N°. 10335,
JUaandag SO October,
4°. 1893.
geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
PERSOVERZICHT.
Feuilleton
NOIUDUM.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
Van 1
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend,
Voor het incasseeren buiten de stad
Zooals wo in ons vorig overzicht nog even
aangaven, heeft Dc Standaard het stilzwijgen
verbroken over het bekende besluit ter zake
van de rykssubsidie aan scholen van
doleerende kerken of juister over het artikel
in De Vaa dander, die zaak betreffende.
De Stand- ard zegt:
Gelijk me 1 weet, hadden drie colleges van
Gedeputeerd Staten aan de kerkelijke Gere
formeerde scholon in hunne provinciën de
Rijkssubsidie betwist en ontzegd.
Van deze zonderlinge beslissing, die door
geen der colleges van Gedoputeerde Staten
in de acht overige provinciën gedeeld was,
is men toen in appèl gegaan by de Hooge
Overheid; en by Koninkiyk Besluit is deze
zaak dan ook nu weer in het reine gebracht,
en de Rykssubsidie aan bedoelde scholen toe-
Nu zou men zoo denken, dat alle voorstan
ders van het Christelijk onderwys het in ons
Kabinet zouden pryzen, dat het blyk gaf van
op zoo onpartydige wyze, de Schoolwet van
Mackay te willen uitvoeren.
Toch zou, wie zoo dacht, buiten het orgaan
van Dr. Bronsveld hebben gerekend.
Integendeel, de redactie van De Vaderlander
is over deze beslissing erg boos, en dryft
hare boosheid zoo ver, van een amendement
te eischen, waarby de subsidie voor deze
Scholen met den Bybel van de Staatsbegro
ting zal geschrapt worden.
Zóó ver zyn deze heeren thans reeds ge
komen
Ware zulk een denkbeeld van een ouden
Schoolwetman uitgegaan, mon had het zich
kunnen begrypen; maar dat de eerste eiscb,
om Rykssubsidie aan eeno School met den
Bybel te weigeren, zou komen van zulk
een kant, waariyk, het gaat alles te buiten,
wat men zich ooit van verkleuring en ver
bleeking van karakter had kunnen voorstellen.
En laat do redactie nu niet zeggen, dat
het haar niet te doen is, om die school,
maar alleen om de Gereformeerde kerken te
benadeolen.
"Want vooreerst is de poging, om kerken
te benadeolen, in kerkelyke mannen altoos
blyk van kwade gezindheid des harten.
Maar bovendien, waar de mannen van De
Vaderlander er al hunne politiek op richten,
voor hunne eigen kerk de tonnen gouds uit
de Staatskas te behouden, is het daar toch
niet onkiosch in hooge mate, er nog voor op
zyn teonen te gaan staan, om te zien, of men
aan andere kerken, die alles zei ven betalen,
niet nog ook het klaverblaadje van heur
.schoolsubsidie van tusschen de tanden kan
uittrekken.
Uit een twoode asterisk, in datzelfde nom-
tnor voorkomende, herinnert De Standaard
dat op de onlangs te Dordrecht gehouden
synode met algemeene stemmen eene resolu
tie- is aangenomen om het verbinden van de
school aan de kerk, op zulk eene wijze, dat
de school van de kerk uitging, is af te keuren,
terwyi den ouders er op gewezen is als
degenen, die van Godswege tot handelen zijn
geroepen.
Sommigen meenden dat deze resolutie alleen
genomen was, om het gevaar te ontgaan dat
de Rykssubsidie kon geweigerd worden.
Doch dit is niet zoo.
De resolutie was niet hypothetisch, maar
thetisch en absoluut. Ze sprak een beginsel,
geen maatregel van noodweer uit.
Bovendien, het gevaar van de Rykssubsidie
kwyt te raken, is volstrekt niet van de lucht.
Stel, dat dit Kabinet viel, en een Kabinet
uit de vrienden van dr. Bronsveld aan het
bewind kwam, dan was men natuuriyk toch
een volgend jaar zyne subsidie kwyt.
Een koninkiyk besluit vestigt voor een vol
gend Kabinet in het minst geene bindende
jurisprudentie.
