A". 1893. §eze dCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden 12 October. N°. 10322. Zaterdag 1-4 Octolber. LEIDSCH DAGBLAD LJ PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco por post Afzonderlijke Nommers 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1-6 regols f 1.05. Iedero regel meer f 0.17J. Grootcre letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten do stad wordt 0.05 berekend. v - Do veertigste algemeene vergadering der Ned. GustaafAdolf-vereeniging is te Haarlem gehouden. Den avond te voren had in do groote kerk eene openbare samenkomst plaats, opgeluisterd door een zangkoor, waarin als sprekers optraden de heeron J. T. De Visser, pred. te Amsterdam, M. Hoog, pred. te Voor schoten, en M. Van Klöeff, pred. te Leiden. Na opening door den voorzitter van liet. hoofdbestuur, dr. H. G. Hagen, uit Leiden, werden achtereenvolgens de verschillende puu ten der agenda afgehandeld. Begroot word nog eerst pastor Reinhardt, van Elborfold, vertegenwoordiger van den Rheinischen Haupt- verein, die by monde van den heer Perk, van Amsterdam, de dankbetuigingen ovorbracht van den kerkeraad der Luxemburgscbe ge meente. Uit het door den secretaris dr. C. J Van Kelwicb, te Leidon, uitgebracht jaarverslag en du a- den heer C. G. Chavannes, prod, te Let: overgelegde en de door bot bestuur der Haailemsche afdeeling onderzochte enter goedkeuring voorgedragen rekening ca ver antwoording bleek de gunstige toestand der vereeniging. Door dr. A. Drost, van Delft, woïd hierna verslag gegeven van het halve-eeuwfeest van den Rheinischen Hauptveroin, eenige weken geleden to Elberfeld gehouden en waarby hy de Nederig be GustaafAdolf-vereeniging had ver'« >rdigd. Hierna ging de ver gadering ot de behandeling van het door hv* slibestuur opgemaakte onder steuning- voor 1893. Het word met eenigo kleine wy.igingen vastgesteld. De feestgave, groot 400, word toegewezen aan do gemeente llurzogenratb, inWostfalen Nog een gewichtig punt. was aan do orde de herziening do: slatuton. Deze materio nam den vorderen iijj, voor de bijeenkomst be stemd, in beslag. By genoegzame deelneming zal hot herhalingsonderwys in de openbare lagere School in het dorp Woubrugge den Iston November a. s. voor het nadorend winter seizoen breder een aanvang nemen, waartoe belanghebbenden zich vóór den 28sten dozor by het hoofd dier school moeten aanmelden. Mr. J. 3. D. Van Doorn heeft bodon voor den Hoogon Raad den eed afgelegd als advocaat en procureur. I-Iet uit Indiö herkomstige bericht, dat do heer Kielstra, lid van de Tweede ICamor, in aanmerking zou komen voor eene be noeming tot lid van don Raad van Indiö, bo- rust, naar van vertrouwbare zijde wordt mede gedeeld, op geonerlei grond. De redactie der „Haagsche Courant" heeft liet initiatief genomen voor eene be weging tegen het Laakkanaal. Een adres aan den gomeenteraad wordt ter teekening aan geboden. In het „Hótel dos Indes", te VGraven- hage, zijn aangekomen de hoeren W. J. Fockens, secretaris van don Eersten Volksraad der Zuid-Afrikaansche Republiek, uit Prei o ia, en Em. Dansaert, president van de maat- schappy voor grondkrediet in België. Te Rotterdam is het belicht ontvangen dat te Honnef aan den Ryn is overleden de heer Otto Horstmann, directeur der „American Petroleum Company", te Rotterdam. Voor een bedrag van ongeveer/" 125,000 is aan de firma Fried. Krupp, te Essen, de levering van verschillend artillerie-materieel opgedragen. De „Standaard" is verontwaardigd over de mededeeling in de „Arnh. Ct." betreffende den invloed, welke door jhr. Elout van Soe- terwoude zou zyn geoefend op