N°. 10326. Donderdag 11) October. A°. 1893. geze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Dit noinmer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. De geheimzinnige verdwijning. 89 /J 06 Iv-aU^zd ■cL Cjstro'O'C t* j~U trd t~ ILA 1/-^f~0~~Lts J aoJ~ cl ft tfi& IsrtJz, cjj 'Ui y cc^x^ c/ r i/fc" - jV o "tujd Ij M idv) J cyyKS CU cd cd /ia hoe fauh. /tcjvj^lX t~.% Leiden, 18 October. Feuilleton. NONDUM. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandonf 1'10' Franco per post. - aas' Afzonderlijke Nommors .'»0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meor f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Men beeft wel eens beweerd dat do zich noemende dr. De Jong één en dezelfde persoon zoude zijn ais Jack the Ripper. Uit het handschrift zou dit te bewijzen zijn; welnu, wy zijn In de gc'egei.heid b6ide handschriften aan onze abonné's te laten zien. Zy, die er eene studie van will.,., 'lat-en, zyn daartoe thans in do i elegenheid. £|/e/o^ rZjLx^\. IA. «r li* l_ W/ Dr. F. A. Jentink, directeur van 's Ryks Museum van Natuurlijke Historie alhier, is bonoemd tot ridder 2de klasse in de orde van St.-Stanislas van Rusland. Aan den marinier 1ste klasse P. L. Van der Nat is voor het front dor equipage, gode- tacheerd by de Kweekschool voor Zeevaart alhier, uitgereikt hot eoroteeken voor krijgs verrichtingen Aijeh 1873 1891. Het aantal bezoekers der Rijksverzame lingen en monumenten, gedurende het 3de kwartaal van hot jaar 1893, bedroeg: Koninklijk kabinet van schilderijen te 's Gravenliage 20,831, museum Meormanno "Westreenianum te 's-Gravonhage (was tijde lijk gesloten), Koninklijk Penningkabinet te 's-Gravenhago 103, Ryks-Musoum te Am sterdam 90,582, Rijks-Museum van Oudheden te Leden 2,330, Ryks-Ethnograpliisch museum te Leiden 408, (het gebouw aan de Heeren gracht, alsmede het Kampongterrein, waren voor het publiek gesloten), Ryks-kabinet van prenten en pleisterbeelden te Leiden 32, Ge vangenpoort te 's-Gravenhage 16219, Muiderslot 1075, Ruïne van Brederode 4998, Monument te Heiligerlee 1903, historische zaal in het Prinsenhof te Delft 3506. Door de afdeolingen van de Tweede Kamer zijn benoemd tot rapporteurs over de Staatsbegrooting en wel over: de algemeene beschouwingen, de finantiöele hoofdstukken en de middelen, de heeren Van der Kaay, Van Houten, Van Delden, A. Van Dedem en Mees; hoofdstuk Buitonlandscho Zaken, do heeren De Beaufort (Amst.), De Beaufort (W.-b.-D.), Van Karnebeek, Brantsen en Michiels van Verduynen; hoofdstuk Justitie, de heeren Hartogh, Veegens, Rink, Huber en Ferf. De hoer Keuchenius heeft zich gistervoor middag per rijtuig naar het gebouw van de Tweede Kamer begeven om de p esentielyst te teekenen voor de openbare vergadering van gistermiddag, waarin hij echter niet is ver schenen. Het hoofdbestuur der Evangelische Maat schappij is voor 1893 1894 uit do volgende heeren samengesteldP. H. Testas, te Ooster beek, late voorzitter; F. G. Lagers, te's-Her- togenbosch, 2de voorzitter; dr. J. Herderschee, te Deventer, 1ste secretaris; dr. H. G. Hagen, te Leiden, 2de secretaris; A. W. Huidekoper, te Arnhem, 1ste penningmeester; mr. E. baron Collot d'Escury, te Dordrecht, 2de penning meester; dr. A. W. Bronsveld, te Utrecht. Op het drietal voor predikant b\j de Ned.- Herv. gemeente te Amsterdam (vac. Ternooy Apel) staan de heeren Gunning, te Leiden; Lammerink, te SchevenlngenVan Melle, te Nykerk. Het is de kapitein der infanterie van het O.