H»; 10330. Dingdag ^4 Ootofoei», to m geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden 23 October. Feuilleton. NONDUM. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1.40. 0.05. TENTIEN: PRIJS DER ADVER' Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel raoer f 0.17J. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. - Naar de heer D. Couwenhoven, te Arn hem, ons mededeelt, heeft hy den kolonel commandant van het vierde regiment infan terie alhier verzocht voor de betrekking van kapelmeester bij genoemd regiment, waarvoor hy als No. 1 op de voordracht stond, niet in aanmerking te komen, daar hy zyn muziek corps by het achtste regiment niet wenscht te verlaten. Uit vertrouwbare bron vernemen wy dat do derde kunstbeschouwing, die (vol gens achtorstaande advertentie) Donderdag a. s. plaats heeft, belangryk belooft te worden. Terwyi als hoofdschotel thans de portefeuille van de firma Goupil zal worden aangeboden, zyn daarenboven reeds toezeggingen ver kregen van de volgende uitgenoodigde artisten Mevr. Bisschop-Robertson, Richard Bis schop, Isaac Israëls, Th. Yan Hoytema, P. De Moor, J. Thorn Prikker, Odó Jr. (beeld houwwerk), J. Haverman, M. Kamerlingh Onnes, Floris Verster, G. Van Eek, Frits Jansen, Etienne Bosch, Lapidoth, Vaarzon Morel, mej. Anna Kerling on C. Spoor. Geiyk hierachter wordt aangekondigd, zal "Woensdag tot Vrydag in het gebouw van „Effatha", Langobrug 87 alhier, een bazaar ge houden worden door don dameskrans „Martha." Wy vestigen gaarne de aandacht op deze nog jeugdige instelling, die zich ten doel stelt christelyk onderwijs en opvoeding te ver schaffen aan doofstomme kindoren. Do aanvragen om plaatsing ook van on- en minvermogende ouders zyn echter zóó velen, dat men gemeend heeft door het houden van een bazaar bydragen te verzamelen om in deze behoeften te voorzien. Wy twyfelen niet of vele Leidsche inge zetenen, vooral onder de dames, zullen gaarne een bezoek brengen aan den bazaar, om dit goede doel te bevorderen. De afieeling Leiden en Omstreken der Nederlandsche Haatschappy voor Tuinbouw en Plantkunde hield in de zaal der Loge har o sto wintervergadering, wat den voor zitter aanleiding gaf om by de opening den wensch uit te spreken, dat de nu komende wintervergaderingen druk bezocht, mogen worden en zich mogen kenmerken door aan- gonarae en leerzame discussiën. Nadat de notulen waren gelezen, wydde de voorzitter een harteiyk woord aan de nagedachtenis des heeron Clarionhy was een der oprichters van de Afdeeling, aan byna al de vergade ringen geregeld bezoekende leden om zyne humaniteit bekend en door velen bemind en daarby een plantenliefhebber in den waren zin des woords. Talryke leden zullen het bericht van zyn afsterven, dat de secretaris voorlas, zeker met leed wezen hebben vernomen. By den secretaris was ingekomen een schryven van den heer Ide, over de door hem te houden Tuinbouwvoordrachten, een schryven van den heer J. Mater, waarin hy de Afdeeling dank zegt voor zyne benoeming tot lid van verdienste der Afdeeling, en vorder een tiental exemplaren van het programma der voorjaarstentoonstelling, door de Afdeeling Rotterdam te houden. Deze laatste worden ter beschikking der leden gesteld. Nadat drie nieuwe leden waren geballoteerd, bracht de heer J. D. Speet verslag uit over de Algemeene Vergadering. Naar aanleiding van dit verslag vroeg de heer Yan de Pavord Smits of de heer Speet van de Afdeeling de opdracht had gekregen eene klacht in te dienen over eene door de Vaste Commissiën aan een lid der Afdeeling toegekende bekroning? Deze klacht had een minder aangénamen indruk gemaakt. Op verzoek