Hoo spoediger daarom alle kerkelyke scho
len in vrye scholen, van eene vereoniging
uitgaande, worden omgezet, des te veiliger
staat men.
Wy lezen in Dc Tijd:
Elk jaar worden op oen bepaalden dag door
het geheele land ruwe en ergerlijke tooneelen
aanschouwd. Het is op den dag, waarop de
dienstplichtige jongelingen worden opge
roepen, om te komen loten voor de
nationale militie. Dikwyis van uren
ver komen zy by troepen naar de stad. De
spanning, waarin allen verkeeron, straks de
teleurstelling by de meesten, de opgewonden
blydschap van enkelen zyn oorzaak, dat ook
anders kalme, bedaarde en oppassende jonge
lingen dikwijls op dien dag overslaan tot
allerlei losbandigheid. Dronken zwieren zy
langs straat, vallen daarby somtyds in handen
van verkeerde vrienden, bodryven allerlei
kwaad en baldadigheden, waaraan zy in
gewone omstandigheden nooit zouden gedacht
hebben; zolfs ernstige vechtpartyen, waarby
zware verwondingen worden toegebracht,
behooren niet tot de zeldzaamheden.
Eene zeer natuuriyko vraag is: of die
voor velen zóó gevaariyke, voor een nog
veel grooter getal orgorlyko byeenkomston
van lotolingen noodzakelyk moeten geacht
worden. Met andere woordenwelk groot
belang er mee gemoeid is, dat al die dui
zenden opkomen, om zelf hun nummer to
trekken. Het Huisgezinna een paar staaltjes
van beestachtige ruwheid by de jongste
loting te hebben medegedeeld en er op ge
wezen te hebben hoe ook het socialisme op
die dagen zyn slag tracht te slaan en onder
de opgewonden jongelingen propaganda tracht
te maken, formuleert de vraag aldus:
„En daarom vragen wy Is het wel noodig,
dat de dienstplichtige jongelingen aldus worden
byeongeroepen, om in persoon hun nummer
te trokken Kan de loting niet geschieden
zonder dat het halve land in rep en roer
wordt gebracht door de lotelingen, die van
heinde en verre, uit do omliggende dorpen
naar de stad moeten komen? Kan die loting
niet plaats hebben op de manier b. v. van de
Staatslotery, waarby iedere betrokkene rustig
thuis blyft en afwacht wat het lot hem
brenger, zal? Gevaar voor oneerlykheid, als
sommige jongelui daar bang voor mochten
zyn, behoefde er niet te bestaan, want er
konden alle mogelyke voorzorgen genomen
worden, om te beletten, dat wie ook de hand
kon steken in het rad der fortuin. By de
Staatsloterij denkt niemand, ook niet de meest
teleurgestelde, er een oogenblik aan, een
ander dan bet lot te beschuldigon van zyn
ongeluk. "Waarom zou er by de lotery voor
do militie dan minder vertrouwen in de vol
strekte onpartydigheid van dat lot bestaan?
Het is maar eene vraag, die wy stellen,
doch die wy tevens in ernstige overweging
geven. Als dat optrekken van de dienst
plichtigen naar eene bepaalde gemeente op
den lotingsdag in het vervolg achterwege
kon biyven, en ieder bedaard kon afwach
ten wat het lot over hem beslist had, zou
den wy van veel ergerlijke schandalen
verschoond kunnen blyven. Dan behoefden
niet duizenden ouders dien dag in bange
vreeze door te brengen by de gedachte wat
er moet terechtkomen van hun jongen,
aan gevaren blootgesteld, die hyzelf in
jeugdige onbezonnenheid niet vermoedt."
Ook one komt het voor, zegt Dc Tijddat
de tegenwoordigheid van alle twintigjarigen
by de loting volstrekt niet noodzakelyk is.
Hot moten dor lotelingen, dat nu geschiedt
in het lokaal, waar de loting gehouden wordt,
zou, meenen wy, zeer wel kunnen ge
schieden ten Raadhuize der verschillende ge
meenten, terwyl voor het opgeven van redenen
van vrystelling het ook niet noodig is, dat de
lotelingen in persoon tegenwoordig zyn. Die
opgave zou zeer wel schriftelyk kunnen ge
schieden, daar het onderzoek naar de gegrond
heid der redenen van vrystelling toch eerst
later plaats heeft.
