboren en opgevoed dan wy, minder kennis hebben kunnen nemen van do nooden en behoeften des volks dan wy, i6 in omgekeerden zin het zich bezondigen aan dezelfde fout als waarvan zoo velen der hunnen blyk geven, wanneer dezen met minachting neerzien op de onzen, enkel daarom, omdat wy arbeiders zyn. „Wat in onze beweging te veel wordt ver geten, is, dat er moeten zijn wel is waar, die door harde taal en schrille tegenstellingen de massa uit den dommel moeton opwekken, maar ook dio door organisatie in en door samenwerking met anderen buiten de be weging, minstens oven nuttig kunnen zyn en voel gemakkelyker is de taak van den criticus, die over alles en nog wat steeds zyn veroordeelend vonnis uitspreekt, dan van hom, dio met uitvoerbare middelen bestaande misstanden on gebreken tracht op te ruimen." De toeneming van het drankmisbruik, van het misbruik van morphine en opium, in het kort vaD bedwelmende middelen, geeft De Standaard aanleiding er op te wijzen, dat men hier te doen heeft met een historisch feit, dat z#no oorzaken vindt in algemeene toestanden. De geosteiyko zwakheid van ons geslacht als menschen treedt in dit jammeriyk verschijnsel in het licht. De betere genius van ons geslacht echter heeft geen oogenblik geaarzeld, den stryd tegen het kwaad te beginnen. Het is een stryd voor de verheffing van het menschelyko in ons, die, helaas, zoor afmattend is. Men vordert wel iets, maar uien klaagt toch over achteruitgang der •.vin.--* Een machtigophalanx van matigheidsraaunen vormt zich uit hen, die zich nimmer te buiten gingen, maar de phalanx van wie wel misbruik maken, treedt in steeds broeder slagorde op. De maatregelen der regoeringen, do verhooging der accynzen, niets hielp, het kwaad blykt met de boste maatregelen te spotten. De Standaard wyst er vervolgens op, hoe niet alleen in Nederland, maar ook in IndiÖ hot kwaad woekert; hoe daar de opium is, wat hier de jenever is. Ook de stryd tegen de opium is afmattend. En wei door geheel gelijke oorzaak. By den stryd staat do fiscus in don weg. Als-Schiedam gesloten word, zou de Nederlandscho staat in minder dan geen tyd bankroet slaan, en in Indiö kan men de millloenen uit do opiumpacht niet missen, nog minder millioenen beschikbaar stollen om op grootor 3chaal politietoezicht te oefenen. Toch moet men den moed niet opgeven, en met waardeeriug herinnert De Standaard het werk van den Opiumbond, waarmee het blad echter in zooverre verschilt, dat hot ook van regie niets wil weten. Het ongeluk is, dat het volk in zyne groote afmetingen, zoowel ten opzichte van Schie dam als van het opium-vraagstuk, gevoelt, dat afdoende maatregelen onmogoiyk zyn, dat ons fiscaal fatalisme ons de handen bindt. Eerst als het volk den zodolyken moed greep, om een offer van misschien dertig millioen 's ja3rs te brengen, zou er zfin door te tasten. Thans kunnen we, eindigt De Standaardslechts biyven getuigen, om al thans oenigermate de verantwoordeiykheid van het Christelijk deel onzes volks los te makoD. Burgerlijke Stand. A ARL AN DER VEEN. Geboren: Cornolie, Z. ran N. Yan Vliet on J. Van Vliet. Martina Theodora, D. van M. P. Krimpolman, (oyerl.) en K. Sworia. Ingotjo, D. van M. Van GrenniDgen en J. Pijper. Margjö, D. Van P. Kalshoven en L. O. Do Kort. Gehuwd: H. V/.n Dgk en N. Van Muiewiokcl. HAARLEMMERMEER. Geboren: Lambertna Johnnnoa, Z. van H. Ton Hoove en W. J. Duite. Piotortje, D. van C. Kolle» en J. Wefitèndorp. Janna, D. van S. Bontekoe en T. Bmit. Ja», Z. van J. Bakkor en G. O. Groot. Petrus Johannes, Z. van S. Granneman en M. Beera. Dignnm Johannes, Z. van T. Schoorl on A. M. Van Boorgondien. Abraham, Z. van