van den voorzitter gaf de heer Speet eenige nadere inlichtingen dienaangaande. Hy meende volkomen vry te zyn in het doen van vragen, te meer, daar het eene zyns inziens rechtvaardige zaak gold. Dit antwoord deed den heer Van de Pavord Smits opmerken dat de heer Speet de be wuste vraag dus als particulier persoon en niet als afgevaardigde had gedaan. Hy meende zyn leedwezen te moeten uitspreken, dat de heer Speet deze zaak niet eerst in de Af deeling, waar zy zyns inziens thuis behoorde, had ter sprake gebracht; hoogstwaarschyn- ïyk zou hy de zaak dan geheel anders hebben ingezien. De heer Wezelenburg merkte op, dat by de E u 1 a 1 i a, waaraan de Vaste Commissie volgens den heer Speet onrechtmatig eene be kroning toekende, had ingezonden als min bekende plant; dat zy niet nieuw was, wist liy zeer goed, daar zy reeds in 1882 door de Leidsche Afdeeliug uit Japan was ingevoerd en aan de firma Von Siebold verkocht. De heer Speet merkte op dat zyns inziens deze plant niet meer als min bekend mocht beschouwd worden. De voorzitter achtte het beter, eenerzyds om de zaak volkomen tot klaarheid te bren gen en anderzfids om den goeden toon in de vergadering niet te storen, dat de discussiën over de bewuste vraag verder in de Tuinbouw bladen worden voortgezet, en sloot de be spreking over dit onderwerp. Aan de orde kwam nu de bospreking over don cursus van den Tuinbouwleeraar. Na eene zeer lange gedachtenwisseling word besloten hot te behandelen onderwerp aan den heer Ide over te laten, en hom ook den datum zelf te laten bepalen. In de nu gehouden pauze had eene gratis verloting van eenige fraaie kamerplanten en een drietal stukken gereedschap plaats, welke tot heelwat hilariteit aanleiding gaf, vooral toen de kassier van een effectenkantoor eene rozenschaar trok. Na de pauze werd het eerst een voorstel van den heer Kors behandeld, om eenige wyzigingen in de verlotingen te brengen. Hy wen8chte deze zóó te regelen, dat de verlo ting van planten stoeds onder de liefhebbers en die yan gereedschappon uitsluitond onder de kweekers zou plaats hebben. Nadat heelwat voorstellen gedaan waren, om aan het denkbeeld-Kors uitvoering te geven, Zonder one in deze qnaeetie te willen mengon merken wij tooh op dat uit het feit, dat de Yaeto Commiaaie haar ala nieuwe plant bekroonde, ofdoendo blijkt dat zij niet genoeg bekend ia. [Red. Semp.] Roman van E. KOOPMANS TAN BOEKEKEN. 18.) We willen het beste hopen, maar ik vrees het ergste.ik vrees, dat zy niet een beetje, maar smoorlijk verliefd is. Waarachtig, dat zou bedenkelijk genoeg zyn! Maar ik had vroeger tcch nooit aan de mogelijkheid van zoo iets gedacht, want nooit heeft z(j 't minste of geringste laten merken.Neen, maar ook nooit werd zj) zoo in 't nauw gebracht De omstandigheden hebben haar do boken tenis letterlijk afgeperstOf zou 't reine menschenliefde kunnen geweest zyn ie haar dermate in vervoering bracht,zou men mogen gelooven, dat Amor geheel buiten spel ge bleven was? Maar waarom niet? Kan niet een edele en gevoelige natuur diep beroerd worden en in alle Heftigheid zich doen gelden, als er sprake is van 't verlies of behoud van' een menschenleven Immers hooi gemak kolyk! Ja, maar toch.... zooals Mma sprak en dood, zoo doet men niet, als niet zoer teodere gevoelens in 't hart sluimeren. En is 't zoo onbegrypelyk, dat iemand als dit meesterskind liefde opvat voor iemand van hoogoron raaatschappolyken rang? Dat zy toch niet mot den psalmist kan zeggen: #Myn hart is niet verheven en myne oogen *Un niet boog"; dat blijkt zonneklaar, en moge men dit niet kunnen goedkeuren, men zal toch toegeven, dat zy wat ontwikkeling