H»; 10330.
Dingdag ^4 Ootofoei»,
to m
geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden 23 October.
Feuilleton.
NONDUM.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
TENTIEN:
PRIJS DER ADVER'
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel raoer f 0.17J. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.05 berekend. -
Naar de heer D. Couwenhoven, te Arn
hem, ons mededeelt, heeft hy den kolonel
commandant van het vierde regiment infan
terie alhier verzocht voor de betrekking van
kapelmeester bij genoemd regiment, waarvoor
hy als No. 1 op de voordracht stond, niet in
aanmerking te komen, daar hy zyn muziek
corps by het achtste regiment niet wenscht
te verlaten.
Uit vertrouwbare bron vernemen wy
dat do derde kunstbeschouwing, die (vol
gens achtorstaande advertentie) Donderdag
a. s. plaats heeft, belangryk belooft te worden.
Terwyi als hoofdschotel thans de portefeuille
van de firma Goupil zal worden aangeboden,
zyn daarenboven reeds toezeggingen ver
kregen van de volgende uitgenoodigde artisten
Mevr. Bisschop-Robertson, Richard Bis
schop, Isaac Israëls, Th. Yan Hoytema, P.
De Moor, J. Thorn Prikker, Odó Jr. (beeld
houwwerk), J. Haverman, M. Kamerlingh
Onnes, Floris Verster, G. Van Eek, Frits
Jansen, Etienne Bosch, Lapidoth, Vaarzon
Morel, mej. Anna Kerling on C. Spoor.
Geiyk hierachter wordt aangekondigd,
zal "Woensdag tot Vrydag in het gebouw van
„Effatha", Langobrug 87 alhier, een bazaar ge
houden worden door don dameskrans „Martha."
Wy vestigen gaarne de aandacht op deze
nog jeugdige instelling, die zich ten doel stelt
christelyk onderwijs en opvoeding te ver
schaffen aan doofstomme kindoren.
Do aanvragen om plaatsing ook van on-
en minvermogende ouders zyn echter zóó
velen, dat men gemeend heeft door het houden
van een bazaar bydragen te verzamelen om
in deze behoeften te voorzien.
Wy twyfelen niet of vele Leidsche inge
zetenen, vooral onder de dames, zullen gaarne
een bezoek brengen aan den bazaar, om dit
goede doel te bevorderen.
De afieeling Leiden en Omstreken der
Nederlandsche Haatschappy voor Tuinbouw
en Plantkunde hield in de zaal der Loge
har o sto wintervergadering, wat den voor
zitter aanleiding gaf om by de opening den
wensch uit te spreken, dat de nu komende
wintervergaderingen druk bezocht, mogen
worden en zich mogen kenmerken door aan-
gonarae en leerzame discussiën. Nadat de
notulen waren gelezen, wydde de voorzitter
een harteiyk woord aan de nagedachtenis
des heeron Clarionhy was een der oprichters
van de Afdeeling, aan byna al de vergade
ringen geregeld bezoekende leden om zyne
humaniteit bekend en door velen bemind en
daarby een plantenliefhebber in den waren
zin des woords. Talryke leden zullen het
bericht van zyn afsterven, dat de secretaris
voorlas, zeker met leed wezen hebben vernomen.
By den secretaris was ingekomen een
schryven van den heer Ide, over de door
hem te houden Tuinbouwvoordrachten, een
schryven van den heer J. Mater, waarin hy
de Afdeeling dank zegt voor zyne benoeming
tot lid van verdienste der Afdeeling, en vorder
een tiental exemplaren van het programma
der voorjaarstentoonstelling, door de Afdeeling
Rotterdam te houden. Deze laatste worden
ter beschikking der leden gesteld.
Nadat drie nieuwe leden waren geballoteerd,
bracht de heer J. D. Speet verslag uit over
de Algemeene Vergadering. Naar aanleiding
van dit verslag vroeg de heer Yan de Pavord
Smits of de heer Speet van de Afdeeling de
opdracht had gekregen eene klacht in te dienen
over eene door de Vaste Commissiën aan een
lid der Afdeeling toegekende bekroning? Deze
klacht had een minder aangénamen indruk
gemaakt. Op verzoek van den voorzitter gaf
de heer Speet eenige nadere inlichtingen
dienaangaande. Hy meende volkomen vry te
zyn in het doen van vragen, te meer, daar
het eene zyns inziens rechtvaardige zaak gold.