A. Haspels en G. Peetoom. Maria, D. van S L. Kerkhof on A. Van Pelt. Volkert, Z. van J. Markus en T. Huisman. Neala, D. ven A. Van Meraboigen en M. Bax. Regina, D. van J. Vaa der Pol eu G. M. Nugteren. Fytjo, D. van H. F. Koeh on E. Broertjee. Gehuwd: K. Vermey met J. Persoon. J. De Graaf mot A. Grooneoborg. Ovorledon: Pet'rooella 8 J-, D. van K. Middel koop en D. IJ. Do Bruin. Adrians Vso der Helm 71 j., weduwe van M. Van E:swyk. Cornelia 6 m., 1). van P. v. d. Bar en M. Yollokoop. Jobannea Anthonina IC m., Z. van C. Weaaole on A. Van Grave. Jacoba KUeina 8 w.p D. vjd A. M. Van Emmerik en VV. Otto. Cornelia 6 m., D. van C. Bokhorst on L. Sproyt. Lovenlooa goboren: Kind van D. Breed eo N. Van Til. HILLEGOM. Geboren: CatharinaJohaoca, D. van Cornelia Rueman on Mam Van Reizen. Susanna Louisa, D. vm W. H. Andersen cn W. E. 8uel. Elisabeth Maria, D. van J. C. Van der Linde en A. Veiling*. Adrianua, Z. van L. Van der Lans cn E. Do Groot. Ovorloden: Anna Maria Paase, 26 d. LI36E. Ondertrouwd: Hendrik Wassenaar, jm. 22 j., en Helena Van ZeLst, jd. 23 j. G e b o r o n: Johannes Gerardus, Z. van J. Tijseen en A. Van dor Zwet. Johanna Margarotha, D. van A. J. Aldora on P. Oosthoek. JM arlrt boric h ton, BodégraVOj 31 Oofc. Aang070erd 296 wagons 17440 stuks, wegende 74189 KG. Pr&a late toort Goudsoho 28.a f 30.zwaardere 31.—, 2de soort 25.— a f 26.50; hieronder 10 wagens Dorbykaae, prqa lote soort 27.a 2de soort 24.a f 26. 38 wagens Edam mor Kaaa, prijs leto uoort 82. a 2de soort ƒ26.50 a ƒ28.commissie f—.—, wagen Leidaohe Kaashot schip pond. Handel matig. Aangevoerd worden lammeren, varkens, 15 biggou, fó a 12, 14 vaarzen, f 100 a i80. SllCOkf 81 Oct. Botermarkt. Aanvoer 333/4 en 40/8 vaton. 1ste kour 51.50. Bij do Vereouiging late" keur ƒ51.a 52.2de kenr 50. a 8do keur ƒ49.— a 4do kourf48.— af K-aa. Aanvoor 11,110 KG. Nngol- 27.a ƒ31.50. RoWordtm, 30 Ootober. Do aanvoer van Inland- eehe Granen w&o heden niet ruim, doch van do meeste art kolen voldoende voor do bestaande behoefto. Inlandaeho Witto Tarwe, zoowel Jarige als Nieuwe, oorst langzaam, later wat vioggor tot vorigo pryeeu opgeruimd. N. VI. cn Zoeuweohe, de boefee 0.25, 8.40 tot 6.S0 B dito dito mlddolb. „5.40 „5.8 5 tot 5.90 Flakk. en Ovorm., de beate 5 90 „0.10 6.30 dito dito middelb. 5.30 5.50 5.70 Mindere on ger. aoorten „4.90 5.10 Jarige VI. ou Zooawaohe5.90 6.20 6.50 Fl. on Ovorm. 5.30 8.75 6.10 Mindere en gor. qual. Nieuwe Canada Voorts werd vorkoohfc per 100 Kilo. Beate qual. Nleuwo Witte f tot 8. Goodo „7.70 7.90 Middel 7.50 7.60 Goede Jarige „7.75 7.90 Middel 7.50 7.00 Mindoro Inlandsohe Roodo Tarwe kwam weder zoc-r weinig voor, Nouimaal: Poider Winter- van ƒ190 tot ƒ106 Zomer-174 180 V-n Button!andaobo Tarwe was bjjna niota tot bij kom ndeu koers aan de markt. Voor jarigo Donau botaiüdo mon ƒ160. Inlandsohe Rogge ging tut vorigo prijzen coulant weg. Zeouweche on VI., n. qual., ƒ4.75 f 5.- tot 5.25 O verm, on N.-Brab., «4.40, „4.80 6.— Goringcro soorten Buitenlandacho Rogge in vastere stemming. Per 2100 Kilp. Helena a 125 Odessa 120 D123 Dniopor123 124 Taganrog115 119 Boekwnit zonder handel van betcekenifl. BoekwcitgruttPD. Grove Libau ƒ225. Gerst in de beste qu&liteit womig getoond. Prijzen zonder verandering. VI. en ZeeuwBoho Winter- van ƒ4.40 tot ƒ5. Ovormaasche ou Flakk. „4.30 „4.70 afw. en mindere soorten 3.C0 4. Vl„ Zoonws. on Flakk. Zomer- „4.20 „4.50 Mlmlore qnaliteit 8.50 4. Chevalier4.75 5.80 Voorts werd ook verkocht per 100 Kilo: Iolaudsche Winter naar qualiteit ƒ7.26 tot ƒ8.20 dito dito mindere d to Zomer naar qualiteit 6.75 7.50 Buitonlandecho Gerst werd weder iete hooger be taald. Zwarte Zee98 tot 96 Haver ruimer aangeboden en verkoop wat trager. Blanke en wiohtige qoahtoit van ƒ4.30 tot ƒ4.60 Zeenwsche en andere inL Voeri.. „3.40 „4. Lichtere dit-o dito „2.75 „3.20 Goringore ooorton Bpelfc zonder aanvoer. Paardonboonen mot ruimeren toevoor, die gedeol- telyk tot eenige verlaging plaatsing vond. Puike hard» onveranderd. Vlaamscbo on Zeeuweohe 5.80, ƒ6.tot ƒ0.20 Overmaaeche 6.60, 5.80 0. Geiingoio soorten. 