en geestesgaven betreft, te hoog staat om lich tel ijk hare hand aan oen kantoorklerk of winkelbediende te gevenEnfin, als myn gissing gegrond is, dan heb ik diep mede lyden met haar.ja, dat heb ik Negende Hoofdstuk. Toen Floris den volgenden morgen het gordyn van zyne slaapkamer had opgehaald, zag hy de zon vroolyk schynon op de roode daken van de huizen der achterburen. De wind, die in den voornacht had aangehouden, was later gaan liggen en alles voorspelde nu oen 8choonen najaarsdag. Van dat loeien van den wind had onze student niet veel gemerkt want hy was tydig ingesluimerd en had der. geheelen nacht rustig doorgeslapen. Hy ge voelde zich gezond en frisch, en bleef er veel te herdenken over en te overleggen, met hel oog op de toekomst, angstig waren ze niei die overleggingen en van tobben was geen sprake. Wel kwamen vragen by hem op. die nu juist niet van de vrooiykste waron, maar hy liet zich daardoor niet ter neer slaan. Zoodanige vragen waren- Als straks eens do afzender by den ouden heer komt infor- meeren, of de duizend gulden behoorlyk in '8 mans bezit gekomen zyn, en vader on af zender beiden tot de overtuiging komon, dat die aanzieniyke som verdonkeremaand is, wat dan?Nu ja, dat zou gek genoeg kunnen wordenmaar geen zorgen voor den tydl Onder 't kleeden maakt Floris zyne agenda op. Van negen tot twaalf zal hy gaan college werd er ten slotte besloten, dat by de ver lotingen de liefhebbers uit de planten en de kweekers uit do gereedschappen zullen kun nen kiezen. Omtrent de regeling der winterwerkzaam- heden stelde het bestuur voor, zooals gewoon- lyk, eens per maand eene gewone vergadering te houden, en verder drie buitengewone ver gaderingen te doen plaats hebben. Op de eerste der buitengewone vergaderingen zou gelegenheid worden gegeven tot het be schouwen van een groot aantal teekeningen, photographieén en plaatwerken op planten betrekking hebbende, eene soort kunstbeschou wing. De tweede vergadering zal worden inge nomen door eene causerie over „don Hortus, voormaals en thans", toegelicht door een aan tal sciopticon-beelden, terwyl men zou trach ten voor den derden avond een geschikt spre ker over een of ander onderwerp uit te noo- digen. Dit programma, waarby ook nog dein November te houden Chrysanthemum-tentoon stelling moet worden gevoegd, werd zonder stemming goedgekeurd. De heer A. C. Kriest vroeg of het niet mogelyk zou zyn eene voor dracht te doen houden over kunstmeststoffen. Deze vraag vond vry algemeene instemming, wat den secretaris noopte te beloven in eene vergadering eenige theoretische beschouwingen over kunstmest te houden; het bestuur zal dan trachten zich met iomaud te verstaan, om de practisChe aanwending er van nader too te lichton. Aan de orde kwam nu de vraag van den heor Kors over de mogelykheid de vergader zaal een uur vóór den aanvang der vergadering open te stellen, ten einde ingezonden planten, boeken, enz. goed te kunnen beschouwen. De voorzitter zeido dat het bestuur gaarne aan dit verzoek te gemoet kwam, mits de belang stelling voldoende bleek en hot ingezondene, vooral de boeken, niet werd beschadigd. De heer Speet deed nu nog enkele mede delingen over de Chrysanthemum-tentoon stelling, die in de eorste helft van November zal worden gehouden, waarop de voorzitter de deelnemers aan de gehouden reclame-ten toonstelling dank zeide voor de gastvryheid, don leden der afdeoling bewezen, waarop hy deze levendige en aangename vergadering sloot. Door don heer Hèmerik was, behalve een collectie goede kamerplanten, eene werkeiyk zeer fraaie en uitgebreide verzameling afge sneden Dahliabloemen ingezondon. De heer J. D. Speet zond twee Chrysanthemums, waarby eene nieuwe variëteit, en oene, die door de grootte en den zwaron bouw barer bladeren uitmuntte. De heer Wezelenburg vertoonde ons de Eulalia gracillima. Semp.