Het Handelsblad stelt met nadruk de vraag
Mag in 1894 het kiesrecht, evenals in 1874,
hot struikelblok worden van de
liberale party en nu tevens haar graf?
In 1874 gold het de fameuze quaestie van
f 24 of /"26 als census in sommige districten.
En waarover loopt de stryd in 1893? Over
de keus tusschen twee stelsels, waarvan de
hoer Van Houten in den eerste zyner nieuwe
reeks Staatkundigo Brieven verklaard heeft:
dat het eene, „bijv. het amendement-Van der
Kaay c. s., reeds zooals het daar ligt, in om
vang van uitbreiding het ontwerp dor Regee
ring dus het andere op zyde streeft!"
Deze uitspraak kan niet genoeg herhaald
worden, zoolang de stryd tusschen de beide
stelsels nog zoo heftig wordt gevoerd. Zy
verzekert ons: dat twee manieren om aan
art. 80 der Grondwet uitvoering te geven,
elkander in de uitkomst op zyde streven. Hoe
zal men dan de natie warm makon voor een
twist, over den weg, die gevolgd zal worden
om tot die ongeveer gelyke uitkomst te ge
raken? En dat verschil zal nog minder worden
begrepen, nu er tal van amendementen zyn
voorgesteld, die gelegenheid gever, het stelsel
dor Regeering te verbeteren, en nu de Regee
ring zelve zich bereid heeft verklaard wyzi-
gingen toe te laten, welke in haar stelsel
passen.
"Wat mr. Van Houten aan het slot van zyn
laatsten Brief heeft geschrevendat de voor
standers van het ontwerp-Tak ook tevreden
zouden geweest zyn, indien de Regeering zich
in hare voordracht dadelijk op het standpunt
van het amendement-v. d. Kaay had gesteld,
is, gelooft het Handelsbladniet onjuist. Men
zou dan het hebben afgekeurd, wanneer een
deol der liberalen een geheel ander stelsel
in do plaats had willen schuiven, en zich niet
had vergenoegd met de gebreken van de
voordracht zooveel mogeiyk weg te nemen.
Maar ontaardt nu de veldtocht van den heer
Van Houten niet evenzeer in do „Recht-
haberei", welke hy afkeurt?
Evenals by de belastingvoorstellen van don
minister Pierson, moet ook hier het streven
zyn de voorgestelde ontwerpen tot grond
slag te nomen en, zooveel mogeiyk verbeterd,
tot wetten te verheffen Men moet ook hier van
de Regeering ernstige blyken van gemeen
ovorleg vorderen, maar enkel zoodanige, als
met de door haar gekozen grondslagen kunnen
samengaan. Alleen door de leiding over te
laten aan de uit haar midden voortgekomen
Regeering, indien deze zich bekwaam toont,
kan 09ne staatsparty groote dingen tot stand
brengen.
De noodzakelykhoid van zulk eene politiek
volgt vooral uit de gulden woorden in mr.
v. H.'s laatsten Brief over „den stryd tusschen
vryheid en staatsvoogdy, tusschen liberalisme
en socialisme," die den liberalen voorhouden
waarover de stryd der naaste toekomst zal
loopen. De sociale vraagstukken treden op
den voorgrond en het is de groote vraag,
welk stelsel by het streven naar hare op
lossing de overhand zal hebben: geleidelyke
ontwikkeling met krachtige staatshulp, of
steeds uitgebreider staatsbemoeiing en staats-
dwang. Zal de liberale party krachtig zyn
ter handhaving van vryheid tegenover staats-
voogdy, dan zorgo zy thans vóór alles, zich-
zelve niet te verzwakken en af te breken
wegens „grensverschillen" by het kiesrecht.
De liberale party zal by de stombus voor de
nieuwe Kamer, die ons wacht, als de krachtige
kampioen voor nieuwe denkbeelden, maar
tevens als bestryder van radicaal en socia
listisch impressionisme moeten optreden. Laat
zy daarom haren invloed en hare kracht niet
eerst zelve ondermynon, door te twisten over
eene methode van kiesrecht-uitbreiding.
