A". 1893.
§eze dCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden 12 October.
N°. 10322.
Zaterdag 1-4 Octolber.
LEIDSCH
DAGBLAD
LJ
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco por post
Afzonderlijke Nommers
1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1-6 regols f 1.05. Iedero regel meer f 0.17J. Grootcre
letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten do stad
wordt 0.05 berekend.
v - Do veertigste algemeene vergadering der
Ned. GustaafAdolf-vereeniging is te Haarlem
gehouden. Den avond te voren had in do
groote kerk eene openbare samenkomst plaats,
opgeluisterd door een zangkoor, waarin als
sprekers optraden de heeron J. T. De Visser,
pred. te Amsterdam, M. Hoog, pred. te Voor
schoten, en M. Van Klöeff, pred. te Leiden.
Na opening door den voorzitter van liet.
hoofdbestuur, dr. H. G. Hagen, uit Leiden,
werden achtereenvolgens de verschillende puu
ten der agenda afgehandeld. Begroot word
nog eerst pastor Reinhardt, van Elborfold,
vertegenwoordiger van den Rheinischen Haupt-
verein, die by monde van den heer Perk, van
Amsterdam, de dankbetuigingen ovorbracht
van den kerkeraad der Luxemburgscbe ge
meente.
Uit het door den secretaris dr. C. J Van
Kelwicb, te Leidon, uitgebracht jaarverslag
en du a- den heer C. G. Chavannes, prod,
te Let: overgelegde en de door bot bestuur
der Haailemsche afdeeling onderzochte enter
goedkeuring voorgedragen rekening ca ver
antwoording bleek de gunstige toestand der
vereeniging.
Door dr. A. Drost, van Delft, woïd hierna
verslag gegeven van het halve-eeuwfeest van
den Rheinischen Hauptveroin, eenige weken
geleden to Elberfeld gehouden en waarby hy
de Nederig be GustaafAdolf-vereeniging
had ver'« >rdigd. Hierna ging de ver
gadering ot de behandeling van het
door hv* slibestuur opgemaakte onder
steuning- voor 1893. Het word met eenigo
kleine wy.igingen vastgesteld.
De feestgave, groot 400, word toegewezen
aan do gemeente llurzogenratb, inWostfalen
Nog een gewichtig punt. was aan do orde
de herziening do: slatuton. Deze materio nam
den vorderen iijj, voor de bijeenkomst be
stemd, in beslag.
By genoegzame deelneming zal hot
herhalingsonderwys in de openbare lagere
School in het dorp Woubrugge den Iston
November a. s. voor het nadorend winter
seizoen breder een aanvang nemen, waartoe
belanghebbenden zich vóór den 28sten dozor
by het hoofd dier school moeten aanmelden.
Mr. J. 3. D. Van Doorn heeft bodon
voor den Hoogon Raad den eed afgelegd als
advocaat en procureur.
I-Iet uit Indiö herkomstige bericht, dat
do heer Kielstra, lid van de Tweede ICamor,
in aanmerking zou komen voor eene be
noeming tot lid van don Raad van Indiö, bo-
rust, naar van vertrouwbare zijde wordt mede
gedeeld, op geonerlei grond.
De redactie der „Haagsche Courant"
heeft liet initiatief genomen voor eene be
weging tegen het Laakkanaal. Een adres aan
den gomeenteraad wordt ter teekening aan
geboden.
In het „Hótel dos Indes", te VGraven-
hage, zijn aangekomen de hoeren W. J.
Fockens, secretaris van don Eersten Volksraad
der Zuid-Afrikaansche Republiek, uit Prei o ia,
en Em. Dansaert, president van de maat-
schappy voor grondkrediet in België.
Te Rotterdam is het belicht ontvangen
dat te Honnef aan den Ryn is overleden de
heer Otto Horstmann, directeur der „American
Petroleum Company", te Rotterdam.
Voor een bedrag van ongeveer/" 125,000
is aan de firma Fried. Krupp, te Essen, de
levering van verschillend artillerie-materieel
opgedragen.
De „Standaard" is verontwaardigd over
de mededeeling in de „Arnh. Ct." betreffende
den invloed, welke door jhr. Elout van Soe-
terwoude zou zyn geoefend op het uitbreken
van den Atjeh-oorlog. Hot blad vraagt:
„lo. Waarom met de mededeeling van deze
Inspiratie gewacht, tot do mond, die haar, zoo
ze onwaar is, had kunnen tegonsproken, ver
stomd was?