\ De ongesteldheid van den oud-hoogleeraar Veth is volgons do „Arnh. Ct." niet van dien aard, dat men zich voor hetoogenblik ongerust behoeft te maken. Door Gedep. Staten van Zuid-Holland is aan do Prov. Staten verslag ingezonden van hetgeen ter uitvoering dor besluiten tot vaart verbetering tusschon Ryn en Scbie is verricht. Daaruit blykt dat de werken op het ge deelte van don Leidschendam tot 's-Graven- hage en tot de nieuwe brug over de coupure benoorden Delft (Reineveld) thans in hoofd zaak voltooid zyn. Al de nieuwe bruggen zyn in dienst ge steld; al de nieuwe wegen in gebruik geno men en het baanwerk grootendeels afgeloopen, zoodat thans het laatste vak naby den ele vator moet worden onderhanden genomen en dit hulpwerk zelf opgeruimd. Er biyft nog over het vehichten van ©enige werkzaamheden van ondorgescjiikt belang, die ten deele gedurende den ondérboudstyd zullen kunnen en moeten worden verricht. Het gedeelte der werken aan do oostzyde van Delft is eveneens gereed, met uitzondering van de brug by Reineveld en een gedeelte van den aansluitenden kaaimuur aldaar, als mede van het met de vojjpóiing dier brug in verband staande gr^af- e"h baggerlverk, ter verbinding van de trekvast'met de coupure. Kan zooals mag borden vertfafojt - de brug spoedig worden in dipnst geètèld, dan bestaat de mogelykheid, dat het te bouwen gedeelte kaaimuur nog vóór den winter gereed komt, en in dat geval mag de gebeele vol tooiing ook van dit deel des werks in de maand Maart worden tegemoet gezien. - '7t' Vorst en ongunstig weer kunnen echter vertraging veroorzaken. De brug aan de Rottordamsche Poort is geheel gereed on in dienat gesteld. Zooals vroeger werd gemeld, werd de brug buiten de Wittepoort te Leiden nog niet voor het scheepvaartverkeer opengesteld. De redenen die dit beletten zullen echter zeker binnen enkele weken hebben opgehouden te bestaan, zoodat nog vóór het einde des jaar6 de open stelling van hot vaarwater, met uitzondering van de omlegging by Delft, kan plaats hebben. Het laat zich dus aanzien dat in den loop van het volgend jaar het werk der vaart- verbetering tusschen Ryn en Schie geheel zal zyn geëindigd. De zusters van den grooten en kleinen Martha-krans, te Amsterdam, hebben het plan opgevat, einde November een bazaar te houden voor de Martha-stichting te Alfen aan den Ryn tot aankoop van land, waaraan do Stichting groote behoefte heeft. Do leden dier beide kransen verzoeken haar in dit werk te steunen door toezending van goederen on gaven, opdat de Stichting in het bezit van een eigen stuk land kome. Behalve do boide kransen hebben zich o. a. bereid verklaard goederen en giften in ontvangst te nomen: mevr. B. F. Verhoeff Willebrands, te Noordwyk-Blnnen, mej. M. C. Vis, te Bos koop, mej. Van Eek, te Waddingsveen. De namen der bestuurdoresaen van den grooten en kleinen Martha krans zyn: mej. H. Irik, Jacob-Van-Campenstraat 17; mej. wed. Schouten, Jacob-Van-Campenstraat 7; mej. wed. Van der Horst, 3de Woteringdwarsstraat 15; juffrouwen Geel, Nieuwo Looierstraat 29, allen te Amsterdam. Naar wy vornemen, zal de kapitein H. A. Calkoen, ridder der Militaire Willems orde, van het reg. grenadiers en jagers, die als No. 2 voor bevordering tot majoor in de ranglyst voorkomt, thans tot dien rang worden benoemd bij zyn tegenwoordig corps en belast worden met het bevel over het 5de bataljon; jagers, ter vervulling der vacature, ontstaan; door