Gemengd Nieuws.
In de gisteren gehouden terecht
zitting der arrondis8emonts-rechtbank te Haar
lem werd door het O. M. tegen Jakob De
Vogel, van Spaaradam, vyf dagen gevangenis
straf geëischt, wegens het moedwillig en uit
louter kwelzucht slaan met de zweep op een
paard. Beklaagde moest voor de brug te
Spaarndam, die afgedraaid was, wachten en
heeft dien tyd doorgebracht met zyn paard
te mishandelen.
B. v. Tongeren, zonder beroep, te Lisse,
werd, wegens diefstal zonder oordeel des
onderscheids, ontslagen van rechtsvervolging,
met last tot plaatsing in een R.-O.-G. tot hy
18 jaar zal zyn.
Ter zake van mishandeling werden J. v. d.
Wereld en M. Turk, arbeiders te Alkemade,
vrijgesproken; doch C. By, bloemkweeker te
Aalsmeer, veroordeeld tot 14 dagen gevan
genisstraf; L. Wortman, visscher te Alkemade,
tot 10 weken gevangenisstraf, en A. De Moor,
werkman te Heemstede, tot 8 maanden ge
vangenisstraf.
Uit eene herbergzaal onder
Zevenbergen hebben dieven het biljart
ontvreemd. By de politie is van dezen zonder
lingen diefstal aangifte gedaan.
Een dezer dagen vroeg een man,
tot betaling van zyne huishuur, by deStads-
Armenkamer te Leeuwarden een voorschot
op den „trek", dien hy in den aanstaanden
winter als „worklooze" zou ontvangen l
Leondort Mathissen, de ontaarde
zoon, die den 19den Juli in de ouderiyke
woning te Zeist zyne moeder met een mes
heeft gestoken, zoodat zy weinige dagen daarna
overleden is, werd door de rechtbank to
Utrecht tot gevangenisstraf voor den tyd
van vyf jaren veroordeeld.
In hooger beroep voor hot Hof te Amster
dam heeft het O. M. eene gevangenisstraf van
acht jaren geëischt.
Omtrent de aanhouding van den
landbouwer G. J., te Yenloo, wegens zware
mishandeling, goploegd op don 26-jarigen J. H.,
te Blerik, kan nader gemeld worden dat de
mishandeling geschiedde tydens de Blerikscho
kermis, zich eerst niet als van govaariyken
aard liet aanzien, doch nu do toestand van J.
H. zóó is, dat men voor zyn leven vreest.
De aangehoudene G. J. is slechts 19 jaren oud
en heeft volledige bekentenis afgelegd. Hy is
naar Roermond overgebracht.
Het verzoek van don verdediger
van Albert Hess, een der beklaagden in het
groote woekerproces, dat te Hannover in
behandeling is, die schorsing der zaak ten
opzichte van zyn cliënt had gevraagd, omdat
deze door do Nedorlandsche regoering in stryd
met de bepalingen op dit stuk zou zyn uit
geleverd, is door het Hof afgewezen. Do uit
leveringsverdragen scheppen een verbintenis
tusschen de Staten, niet tusschen deindividuen,
wier rechten daardoor niet geschaad kunnen
worden.
Het verhoor der getuigen in deze zaak is
gisteren begonnen; 36 officieren waren ge
dagvaard. Er blykt dat een dor beschuldigden
loten in plaats van geld gaf aan hen, die
geld van hem wilden leenen, en die loten
tegen kolossaal hooge pryzen in rekening
bracht.
Het schynt dat de Dultscho officieren zich
zeer gemakkeiyk lieten oplichtenomtrent de
loten en hunne waarde waren zy volstrekt
niet op de hoogte en zy weten zelfs niet of
die loten hun voor de volgende, voordeeligste
klassen al of niet vernieuwd zyn. Blykbaar
zyn zy voor deze handige gauwdieven een
gemakkeiyke prooi geworden.
Roman van
K. KOOPMANS VAN BOEKEREN.
25.)
„Waarom niet tusschen twee dragonders?"
spotte Noerkie.
