N°. 10338.
Donderdag 2 November.
A0. 1803.
§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
PERSOVERZICHT.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per 3 maandenf 1.10.
Franco por post1.40.
Afzonderlijke Hommers0.06.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 rogels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Van in den regel wélingelichte zflde wordt
aan De Tijd geschreven:
De minister van justitie heeft weer eens
wat nieuws uitgehaald op het gebied van
het gevangeniswezen.
Hy heeft nameiyk bepaald, dat allen per
sonen, die meer dan één jaar gevangenisstraf
moeten ondergaan, meer dierlik voedsel zal
verstrekt worden, opdat heeren boeven toch
vooral geen Dad eel in hunne gezondheid zullen
ondervinden. En om det* „appotyt" er in te
houden, zal men ook ir »er afwisseling in de
voeding breDgen; dientengevolge zullen zo
nu kragen éénmaal vleeschsoep en éénmaal
boonen met spek per week.
Hoe vaderiyk toch zorgt deze minister voor
's lands schurken, maar tegelijkertijd werkt
de hoofdman der algemeene veiligheid mede
misschien onbewust? om deze veiligheid
tot eeno parodie te maken.
Immers, door al deze zoogenaamde philan-
thropi3cho bepalingen gaat de schrik voorde
gevangenis die er toch al gyootondoels by den
grooten hoop uit is geheel verloren, en
wanneer dieven, moordenaars, inbrekers en
tutti quanti als troetelkinderen der
justitie zullen behandeld worden, zal de cel
hoe langer zoo minder vrees inboezemen; ja,
men zal haar als een lustoord gaan be
schouwen, waar men het veolal 100 pet.
beter heeft dan menige arme, doch eeriyke
drommel.
't Is daarbij nog niet voldoende, dat men
moordenaars als die van Hoekman, die tot
levenslang" 'uchLbuisstraf veroordeeld waren,
gaat eegerarhiren, waardoor ook deze straf
geene vrees meer zal inboezemen; noen, die
heeren zülh-u ook uit do cantine dor gevan
genis eieren, gezouten en gerookte haring,
oudo kaas, zoete- en karnemelk kunnen be
komen zij hebben het geld daarvoor verdiend
met hun arbeid, dat is waar, maar met een
arbeid, aio dikwerf den braven werkman
het brood -ontneemt, dat hy voor vrouw en
kinderen zoo gaarne zou verdienen.
Als meu op-dezen ongelukkigen weg der
philanthropio voortgaat, dan is de tyd niet
verre meer af, waarop men de gevangenissen
als verbiy ven van weelde zal gaau beschouwen,
want eer: volgenden koer zal de minister van
justitie allicht bereid worden gevonden om
den zieken want alzoo worden immers door
velen de gevangeniabewoners beschouwd —nog
meer versnaperingen te bezorgen, zooals daar
zyn: een borrel, een glas bier, eeno pjjp
tabak of een pruimpje, eeno courant, een
biljart, enz.
Als het niet oen droevig schouwspel ver
toonde van de weekelykheid dor bodendaagscho
ideeën, zou men er waariyk om lachen, doch
nu bewy&'t ook deze nieuwerwotsche bepaling
van den minister van justitie een keer te
meer, dat onze eeuw weldra ten grave zal
dalen want waariyk om gevangenen als troetel
kinderen van de maatschappy te gaan be-
^ouLületoia.
NONDUM.
Roman van
R. KOOPMANS VAN KOEKEREN.
80.)
Toon ik aanvankelijk weigerde aan dit
verzoek gehoor te geven, werd hy letteriyk
wanhopigge begrypt: de oude heer, zoo
gestreng op sommige punten, zou verschrik-
keiyk opspelen, ah hy van dit leelyke goval
boordo.'
„Vervloekt leelyk geval", barstte de kapi
tein los, „smerige kwajongensstreek! Als mijn
zoon my zoo iets lapto, zie je, dan zou 'k
hom zoo afgerasend op z#n broek geven, dat
hy iQ geen drie dagen kon zitten. Maar.
toen werd hy wanhopig, zeg je, on toon.