Dit antwoord deed den heer Van de Pavord
Smits opmerken dat de heer Speet de be
wuste vraag dus als particulier persoon en
niet als afgevaardigde had gedaan. Hy meende
zyn leedwezen te moeten uitspreken, dat de
heer Speet deze zaak niet eerst in de Af
deeling, waar zy zyns inziens thuis behoorde,
had ter sprake gebracht; hoogstwaarschyn-
ïyk zou hy de zaak dan geheel anders hebben
ingezien.
De heer Wezelenburg merkte op, dat by
de E u 1 a 1 i a, waaraan de Vaste Commissie
volgens den heer Speet onrechtmatig eene be
kroning toekende, had ingezonden als min
bekende plant; dat zy niet nieuw was, wist
liy zeer goed, daar zy reeds in 1882 door de
Leidsche Afdeeliug uit Japan was ingevoerd
en aan de firma Von Siebold verkocht.
De heer Speet merkte op dat zyns inziens
deze plant niet meer als min bekend mocht
beschouwd worden.
De voorzitter achtte het beter, eenerzyds
om de zaak volkomen tot klaarheid te bren
gen en anderzfids om den goeden toon in de
vergadering niet te storen, dat de discussiën
over de bewuste vraag verder in de Tuinbouw
bladen worden voortgezet, en sloot de be
spreking over dit onderwerp.
Aan de orde kwam nu de bospreking over
don cursus van den Tuinbouwleeraar. Na eene
zeer lange gedachtenwisseling word besloten
hot te behandelen onderwerp aan den heer
Ide over te laten, en hom ook den datum
zelf te laten bepalen.
In de nu gehouden pauze had eene gratis
verloting van eenige fraaie kamerplanten en
een drietal stukken gereedschap plaats, welke
tot heelwat hilariteit aanleiding gaf, vooral
toen de kassier van een effectenkantoor eene
rozenschaar trok.
Na de pauze werd het eerst een voorstel
van den heer Kors behandeld, om eenige
wyzigingen in de verlotingen te brengen. Hy
wen8chte deze zóó te regelen, dat de verlo
ting van planten stoeds onder de liefhebbers
en die yan gereedschappon uitsluitond onder
de kweekers zou plaats hebben.
Nadat heelwat voorstellen gedaan waren,
om aan het denkbeeld-Kors uitvoering te geven,
Zonder one in deze qnaeetie te willen mengon
merken wij tooh op dat uit het feit, dat de Yaeto
Commiaaie haar ala nieuwe plant bekroonde, ofdoendo
blijkt dat zij niet genoeg bekend ia. [Red. Semp.]
Roman van
E. KOOPMANS TAN BOEKEKEN.
18.)
We willen het beste hopen, maar ik vrees
het ergste.ik vrees, dat zy niet een beetje,
maar smoorlijk verliefd is. Waarachtig, dat
zou bedenkelijk genoeg zyn! Maar ik had
vroeger tcch nooit aan de mogelijkheid van
zoo iets gedacht, want nooit heeft z(j 't
minste of geringste laten merken.Neen, maar
ook nooit werd zj) zoo in 't nauw gebracht
De omstandigheden hebben haar do boken
tenis letterlijk afgeperstOf zou 't reine
menschenliefde kunnen geweest zyn ie haar
dermate in vervoering bracht,zou men mogen
gelooven, dat Amor geheel buiten spel ge
bleven was? Maar waarom niet? Kan niet
een edele en gevoelige natuur diep beroerd
worden en in alle Heftigheid zich doen gelden,
als er sprake is van 't verlies of behoud van'
een menschenleven Immers hooi gemak
kolyk! Ja, maar toch.... zooals Mma sprak
en dood, zoo doet men niet, als niet zoer
teodere gevoelens in 't hart sluimeren. En
is 't zoo onbegrypelyk, dat iemand als dit
meesterskind liefde opvat voor iemand van
hoogoron raaatschappolyken rang? Dat zy
toch niet mot den psalmist kan zeggen:
#Myn hart is niet verheven en myne oogen
*Un niet boog"; dat blijkt zonneklaar, en
moge men dit niet kunnen goedkeuren, men zal
toch toegeven, dat zy wat ontwikkeling en
geestesgaven betreft, te hoog staat om lich
tel ijk hare hand aan oen kantoorklerk of
winkelbediende te gevenEnfin, als myn
gissing gegrond is, dan heb ik diep mede
lyden met haar.ja, dat heb ik
Negende Hoofdstuk.