6.5.80 Daiveuboonon 6.60 tot ƒ7. Schapenboonen 5.50 lot ƒ6. Brninoboonen waren meestal niet droog; het bests gedeelte good prijshoudend; overigens ouvorandord verkocht. Walchorachevan 9.— tot ƒ9.25 Dc beste VI. en Zeouwsoho 8.60 „8.75 Ordinaire dito dito 7.50 „8.— GoviDgere en wakke. 7.„7.25 Wittcboonon worden in de beate soorten goeocht, dooh woïnlg voorhanden. Alles pvijshoudond verkocht Wilcherscbovan 10.lot 10.25 Yiaam. en Zeeuw., do boete. 9.25 9.75 dito difo ordinaire 8.25 9.— Mindoro on goriage soorten. 7.25 8 Blauwe Erwten van puiko kook weinig voorhanden Voor de ofgokourdo was elecbta kooplust tol, lago ren pry>. Walcheroche van 9.50 tot 10. Do boute Zeouwsche en VI. 8.50 8.75 Middelb. qaal. dito en Flakk. 8.9. Goringero6.— 6.60 Schokkers rr.r.r qualiteit ƒ9.50 tot ƒ12. Buitenlands: ho Voer-Erwton nog oven util. Do boete ƒ6.10 a ƒ6.30; mindoro 5.60 a ƒ5.90. Maïs Yseter. Bonto Amórikaanacheƒ118 tot ƒ116 dito uit stoomboot Foxanian 113 117 Don&u„„112 Gal at f.120 „121 Cinqmtine Koolzaad werd van ƒ8 50 tot ƒ9.verkoohi Betere qualiteit hield mon op ƒ9.60. Lijnzaad tuimor aaugebodon; pnjzen flauw. Hoünepzaad ƒ7.25 tot ƒ10.50. 'Kaoariezaad 25 conti hooger. Noteorlng ƒ7.tot 9.25. Publieke Veilingen. De documenten over 20,000 Puds Odoasa-Gerst Verkocht tot. 86'A df, oontant on bijbetaling van 1 °/0 voor Veihngakoeteo. Ef& de Werklar, kéJk «£r£cwesme»» DATUM. DAGBA Voiw. pera. Kinde ren. ToUal 22 Oct. Zondag 50 18 74 23 M&asd&g. 88 19 107 24 Dinsdag 88 24 107 25 Woensdag 91 26 117 20 Donderdag 97 27 124 27 Vrijdag 91 24 115 28 Zaterdag- 79 14 98 voor hem kan ik geene geheimen hebben, zoo min als voor myzolf. Myn tranen vloeien uit zyn oog, zyn lachje speelt om mynen mond, zegt Geibel." „Ja, zoo'n snuiter kan wel meer zoggen!" gromt de kapitein. „Nu, entoen zeg je, dwaa9 genoeg, dat je geen rapport van den deugniet zult maken. „En toen was hy zoo biy en gelukkig, dat bij uit dankbaarheid myn beide handen. Daar heb jo nu de heele historie!" „Zoo, en die historie is zoo naar, dat ik geon oogenblik berouw er van heb, dien vlegel te lyvo gegaan te zyp.. Maar we zullen 't or natuurlyk niet by latendie aap zal my be- hooriyk voldoening geven en anders jaag ik hem myn degen door do ribben!" „Om '8 Hemels wil, Leo! bega toch geen dwaasheid 1" „De man, die myne aanstaande hoefc aan geraakt, zal my vergiffenis vragen en anders is hy oen kind des doods. Neen, bier helpt geen lieve moederen. Was ik catechiseer meester, 't kon met een ferme uitrammeling afloopen, maar een officier in Zijner Majes- teits dienst stelt hoogero eischen, dat is hy aan zyn krygsmanseer verplicht!" „Maar wees dan toch redelyk", smeekte de arme Constantia. Tevergeefs l De kapitein liet zich niet ver bidden. Mot een„We zullen dat heer wel krygen!" grypt hy zyn hoofddeksel en stormt de kamer uit. Dertiende Hoofdstuk. Waar nu heen? vraagt onze dappere hoofd man, toen hy, na 't verlaten van de woning zyner geliefde, op do straat gekomen was. Na oenig beraad besloot hy to beginnen met het afleggen van een bezoek by zynen vriend Van Cornputto, dien wy vroeger reeds, maar toen onder een anderen naam, ontmoetten. Immers, Ferdinand Van Cornputte word onder do studenten, vooral by zyno clubgenooten, gewooniyk Moppelte genoemd, een bqnaam, dien by te danken had aan 't verkeerd ver slaan van zyn echten naam. 