Wat beduidt tegenover oen pas over
leden staatsman de insinuatie, alsof hy, in oen
ondersteld geval, uit familiewraak had ge
handeld!
„on 3o. Gesteld al dat de heer Elout be
doelde telegrammen geïnspireerd had, draagt
dan wie ze geïnspireerd heeft, of wol de
minister van koloniën, die zich inspiroeren
liet, de verantwoordelijkheid?
„Onze redactie heeft te meer recht doze
vragen te stellen, omdat Elout's opinio inde
Atjeh-zaak van ons gevoelen afweek
„Elout maakte hier dan ook geen goboim
van. In de Eerste Kamer sprak by zyn
gevoelen ridderiyk uit. Bovendien had Fran
sen Van de Putte er zich meermalen op be
roepen.
„Nu men echter, wat tijdens Elout's loven
voor Fransen Van de Putte een schild was
om zich t egen antirevolutionnaire crilick op zijn
beleid te dekken, na Elout's dood misbruikt,
als middel om de verantwoordelijkheid voor
don Aljeh-jammer op Elout te wontolon, aar
zolen we niet openlijk mede te doelen, wat
Elout zelf ons moer dan oens gezegd hooft.
„Dit namelijk, dat do toenmalige minister
van kolomen, de hoer Fransen Van de Putte,
by de groote voilogenheid, waarin hem do
Atjeh-quaestie bracht, herhaaldeiyk don hoor
Elout heeft opgezocht om zyn advios in to
winnen, en de door hem beraamde maatregelen
aan zyn oordeel te onderworpen.
„Zulk advios is dan ook door Elout gegovon,
en was, gelijk we sinds lang wisten, conform
Van de Putte's voorslag.
„Had dus de „Arnh. Ct." niets meer gezegd
dan dit laatste, zoo zou ze niets nieuws hebben
gemeld, en zou de pers haar bericht niet als
een primeur hebben overgenomen.
„Met haar „inspireeren" en hare verwyzing
naar mogelyke farailiewraakzucht, bedoolde ze
dus blykbaar heel iets anders.
„En het is dit andere, dat ons op zijn zachtst
dunkt te zyn gemis a an pidteit".
By beschikking van den minister van bin-
nenlandsche zaken zijn benoemd in de com
missie tot het examineeren van hen, die het
diploma van geëxamineerd en beëedigd land
meter verlangen, voor het jaar 1893: tot lid
on voorzitter, dr. Ch. M. Schols, hoogl. aan
de Polytechnische School, te Delft, en tot loden,
de heeron: A. W. E. Kwisthout, ingenieur-
verificateur van het kadaster, to Roermond,
J. M. Van Walsem, inspecteur der rogistratie
en domeinen te Delft.
De Staatscourant van heden bevat een
overzicht van de opbrongst der middelen
(hoofdsom on opcenten) over de maand Sept.
1893, in vergelyking gebracht met de op
brengst over betzelfde tydvak van 1892, door
het departement van financiën openbaar ge
maakt.
Do opbrengst over de eerste negen maanden
van 1893 bedroeg ƒ81 ,144,032.40'/^ tegen
ƒ86,828,733.15 over de oerste negen maanden
van 1892.
Hot 9/12 der raming is ƒ87.374,347, waar
onder ƒ3,581,250 van de vermogensbelasting.
De opbrongst in September 1892 was:
directe belastingen 3,275,584; rechten op
den invoer ƒ487,477; accynzen 4,436.101
waarborg en belasting der gouden, cn zil
veren werken ƒ18,937; indirecte belastingen
ƒ2,444,528; domoinen 192,534; posterijen
ƒ564,311, rijkstelegraaf ƒ121,851; staats
loterij ƒ17,100; akten voor de jacht en vis-
schery ƒ17,689; loodsgelden 106,875; totaal
ƒ11,682,987.
De staatsraad Do Berends, secretaris van
het Russische gezantschap, die het grootste
gedeelte dezes jaars als zaakgelastigde fun
geerde, is met langdurig verlof naar St.-Peters-
burg vertrokken.
Volgons een gisteren door het „Vad."
ontvangen telegram, is tot directeur der Java-
sche Bank benoemd de heer H. P. J. Van
den Berg.
De Paus benoemde den heer W. B. Van
Liefland, architect van het gebouw der Nun
tiatuur, tot ridder der Grogoriusorde.