„Maar", vervolgde hy op eenigszins ernsti-
gen toon, na veel heen en weer gepraat,
„maar nu allo gekheid op een stokje wy
moesten, dunkt my, eens op die advertentie
echryven."
„Zou dat dan geen gekheid zyn?" vroeg
James.
„Nu ja", hernam Moppelte, „maar een
gekheid met een practischen achtergrond."
„Hoe meen je?" vroeg Noerkie, zich tot
Moppelte wondend, „wat wou jo schrijven?"
„Wel", antwoordde do aangesprokene. ,ik
wou aan dion Latinist oon adros opgeven.
Dan bezorgen we aan zoo'n persoon oon lastig,
misschien vermakelijk bozuok."
„Maar aan dat vormakciyko lioUbou wy toch
niet veel!" meesmuilde James.
„Dat kan er naar wezen", hervatto Mop.
pelte. „Kyk eons", zoo voer by voort op den
toon van iemand, die gelooft aan het aan-
nemelyko van zyn voorstel, „ik wou dien
Oom Kool van de ad vertentio freule Negenoog
op het dak 3taren."
„Wie is freule Negonoog?" vro-g Kr^ft.
„Wel, dat is dat spook van oen wyf, dat
zich zoo ongunstig over Raymund hooft uit
gelaten. 't Was een dronkenmansboel, heeft ze
gezogd, je hoorde er niets dan borrelpraat en
ze moet dominee Streefland er schriftelyk
over geïnterpelleerd hobben. daar doze zyn
zoon permitteert lid te zyn van zoo'n god-
delooze vereoniging."
„Good", zoi Jamee, „ik gun dio oude totobei
een bezook, daar ze de pip van krygt, maar
nog eens, wat hebben wy daar aan?"
„Van die visito kryg ik, dunkt my. stollig
aon amusant verslag", verzekerde Moppelte.
„Je weet, zo is geëDgageerd."
„Wat duivokator, neen, kerel! Ik weet
niets van iat monsch!" verzokerde James.
„Nu dan, zo zal gaan trouwen mot een
kapitein dor infanterie. Loonidas Kurks ge-
heeten, oon achten yzervreter, dio haar neemt
om haar gold, dat's te zoggen, om hot geld,
dat zy na moedors dood te wachten heeft.
Maar moedor is by do tachtig en zit er
warmpjos in. Eigenlyk heet de jonkvrouw
Constantia Van Breukeion on zo is net zoo
min freule »ls die kachel. Als nu liet bezoek
van d"n elass'rken annonceschryver wezeniyk
aanlo'd ng geeft tot kluchtige tooneeleu, dan
hoor ik daar wel wat van door den vryon-
d-n kapitein, met wien ik minstons eens in
de weck een party biljart spoel, on die gaarne
sterke stukken vc-'-olt."
„Nu goed", zegt Noorkie, „laten wo dan
't adrr8 van -*tans Yan Brenkolen opgeven.
Maar d^ar mo°' natuurlijk oen bogoloidende
missive by, -n wel &v>e ir et «en bootje Latyn
en andoro malligheid."
„Akkoordr>«gt Moppdte „Komt morgen
middag by my t*n tijde van den maaltfid dos
borrels. Dan stellen wy samen een briof op,
in oen Latyntje, dat Titus Livius doet water
tanden."
„Afgesproken! Wo zullen komenI" be
loven allon.
„Ha, hal" lachte Moppelte, „dat kon wel-
oens een mooie historie geven, te oer omdal
Constanti? een mondvol Latyn spreekt."
„Maar* stelde James voor, „zouden wy
Flos niet moe in ons komplot opnomon?
Onzo engel Gabrio! zal er toch dubbel schik
in hebben, dat wy die kwezel er in laten loopon,
die bom voor Raymund wilde doen bedankon.
Hy weet. daar toch natuuriyk van."
„Waarvan?'
„Wel, ik bodool", verduidelijkte James, „dat
Flos toch wel zal weten, dat eon zekere juf
frouw Van Breukelen eon brief aan zyn
oudenheor geschreven heeft, waarin zy de
gruwelen schetst, in do vergaderingen van
Iiaymundus gepleegd, en don dominee de los
leest, daar zyn eerwaarde's zoon aan die gru
welen medeplichtig is."