-I. leger S. F. Boers, wiens dooi uit Atjeh werd gemeld, die blijkens een nader ontvangen bericht doodgeschoten is door een onder zijne bevelen staanden tweeden luitenant van dat wapen, die zich daarna, gelijk wjj reeds meldden, ook van het leven beroofd heeft. De Amsterdamsche Raadsleden Heineken, Gerritsen, Daniöls en Wormser stellen den Raad voor het Raadsbesluit betreffende de benoeming, de regeling van jaarwedden en pensioenen van kerkelijke hoogleeraren in te trekken. De verkiezing voor een lid der Prov. Stateu van Zuid Holland in het hoofdkies district Dordrocht, in plaats van den heer Smits van Nieuworkerk, die zijn ontslag heeft genomen, is bepaald op Dinsdag 14 Nov. a. s. Do betrekking van directeur van het kabinet dar Koningin is nog altijd niet ver vuld, zegt de schrijver der brieven uit de hofstad van de „Midd. Ct." De reden hiervan schijnt een verschil in meening to zijn tus- schon de Regentes on de ministers. De laat- sten willen aan het hoofd van het Kabinet oen hunner plaatsen of althans een minister aan het ministerie toevoegen, uitsluitend tot dat doel. De Regentes is echter huiverig eene zoo groote hervorming in te voeren en dus de Koningin, als zij het bewind aanvaardt, voor een fait accompli te stollen. Zij wil de inrichting laten, zooals deze was onder Koning Willem III en toen zy het Regentschap aan vaardde. Daarenboven is z(j den referendaris by het kabinet, jhr. Gevers Doynoot, thans tydelyk met de waarnoming van het directeur schap belast, zeer genegen en zou hem gaarne definitief aanstellen. Wyien mr. Geradts, burgemeester van Roermond, heeft o. a. nog vermaakt: 25,000 aan het r. k. godshuis, f 5000 aan de Wel- dadigheidsvereoniging, ƒ2000 aan do Yincen- tius vereeniging, f 500 aan de Damesvereoni- ging van do H. Elisabeth, f 1000 aan de diaconie der Ned.-Hervormde gemeente, ƒ500 aan het armbestuur der Israelietische ge meente, f 2000 tot herstel van den toren der kathedraal. Door de Veroeniging van Nederlandsche Steenfabrikanten werd onlangs oen adres ver zonden aan den minister van waterstaat, enz. met verzoek een vergelijkend onderzoek te willen doen instellen tusschen Waalsteen en Belgischen steen en wel op kosten der Vereeniging. Naar aanleiding van dat adres heeft de Regeering dit onderzoek opgedragen aan eene commissie, de kosten te dragen door den Staat. Mr. C. H. Beels, burgemeester van Scha- gen, heeft als zoodanig zyn ontslag gevraagd tegen 1 December a. s. Aan de Kamers van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam, Rotterdam, 's Gra- venhage, Dordrecht, Schiedam, Leiden, Mid delburg, Ylissingen, Zaandam, Harlingen en Groningen en aan de Twentsche Vereeniging ter bevordering van nijverheid en handel is een exemplaar toegezonden van de „Accounts relating to trade and navigation of the United Kingdom", nopens de maand September 1893. In een bericht van de „Limb. Koerier", waarin meegedeeld wordt dat men te Maas tricht hoort spreken van de komst der beide Koninginnen in het aanstaande jaar, is het volgende te lezen: „Wat voor onze beide Koninginnen een bezoek aan Maastricht byzonder aantrekkelijk zal maken, is de omstandigheid, dat onze Vorstinnen hier niet als vreemdelingen komen. Reeds in 1679 was een van Hoogstderzelver voorzaten, graaf van Waldeck, gouverneur van Maastricht, dezelfde, die in 1681 de Lu- thersche kerk en oenigen tyd daarna het militaire hospitaal liet bouwen." Blijkens