De „Kóln. Volksz." bovat een stukje over
het Merw edekan aal, waarin gowezen wordt op
du goede resultaten gedurende hot eersto jaar,
welku het blad inderdaad zeer aanzienlyk
noemt liet is van oordeel, dat daardoor de
nieuwe vaart zeer voldoende is gebleken, al
valt liet niet te ontkennen dat voor groote
Rijnaken de vaart soms wat nauw is.
De verwachtingen te Roermond, dat do
ovorloden burgemeester Geradts zijne nalaten
schap voor een groot deel zou doen ten goed i
komen aan de stad, welke hy zulk een warm
hart toedroeg, blykon niet onvervuld te blyvon.
Naar aan „Ons Zuiden" wordt medegedeeld,
komt o. m. in hot testament voor: 24,000
gulden voor do algemeene armen; de benoo-
digde som voor het inrichten eener operatie
kamer in hot hospitaal; 2000 gulden aan
de Christoffelkerk voor een nieuw beeld van
dien heilige; betaling van alle schulden van
de „Harmonie" en eene aanzienlijke som voor
instrumenten, een legaat aan het Mannenkoor
en verschillende legaten aan liefdadige instel
lingen, on wat zekor wel de vermelding vor-
dient, vrijstelling van alle hem verschuldigde
sommen beneden zeker bodrag.
Het stoomschip „Amsterdam", van
Nieuw-York naar Rotterdam, vertrok 12 Oct.
naar Boulogne s. M.; de „Mcrapi", van
Batavia naar Rotterdam, passeerde 12 Oct.
Gibraltar; do „Reichstag", van Port Natal
naar Hamburg, arriveerde 11 Oct. te Suez;
de „Conrad", van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 12 Oct. van Suez; de „ICaiser" arri
veerde 10 Oct. van Hamburg en Amsterdam
te Durban de „Prinses Amalia", van Bata
via naar Amsterdam, arriveerde 12 Oct. te
Suez.
By koninklyk besluit is aan den contro
leur der directe belastingen, invoerrechten en
accynzen L. P. A. Boellaard, te Zutfen, met
1 Nov. a. s. eervol ontslag uit 'sRyks dienst
verleend, behoudens aanspraak op pensioen.
Een pensioen van 433 verleend aan H.
Van Middendorp, gew. commies lsto kl. by
's Ryks belastingen.
De heer R. Leliraann erkend en toegelaten
als consul generaal van Griekenland te
Amsterdam.
Toegekend aan de kapiteins van bet 6de
reg. inf. G. H. Veerman en A. G. Wilkens
(de laatste op aanvrage) oen pensioen van
ƒ1539 on ƒ1517.
Aan mr. T. M. C. Asser, lid van den Raad
van State, op zyn verzoek, eervol ontslag
verleend als raad-adviseur by het dep. van
buitenlandsche zaken buiten bezwaar van
's Rijks schatkist en zulks onder dankbe
tuiging voor de vele en goede diensten, door
hom als zoodanig aan den lande bewezen.
Benoemd by het wapen der inf.: by het
lste reg., tot kapt. de 1ste luit. H. J. W.
Verkouteren, van het reg. grenadiers en jagers;
tot lsten luit. de 2de luit. J. F. A. Bischof,
van hot corps; by het 3de reg. tot lsten luit.,
de 2de luit. H. Koster, van het corps; by
het 4do reg. tot lsten luit. de 2de luit. J.
Mulder, van het corps; by het 6de reg. tot
kapt. de lste luit. J. A. Sikkens, van het
reg. grenadiers en jagers.
(xe in e ii ir cl Nieu w s.
De plechtige inauguratie der ruim
honderd nieuwe ledon van het Leidsch Stu
dentencorps ving gisteravond to acht uren
aan in den Schouwburg op de Oude Vest,
waar do praosis van het Corps hun, evenals
dat telkon jaro geschiedt, in eene rede welkom
heette on ze aan hot Corps verbond.
Na de plechtigheid binnen do muren, stelde
men zich op de Oude Vest op tot den fakkel
tocht, welke door zeer velen langen tyd word
verbeid, daar oerst over tienen de groote stoet
met fakkols, tal van banieren, bengaalsch vuur,
muziek van het „vierde" en onder geleide van
politie en veld artilleristen, alsmede van eene
groote menigte zingenden uit het volk, zich
in beweging stelde om den wog, by gunstig
weor (on dit was hot ongetwyfeld) vastgesteld,
af te leggen. Ja, by de Sociëteit aangekomen,
ging men, daar de toegang tot Minerva" nog
niet werd verleend, nog een eindje, Breostraat
en Rapenburg, om.