„Donkeiyk weet Flos da r van", verzekerde
Moppelte, „maar zeker weten doe ik dit toch
niet. Onze Gahriël hoeft er nooit mot my
over gesproken."
„Niet?" riep James verwonderd, „maar
wat drommel, kerel 1 hoe woet jy dan van
d'en brief?"
„Langs h,ol eenvoudigen weg ben ik daar
achter gekomen", vertelde Mopp lte, „daar
kaptein Kurks my er zoo ie s van gez gd
heeft Maar Kurks, of cüoon hy om 't geval
larhte, keurde L<ch de handel wyze zyner
aanstaand© in doze lang niet goed, en ver
zocht my daarover met niemand, ook niet
met den jongen Streefland, te spreken."
„Aan dat verzoek heb je van avond slecht
voldaan", merkte Noerkie droogjes op.
„Dat kwam my daar ook net in den zin,"
meesmuilde Moppolte. „Maar." voegde hy er
by, „laat ons in ieder geval Flos or niet by
inhalen: hy mocht eens, door wraaklust ge
prikkeld, don brief al te pikant willen maken."
„Enfinl dan blyven we met ons vieren!"
besloot Kreeft.
Tot recht verstand van do ontmoeting, in
een volgend hoofdstuk te schetsen, rekön ik
het wenscheiyk den lezer zooveel mogelyk
op de hoogte to brongon, wat betreft het
laatste door Moppelte en zyne modeleden be
sproken punt. En dan begin ik met te ver
klaren, dat Floris van do bedoelde schriftelyke
interpellatie, door Con6tar.tia Van Broukolen
aan zyns vaders adres gericht, kort en goed
niemendal wist, ja, dat hy zelfs het bestaan
van dezo. voor zyn ziolehoil bezorgde, jonk
vrouw niet kendo. Papa hal wel degelyk de
missive der joffer ontvangen on gelezon, maar
zich niet. verwaardigd daarop te antwoorden.
Was «"lie briof dan zóó bar? Wat zal ik zeg
gen? Hij vloeide over van verontschuldigin
gen ter zako van do vryhoid, die de schryfster
zich voroorloofdo, en die alleen gerechtvaar
digd kon worden door de opreebto en hart
grondige belangst Hing, enz. Maar do dominee
vond toch en zoker niet ton onrechte
dat het stollen en verzenden van zoodanig
epistel getuigde van brutale bemoeizucht en
verregaande bedilziekte, en meende dus, dat
het stuk onbeantwoord moest blyven. Ook
oordeelde de oude heer het raadzaam Floris
onkundig to laten van dezo zaak. Immers,
terwyl vader Streefland do oefeningen van
Raymund's leden over 't geheel alleszins nuttig
achtte, bad by toch tegen den toon, die in dat
gezelschap heerschte, ernstige'lezwaron en hy
vreesde don scbyn op zich te iaden die bodon-
kingen te vorloochenen, wanne-r hy zynon zoon
verklaarde, het niet der mooite waard geacht te
hebben, het schryven der angstvallige dame
te beantwoorden. Gevolg van 't een en ander
was, dat Floris van den prins geen kwaad wist.
Elfdo Hoofdstuk.
Daags nadat Floris zyne advertentie in de
krant opgenomen had gezien, ging hy by
Gregoor vragen, vf er reeds iets ingekomen
was. Hy vond toon echter nog niets, maar
toen hy den volgenden dag opnieuw infor
meerde, stelde de boek Handelaar hom een
brief ter band, die er uitwendig keurignet
uitzag. Wel was het adres ook ditmaal niet
geschreven, maar geteokend, zoodat er van
't herkennen der hand geen sprake kon zyn,
maar in stede van onooglijke uitgeknipte on
opgeplakte letters, zooals er op don omslag
van den eersten brief stonden, kon nu hel
adres veeleer als eene proeve van calligraphio
geldon. 't Waren fraaie gorhische letters on
by den eersten oogopslag zou men zweron
dat zy gesteendrukt waren.
[Wordt vervolgd.)