„Toon viel hy voor my op do knieën en
soebatte met heete tranen.
„Sloeg je hem toen niet vierkant op zijn
gezicht?Dat hadt je naluuriyk moeten
doen l
„Neen, ik heb my laten verbidden en toen
ik hem nu beloofde, dat ik over dien onder-
,echepten brief met niemand anders verder
zou spreken.
„En geen half uur daarna vertel je't heele
geval van haver tot gort.neen, hoor,
Stans 1 jy kunt. geheimen bewaren I"
„Dat kan ik ook heel goed. Ik had beloofd,
dat ik met niemand anders zou spreken. Maar
myn geliefde, myn eigen bruigom, dat is niet
jemand anders, dat is een deel van myzelf,
handelen, daarvoor moet men op het einde
der 19de eeuw zyn gekomen.
Statistiek en sociaal-democratie.—
Zooals men zich herinneren zal, heeft de
centraio commissie voor de statistiek aan de
werkliedenvereenigingen inlichtingen gevraagd
omtrent het vereenigingswezen onder de ar
beiders.
Met Patrimonium weigerde de Soc.-Dem.
Bond beslist eenige inlichting, laatstgenoemde
voreeniging, omdat zy do Rogeering en de
commissie niet vertrouwt. De moed wordt
echter niet opgegeven, en do commissie klopt
by de afdeellngen aan. Vergeefs I Schier ner
gens vindt zy medewerking, soms krjjgt zy
beleedigonde antwoorden en de afdeeling
„Wynjeterp" noemt de leden zelfs „eeno
bende hielenlikkers" van eene bloeddorstige
klassenregeering.
De redacteur van De Klokde sociaal-demo
craat Van Zinderen Bakker, zelf lid der com
missie, heeft daar vuur op gevat en schreef
dezer dagen
„Is het niet beschamend, dat dergeiyke
bombasterij, te pas of niet te pas, in onze
beweging helaas reeds zooveel burgerrecht
heeft verkregen, dat hy, die zo bezigt, daar
door voor een kranigen kerel wil doorgaan
Wat heeft nu eigeniyk die pas aan het werk
zijnde Commissie voor de Statistiek in hot alge
meen, en ik, als lid daarvan, u of onze party
misdaan om haar dadeljjk by de oerste, harer-
zyds beleefde poging tot kennismaking, zoo
te bejegenen? Is er reeds geen haat of bitter
li ©id genoeg tusschen de onzen en degenen,
die wel een handje willen meehelpen tot
volksontvoogding, dat het noodig kan worden
geacht de klove nog wyder te maken door
ook dezen af te stooten?"
Na er daarop gewezen te hebben, dat de
minister Tak van Poortvliet wel degeiyk
belang stelt in het lot der arbeiders, ver
volgt hy:
Al zou Ik niet gaarne durven verzekeren
dat de enkele jonkbeeren on baronnen, pro
fessoren en hoogleeraren, benevens andere
hoogheden, die do commissie onder hare 32
leden telt, allen te zambn'zich bijzonder voor
het arbeidersvraagstuk zullen interessoeren,
waar is het, dat er onder dezen zyn, die
voor het vraagstuk niet onverschillig zyn,
en anderen, waarmede ik in hot byzonder
kennis heb gomaakt door het samenwerken
in eeno sub-commissie, die met veel jjver on
toowyding, met waaraohtige belangstelling
zich den toestand van het proletariaat willen
aantrekken, en mag men my daardoor
verdacht houden van hielenlikker# of niet,
maar zoggen wil ik het, omdat het waarheid
is, in onze vergaderingen, gepresideerd door
oen baron, heerscht niet minder ongedwongen
heid en wordt niet minder het roebt voor
allen gehuldigd, dan ik dat gewoon bon op
samenkomsten van de onzen.
