i. 50317. ^Faamlag O October. A0.1893. feze iCou:jnt wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. F'ouilleton. Op gescheiden wegen. Leiden 7 October. LEIDSCÏÏ 1&k DAGBLAD. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Tan 1—6 regel» ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17|. Grootere lettere neer plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. VGravenhage, benoemd tot conöül-genera 1 van Turkyo te Mannheim en Z3l genoemde heer binnenkort naar zyne nieuwe standplaats, vertrekken. Tot dusver zyn by den rector-magnificus der universiteit van Amsterdam voor den cursus 1893/94 ingeschreven: 151 nieuwe studenten, waaronder 26 voor de theologische, 26 voor de juridische, 66 voor de medische, 23 voor de natuuikundige en 10 voor de literarische faculteit. De directeur-generaal der posterijen en telegraphie maakt bekend dat de directie van het telegraafkantoor te Bergen op-Zoom, waar aan eene jaarwedde van 1900 is verbonden, vacant is. Sollicitatiën moeten uiterlijk 25 dezer zijn ingediend. Bij koninklijk besluit is aan jhr. C H. A. Van der Wijck, benoemd gouverneur-gene raal van Nederlandsch Indië, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als lid van de Centrale commissie voor de Statistiek. Aan E. Seibert, geboren te Ransel, in Duitsch- land, vergunning verleend tot het ge\en van middelbaar onderwijs hier te lande. Met ingang van den 16den Oct. a. s. lo. de inspecteur van adm. F. F. A. Canneel, op zfin verzoek, op pensioen gesteld, onder toe kenning van een pensioen van ƒ1800 en eene verhooging met ƒ1500 'sjaars voor werkelijk verblijf in militairen dienstin 'sRyks over zeescho bezittingen en tusschen de keerkiin gen; 2o. de inspecteur van adm. P. F. Van "Wage in het genot gesteld van de inkomsten, aan zijn tegenwoordigen rang verbonden; 3o bevorderd: tot off. van adm. 1ste kl. de id 2do kl. L. Lombaard, en tot id. 2de kl. de adj.-adm. J. H. Dijkman. Praatjes over Kunst. Vlokken. IX. Van dien fantastischen, artistieken droomer, wiens uitingen, zóó geheel buiten het banale menschenleven om, nu eens geiyk eene gruw zame nachtmerrie, als uit een hallucineerend brein geboren, ernstig, meedoogenloos waar en treffend somber, neergeschroven staan, terwijl zoo wonderwel vertrouwd met de teekenstift, hij opeens zoo heel anders, subtiel teeder, een Madonna een Christus-kop weet te scheppenvan Odilon Rodon dan, zag ik weder dat zestal litographiöen„Songes," die mij opnieuw machtig aangegrepen hebben. En vooral die dichterlijk gevoelde laatste teekening „Le Jour" wil ik hier als bijzondere proeve kenmerken, uit hetgeen deze artist van zichzslven vermag te geven. Voor hen echter, die hier ter stede b. v. in „Anangke" van Roland Holst, niets anders gezien hebben dan eene vrijwel mislukte „steenteeKening", is dit „vlokje" niet geschreven. Als deze lieden, eerlijk zijn, danzullen zij ook Redons kunst welgemeend „allerverfoeielykst" vindea. Bfi den boek- en kunsthandelaar den heer J. M. N. Kapteijn, op de Breostraat alhier, vond ik eene allergelukkigst geslaagde licht druk afbeelding naar Jozef Israëls' „Langs Velden en Wegen", het importante doek, dat o. a. op de Amsterdamsche en Amhemsche „Driejaariyksche" was. In dezelfde uitgave komen tevens goede reproducties van andere hedendaagsche schilders voor, van Mesdag, Van do Sande Bakhuyzen, etc. Ook zijn er ter inzage die bekoorlijke