't Gebeurde namoiyk, dat Ferdinand in zyn groentyd door een oud student gevraagd word: „Hoe heet je?" „Van Cornputte, mijnheer I" „Wat zeg jo? Van Moppelte?" „Vraag wel excuus, mynheerl U ver staat. „Geen praatjes!.... Je bent Moppelte on je biyft Moppelte. Van Cornputte is nu in zyn laatste studie jaar en dan ook reeds doctorandus in de rechtswetenschap. Onze Kurks was zoo gelukkig z\Jn partner by 't biljartspel thuis te vinden. „Wel myn waarde heer Van Cornputte t Hoe gaat 't u? Ik kom u een vriendendienst vragen." „Als 't iels is, dat in myn vermogen is, kapitein! dan is die dienst u reeds toegezegd. Maar ga zitten en steek een sigaar op I" „Gy kent den joi.gon ÖireefJand, nietwaar?" „Floria? ja zeker l" „Welnu, dien uil heb ik daar straks op do woning myner aanstaande gevonden, en ik heb my genoodzaakt gezien hem by den kraag te pakken en do deur uit te smyton." „Myn Hemel! kapitein! Wat zegt ge?" riep do student verbleekend. Dat hy zoozeer ontroerde, was vooral, doordat hy terstond zichzelf moest afvragen: Kan dio onaange name ontmoetiDg ook soms in verband staan met den valschon, door ons gestelden en b# Gregoor ingezonden brief? „Ja, ja", hernam Kurks, „maar ik had rocht en reden dit te doon." „Maar hoe kwam Streefland zoo by juf frouw Van Breukelen? Toch niet naar aanleiding van een ontvangen brief? „Ja zeker, 't was over een brief.Maar beste heerl Wat mankeert je? Ge ziet er uit, alsof ik u kwam vertellen, dat een door u gepleegde misdaad ontdekt is. „Ja, ja, ik schrik altyd zoo, als ik hoor dat twee volwassen monscben handgemeen ge weest zyn.Maar vertel verder, mynheer Kurks!" (Misschien is 't niet geheel overbodig den lezer hierby attent te maken op het feit, dat Van Cornputte, als by hoort over don brief, die aanleiding gaf tot Van Streeflands bezoek by des kapiteins verloofde, daarby denkt aan dat schrijven, door hem en zyne medeplich tigen valscheiyk met don naam van mejuf frouw Van Breukelen onderteekend en aan 't adres van Gregoor verzonden, een brief, waaraan genoemde dame part noch deel had, ja, waarvan zy het bestaan zelfs niet kon kennen. Kurks daarentegen, sprekende over den brief, die oorzaak was van dokornstvan den student ten huizo zyner beminde, kon daarby niet op het oog hebben dal schryven op het courantenartikel, want daarvan wiet hy ovenmin iets als zyne Constant ia, maai natuurlyk had hy daarby voor den goesteen epistel, wel degeiyk door zyne geliefde opge steld en aan dominee Streefland «/nicht, om hem te waarschuwen tegen d- i.-adelftko werking van 't genootschap Raymundus. Van hot bestaan eener dergelijke missive van Constantia's hand was ook Van Cornputte zich wel bewust, maar hy dacht daaraan, om licht te begrypen redenen, op dit oogenblik in 't geheel niet.) „Nu dan", zoo verhaalde Kurks, „de jonge Streefland kwam daar onverwacht op hooge beenen aanzetten, naar aanleiding van een brief. „En uwe Constantia weet nergens van „Nergens van Wat weerga I Wat meen je „Zy -heeft iiit geschreven. „Wat blief jo? Ja wis en' drie heeft z# geschreven en daar komt ze ook rond voor uit.Och, je weet er immers alles vant Ik bedoel dien brief aan den ouden heer Streefland over 't lidmaatschap van Raymund." „O zool" zei Cornputte met zoo'n lang gerekten zucht, zooals een men ach slaakt, dien een centenaarsgewicht van de borst wordt goschoven, „o, zoo, meen je dien brief?" „Ja, welken meende u?" Vervolg owmeotybk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1