Toen Floris den volgenden morgen het
gordyn van zyne slaapkamer had opgehaald,
zag hy de zon vroolyk schynon op de roode
daken van de huizen der achterburen. De
wind, die in den voornacht had aangehouden,
was later gaan liggen en alles voorspelde nu
oen 8choonen najaarsdag. Van dat loeien van
den wind had onze student niet veel gemerkt
want hy was tydig ingesluimerd en had der.
geheelen nacht rustig doorgeslapen. Hy ge
voelde zich gezond en frisch, en bleef er veel
te herdenken over en te overleggen, met hel
oog op de toekomst, angstig waren ze niei
die overleggingen en van tobben was geen
sprake. Wel kwamen vragen by hem op.
die nu juist niet van de vrooiykste waron,
maar hy liet zich daardoor niet ter neer
slaan. Zoodanige vragen waren- Als straks
eens do afzender by den ouden heer komt infor-
meeren, of de duizend gulden behoorlyk in
'8 mans bezit gekomen zyn, en vader on af
zender beiden tot de overtuiging komon, dat
die aanzieniyke som verdonkeremaand is,
wat dan?Nu ja, dat zou gek genoeg
kunnen wordenmaar geen zorgen voor
den tydl
Onder 't kleeden maakt Floris zyne agenda
op. Van negen tot twaalf zal hy gaan college
werd er ten slotte besloten, dat by de ver
lotingen de liefhebbers uit de planten en de
kweekers uit do gereedschappen zullen kun
nen kiezen.
Omtrent de regeling der winterwerkzaam-
heden stelde het bestuur voor, zooals gewoon-
lyk, eens per maand eene gewone vergadering
te houden, en verder drie buitengewone ver
gaderingen te doen plaats hebben.
Op de eerste der buitengewone vergaderingen
zou gelegenheid worden gegeven tot het be
schouwen van een groot aantal teekeningen,
photographieén en plaatwerken op planten
betrekking hebbende, eene soort kunstbeschou
wing. De tweede vergadering zal worden inge
nomen door eene causerie over „don Hortus,
voormaals en thans", toegelicht door een aan
tal sciopticon-beelden, terwyl men zou trach
ten voor den derden avond een geschikt spre
ker over een of ander onderwerp uit te noo-
digen. Dit programma, waarby ook nog dein
November te houden Chrysanthemum-tentoon
stelling moet worden gevoegd, werd zonder
stemming goedgekeurd. De heer A. C. Kriest
vroeg of het niet mogelyk zou zyn eene voor
dracht te doen houden over kunstmeststoffen.
Deze vraag vond vry algemeene instemming,
wat den secretaris noopte te beloven in eene
vergadering eenige theoretische beschouwingen
over kunstmest te houden; het bestuur zal
dan trachten zich met iomaud te verstaan,
om de practisChe aanwending er van nader
too te lichton.
Aan de orde kwam nu de vraag van den
heor Kors over de mogelykheid de vergader
zaal een uur vóór den aanvang der vergadering
open te stellen, ten einde ingezonden planten,
boeken, enz. goed te kunnen beschouwen. De
voorzitter zeido dat het bestuur gaarne aan
dit verzoek te gemoet kwam, mits de belang
stelling voldoende bleek en hot ingezondene,
vooral de boeken, niet werd beschadigd.
De heer Speet deed nu nog enkele mede
delingen over de Chrysanthemum-tentoon
stelling, die in de eorste helft van November
zal worden gehouden, waarop de voorzitter
de deelnemers aan de gehouden reclame-ten
toonstelling dank zeide voor de gastvryheid,
don leden der afdeoling bewezen, waarop hy
deze levendige en aangename vergadering sloot.
Door don heer Hèmerik was, behalve een
collectie goede kamerplanten, eene werkeiyk
zeer fraaie en uitgebreide verzameling afge
sneden Dahliabloemen ingezondon. De heer J.
D. Speet zond twee Chrysanthemums, waarby
eene nieuwe variëteit, en oene, die door de
grootte en den zwaron bouw barer bladeren
uitmuntte. De heer Wezelenburg vertoonde ons
de Eulalia gracillima. Semp.\
De ongesteldheid van den oud-hoogleeraar
Veth is volgons do „Arnh. Ct." niet van dien
aard, dat men zich voor hetoogenblik ongerust
behoeft te maken.