Dergolyko monschon nu te beleedigen en
te verachten, omdat ze, in gunstiger om
standigheden geboren en opgevoed dan wy,
minder kennis hebben kunnen nemen van
do nooden en behoeften des volks dan wy,
i6 in omgekeerden zin het zich bezondigen
aan dezelfde fout als waarvan zoo velen der
hunnen blyk geven, wanneer dezen met
minachting neerzien op de onzen, enkel daarom,
omdat wy arbeiders zyn.
„Wat in onze beweging te veel wordt ver
geten, is, dat er moeten zijn wel is waar,
die door harde taal en schrille tegenstellingen
de massa uit den dommel moeton opwekken,
maar ook dio door organisatie in en door
samenwerking met anderen buiten de be
weging, minstens oven nuttig kunnen zyn
en voel gemakkelyker is de taak van den
criticus, die over alles en nog wat steeds
zyn veroordeelend vonnis uitspreekt, dan van
hom, dio met uitvoerbare middelen bestaande
misstanden on gebreken tracht op te ruimen."
De toeneming van het drankmisbruik,
van het misbruik van morphine en opium,
in het kort vaD bedwelmende middelen, geeft
De Standaard aanleiding er op te wijzen, dat
men hier te doen heeft met een historisch
feit, dat z#no oorzaken vindt in algemeene
toestanden. De geosteiyko zwakheid van ons
geslacht als menschen treedt in dit jammeriyk
verschijnsel in het licht.
De betere genius van ons geslacht echter
heeft geen oogenblik geaarzeld, den stryd
tegen het kwaad te beginnen. Het is een
stryd voor de verheffing van het menschelyko
in ons, die, helaas, zoor afmattend is. Men
vordert wel iets, maar uien klaagt toch over
achteruitgang der •.vin.--* Een machtigophalanx
van matigheidsraaunen vormt zich uit hen,
die zich nimmer te buiten gingen, maar de
phalanx van wie wel misbruik maken, treedt
in steeds broeder slagorde op. De maatregelen
der regoeringen, do verhooging der accynzen,
niets hielp, het kwaad blykt met de boste
maatregelen te spotten.
De Standaard wyst er vervolgens op, hoe
niet alleen in Nederland, maar ook in IndiÖ
hot kwaad woekert; hoe daar de opium is,
wat hier de jenever is. Ook de stryd tegen
de opium is afmattend. En wei door geheel
gelijke oorzaak. By den stryd staat do fiscus
in don weg. Als-Schiedam gesloten word, zou
de Nederlandscho staat in minder dan geen
tyd bankroet slaan, en in Indiö kan men de
millloenen uit do opiumpacht niet missen,
nog minder millioenen beschikbaar stollen om
op grootor 3chaal politietoezicht te oefenen.
Toch moet men den moed niet opgeven,
en met waardeeriug herinnert De Standaard
het werk van den Opiumbond, waarmee het
blad echter in zooverre verschilt, dat hot ook
van regie niets wil weten.
Het ongeluk is, dat het volk in zyne groote
afmetingen, zoowel ten opzichte van Schie
dam als van het opium-vraagstuk, gevoelt,
dat afdoende maatregelen onmogoiyk zyn,
dat ons fiscaal fatalisme ons de handen
bindt. Eerst als het volk den zodolyken moed
greep, om een offer van misschien dertig
millioen 's ja3rs te brengen, zou er zfin door
te tasten. Thans kunnen we, eindigt De
Standaardslechts biyven getuigen, om al
thans oenigermate de verantwoordeiykheid
van het Christelijk deel onzes volks los te
makoD.
Burgerlijke Stand.
A ARL AN DER VEEN. Geboren: Cornolie, Z. ran
N. Yan Vliet on J. Van Vliet. Martina Theodora,
D. van M. P. Krimpolman, (oyerl.) en K. Sworia.
Ingotjo, D. van M. Van GrenniDgen en J. Pijper.
Margjö, D. Van P. Kalshoven en L. O. Do Kort.
Gehuwd: H. V/.n Dgk en N. Van Muiewiokcl.