Op vele punten der stad, waar do voor het
volk zoo aantrekkelyke stoet voorbytrok, werd
bengaalsch vuur in onderscheidene kleuren
ontstoken; hier en daar zag men ook geraas
makend vuurwerk van uit bovenkamers de
lucht doorklieven of togen overliggende daken
en gevels uiteenspatten. Hier en daar geleken
de straten als het ware éón stuk vuurwerk.
Toen de stoet in de sociëteit Minerva"
was a mgekomen, werden daar de nieuwe'
leden van hot corps met de gebruikelyke
toespraken verwelkomd, welke namens de nu,
ex-groenen werden beantwoord. Yordor werd,
de nacht met oen kroegjool doorgebracht,
terwyl de kapel van het vierde, onder directie!
van den heer J. Oostelaar, ook hier voort
durend hare tonen deed hooron.
Tydens de stoet do stad doortrok, hadden
er een paar ongevallen plaats. Toen hy nl1
het Steenschuur by de Hoogewoordsbrug
passeerde, werd aldaar van eene dor woningen
ook bengaalsch vuur ontstoken, waardoor een
gordyn vlamvatte. Door dit brandende voor
werp dadeiyk af te rukke*, werd verdei(
onheil voorkomen.
By het gaan van de breedó Hooigracht over
de smalle brug aan den Ouden Ryn naar de
even nauwe Bakkersteog, ontstond aldaar een,
verschrikkelyk gedrang, ten govolge waarvan
enkele personen vielen in eene soort kelder,
gevormd door eene lage stoep en den by do
brug steeds hooger loopenden weg. Enkelen
kwamen daarby in de ruiten van het hoek
huis terecht, welke daardoor natuurlyk braken.
D-o or de Kamer van Koophandel
alhier is van de Nederlandsche Kamer van
Koophandel, 2 Coteman Street te Londen, het
volgende schryven ontvangen:
Myne heerent Vanwege de Britsche politio
is hier bekend gemaakt, dat eenige personen,
die er hun werk van maken cheques, wissels,,
effecten en dergelijk papier van waarde te
vervalschen, bezig zyn hunne praktykon inj
toepassing to brengen, op eene wyze, waardooi
by na elk spoor van de vervalsching verdwynt
en groote oplettendheid noodig is om deze
te ontdekken.
Daar hunne werkzaamheid ook in het vor
keer tusschon Nederland en Engeland groote
nadoelen ten gevolge kan hebben, geven wy
u in overweging de belanghebbenden te wyzon
op de wenschelykheid, dat cheques, op Enge
land getrokken, alsmede alle andere waarde-
zendingen, steeds zooveel mogeiyk geadviseerd'
worden, opdat geene betaling geschiede voor
een hooger bodrag dan waarvoor die zyn uit
gegeven. -»?•.
Met den Staatsspoortrein, welke
5 u. 52 m. (stadstijd) van bier naar Utrecht
vertrekt, is gisternamiddag eene koe over
reden, hetgeen geene verdere ongelukken ver
oorzaakte, maar alleen eenig oponthoud on
daardoor latore aankomst van den trein.
Men meldt ons uit Zoeterwoude:
Als eene byzonderheid kan vermeld worden dat
in don tuin van den timmerman A. Paarden-
kooper by het dorp is gegroeid eene kom
kommer, zwaar 9 pond en 1 ons en lang
62 duim.
Eenige inwoners van Noordvflc
schenen, gelijk wy vroeger reeds meldden,
meor of minder gegronde grieven te hebben
tegen den Ryksontvanger V., te Noordwyk,
en een viertal bloemkweeker6 aldaar, dio
heel9maal niet met hem ingenomen waren,
C. M. G., N. H. v. d. B., J. W. P. en J. B.,
maakten zich den tolk van de Noordwykers
om hun ongenoegen eens aan den ontvanger
op luidruchtige manier kenbaar te maken.
F enilleto
n.
NONDUM.