Door Gedep. Staten van Zuid-Holland is
aan do Prov. Staten verslag ingezonden van
hetgeen ter uitvoering dor besluiten tot vaart
verbetering tusschon Ryn en Scbie is verricht.
Daaruit blykt dat de werken op het ge
deelte van don Leidschendam tot 's-Graven-
hage en tot de nieuwe brug over de coupure
benoorden Delft (Reineveld) thans in hoofd
zaak voltooid zyn.
Al de nieuwe bruggen zyn in dienst ge
steld; al de nieuwe wegen in gebruik geno
men en het baanwerk grootendeels afgeloopen,
zoodat thans het laatste vak naby den ele
vator moet worden onderhanden genomen en
dit hulpwerk zelf opgeruimd.
Er biyft nog over het vehichten van ©enige
werkzaamheden van ondorgescjiikt belang,
die ten deele gedurende den ondérboudstyd
zullen kunnen en moeten worden verricht.
Het gedeelte der werken aan do oostzyde
van Delft is eveneens gereed, met uitzondering
van de brug by Reineveld en een gedeelte
van den aansluitenden kaaimuur aldaar, als
mede van het met de vojjpóiing dier brug
in verband staande gr^af- e"h baggerlverk, ter
verbinding van de trekvast'met de coupure.
Kan zooals mag borden vertfafojt - de
brug spoedig worden in dipnst geètèld, dan
bestaat de mogelykheid, dat het te bouwen
gedeelte kaaimuur nog vóór den winter gereed
komt, en in dat geval mag de gebeele vol
tooiing ook van dit deel des werks in de
maand Maart worden tegemoet gezien. - '7t'
Vorst en ongunstig weer kunnen echter
vertraging veroorzaken.
De brug aan de Rottordamsche Poort is
geheel gereed on in dienat gesteld.
Zooals vroeger werd gemeld, werd de brug
buiten de Wittepoort te Leiden nog niet voor
het scheepvaartverkeer opengesteld. De redenen
die dit beletten zullen echter zeker binnen
enkele weken hebben opgehouden te bestaan,
zoodat nog vóór het einde des jaar6 de open
stelling van hot vaarwater, met uitzondering
van de omlegging by Delft, kan plaats hebben.
Het laat zich dus aanzien dat in den loop
van het volgend jaar het werk der vaart-
verbetering tusschen Ryn en Schie geheel zal
zyn geëindigd.
De zusters van den grooten en kleinen
Martha-krans, te Amsterdam, hebben het plan
opgevat, einde November een bazaar te houden
voor de Martha-stichting te Alfen aan den Ryn
tot aankoop van land, waaraan do Stichting
groote behoefte heeft.
Do leden dier beide kransen verzoeken haar
in dit werk te steunen door toezending van
goederen on gaven, opdat de Stichting in het
bezit van een eigen stuk land kome.
Behalve do boide kransen hebben zich o. a.
bereid verklaard goederen en giften in ontvangst
te nomen: mevr. B. F. Verhoeff Willebrands,
te Noordwyk-Blnnen, mej. M. C. Vis, te Bos
koop, mej. Van Eek, te Waddingsveen.
De namen der bestuurdoresaen van den
grooten en kleinen Martha krans zyn: mej. H.
Irik, Jacob-Van-Campenstraat 17; mej. wed.
Schouten, Jacob-Van-Campenstraat 7; mej.
wed. Van der Horst, 3de Woteringdwarsstraat
15; juffrouwen Geel, Nieuwo Looierstraat 29,
allen te Amsterdam.
Naar wy vornemen, zal de kapitein
H. A. Calkoen, ridder der Militaire Willems
orde, van het reg. grenadiers en jagers, die
als No. 2 voor bevordering tot majoor in de
ranglyst voorkomt, thans tot dien rang worden
benoemd bij zyn tegenwoordig corps en belast
worden met het bevel over het 5de bataljon;
jagers, ter vervulling der vacature, ontstaan;
door de bevordering tot kolonel van den-
overste jhr. H. Laman Trip. - (D.)