HAARLEMMERMEER. Geboren: Lambertna
Johnnnoa, Z. van H. Ton Hoove en W. J. Duite.
Piotortje, D. van C. Kolle» en J. Wefitèndorp. Janna,
D. van S. Bontekoe en T. Bmit. Ja», Z. van J.
Bakkor en G. O. Groot. Petrus Johannes, Z. van
S. Granneman en M. Beera. Dignnm Johannes,
Z. van T. Schoorl on A. M. Van Boorgondien.
Abraham, Z. van A. Haspels en G. Peetoom. Maria,
D. van S L. Kerkhof on A. Van Pelt. Volkert, Z.
van J. Markus en T. Huisman. Neala, D. ven A.
Van Meraboigen en M. Bax. Regina, D. van J. Vaa
der Pol eu G. M. Nugteren. Fytjo, D. van H. F.
Koeh on E. Broertjee.
Gehuwd: K. Vermey met J. Persoon. J. De
Graaf mot A. Grooneoborg.
Ovorledon: Pet'rooella 8 J-, D. van K. Middel
koop en D. IJ. Do Bruin. Adrians Vso der Helm
71 j., weduwe van M. Van E:swyk. Cornelia 6 m.,
1). van P. v. d. Bar en M. Yollokoop. Jobannea
Anthonina IC m., Z. van C. Weaaole on A. Van Grave.
Jacoba KUeina 8 w.p D. vjd A. M. Van Emmerik en
VV. Otto. Cornelia 6 m., D. van C. Bokhorst on
L. Sproyt.
Lovenlooa goboren: Kind van D. Breed eo
N. Van Til.
HILLEGOM. Geboren: CatharinaJohaoca, D.
van Cornelia Rueman on Mam Van Reizen. Susanna
Louisa, D. vm W. H. Andersen cn W. E. 8uel.
Elisabeth Maria, D. van J. C. Van der Linde en A.
Veiling*. Adrianua, Z. van L. Van der Lans cn
E. Do Groot.
Ovorloden: Anna Maria Paase, 26 d.
LI36E. Ondertrouwd: Hendrik Wassenaar,
jm. 22 j., en Helena Van ZeLst, jd. 23 j.
G e b o r o n: Johannes Gerardus, Z. van J. Tijseen
en A. Van dor Zwet. Johanna Margarotha, D. van
A. J. Aldora on P. Oosthoek.
JM arlrt boric h ton,
BodégraVOj 31 Oofc. Aang070erd 296 wagons
17440 stuks, wegende 74189 KG. Pr&a late toort
Goudsoho 28.a f 30.zwaardere 31.—, 2de soort
25.— a f 26.50; hieronder 10 wagens Dorbykaae, prqa
lote soort 27.a 2de soort 24.a f 26.
38 wagens Edam mor Kaaa, prijs leto uoort 82.
a 2de soort ƒ26.50 a ƒ28.commissie
f—.—, wagen Leidaohe Kaashot schip
pond. Handel matig.
Aangevoerd worden lammeren, varkens, 15
biggou, fó a 12, 14 vaarzen, f 100 a i80.
SllCOkf 81 Oct. Botermarkt. Aanvoer 333/4 en 40/8
vaton. 1ste kour 51.50. Bij do Vereouiging late"
keur ƒ51.a 52.2de kenr 50. a
8do keur ƒ49.— a 4do kourf48.— af
K-aa. Aanvoor 11,110 KG. Nngol- 27.a ƒ31.50.
RoWordtm, 30 Ootober. Do aanvoer van Inland-
eehe Granen w&o heden niet ruim, doch van do
meeste art kolen voldoende voor do bestaande behoefto.
Inlandaeho Witto Tarwe, zoowel Jarige als Nieuwe,
oorst langzaam, later wat vioggor tot vorigo pryeeu
opgeruimd.