Roman van
R. KOOPMANS YAN BOEKKllEN.
4)
W() zoudon van waro menscbelukheid ont
bloot z(jn, indien wij deze vraag als onge
le past afwezen. Vooreerst de echte menschen-
zoon treedt nooit als reebtor op, om uit-
spraak over den broeder te doen, hot eind-
j vonnis laat hy o>er aan Hoogere Macht, en
I waar hy eenig oordeel uitspreekt, daar doet
I hy 't na overweging der verzachtende om
standigheden. Voor het modelyden blijft altyd
plaats, on het Jeruzalem, dat zyn Godsge-
zanten doodt en steenigt en dat niet behou-
jden wil zyn, het boort wol zynen val aan
kondigen. maar de Profeet, die het wee u j
moet uitspreken en den ondergang voorspelt,
hy doet het mot tranen op de wangen.
En wat nu onzen Floris betreft, neen,
vrypleiten willen wy hem niet, wy mogen,
wij kunnen 't ook niet, maar pleiten, ja, daar-
'oor is aanleiding on stoffe. Waarom denk ik
lier terstond en onwillekeurig aan die lieve
moeder, zoo vroeg gestorven, zoo diep betreurd
door allen, die haar kenden, me.est betreurd en
gemist door haren lieveling, haren Floris, die
haar zoo innig, zoo hartelyk had liefgehad?
Waarom k aan die edele, verstandige
vrouw nu 't eerst donk? O, omdat ik zoo
st-1 iff weet: Indion zij niet heengegaan was,
t z ,9 met i Ion» nooit zoo ver gekomen zyn.
Met haar was de vreugd, do gezelligheid uit
huis verdwenen. De luiken waron weer, na
de begratenis, ontsloten, do gordynon eenige
weken daarna woer opgehaald, 011 'l zonnetje
scbynt weer door do ruiten, maar do echte
zonneschyn dringt niet moor binnen, ,,'t Orgel
staat or nog," zei Nondnm, toen liy na
mevrouws dood voor 't oerst woor nieuwjaar
kwam wenschon, ,,'t orgel staat er nog, maar
het mooiste register, de vox li u in a n a, is
or uit." De oude man had zich haast nog
storker uitlaten on verklaren kunnen: 't go-
luid is er uit. Ja, die beeldspraak zou er ook
daarom eonigszins mee door kunnen, omdat
do tonen en klanken, ook in den letterlijken
zin, daar in huis vorstomd schenen.
Immers, Mevrouw Streefland, als echt be
drijvige huisvrouw, dribbelde onophoudeiyk
door huis en deed dit gewoonlijk al zingend
of neuriënd. Mocht dal? U bedoelt, of haar
weleerwaarde gemaal daar geen aanmerkin
gen op maakte? Zeker deed hy dat. Maar
ook hierin toonde moeder de vrouw een flinke
en verstandige vrouw te zyn, dat zy, hoe
gezeggelyk on inschikkelyk ook, zich toch
niet aan alle aanmerkingen stoorde en zich
niet als een loopmoisjo liet drillen.
„Hoor eens, myn dikke Streefl" zei Jo,
toen manlief weer knorde over dat „eindeloos
getierolier" - en ze zei dit niet bits of
meesterachtig, maar toch op den gedecideer-
den toon van iemand, die zich bewust is in
zyn recht te zyn, „weet ge, wanneer ik my
zelve dat gekwinkeleer zal verbieden?Zoodra
onze lieve Heer den leeuwerik in 't veld en
den nachtogaal in 't bosch het zingen ver
biedt, uf ook als myn bruigom niet meer by
my is. Je weet immers wel: zoolang die
piesent is, komt het vasten niet te pas, niet
voor de bruiloftskinderen, veel minder nog
voor de bruid. Daarenboven," voegde zy er
met oen ondeugend lachje by, „je weet wel,
wat Luther zei: Wer nicht li ebt enz.
Nu, wat de twee eorste artikelen betreft, is
zeker je genegenheid onverdacht; dat je 't
orgaan mist om nummer drie te waardeeren,
mag je spyten, maar niet tiranniek mak9n."
Nu, die liefheid van Jo is
St! stil, lezer! spreek niet uit: die liefheid
is niet denkbeeldig, maar echt, hoor! Alleen
niet met sulligheid vermaagschapt.
Alles goed en wel, maar ze komt hier toch
ongemakkelijk uit den hoek en is leelyk op
haar paardje I
Toch niet, myn waardste! Ge hadt 't haar
moeten hooren zeggen, zoo gul, zoo vroolijk.
Bedenk: C'est le ton, qui fait la
musiqu e."