Zaterdag herdacht de heer K. Van Aspe-
ren, directeur van het Rykstelegraafkaqtoor*
te '8 Gravenhage, het feit zyner 4O-jarige
ambtsvervulling. Ofschoon (^orgeiyke herinne*
ringsfoe8ten by het telegraafwezen niet officiëoll
mogen worden gevierd, mocht de Uverige chef}
toch zoowel van de ambtenaren te zynen«
kantore, als vane zyn collega's, ondubbelzinnige)
bewyzen van sympathie ontvangen in den)
vorm van bloemgeschenken en gelukwenecbenJ
Ook de Vereeniging van directeuren van de»)
postery'en en de telegraphie kwam, by monde^
van haren voorzitter, aan den heer Van Asperen?
hare gelukwenschen aanbieden. De jubilaris,!
die achtereenvolgens te Wormerveer, Harlingen.J
Leeuwarden, Dordrecht en in de residentie met!
do leiding van het telegraafkantoor belast was,»
onderscheidde zich steeds door toewyding aani
de hem opgelegde taak en de moeste bereidt
willigheid tegenover ambtenaren on publiek.)
Prof. Asser, benoemd tot Staatsraad,)
nam gisteren in de aula der Universiteit te
Amsterdam plechtig afscheid van de studenten,,
talryke vrienden en vereerders met eene rede,)
waarin by kort wees op de boteekenis van
het handelsrecht en de geschiedenis der han
delswetgeving in Europa naging en enkele
personalia uit zyn 31-jarig hoogleeraarschap
aanstipte.
De heer August Hendrichs, voorzitter deri
Kamer van Koophandel, bood den vertrekken-
den vriend, namens 270 vereerders uit ver
schillende handelskringen, drie medailles, in,
goud, zilver en brons, aan, als aandenken;
aan zyn nuttigen werkkring in Amsterdam.
De medaille vertoont aan de voorzyde dei
goed gelykende buste door Junger, in de.
fabriek van Begeer, te Utrecht, vervaardigd^
met bet rondschrift prof. mr. T. M. C. Asser..
Aan de achterzyde staan de woordenkennis,
vernuft, arbeid. Daarby is gevoegd eenecalli-
graphische opdracht met eene naamlyst der
schenkers.
Tot voorzitter van het hoofdbestuur der
Nederlandsche Maatschappy voor Geneeskundo
is gekozen de hoogleoraar dr. G. H. Van der
Mey Jr., te Amsterdam; tot ondervoorzitter
dr. T. Haakma Tresling, te Winschoten, en tot
secretaris dr. J. Van Geuns, te Amsterdam-
De heer J. C. Van Slee, predikant te
Deventer, is door Teyier's Genootschap te
Haarlem bekroond met de gouden medaille,
wegens zyne beantwoording van de prijsvraag
over de geschiedenis der Collegianten of
Rynsburgers.
By de Regeering i3 bericht ontvangen, dat
do hieronder vermelde Nederlandsche kunst
schilders, wier werken op de jongste te Mün-
chen gehouden „IV Jabres Ausstellung von
Kunstwerke aller Nationen" waron Ingezon
den, zyn bekroond: H. W. Janssen, te Amster
dam, met de 1ste med.Rud. Haak te Nieuwer
Amstel, F. G. W. Oldewelt en N. Van der Waay,
te Amsterdam, met de 2de medaille. Sts.-Ct
Zy, die met ons zich gevleid hadden dat
in den toestand van mr. Keuchenius nu reeds I
locpen en na de koffie een bezoek by Rafels
Heggen, evenwel niet, om daar nu reeds geld
te brengen, maar om te zeggen, dat hy dit
loogstwaarscbynlyk overmorgen zal doen.
Waarom niet dadelijk de schulden afgedaan?
Omdat Rafels in staat is, zoo niet luide en
op den man af, dan toch voor zichzelven in
ilte te vragen, waar do jongeheer Streefiand
zoo ineens duizend gulden vandaan gehaald
beeft. Natuuriyk heeft de jonkman daar zeer
goed by bedacht, dat hy deze vraag kan
voorkomen, door het bankbiljet op een wissel-
kantoor in kleiner papier om te zetten, maar
men mocht hem op dat kantoor eens kennen,
en zou dat dus wel te wagen zyn? Ja, by
zou er mee naar Haarlem kunDen gaan en
c'K.n- dn banknoot wisselen, maar bestond de
mogelykheid niet, dat ook daar iemand wist,
wie en wat hy was? Neen, by erkent, dat
a is hoogst onwaarschynlyk, maar och,
m< n zich bewust is, dat de handelingen
her or,,«licht niet kunnen zien, dan ziet men
ral on in alles gevaar, en worden bynaonmo-
gt dingen als licht denkbare beschouwd.