N. VI. cn Zoeuweohe, de boefee 0.25, 8.40 tot 6.S0
B dito dito mlddolb. „5.40 „5.8 5 tot 5.90
Flakk. en Ovorm., de beate 5 90 „0.10 6.30
dito dito middelb. 5.30 5.50 5.70
Mindere on ger. aoorten „4.90 5.10
Jarige VI. ou Zooawaohe5.90 6.20 6.50
Fl. on Ovorm. 5.30 8.75 6.10
Mindere en gor. qual.
Nieuwe Canada
Voorts werd vorkoohfc per 100 Kilo.
Beate qual. Nleuwo Witte f tot 8.
Goodo „7.70 7.90
Middel 7.50 7.60
Goede Jarige „7.75 7.90
Middel 7.50 7.00
Mindoro
Inlandsohe Roodo Tarwe kwam weder zoc-r weinig
voor, Nouimaal:
Poider Winter- van ƒ190 tot ƒ106
Zomer-174 180
V-n Button!andaobo Tarwe was bjjna niota tot bij
kom ndeu koers aan de markt. Voor jarigo Donau
botaiüdo mon ƒ160.
Inlandsohe Rogge ging tut vorigo prijzen coulant weg.
Zeouweche on VI., n. qual., ƒ4.75 f 5.- tot 5.25
O verm, on N.-Brab., «4.40, „4.80 6.—
Goringcro soorten
Buitenlandacho Rogge in vastere stemming.
Per 2100 Kilp.
Helena a 125
Odessa 120 D123
Dniopor123 124
Taganrog115 119
Boekwnit zonder handel van betcekenifl.
BoekwcitgruttPD. Grove Libau ƒ225.
Gerst in de beste qu&liteit womig getoond. Prijzen
zonder verandering.
VI. en ZeeuwBoho Winter- van ƒ4.40 tot ƒ5.
Ovormaasche ou Flakk. „4.30 „4.70
afw. en mindere soorten 3.C0 4.
Vl„ Zoonws. on Flakk. Zomer- „4.20 „4.50
Mlmlore qnaliteit 8.50 4.
Chevalier4.75 5.80
Voorts werd ook verkocht per 100 Kilo:
Iolaudsche Winter naar qualiteit ƒ7.26 tot ƒ8.20
dito dito mindere
d to Zomer naar qualiteit 6.75 7.50
Buitonlandecho Gerst werd weder iete hooger be
taald.
Zwarte Zee98 tot 96
Haver ruimer aangeboden en verkoop wat trager.
Blanke en wiohtige qoahtoit van ƒ4.30 tot ƒ4.60
Zeenwsche en andere inL Voeri.. „3.40 „4.
Lichtere dit-o dito „2.75 „3.20
Goringore ooorton
Bpelfc zonder aanvoer.
Paardonboonen mot ruimeren toevoor, die gedeol-
telyk tot eenige verlaging plaatsing vond. Puike
hard» onveranderd.
Vlaamscbo on Zeeuweohe 5.80, ƒ6.tot ƒ0.20
Overmaaeche 6.60, 5.80 0.
Geiingoio soorten. 6.5.80
Daiveuboonon 6.60 tot ƒ7.
Schapenboonen 5.50 lot ƒ6.
Brninoboonen waren meestal niet droog; het bests
gedeelte good prijshoudend; overigens ouvorandord
verkocht.
Walchorachevan 9.— tot ƒ9.25
Dc beste VI. en Zeouwsoho 8.60 „8.75
Ordinaire dito dito 7.50 „8.—
GoviDgere en wakke. 7.„7.25
Wittcboonon worden in de beate soorten goeocht,
dooh woïnlg voorhanden. Alles pvijshoudond verkocht
Wilcherscbovan 10.lot 10.25
Yiaam. en Zeeuw., do boete. 9.25 9.75
dito difo ordinaire 8.25 9.—
Mindoro on goriage soorten. 7.25 8
Blauwe Erwten van puiko kook weinig voorhanden
Voor de ofgokourdo was elecbta kooplust tol, lago
ren pry>.
Walcheroche van 9.50 tot 10.
Do boute Zeouwsche en VI. 8.50 8.75
Middelb. qaal. dito en Flakk. 8.9.