een by het departement van koloniën ontvangen telegram is de nieuw benoemde Gouvemour-Generaal van Neder landsch Indiö, jhr. C. H. A. Van der Wyck, op 16 dezer te Batavia aangekomen en heeft h\j den volgenden dag het bestuur aanvaard. Het stoomschip „Admiral", van Ham burg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arri veerde 16 Oct. te Tanga; de „Mashona";van Amsterdam via Londen naar Kaapstad, vertrok 15 Oct. van Dartmouth; de „Merapi", van Batavia naar Rotterdam, passeerde 16 Oct. Wight; de „Voorwaarts", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 17 Oct. Point-de- Galle; de „Glaucus", van Batavia via Singa pore naar Amsterdam, is 16 Oct. Malta ge passeerd; do „Anchises", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 17 Oct. te Suez; de „Kanzier", van Hamburg naar Afrika, pas seerde 16 Oct. Ouessant. By koninklijk besluit is met den lsten Nov. a. s.lo. de off. mach. 2de kl. P. Van Wingaarde, op pensioen gesteld, onder toe kenning van een pensioen van f 900 on ver hooging van f 1125 'sjaars; 2o. benoemd tot off.-mach. 2de kl. by 's ryks stoomvaartdienst, de machinist 1ste kl. in het vaste corps J. J. Knotter. Mej. M. A. Muyderman, gewezen leerares aan de H. B.-S. voor meisjes te Batavia, thans met verlof hier te lande, op haar verzoek, wegens physioke ongeschiktheid, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Segond-Weber. Het was en biyft een onvergefelijke avond voor de kunst, voor het toonoel, voor Pary's, de avond, dat eerTo zeer jeugdige actrice, nog eene aankomelinge, zoo pas van het Conser-' vatoire, uiteriyk een min en zwak persoontje, maar innerlyk sterk aan hartstocht, toen juffrouw Weber de hoofdrol vervulde in „Les Jacobites" van Francois Coppée. Dien avond 6loeg zy alle luiden van kunst en letteren mot verbazing en bracht hen in de hoogste verrukking. Toen juffrouw Jeanne Weber den volgen den morgen ontwaakte, was zy beroemd. Onbewust van het wonder, door haar ver richt, ging zy, de kleine Jeanne, den volgen den avond naar het theater in een eenvoudig rouwkleedje, een zwart hoedje op, met een klein pakje onder haren arm, bevattende haar. kostuum. Aan het tooneel werd zfj doo: opgewonden vereerders opgewacht en me'- gelukwenschen overstelpt. Die avond was een triomf en bracht haar tot de overtuiging van' de overwinning, waarvoor zjj, arm meisje vier jaar zoo dapper gestreden had aan het Conservatoire. De kleine Jeanne Weber woonde nog in eene onaanzienlijke wijk, in de Rue de la Roquette. Want eerst met hare* komst aa( het tooneel, eerst na deze overwinning, zou den de dagen van ellende, van zwaren en hardnekkigen stryd, een einde nemen. Haai leven was niet te rooskleurig geweest. Aan het Conservatoire had haar middagmaal vaak bestaan in twee stuivers gebakken aardappels, een handvol kastanjes, inderhaast opgegeten, om spoedig in verhevener sfeer te z'yh, als' Camilla of Phèdre, op de les van het Cón-' servatoire. Doch dat zorgelyk en toch misschien het zoo golukkig verleden werd weggevang toen' de zon van haren glorie opging. Joanne Weber, nog jong en thans getrouwd) mot don heer Segond, komt voor hot eerst in, Holland de goddelyke kunst van het treurspel,' van Racine's „Phèdre", beoefenen. Maandag a. s. treedt zij in den Leidschen Schouwburg op. TWEEDE KinER. Zitting van Dinsdag namiddag te 3l/K uur. Ingekomen is hot bericht van hot over- lydon van den heer Poelman. Besloten is een brief van rouwbeklag