het uitbreken van den Atjeh-oorlog. Hot blad vraagt: „lo. Waarom met de mededeeling van deze Inspiratie gewacht, tot do mond, die haar, zoo ze onwaar is, had kunnen tegonsproken, ver stomd was? Wat beduidt tegenover oen pas over leden staatsman de insinuatie, alsof hy, in oen ondersteld geval, uit familiewraak had ge handeld! „on 3o. Gesteld al dat de heer Elout be doelde telegrammen geïnspireerd had, draagt dan wie ze geïnspireerd heeft, of wol de minister van koloniën, die zich inspiroeren liet, de verantwoordelijkheid? „Onze redactie heeft te meer recht doze vragen te stellen, omdat Elout's opinio inde Atjeh-zaak van ons gevoelen afweek „Elout maakte hier dan ook geen goboim van. In de Eerste Kamer sprak by zyn gevoelen ridderiyk uit. Bovendien had Fran sen Van de Putte er zich meermalen op be roepen. „Nu men echter, wat tijdens Elout's loven voor Fransen Van de Putte een schild was om zich t egen antirevolutionnaire crilick op zijn beleid te dekken, na Elout's dood misbruikt, als middel om de verantwoordelijkheid voor don Aljeh-jammer op Elout te wontolon, aar zolen we niet openlijk mede te doelen, wat Elout zelf ons moer dan oens gezegd hooft. „Dit namelijk, dat do toenmalige minister van kolomen, de hoer Fransen Van de Putte, by de groote voilogenheid, waarin hem do Atjeh-quaestie bracht, herhaaldeiyk don hoor Elout heeft opgezocht om zyn advios in to winnen, en de door hem beraamde maatregelen aan zyn oordeel te onderworpen. „Zulk advios is dan ook door Elout gegovon, en was, gelijk we sinds lang wisten, conform Van de Putte's voorslag. „Had dus de „Arnh. Ct." niets meer gezegd dan dit laatste, zoo zou ze niets nieuws hebben gemeld, en zou de pers haar bericht niet als een primeur hebben overgenomen. „Met haar „inspireeren" en hare verwyzing naar mogelyke farailiewraakzucht, bedoolde ze dus blykbaar heel iets anders. „En het is dit andere, dat ons op zijn zachtst dunkt te zyn gemis a an pidteit". By beschikking van den minister van bin- nenlandsche zaken zijn benoemd in de com missie tot het examineeren van hen, die het diploma van geëxamineerd en beëedigd land meter verlangen, voor het jaar 1893: tot lid on voorzitter, dr. Ch. M. Schols, hoogl. aan de Polytechnische School, te Delft, en tot loden, de heeron: A. W. E. Kwisthout, ingenieur- verificateur van het kadaster, to Roermond, J. M. Van Walsem, inspecteur der rogistratie en domeinen te Delft. De Staatscourant van heden bevat een overzicht van de opbrongst der middelen (hoofdsom on opcenten) over de maand Sept. 1893, in vergelyking gebracht met de op brengst over betzelfde tydvak van 1892, door het departement van financiën openbaar ge maakt. Do opbrengst over de eerste negen maanden van 1893 bedroeg ƒ81 ,144,032.40'/^ tegen ƒ86,828,733.15 over de oerste negen maanden van 1892. Hot 9/12 der raming is ƒ87.374,347, waar onder ƒ3,581,250 van de vermogensbelasting. De opbrongst in September 1892 was: directe belastingen 3,275,584; rechten op den invoer ƒ487,477; accynzen 4,436.101 waarborg en belasting der gouden, cn zil veren werken ƒ18,937; indirecte belastingen ƒ2,444,528; domoinen 192,534; posterijen ƒ564,311, rijkstelegraaf ƒ121,851; staats loterij ƒ17,100; akten voor de jacht en vis- schery ƒ17,689; loodsgelden 106,875; totaal ƒ11,682,987. De staatsraad Do Berends, secretaris van het Russische gezantschap, die het grootste gedeelte dezes jaars als zaakgelastigde fun geerde, is met langdurig verlof naar St.