Goringero6.— 6.60
Schokkers rr.r.r qualiteit ƒ9.50 tot ƒ12.
Buitenlands: ho Voer-Erwton nog oven util. Do boete
ƒ6.10 a ƒ6.30; mindoro 5.60 a ƒ5.90.
Maïs Yseter.
Bonto Amórikaanacheƒ118 tot ƒ116
dito uit stoomboot
Foxanian 113 117
Don&u„„112
Gal at f.120 „121
Cinqmtine
Koolzaad werd van ƒ8 50 tot ƒ9.verkoohi
Betere qualiteit hield mon op ƒ9.60.
Lijnzaad tuimor aaugebodon; pnjzen flauw.
Hoünepzaad ƒ7.25 tot ƒ10.50.
'Kaoariezaad 25 conti hooger.
Noteorlng ƒ7.tot 9.25.
Publieke Veilingen.
De documenten over 20,000 Puds Odoasa-Gerst
Verkocht tot. 86'A df, oontant on bijbetaling van
1 °/0 voor Veihngakoeteo.
Ef& de Werklar, kéJk «£r£cwesme»»
DATUM.
DAGBA
Voiw.
pera.
Kinde
ren.
ToUal
22 Oct.
Zondag
50
18
74
23
M&asd&g.
88
19
107
24
Dinsdag
88
24
107
25
Woensdag
91
26
117
20
Donderdag
97
27
124
27
Vrijdag
91
24
115
28
Zaterdag-
79
14
98
voor hem kan ik geene geheimen hebben,
zoo min als voor myzolf. Myn tranen vloeien
uit zyn oog, zyn lachje speelt om mynen
mond, zegt Geibel."
„Ja, zoo'n snuiter kan wel meer zoggen!"
gromt de kapitein. „Nu, entoen zeg je, dwaa9
genoeg, dat je geen rapport van den deugniet
zult maken.
„En toen was hy zoo biy en gelukkig, dat
bij uit dankbaarheid myn beide handen.
Daar heb jo nu de heele historie!"
„Zoo, en die historie is zoo naar, dat ik
geon oogenblik berouw er van heb, dien vlegel
te lyvo gegaan te zyp.. Maar we zullen 't or
natuurlyk niet by latendie aap zal my be-
hooriyk voldoening geven en anders jaag ik
hem myn degen door do ribben!"
„Om '8 Hemels wil, Leo! bega toch geen
dwaasheid 1"
„De man, die myne aanstaande hoefc aan
geraakt, zal my vergiffenis vragen en anders
is hy oen kind des doods. Neen, bier helpt
geen lieve moederen. Was ik catechiseer
meester, 't kon met een ferme uitrammeling
afloopen, maar een officier in Zijner Majes-
teits dienst stelt hoogero eischen, dat is hy
aan zyn krygsmanseer verplicht!"
„Maar wees dan toch redelyk", smeekte de
arme Constantia.
Tevergeefs l De kapitein liet zich niet ver
bidden. Mot een„We zullen dat heer wel
krygen!" grypt hy zyn hoofddeksel en stormt
de kamer uit.
Dertiende Hoofdstuk.
Waar nu heen? vraagt onze dappere hoofd
man, toen hy, na 't verlaten van de woning
zyner geliefde, op do straat gekomen was.
Na oenig beraad besloot hy to beginnen met
het afleggen van een bezoek by zynen vriend
Van Cornputto, dien wy vroeger reeds, maar
toen onder een anderen naam, ontmoetten.
Immers, Ferdinand Van Cornputte word onder
do studenten, vooral by zyno clubgenooten,
gewooniyk Moppelte genoemd, een bqnaam,
dien by te danken had aan 't verkeerd ver
slaan van zyn echten naam. 't Gebeurde
namoiyk, dat Ferdinand in zyn groentyd door
een oud student gevraagd word: „Hoe
heet je?"
„Van Cornputte, mijnheer I"
„Wat zeg jo? Van Moppelte?"
„Vraag wel excuus, mynheerl U ver
staat.