aan de weduwe van het diopbetreurd medelid te richten. Ingekomen is oen wetsontwerp betreffende de ondersteuning van het weduwen- en wee- zenfonds van Indische offieieron. Tegen Donderdag om halftwee zyn aan do orde gestold: de intorpellatiön-Do Ras en Schepel, verschillende verslagen, de wetsont werpen houdendo vrystelling van belasting1 van sommige buifenlandsche goederen, wyzi- ging dor pensioenwet van burgerlyko ambte-. naroD, afschaffing der koston van registratie op akten van aanstelling en beöediging van ambtenaren on wyziging der kansolarylegos. De Kamer is hierop gescheiden. Roman van It. KOOPMANS VAN KOEKEREN. 12.) „Daar zyn er vast zes van dood: dus daar behoef ik niet meer voor lo kokon. Maar wat do rost betreft, ik hou u aan uw woord, mynheer! en zeg ook: waarom niet voor 't hoole bataljon gekookt? Waraljo, hoor! Ik doe het.Morgen aan don dag. socuur!" „Ga je gang, Toonl" riop Brammius met gooclkeurend knikje. Een half uurtje later klopte do waklcoro Antonia weer aan do dour, nu, om don ge- lukkigon kraamheer aan te dienen. „Daar is Smit", vertelde zy, „die won u, zooals by zei, miserabel graag oven sproken." „Van avond nog? 't Is over olvon." „Ja, ik heb hem ook govraagd, of hy dol en ïazond is, maar hy zoi, dat hy morgon- ocht-r.d misschien nog minder gelegen zou komen „Wel, laat hem dan maa* boven komen 1" De kraamheer was blykbaar verlegen, toen hy op zyn sokken binnenkwam en zijne bood- scrap zou voordragen. „Ik vraag duizendmaal verschocning", zoo begon hy, terwyl hy zyn pot heen en weer draaide en de heeren beurtelings bedremmeld en smeekend aanzag, „ik kom vreesOyk laat. maar. „Dat 's niemendal, Smit! Zeg wat hadt je?Veel geluk met .de nieuwe parol aan )o huisvaderiyke kroon! Wil je een glas wijn, Smit?" „Dank u, mynheer, dank u!Ziet u, ik wou alleen maar vragen, of u ook een naam by de hand hebt voor onzen jongen. Wo hadden vast op een meisje gerekend on zoo'n dochter zou Suzanna genoemd zyn, naar myn vrouws zuster natuurlijk, maar nu is 't oen jongen. „Best", zei Juliaan, „dan noem je den jon gen natuurlyk Susannus, ook naar je vrouws zuster, natuurlyk!" „Jawel, mynhoor!" stotterde Smit, „maar wó hadden zoo gehoopt.myn vrouw on ik, wo hadden gedachtziet u? Wo hadden permissie willen vragen ons kind naar u te mogen noemon, mijnheer Brammius!" „Nu, dat zou geen kwade speculatie ge weest zyn. Maar weet je wel, hoe ik hoet?" „Neen, mijnheer! Maar dat doet or ook niot toe.Uw naam is in ieder geval bruikbaar on goed." „Ja, maar ik heb oen hondennaam." „Toch niet naar oen hond genoemd, doot u wel?" „Noen, dat niot zoozeer 1" riep de doctor met een schaterlach. „Ik dacht zoo, of u misschien BelloofMop of Pluto kon boeten." „Nee-w, maar PI ito is in ioder geval de naam van een goj. „O, dan 1 wer de naan» van oen hooi!ja want zoo n g.»d is natuurlyk een vaische goa, een afgo i, een. „Stel je gerust, Smit! Ik heet Hector on zoo heeten honden en helden, maar de hon den zyn genoemd naar oen held en niet omgekeerd. Voor myn part mag je je zoon Hector noemen." „Jawel", zei Juliaan, „maar dan moet het knechtjen er, naar myn beschoidon meening, nog een naam by hebbendan moot liy heeten Hector Nondum." „Uitstekend!" riep Brammius met groote ingenomenheid, „laat Nondum de tweede naam zyn l" „Hector Nonders dus" zei Smit met een tevreden hoofdknikje. „Nondum", verbeterde Juliaan, on voegde or by„wacht, ik zal de namen oven voor je opschrijven." „Nondum", verklaarde do doctor, „betoe- kent in 't Hollandsch: nog niet." „Wat zegt u?.... Zou ik dit vijftiende kind Nog niet noemen? Maar dat zou immers gelykstaan mot God verzoeken!" „Hoe meen je?" „Wel! 