Nog eens: als de moeder haren lieveling
had kunnen gadeslaan, leiden, steunen,'t was
nooit zoo ver met Floris gekomen. Ik zeg
niet, dat hy in dat geval niet gestruikeld zou
zyn, maar niet zoo horhaaldeiyk zou hy zich
te buiten gegaan hebben: want misschien
een enkelen keer, maar niet altyd zouden de
werken der duisternis of hunne gevolgen
voor het scherpziend oog der moeder ver-
Mevrouw Streefland zinspeelt hier natnurlgk op
het bekende:
Wer nicht liebt Wein, Weib nnd Gcsang,
Der bleibt ein Nar sein Lebea lang.
borgen gebleven zyn, of, om nogmaals het
bekende beeld te gebruiken van hot paard,
dat zich den teugel ontwrong en op hol ging,
het zou wel er van doorgegaan, maar eerder
in zyn vaart gestuit, tot staan, tot bedaren
gebracht zyn, indien dat moederoog geopend
was gebleven. Hoe lang reeds liep Floris rond
met eon bezwaard gemoed, tot stikkens toe
vol, hoe lang reeds had hy do huisgenooten
voorgelogen, niet zoozeer met woorden, als
wel door don glimlach, die van eene opge
ruimdheid moest getuigen, die niet bestond,
door den kalmen blik, die inwendige rust
moest afbeelden, en ocb, daar binnen stormde,
spookte 't! Dat rondloopen, dat liegen, hy
had 't immers niet volgehouden, als hy daar,
by 't binnentreden in de huiskamer, telkens
dat vriendelyke gelaat der moeder had aan
schouwd. O neen, had hy die zachte, ver
standige, liefdevolle vrouw dagelyks ontmoet,
reeds voorlang was Floris aan hare voeten
komen biechton en biddenen hy zou
behouden geweest zyn.
En nu? Neen, waariyk hy is niet behouden
't lykt er niet naar! Moesten wy, als arts der
geesteiyk kranken, dozen avond omtrent Floris
oen bulletin uitgeven, wy zoudon deze regels
schryven: „De patiënt blijft voortdurend on
rustig on gejaagd. De koorts verheft zich. De
toestand, ofschoon niet geheel hopeloos, is
hoogst zorgelyk." En allen, die dit bulletin
lezen, zy zullen, zoo zy Floris kennen, een
zucht, wellicht een traan hem wyden en
stamelen: Jammer inderdaad, doodjammer
van den jongen!.... 't was zoo'n goede vent!
Ten minste, zoo zou menigeen willen ver
beteren: hy had zoo goed kunnen wezen.
Gaed in den zin van goedhartig was hy altyd
geweest en gebleven, ook toen hy, zooals
men dat wel eens noemt, goed was vooï
iedereen, maar niet meer voor zichzelf. Ja
maar wy zeggen te weinig, als wy Floris
alleen goedhartig noemen. Iiy was ook goed.
in den zin van zachtmoedig, mild, vordraag-
zaam. Daarby kan ik verzekeren, dat do jonge
ling wars was van allen hoogmoed en
pedanterie, en gul en vriendelyk jegens iedor-
een. Hy was dan ook algemeen gezien en
bemind, by zyne medestudenten niet alloen,
maar by ieiereen, met wie hy in aanraking
kwam. Van Floris' populariteit gewagende,
mogen wy zyn gunstig, ja, innemend uiterlyk
niet geheel buiton rekening laten. Reeds spraken
wy torloops over zyne fo:8cho gestalte, maar
verhaalden nog niet, dat op die kloeke figuur,
op die breedo schouders een hoofd ruslto
dat haast een meisjeshoofd mocht heeten, zoo
blank en blozend was de kleur, zoo fijn do
trekken, zoo zacht en glanzend de lango
blonde lokken. In de studentenwereld werd
Floris dan ook algomeen de engel Gabrioi
gonoemd, by verkorting ook wel Gabriël of
alleen de engel, ja, onder de meisjes war n
er niet weinige, die hem wel gaarne als
myn engel zouden willen toespreken,
en die 't jammer vonden, dat dit niet kon
en niet moebt. Vriend Nondum, eeno persoons-
beschryving van mynheer Floris gevende,
placht te zeggen: „Voorwaar, een Goliath
van statuur, met het gelaat van een David,
blozend, mitsgaders schoon van oogen eri
schoon van aanzien." (Wordt vervolgd.)