L>i heeft Floris een verzinsel geredge-
l';dat hy by Rafels gaat opdisschen, tor
vei klaring van de herkomst van het geld,
dat 1 ij overmorgen hoopt te brongen. Het
verdichtsel komt hierop neer: Niat ver van
Aiü.v rdam woont een schatryke ongehuwde
dame van middelbare jaren, vereerster van
den ouden heer, dien zy, zoo dikwyis zy in
do sran komt, trouw bezoekt, terwyl zy ook
altyd byzonder hartelyk en goed is voor don
zoon. Daar deze jonkvrouw erg goedhartig,
uioueiydend en mild is, en daarby byzonder
zenuwachtig en licht ontvlambaar, hoopt
Floris haar door kracht van redenen to ver
bidden, zoodat zy hem uit den nood redt on
zoo den vader veel ergernis en verdriet be
spaart. Reeds is de brief verzonden, waarin,
in de roerendste bewoordingen, de verlegen
heid geschetst, de hulpe afgesmeekt wordt.
Het antwoord is in ieder geval morgenavond
binnen, misschien reeds eerder, en Floris
verzekert, dat hy alle reden heeft te hopen,
ja, er op te rekenen, dat hy geen nul op 't
request zal krygen.
Rafels nam 't verbaal heel leuk op. Wel
had hy liever iets gezien dan gehoord
geld had hy willen zien, natuuriyk; want 't
werd meer dan iyd; maar als hy dan uiteriyk
Donderdag avond hot aapje maar aan zyn
hart mocht drukken, dan zou hy er verder
geen kwaad van zeggen. Teekenen van twijfel
aan de echtheid van't verhaal gaf de kastelein
niet; trouwmis Floris had voor zichzelven reeds
de opmerkiz gemaakt, dat een man als
Rafels al bit'er weinig vraagt naar de echt
heid of onechtheid van eenig verhaal, als
maar de mi'iuelen van betaling, waarmee men
tot hem kwam, van onverdachte echtheid
waron. Nu moet ik echter toch ook erkennen
't verzinsel was als zoodanig nog zoo kwaad
niet, en een boorJer van dit verbaal behoefde
niet kortzichtig of lichtgeloovig te zyn, als
hy 't voor 7.' irere historie hield. Floris droeg
zyn geesteskind natuuriyk en vrijmoedig voor,
en vooral ook het slot van 't relaas klonk
zoo geloofwaardig.
„Neen, R «feitje 1" zoo verzekerde hy op
den toon van iemand, die aiok verkneukelt
in 't vooruitzicht op het byna onfeilbaar zekeie
succes zyner macbinatiën, „neen, wy zullen
de beerenhuid niet verkoopen, terwyl het beest,
nog frank en vry in 't bosch kuiert, maai
ik geloof toch genoegzaam zeker van myno^
zaak te zyn. Weet je wat vooral ook myne
actiën doet ryzen, 't is het aanlokkelyke van
het denkbeeld.... aanlokkelijk begrypt u,
altyd voor deze juffrouw, by wie ik weet,
dat ik byzonder in de kas sta juist voor zoo
iemand heeft het iets erg verleidelyks samen
een geheim te #hebben met eenon goachten
jonkman, en wel een geheim, daar niemand ter
wereld ooit iets van hooron en weten mag.
Dan zoo iemand ten zeerste aan zich te
verplichten, dat legt ook gewicht in de schaal,
en oindeiyk, dat ik hoop dezer dagen in per
soon haar mynen dank te mogen aanbieden,
voor welke gelegenheid ik reeds nu op haie
bekende gastvryheid een beroep doe... ai o
die dingen te zamen zullen voor haar eeno
macht worden, waartegen zy niet bestand is
Maar de gebeele zaak, myn waarde heer l dat
bogrypt u, blyft geheel onder ons!"
„Ja, ja, ja", zei Iialels, „alios goed en wel,
als ik myn geld maar krygl"
'k Geioof, hy had er gerust kunnen bllvoi
gen„Als de duiten maar binnenkomen, dan
moog je ze voor myn part gaan stelen uit
den spaarpot der weduwen on der weezen."
Wordt vervolgd.)