-Peters- burg vertrokken. Volgons een gisteren door het „Vad." ontvangen telegram, is tot directeur der Java- sche Bank benoemd de heer H. P. J. Van den Berg. De Paus benoemde den heer W. B. Van Liefland, architect van het gebouw der Nun tiatuur, tot ridder der Grogoriusorde. De „Kóln. Volksz." bovat een stukje over het Merw edekan aal, waarin gowezen wordt op du goede resultaten gedurende hot eersto jaar, welku het blad inderdaad zeer aanzienlyk noemt liet is van oordeel, dat daardoor de nieuwe vaart zeer voldoende is gebleken, al valt liet niet te ontkennen dat voor groote Rijnaken de vaart soms wat nauw is. De verwachtingen te Roermond, dat do ovorloden burgemeester Geradts zijne nalaten schap voor een groot deel zou doen ten goed i komen aan de stad, welke hy zulk een warm hart toedroeg, blykon niet onvervuld te blyvon. Naar aan „Ons Zuiden" wordt medegedeeld, komt o. m. in hot testament voor: 24,000 gulden voor do algemeene armen; de benoo- digde som voor het inrichten eener operatie kamer in hot hospitaal; 2000 gulden aan de Christoffelkerk voor een nieuw beeld van dien heilige; betaling van alle schulden van de „Harmonie" en eene aanzienlijke som voor instrumenten, een legaat aan het Mannenkoor en verschillende legaten aan liefdadige instel lingen, on wat zekor wel de vermelding vor- dient, vrijstelling van alle hem verschuldigde sommen beneden zeker bodrag. Het stoomschip „Amsterdam", van Nieuw-York naar Rotterdam, vertrok 12 Oct. naar Boulogne s. M.; de „Mcrapi", van Batavia naar Rotterdam, passeerde 12 Oct. Gibraltar; do „Reichstag", van Port Natal naar Hamburg, arriveerde 11 Oct. te Suez; de „Conrad", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 12 Oct. van Suez; de „ICaiser" arri veerde 10 Oct. van Hamburg en Amsterdam te Durban de „Prinses Amalia", van Bata via naar Amsterdam, arriveerde 12 Oct. te Suez. By koninklyk besluit is aan den contro leur der directe belastingen, invoerrechten en accynzen L. P. A. Boellaard, te Zutfen, met 1 Nov. a. s. eervol ontslag uit 'sRyks dienst verleend, behoudens aanspraak op pensioen. Een pensioen van 433 verleend aan H. Van Middendorp, gew. commies lsto kl. by 's Ryks belastingen. De heer R. Leliraann erkend en toegelaten als consul generaal van Griekenland te Amsterdam. Toegekend aan de kapiteins van bet 6de reg. inf. G. H. Veerman en A. G. Wilkens (de laatste op aanvrage) oen pensioen van ƒ1539 on ƒ1517. Aan mr. T. M. C. Asser, lid van den Raad van State, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als raad-adviseur by het dep. van buitenlandsche zaken buiten bezwaar van 's Rijks schatkist en zulks onder dankbe tuiging voor de vele en goede diensten, door hom als zoodanig aan den lande bewezen. Benoemd by het wapen der inf.: by het lste reg., tot kapt. de 1ste luit. H. J. W. Verkouteren, van het reg. grenadiers en jagers; tot lsten luit. de 2de luit. J. F. A. Bischof, van hot corps; by het 3de reg. tot lsten luit., de 2de luit. H. Koster, van het corps; by het 4do reg. tot lsten luit. de 2de luit. J. Mulder, van het corps; by het 6de reg. tot kapt. de lste luit. J. A. Sikkens, van het reg. grenadiers en jagers. (xe in e ii ir cl Nieu w s. De plechtige inauguratie der ruim honderd nieuwe ledon van het Leidsch Stu dentencorps ving gisteravond to acht uren aan in den Schouwburg op de Oude Vest, waar do praosis van het Corps hun, evenals dat telkon jaro geschiedt, in eene rede welkom heette on ze aan hot Corps verbond. Na de plechtigheid binnen do muren, stelde men zich op de Oude Vest op tot den fakkel tocht, welke door zeer velen langen tyd word verbeid, daar oerst over tienen de groote stoet met fakkols, tal van banieren, bengaalsch vuur, muziek van het „vierde" en onder geleide van politie en veld