de bevordering tot kolonel van den- overste jhr. H. Laman Trip. - (D.) Zaterdag herdacht de heer K. Van Aspe- ren, directeur van het Rykstelegraafkaqtoor* te '8 Gravenhage, het feit zyner 4O-jarige ambtsvervulling. Ofschoon (^orgeiyke herinne* ringsfoe8ten by het telegraafwezen niet officiëoll mogen worden gevierd, mocht de Uverige chef} toch zoowel van de ambtenaren te zynen« kantore, als vane zyn collega's, ondubbelzinnige) bewyzen van sympathie ontvangen in den) vorm van bloemgeschenken en gelukwenecbenJ Ook de Vereeniging van directeuren van de») postery'en en de telegraphie kwam, by monde^ van haren voorzitter, aan den heer Van Asperen? hare gelukwenschen aanbieden. De jubilaris,! die achtereenvolgens te Wormerveer, Harlingen.J Leeuwarden, Dordrecht en in de residentie met! do leiding van het telegraafkantoor belast was,» onderscheidde zich steeds door toewyding aani de hem opgelegde taak en de moeste bereidt willigheid tegenover ambtenaren on publiek.) Prof. Asser, benoemd tot Staatsraad,) nam gisteren in de aula der Universiteit te Amsterdam plechtig afscheid van de studenten,, talryke vrienden en vereerders met eene rede,) waarin by kort wees op de boteekenis van het handelsrecht en de geschiedenis der han delswetgeving in Europa naging en enkele personalia uit zyn 31-jarig hoogleeraarschap aanstipte. De heer August Hendrichs, voorzitter deri Kamer van Koophandel, bood den vertrekken- den vriend, namens 270 vereerders uit ver schillende handelskringen, drie medailles, in, goud, zilver en brons, aan, als aandenken; aan zyn nuttigen werkkring in Amsterdam. De medaille vertoont aan de voorzyde dei goed gelykende buste door Junger, in de. fabriek van Begeer, te Utrecht, vervaardigd^ met bet rondschrift prof. mr. T. M. C. Asser.. Aan de achterzyde staan de woordenkennis, vernuft, arbeid. Daarby is gevoegd eenecalli- graphische opdracht met eene naamlyst der schenkers. Tot voorzitter van het hoofdbestuur der Nederlandsche Maatschappy voor Geneeskundo is gekozen de hoogleoraar dr. G. H. Van der Mey Jr., te Amsterdam; tot ondervoorzitter dr. T. Haakma Tresling, te Winschoten, en tot secretaris dr. J. Van Geuns, te Amsterdam- De heer J. C. Van Slee, predikant te Deventer, is door Teyier's Genootschap te Haarlem bekroond met de gouden medaille, wegens zyne beantwoording van de prijsvraag over de geschiedenis der Collegianten of Rynsburgers. By de Regeering i3 bericht ontvangen, dat do hieronder vermelde Nederlandsche kunst schilders, wier werken op de jongste te Mün- chen gehouden „IV Jabres Ausstellung von Kunstwerke aller Nationen" waron Ingezon den, zyn bekroond: H. W. Janssen, te Amster dam, met de 1ste med.Rud. Haak te Nieuwer Amstel, F. G. W. Oldewelt en N. Van der Waay, te Amsterdam, met de 2de medaille. Sts.-Ct Zy, die met ons zich gevleid hadden dat in den toestand van mr. Keuchenius nu reeds I locpen en na de koffie een bezoek by Rafels Heggen, evenwel niet, om daar nu reeds geld te brengen, maar om te zeggen, dat hy dit loogstwaarscbynlyk overmorgen zal doen. Waarom niet dadelijk de schulden afgedaan? Omdat Rafels in staat is, zoo niet luide en op den man af, dan toch voor zichzelven in ilte te vragen, waar do jongeheer Streefiand zoo ineens duizend gulden vandaan gehaald beeft. Natuuriyk heeft de jonkman daar zeer goed by bedacht, dat hy deze vraag kan voorkomen, door het bankbiljet op een wissel- kantoor in kleiner papier om te zetten, maar men mocht hem op dat kantoor eens kennen, en zou dat dus wel te wagen zyn? Ja, by zou er mee naar Haarlem kunDen gaan en c'K.n- dn banknoot wisselen, maar bestond de mogelykheid niet, dat