't zou immers wezen, alsof myne ▼rouw en ik nog niet voldaan zyn, alsof dit jongske nog niot do heksluiter mag zyn." „Dat zou een kwaadwillige or achter kun nen zo-ken", stemde Brammius toe, „als je zelf dien naam gekozen hadt. Maar die naam- gev.ng kan en moot eone geheel andero be- teek'i.'iiN hebben, zjj moot de uitdrukking bo helzm, niet v*n hetgoengij voor uzelf wenscht, m-iar van hetgeen ge hoopt on bidt voor uw kind. Zio eens, Smit!" vervolgde de doctor, terwyl bjj opstond on don wysvinger van zijne rechtornand omhooghief, zooals iemand doet, die te kennen wil geven, dat hetgeen hy zal zoggen de aandacht verdient, maar dan ook nadenken veroischt, „zie, door uwen zoon Nondum te noemen, spreekt gy don harte- wensch uit, dat dit. n o g niet, zijne levens leuze mag zyn, zoodat hy 't altijd don Apostel Paulus blyft nazeggen: Ik heb 't nog niot gekregen, volmaakt ben ik nog niet, maar ik jaag or naar, of ik het ook grijpen mocht 1" „Ha zool" riep Smit met ingenomenheid, „mag ik hot zoo opvatten, dan vind ik het een heerlijken naam; ik bedank de heeren duizendmaal, dat ze mij dien naam aan de hand gedaan on verklaard bobben, en ik smeek den Algoedo, dat het mynon Hector gegeven worde deze namen met oere te dragen „Amen!" zoi doctor Brammius. Zesde Hoofdstuk. Torwyl Mina den ouden oppasser uitliet, stond Floris in koortsige spanning by don schoorsteen. Wat kon dat meisje hem te zoggen hebben? Zou zy kunnen gissen, mot welk plan hy' daar straks was uitgegaan? Haar kreet van verrassing en onmiddeliyk daarop gevolgd blozen by z(jno onverwachte thuiskomst, haro geheele houding in do laatste oogonblikkon en vooral ook do uit- vorschonde en tegoiyk smoekendo blik, by hot lezen der woorden: Waarom zoudt gy sterven? dat alles zou hom haast doen ge- loovon, dat by Mina eoüig vermoeden was opgerezen aangaande den toestand, waarin by, Florte, verkeerde. Maar hoe was zij tot zoo danig vormoeden gekomen? Zou zy misscbie op zyno kamer geweest zyn en daar den brief met toebehooren gevonden bobben? Hoe dit zy, by laat zich niot door eon dienst meisje belemmeren in do uitvooring van zyn voornemen, en hy zal haar eens drommels gauw aan 't vorstand brongen, dat zy z:ch niot met zijne zaken to bemoeien heeft. Wat meent zoo'n meid wel Deze gedachten en vragen schoten mot bliksemsnelheid door Floris' broin, toen Mina weer binnenkwam. Hare wangen waren bleek, maar haar trod vast, do houding moedig en vastberaden, en terstond bij het intro den van de kamer hief zy het hoofd op on zag Floris kordaat recht in de oogen. Zy plaatste zich by. de tafel, tusschen do deur en den schoorsteen, en zei, wel mot bovendo, maar toch niet bodoesde stem: „Mynhoorlik ben daar straks op uw kamer geweest." „Wat moest je daar?" antwoordde de jonk man, zyn be3t doende om zoo gewoon on onverschillig mogelijk to spreken, oeno poging, dio cchtor maar half golukto. „Een plaatwerk zien. Maar dat is voor 't oogenblik de vraag niet. Niet wat ik wilde zien, maar wat ik tegen myn wil gezien heb, komt hier in aanmerking. Ik zag den brief aan uw vader." „Nu, wat zou dat?.... Ik schroof aan den ouden heer, dat ik met oen kennis voor oen paar dagen naar Londen ga.Be grepen?" Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1