artilleristen, alsmede van eene groote menigte zingenden uit het volk, zich in beweging stelde om den wog, by gunstig weor (on dit was hot ongetwyfeld) vastgesteld, af te leggen. Ja, by de Sociëteit aangekomen, ging men, daar de toegang tot Minerva" nog niet werd verleend, nog een eindje, Breostraat en Rapenburg, om. Op vele punten der stad, waar do voor het volk zoo aantrekkelyke stoet voorbytrok, werd bengaalsch vuur in onderscheidene kleuren ontstoken; hier en daar zag men ook geraas makend vuurwerk van uit bovenkamers de lucht doorklieven of togen overliggende daken en gevels uiteenspatten. Hier en daar geleken de straten als het ware éón stuk vuurwerk. Toen de stoet in de sociëteit Minerva" was a mgekomen, werden daar de nieuwe' leden van hot corps met de gebruikelyke toespraken verwelkomd, welke namens de nu, ex-groenen werden beantwoord. Yordor werd, de nacht met oen kroegjool doorgebracht, terwyl de kapel van het vierde, onder directie! van den heer J. Oostelaar, ook hier voort durend hare tonen deed hooron. Tydens de stoet do stad doortrok, hadden er een paar ongevallen plaats. Toen hy nl1 het Steenschuur by de Hoogewoordsbrug passeerde, werd aldaar van eene dor woningen ook bengaalsch vuur ontstoken, waardoor een gordyn vlamvatte. Door dit brandende voor werp dadeiyk af te rukke*, werd verdei( onheil voorkomen. By het gaan van de breedó Hooigracht over de smalle brug aan den Ouden Ryn naar de even nauwe Bakkersteog, ontstond aldaar een, verschrikkelyk gedrang, ten govolge waarvan enkele personen vielen in eene soort kelder, gevormd door eene lage stoep en den by do brug steeds hooger loopenden weg. Enkelen kwamen daarby in de ruiten van het hoek huis terecht, welke daardoor natuurlyk braken. D-o or de Kamer van Koophandel alhier is van de Nederlandsche Kamer van Koophandel, 2 Coteman Street te Londen, het volgende schryven ontvangen: Myne heerent Vanwege de Britsche politio is hier bekend gemaakt, dat eenige personen, die er hun werk van maken cheques, wissels,, effecten en dergelijk papier van waarde te vervalschen, bezig zyn hunne praktykon inj toepassing to brengen, op eene wyze, waardooi by na elk spoor van de vervalsching verdwynt en groote oplettendheid noodig is om deze te ontdekken. Daar hunne werkzaamheid ook in het vor keer tusschon Nederland en Engeland groote nadoelen ten gevolge kan hebben, geven wy u in overweging de belanghebbenden te wyzon op de wenschelykheid, dat cheques, op Enge land getrokken, alsmede alle andere waarde- zendingen, steeds zooveel mogeiyk geadviseerd' worden, opdat geene betaling geschiede voor een hooger bodrag dan waarvoor die zyn uit gegeven. -»?•. Met den Staatsspoortrein, welke 5 u. 52 m. (stadstijd) van bier naar Utrecht vertrekt, is gisternamiddag eene koe over reden, hetgeen geene verdere ongelukken ver oorzaakte, maar alleen eenig oponthoud on daardoor latore aankomst van den trein. Men meldt ons uit Zoeterwoude: Als eene byzonderheid kan vermeld worden dat in don tuin van den timmerman A. Paarden- kooper by het dorp is gegroeid eene kom kommer, zwaar 9 pond en 1 ons en lang 62 duim. Eenige inwoners van Noordvflc schenen, gelijk wy vroeger reeds meldden, meor of minder gegronde grieven te hebben tegen den Ryksontvanger V., te Noordwyk, en een viertal bloemkweeker6 aldaar, dio heel9maal niet met hem ingenomen waren, C. M. G., N. H. v. d. B., J. W. P. en J. B., maakten zich den tolk van de Noordwykers om hun ongenoegen eens aan den ontvanger op luidruchtige manier kenbaar te maken. F enilleto n. NONDUM. Roman van R. KOOPMANS YAN BOEKKllEN. 