Engelsche kinder boeken van Caldecott, die serie van een acht tal stuks, waaruit ik hier noem„The Queen of Hearts" tn „John Gilpin". Zoo geheel afwijkend van de harde „tieurigheden", die, nog immer bij ons te lande, in dit genre het „licht" ziende, beter in „the darkness of time" dienden te worden begraven, getuigen deze „shillings" prentenboeken van een gevoel voor harmonieuze lijning en zachte kleur, dat bfi ons bij het „koopend" puoliek althans nog lang vreemd zal blijven, en, jammer is het toch dat ni.it meer ouders eindeiyk eens gaan twijfelen aan do waarde van hun eigen oor deel over „Kunst", aan hun wanbegrip van schoonheid, en door hunne kortzichtigheid allererbarmelykst de betere kiemen, die in hun kroost mochten sluimeren (zij 't ook heel schoolsch en systoemvol), voortdurend blijven verstikken. En dubbel jammer zou ik 't willen noemen, wanneer de boutsnee-versieringen van een Dysselhof, een Van Nieuwenhuyzon, een Lion Cachet en van zooveel anderen, de prent kunst van een Van Hoytema, hier in ons land niet bytfids op den juisten prijs zouden wor den geschat, en.... het buitenland alweder het eerst de aandacht op onze nationale teekenaars vestigen moest, op onze „Neder- landsche" artisten. Het „Gedenkboek van het Eeuwfeest der Rijdende Artillerie", door den kapitein Van Es, van dat corps te Arnhem, geschreven, bevat heel knappe illustratieve teekeningen van Hofinck van Papendrecht en Geerlings. Maar ook het artistiek uitgevoerde schetsje „Gezicht op Arnhem", door den schrijver ver vaardigd, verdient te worden geroemd. V. PRIJS DEZER COURANT: Foor Leiden per 3 mwnden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommera0.05. Derde Blad. Keil inleidend woord vóór (len aanvang tail liet tviutiTseizoen. „Het mollige zodentapijt en het bonte ge- bloemi' is vernietigd." Ongeveer vernietigd althans; met groote stappbii nadert de winter, nog eenige dagen en de concerten, dat heer lijke, zielverwarmende wintergenot, zfin weer daar. Ik acht het dan ook mijn plicht als muziek-verslaggever bij den aanvang van dit seizoen eenige inlichtingen te geven omtrent de voornaamste dingen, die ods op muzikaal gebied te wachten staan. In de eerste plaats dan vestig ik de aandacht op de concerten van Lamoreux; dit onovertrefbaar orkest zal dit is voor de Leijsche muzieklief hebbers van het meeste belang, omdat de nabuurschap het dichtste is den 19den en 24sten October a. s. zijne concerten in Den Haag geven. Moge ook onze stad er toe bijdragen, dat de ondernemende, hoog artis tieke dirigent ditmaal eens voor volle zalen kan optreden! En wat Leiden zelf betreft, de twee groote muziok-maatschappijen aldaar zullen op den gewonen weg voortgaan. Door de Leidsche Maatschappij voor Toonkunst is voor haar eerste concert wederom het orkest van Kes hierheen geroepen; terwijl de heer S. Yan Groningen daar zijn concert voor piano zal doen hooren. De Leidsche afdeeling van de Maatschappij t. b. der Toonkunst geeft op 8 December Berlioz': „Damnation de Faust!" En nu ten slotte de kamermuziek! Vuor ailo waro muziekliefhebbers is dit toch maar het echte! Vooral strijkquartetten. Gottfried Mann heeft een goed quartett bijeenverzameld, stuurt zyne lijst rond: want natuurlijk moet hfi garantie hebben, dat de onkosten zullen zijn gedekt, het vorige jaar waren wfi van deze prettige avonden ook reeds verstoken voor 15 October moot het noodige byeenzyn