ook daar iemand wist, wie en wat hy was? Neen, by erkent, dat a is hoogst onwaarschynlyk, maar och, m< n zich bewust is, dat de handelingen her or,,«licht niet kunnen zien, dan ziet men ral on in alles gevaar, en worden bynaonmo- gt dingen als licht denkbare beschouwd. L>i heeft Floris een verzinsel geredge- l';dat hy by Rafels gaat opdisschen, tor vei klaring van de herkomst van het geld, dat 1 ij overmorgen hoopt te brongen. Het verdichtsel komt hierop neer: Niat ver van Aiü.v rdam woont een schatryke ongehuwde dame van middelbare jaren, vereerster van den ouden heer, dien zy, zoo dikwyis zy in do sran komt, trouw bezoekt, terwyl zy ook altyd byzonder hartelyk en goed is voor don zoon. Daar deze jonkvrouw erg goedhartig, uioueiydend en mild is, en daarby byzonder zenuwachtig en licht ontvlambaar, hoopt Floris haar door kracht van redenen to ver bidden, zoodat zy hem uit den nood redt on zoo den vader veel ergernis en verdriet be spaart. Reeds is de brief verzonden, waarin, in de roerendste bewoordingen, de verlegen heid geschetst, de hulpe afgesmeekt wordt. Het antwoord is in ieder geval morgenavond binnen, misschien reeds eerder, en Floris verzekert, dat hy alle reden heeft te hopen, ja, er op te rekenen, dat hy geen nul op 't request zal krygen. Rafels nam 't verbaal heel leuk op. Wel had hy liever iets gezien dan gehoord geld had hy willen zien, natuuriyk; want 't werd meer dan iyd; maar als hy dan uiteriyk Donderdag avond hot aapje maar aan zyn hart mocht drukken, dan zou hy er verder geen kwaad van zeggen. Teekenen van twijfel aan de echtheid van't verhaal gaf de kastelein niet; trouwmis Floris had voor zichzelven reeds de opmerkiz gemaakt, dat een man als Rafels al bit'er weinig vraagt naar de echt heid of onechtheid van eenig verhaal, als maar de mi'iuelen van betaling, waarmee men tot hem kwam, van onverdachte echtheid waron. Nu moet ik echter toch ook erkennen 't verzinsel was als zoodanig nog zoo kwaad niet, en een boorJer van dit verbaal behoefde niet kortzichtig of lichtgeloovig te zyn, als hy 't voor 7.' irere historie hield. Floris droeg zyn geesteskind natuuriyk en vrijmoedig voor, en vooral ook het slot van 't relaas klonk zoo geloofwaardig. „Neen, R «feitje 1" zoo verzekerde hy op den toon van iemand, die aiok verkneukelt in 't vooruitzicht op het byna onfeilbaar zekeie succes zyner macbinatiën, „neen, wy zullen de beerenhuid niet verkoopen, terwyl het beest, nog frank en vry in 't bosch kuiert, maai ik geloof toch genoegzaam zeker van myno^ zaak te zyn. Weet je wat vooral ook myne actiën doet ryzen, 't is het aanlokkelyke van het denkbeeld.... aanlokkelijk begrypt u, altyd voor deze juffrouw, by wie ik weet, dat ik byzonder in de kas sta juist voor zoo iemand heeft het iets erg verleidelyks samen een geheim te #hebben met eenon goachten jonkman, en wel een geheim, daar niemand ter wereld ooit iets van hooron en weten mag. Dan zoo iemand ten zeerste aan zich te verplichten, dat legt ook gewicht in de schaal, en oindeiyk, dat ik hoop dezer dagen in per soon haar mynen dank te mogen aanbieden, voor welke gelegenheid ik reeds nu op haie bekende gastvryheid een beroep doe... ai o die dingen te zamen zullen voor haar eeno macht worden, waartegen zy niet bestand is Maar de gebeele zaak, myn waarde heer l dat bogrypt u, blyft geheel onder ons!" „Ja, ja, ja", zei Iialels, „alios goed en wel, als ik myn geld maar krygl" 'k Geioof, hy had er gerust kunnen bllvoi gen„Als de duiten maar binnenkomen, dan moog je ze voor myn part gaan stelen uit den spaarpot der weduwen on der weezen." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1