4) W() zoudon van waro menscbelukheid ont bloot z(jn, indien wij deze vraag als onge le past afwezen. Vooreerst de echte menschen- zoon treedt nooit als reebtor op, om uit- spraak over den broeder te doen, hot eind- j vonnis laat hy o>er aan Hoogere Macht, en I waar hy eenig oordeel uitspreekt, daar doet I hy 't na overweging der verzachtende om standigheden. Voor het modelyden blijft altyd plaats, on het Jeruzalem, dat zyn Godsge- zanten doodt en steenigt en dat niet behou- jden wil zyn, het boort wol zynen val aan kondigen. maar de Profeet, die het wee u j moet uitspreken en den ondergang voorspelt, hy doet het mot tranen op de wangen. En wat nu onzen Floris betreft, neen, vrypleiten willen wy hem niet, wy mogen, wij kunnen 't ook niet, maar pleiten, ja, daar- 'oor is aanleiding on stoffe. Waarom denk ik lier terstond en onwillekeurig aan die lieve moeder, zoo vroeg gestorven, zoo diep betreurd door allen, die haar kenden, me.est betreurd en gemist door haren lieveling, haren Floris, die haar zoo innig, zoo hartelyk had liefgehad? Waarom k aan die edele, verstandige vrouw nu 't eerst donk? O, omdat ik zoo st-1 iff weet: Indion zij niet heengegaan was, t z ,9 met i Ion» nooit zoo ver gekomen zyn. Met haar was de vreugd, do gezelligheid uit huis verdwenen. De luiken waron weer, na de begratenis, ontsloten, do gordynon eenige weken daarna woer opgehaald, 011 'l zonnetje scbynt weer door do ruiten, maar do echte zonneschyn dringt niet moor binnen, ,,'t Orgel staat or nog," zei Nondnm, toen liy na mevrouws dood voor 't oerst woor nieuwjaar kwam wenschon, ,,'t orgel staat er nog, maar het mooiste register, de vox li u in a n a, is or uit." De oude man had zich haast nog storker uitlaten on verklaren kunnen: 't go- luid is er uit. Ja, die beeldspraak zou er ook daarom eonigszins mee door kunnen, omdat do tonen en klanken, ook in den letterlijken zin, daar in huis vorstomd schenen. Immers, Mevrouw Streefland, als echt be drijvige huisvrouw, dribbelde onophoudeiyk door huis en deed dit gewoonlijk al zingend of neuriënd. Mocht dal? U bedoelt, of haar weleerwaarde gemaal daar geen aanmerkin gen op maakte? Zeker deed hy dat. Maar ook hierin toonde moeder de vrouw een flinke en verstandige vrouw te zyn, dat zy, hoe gezeggelyk on inschikkelyk ook, zich toch niet aan alle aanmerkingen stoorde en zich niet als een loopmoisjo liet drillen. „Hoor eens, myn dikke Streefl" zei Jo, toen manlief weer knorde over dat „eindeloos getierolier" - en ze zei dit niet bits of meesterachtig, maar toch op den gedecideer- den toon van iemand, die zich bewust is in zyn recht te zyn, „weet ge, wanneer ik my zelve dat gekwinkeleer zal verbieden?Zoodra onze lieve Heer den leeuwerik in 't veld en den nachtogaal in 't bosch het zingen ver biedt, uf ook als myn bruigom niet meer by my is. Je weet immers wel: zoolang die piesent is, komt het vasten niet te pas, niet voor de bruiloftskinderen, veel minder nog voor de bruid. Daarenboven," voegde zy er met oen ondeugend lachje by, „je weet wel, wat Luther zei: Wer nicht li ebt enz. Nu, wat de twee eorste artikelen betreft, is zeker je genegenheid onverdacht; dat je 't orgaan mist om nummer drie te waardeeren, mag je spyten, maar niet tiranniek mak9n." Nu, die liefheid van Jo is St! stil, lezer! spreek niet uit: die liefheid is niet denkbeeldig, maar echt, hoor! Alleen niet met sulligheid vermaagschapt. Alles goed en wel, maar ze komt hier toch ongemakkelijk uit den hoek en is leelyk op haar paardje I Toch niet, myn waardste! Ge hadt 't haar moeten hooren zeggen, zoo gul, zoo vroolijk. Bedenk: C'est le ton, qui fait la musiqu e." Nog eens: als