er moet toch gerepeteerd worden, voordat men in het publiek met strijkquartetten op treedt en het is nog verre van dien. Welaan, amateurs, toont dat ge het schoone, de echte kunst lief hebt; aan wie ze wordt aangeboden, hy teekene op de iyst, wie ze ruet te huis ontvangt, hy richte zyne schreden naar Eggers, alwaar er oene ligt. Maar laat niemand over eenige weken berouw hebben, als het bericht in de courant staat, dat „docr gebrek aan belangstelling do kamermuziek- soiróes weer niet konden doorgaan 65.) Laat my daarover zwygen; want ik kan myne moeder niet aanklagen! Myn oom echter kon, zoo lang by leefde, den neef niet openiyk al3 zoodanig erkennen, want een eed bond hem." „En dat alles werdt gy eerst later gewaar? „Ja!" „En hoe kwaamt gy het te weten?" „Door den inhoud van twee brieven, die myne moeder gelezen had, ofschoon zy niet aan haar gericht waren." „Zoekgeraakte brieven aan den erfgenaam?" „Zoo is het! - Ach, de vrede, waarom ik zoo lang gestreden had, verdween door deze brieven opnieuw." „Omdat ge het tegen den echtgenoot be gane omecht nog dieper gevoelen moest?" „O neen, grooter dan het reeds was, kon myn berouw niet worden maar, toen myne moeder my eenige dagen vóór haren dood met den inhoud dier brieven bekend maakte en my ook zeide waar ik ze zou vincen, dwong zy my de belofte af zorg te dragen, dat, als zy gestorven en ik weder En hiermede beveel ik ook myne critieken in do welwillende belangstelling der lezers aan. Mr. E. Zooals in het weekblad „Pniel" van heden wordt medegedeeld, zal het nieuwe Wykge- bouw „Pniëi" (Middelstegracht by den Ouden Ryn) den lsten November a. s., des avonds te acht uren, in gebruik worden genomen. Naar wy vernemen, zal de Dubbel- quartet-vereeniging dezen winter wederom een drietal concerten geven. De goede indruk, welken de uitvoeringen van bovengenoemde Vereeniging hebben achtergelaten, doet ver wachten dat ook nu velen, door te teekenen op de inteekenlyst, welke dezer dagen zal circuleeren, de Vereeniging zullen steunen. De inteekening voor de drie concerten voor een heer met dames is zeer billyk. De loling voor de nationale militie voor de lichting 1894 zal voor de gemeente Zoeter- meer plaats hebben te Stompwyk aan den Leidschendam den 20aten October a. s., dos voormiddags te kwart over elven. Dykgraaf en Heemraden van den polder Nieuwkoop (Zuid-Holland) willen eene leening aangaan van f 195,000, rentende 33/4 pCt., in obligation van f 1000 en 500. De coupons verschynen jaarlyks op 30 Nov. De aflossing in telkens hoogore bedragen loopt tot in 1952. Inschryvingen, mits niet beneden 100 pCt., kunnen worden gezonden lot 18 Oct. aan Dykgraaf en Heemraden van den polder. De commissie van rapporteurs uit de Tweede Kamer voor de kiesrecht ontwei pen heefc zich ook gisteren beziggehouden met de vaststelling van de hoofdpunten van het verslag over het afdeelingsunaerzoek omtrent ce amendementen, op de artikelen dier voordracht ingediend. Hoewel met bekwamen spoed aan het ver slag zal worden gearbeid, laat het zich voorzien dat de openbare beraadslaging over de kieswet Diet vóór Februari van het volgend jaar hervat zal worden. Baron Michiels van Verduynen, lid van de Tweede Kamer, die geruimen tyd voor zyne gezondheid te Carlsbad vertoefde, is van daar teruggekeerd en was gisteren in de vergadering van de Kamer aanwezig. De heer Legrand, gezant van Frankryk by ons Hof, wordt