„Geen praatjes!.... Je bent Moppelte on
je biyft Moppelte.
Van Cornputte is nu in zyn laatste studie
jaar en dan ook reeds doctorandus in de
rechtswetenschap.
Onze Kurks was zoo gelukkig z\Jn partner
by 't biljartspel thuis te vinden.
„Wel myn waarde heer Van Cornputte t
Hoe gaat 't u? Ik kom u een vriendendienst
vragen."
„Als 't iels is, dat in myn vermogen is,
kapitein! dan is die dienst u reeds toegezegd.
Maar ga zitten en steek een sigaar op I"
„Gy kent den joi.gon ÖireefJand, nietwaar?"
„Floria? ja zeker l"
„Welnu, dien uil heb ik daar straks op do
woning myner aanstaande gevonden, en ik heb
my genoodzaakt gezien hem by den kraag te
pakken en do deur uit te smyton."
„Myn Hemel! kapitein! Wat zegt ge?"
riep do student verbleekend. Dat hy zoozeer
ontroerde, was vooral, doordat hy terstond
zichzelf moest afvragen: Kan dio onaange
name ontmoetiDg ook soms in verband staan
met den valschon, door ons gestelden en b#
Gregoor ingezonden brief?
„Ja, ja", hernam Kurks, „maar ik had
rocht en reden dit te doon."
„Maar hoe kwam Streefland zoo by juf
frouw Van Breukelen? Toch niet naar
aanleiding van een ontvangen brief?
„Ja zeker, 't was over een brief.Maar
beste heerl Wat mankeert je? Ge ziet er uit,
alsof ik u kwam vertellen, dat een door u
gepleegde misdaad ontdekt is.
„Ja, ja, ik schrik altyd zoo, als ik hoor dat
twee volwassen monscben handgemeen ge
weest zyn.Maar vertel verder, mynheer
Kurks!"
(Misschien is 't niet geheel overbodig den
lezer hierby attent te maken op het feit, dat
Van Cornputte, als by hoort over don brief,
die aanleiding gaf tot Van Streeflands bezoek
by des kapiteins verloofde, daarby denkt aan
dat schrijven, door hem en zyne medeplich
tigen valscheiyk met don naam van mejuf
frouw Van Breukelen onderteekend en aan
't adres van Gregoor verzonden, een brief,
waaraan genoemde dame part noch deel had,
ja, waarvan zy het bestaan zelfs niet kon
kennen. Kurks daarentegen, sprekende over
den brief, die oorzaak was van dokornstvan
den student ten huizo zyner beminde, kon
daarby niet op het oog hebben dal schryven
op het courantenartikel, want daarvan wiet
hy ovenmin iets als zyne Constant ia, maai
natuurlyk had hy daarby voor den goesteen
epistel, wel degeiyk door zyne geliefde opge
steld en aan dominee Streefland «/nicht, om
hem te waarschuwen tegen d- i.-adelftko
werking van 't genootschap Raymundus. Van
hot bestaan eener dergelijke missive van
Constantia's hand was ook Van Cornputte
zich wel bewust, maar hy dacht daaraan, om
licht te begrypen redenen, op dit oogenblik
in 't geheel niet.)
„Nu dan", zoo verhaalde Kurks, „de jonge
Streefland kwam daar onverwacht op hooge
beenen aanzetten, naar aanleiding van een
brief.
„En uwe Constantia weet nergens van
„Nergens van Wat weerga I Wat meen je
„Zy -heeft iiit geschreven.
„Wat blief jo? Ja wis en' drie heeft z#
geschreven en daar komt ze ook rond voor
uit.Och, je weet er immers alles vant
Ik bedoel dien brief aan den ouden heer
Streefland over 't lidmaatschap van Raymund."
„O zool" zei Cornputte met zoo'n lang
gerekten zucht, zooals een men ach slaakt,
dien een centenaarsgewicht van de borst wordt
goschoven, „o, zoo, meen je dien brief?"
„Ja, welken meende u?"
Vervolg owmeotybk