de moeder haren lieveling had kunnen gadeslaan, leiden, steunen,'t was nooit zoo ver met Floris gekomen. Ik zeg niet, dat hy in dat geval niet gestruikeld zou zyn, maar niet zoo horhaaldeiyk zou hy zich te buiten gegaan hebben: want misschien een enkelen keer, maar niet altyd zouden de werken der duisternis of hunne gevolgen voor het scherpziend oog der moeder ver- Mevrouw Streefland zinspeelt hier natnurlgk op het bekende: Wer nicht liebt Wein, Weib nnd Gcsang, Der bleibt ein Nar sein Lebea lang. borgen gebleven zyn, of, om nogmaals het bekende beeld te gebruiken van hot paard, dat zich den teugel ontwrong en op hol ging, het zou wel er van doorgegaan, maar eerder in zyn vaart gestuit, tot staan, tot bedaren gebracht zyn, indien dat moederoog geopend was gebleven. Hoe lang reeds liep Floris rond met eon bezwaard gemoed, tot stikkens toe vol, hoe lang reeds had hy do huisgenooten voorgelogen, niet zoozeer met woorden, als wel door don glimlach, die van eene opge ruimdheid moest getuigen, die niet bestond, door den kalmen blik, die inwendige rust moest afbeelden, en ocb, daar binnen stormde, spookte 't! Dat rondloopen, dat liegen, hy had 't immers niet volgehouden, als hy daar, by 't binnentreden in de huiskamer, telkens dat vriendelyke gelaat der moeder had aan schouwd. O neen, had hy die zachte, ver standige, liefdevolle vrouw dagelyks ontmoet, reeds voorlang was Floris aan hare voeten komen biechton en biddenen hy zou behouden geweest zyn. En nu? Neen, waariyk hy is niet behouden 't lykt er niet naar! Moesten wy, als arts der geesteiyk kranken, dozen avond omtrent Floris oen bulletin uitgeven, wy zoudon deze regels schryven: „De patiënt blijft voortdurend on rustig on gejaagd. De koorts verheft zich. De toestand, ofschoon niet geheel hopeloos, is hoogst zorgelyk." En allen, die dit bulletin lezen, zy zullen, zoo zy Floris kennen, een zucht, wellicht een traan hem wyden en stamelen: Jammer inderdaad, doodjammer van den jongen!.... 't was zoo'n goede vent! Ten minste, zoo zou menigeen willen ver beteren: hy had zoo goed kunnen wezen. Gaed in den zin van goedhartig was hy altyd geweest en gebleven, ook toen hy, zooals men dat wel eens noemt, goed was vooï iedereen, maar niet meer voor zichzelf. Ja maar wy zeggen te weinig, als wy Floris alleen goedhartig noemen. Iiy was ook goed. in den zin van zachtmoedig, mild, vordraag- zaam. Daarby kan ik verzekeren, dat do jonge ling wars was van allen hoogmoed en pedanterie, en gul en vriendelyk jegens iedor- een. Hy was dan ook algemeen gezien en bemind, by zyne medestudenten niet alloen, maar by ieiereen, met wie hy in aanraking kwam. Van Floris' populariteit gewagende, mogen wy zyn gunstig, ja, innemend uiterlyk niet geheel buiton rekening laten. Reeds spraken wy torloops over zyne fo:8cho gestalte, maar verhaalden nog niet, dat op die kloeke figuur, op die breedo schouders een hoofd ruslto dat haast een meisjeshoofd mocht heeten, zoo blank en blozend was de kleur, zoo fijn do trekken, zoo zacht en glanzend de lango blonde lokken. In de studentenwereld werd Floris dan ook algomeen de engel Gabrioi gonoemd, by verkorting ook wel Gabriël of alleen de engel, ja, onder de meisjes war n er niet weinige, die hem wel gaarne als myn engel zouden willen toespreken, en die 't jammer vonden, dat dit niet kon en niet moebt. Vriend Nondum, eeno persoons- beschryving van mynheer Floris gevende, placht te zeggen: „Voorwaar, een Goliath van statuur, met het gelaat van een David, blozend, mitsgaders schoon van oogen eri schoon van aanzien." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1