a. s. Dinsdag van zyne buiion- landscbe reis in de residentie terugverwacht. Naar men verneemt, is de heer Daguès Effendi, secretaris der Turksche legatie te zionilo zou zyrde brieven in bet bezit van den rechtmatigen eigenaar zouden komen. Echter niet over de post, noch door een i vreemde; eigenhandig moest ik ze hem ovei- eiken en hem om vergiffenis voor myne moeder smeeken." „En kan de anders zoo fijngevoelige Astrea daarvoor uit zelfzucht terugdeinzen?" „Uit zelfzucht?" „Ja, ik neem dit woord niet terug! Want kondt gy gevoelen, hoe doodelyk gy den be- leedigde eenmaal getroffen hebt, dan zoudt ge ook weten, dat zulk een man niet met kalm gemoed de vruchten van zyne eifenis kon genieten. Gy hebt hem my afgeschil derd als iemand, die de eer boven alles stelde. Welnu, gelooft gy dat zulk een man kan vergeten, terwyi hy in het bezit van een groot vermogen is? Gy zegt dat gy, door berouw gefolterd, geboet hebt; dat hebt ge niet; want ge hebt den wil van den over ledene, die den juisten weg tot verzoening inzag, niet gevolgdop hem drukt nog altyd de naam „erfer.isroover." Astrea, die reeds by de eerste vermanende woorden van den echtgenoot scherp had iog- geluisterd, en die rilde als ware zy plotseling aangetast door eene hevige koorts, stond op, dwaalde door de kamer, allerlei voorwerpen opnemend, om ze dadelyk weder neer te zetten, tot zy ten slotte voor Arnold staan I bleef, die zyne plaats niet verlaten had. „O, aan al wat ge ray daar voorhoudt, heb ik nooit godacht. Ik zag steeds voor myn geest slechts den man, die my, wanneer ik met de brieven voor hem trad, van zich stooten zou. En dat oogenblik scheen my even vree- selyk toe, alsof God my voor het gericht riep. Maar uwe vermaning komt ter rechter tyd; ik mag geene rekening houden mot myno smart, ik zou myne schuld verzwaren, zoo ik den diep gekrenkte zyn eigéndom niet teruggaf. Daarom 6meek ik u thans de ge nezing myner oogen te beproeven en ik zal God bidden, dat Hy de hand moge leiden, die my het licht weder te aanschouwen zal geven." „Om naar den man te ylen, in wiens armen gy den vriend vergeten zult „Vergeten, hem - u? Nimmer 1 Ook zal de beleedigde my daartoe niet in verzoeking brengen." „Maar gesteld dat hy het deed?" „Als hy het deed De blinde was zóó hevig ontroerd, dat Van Langen, bezorgd, haar noodzaakte te gaan zitten. „Astrea, ik zal u niet verder vragen, ik gevoel dat ik u zeer gedaan hebbeantwoord myne vraag niet." „En toch moet ik dat .doen, want alles tusschen ons moet helder zynGy neemt dus hot ondenkbaar geval aan, dat een Arnold Van Langen my nog zou kunnen vergeven, misschien alles zou kunnen vergeten en ver langen dat ik by hem bleef?" „Dat geval is denkbaar 1" „O, zeg dat niet! Voor jaren, ja nog voor maanden zou ik juichend zulk eene sprank van hoop in myne ziel hebben opgenomen, maar nu „Nu bemint gy don echtgenoot niet me^r V' „Ik heb hem lief, maar op eene andere wyze niet meer als vroeger, myn hart is gedeeld want ik zou niet aan zyn hart kunnen rusten, zor.der te denken aan een ander, die met zyne stem tot my spreekt." „En nu, nu gy het hart van dien ander tegen het uwe voelt kloppen?" „Denk ik aan hem Astrea! Astreamyne innig geliefde vrouw riep Arnold, alle zelfbeheersching vergetend- maar de blinde hoorde hem niet meer; be- zwymd lag zy in zyne arrnen. Wordt vervolgd,.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 9