LEIDSCH
DAGBLAD,
Maandag 9 October.
A*. 1893.
<§eze agourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 7 October.
F'eu.llleton.
Op gescheiden wegen.
No. 10317
PRIJS DEZER COURANT:
Voor L«idon per 3 maaiden....77 f I.lt.
Frauco per poet7.77...77.' s 1.40.
Afzonderlijke Nommere0.06.
PRIJS DER ADYERTENTIÊN:
Van 16 regela f 1.05. Iedere regel meer /"0.17J.
Grootore lottere naar plaatsruimte. Voor h«&
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Vierde Blad.
Namens het bestuur der Wykvereeniging
„Pniél" werd ons verzocht te vermelden, dat
do opbrengst der „Winterlezingen" (zie ons
nummer van gisteren) niet dienen zal tot aan
koop van een orgel, hetwelk reeds toegezegd
is, maar tot verdere meubileering van het
nieuwe gebouw, waarvoor nog veel noodig
is, en verder tot vermindering van de schuld
aan rontelooze aandeelen, welke ruim f 3400
bedraagt.
In den loop van het afgeloopen kwar
taal hebben zich te Leiden 347 jongens voor
de Kweekschool voor Zeevaart aangemeld;
S3 zyn geplaatst, de overige werden afge
keurd.
Het „Nut" te Breda ontving een legaat
van f 0000 voor de afdeeling Kindervoeding.
De minister van binnenl. zaken heeft
tot curator dor Latynsche school te Gemort
opnieuw benoemd de heer P. Van Beek.
Hot voornemen bestaat, in 1894 het
tweede examen voor de betrekking van sur
numerair der directe belastingen, invoerrechten
en accijnzen te houden, en wel in Maart of
April.
In de jongst gehouden zitting van den
Utrechtschen gemeenteraad was ingekomen
het rapport der raadscommissie, benoemd don
'JSsten Januari 1892, tot het dienen van advies
over de door Godeputeerde Staten van Utrecht
pcdano vraag, of de gemeente bereid zou zyn
voor hare rekening te nemen een derde der
kosten van oene verbetering van den Le.dschen
Lijn in die provincie, benovens oen derde der
kusten van het jaarlyksch onderhoud.
Do door den Raad goedgekeurde conclusie
van het rapport luidt, dat de commissie van
meaning is, dat do gevraagde bijdrage buiten
sporig hoog is in verhouding tot het belang,
dat do gemeente Utrecht bij de voorgestelde
vurbetering hoeft, doch dat zij bereid is het
tot stand komon dier verbetering te bovorde-
ren door het toekennen van eene jaarlyksche
budrage van een derde der kosten van onder
houd en bediening, en zoo noodig van eenigo
bijdrage in do aanlegkosten, vast te stellen,
nadat gebleken is op welke Rijksbijdrage mag
gerekend worden.
Ds. Antink, pred. der Ned.-Herv. Kork
to Waddingsvoen en beroepen te Parrega
(Friesland), heeft Waddingsveen deze week
metterwoon verlaten. Zyne afscheidsrede werd
66.)
Veertien dagen zijn sedert dit uur ver-
loopon. Reeds sinds geruimen tijd bevindt de
raadsheer Born zich weder in het huis op
do hoogte en heden heeft hy het zóó druk,
dat hy de bedienden in zyne verstrooiing
herhaaldelyk dezelfde bevelen geeft. Telkens
en telkens weer gaat hy naar het venster,
ziet met een vorschend oog naar buiten, om
zich dan weer tot de zich druk werende be
dienden te wenden, met een
„Jongens, maakt toch voort, want nu
kunnen wy ze elk oogenblik verwachten."
Eindeiyk kwamen er werkeiyk twee ry-
tuigen langs den straatweg aanrollen; ze
l ulden de dorpsjeugd, die met geopenden
mond langs den weg geschaard stond, in
oene dichte stofwolk. Beide rytuigen zyn half
gesloten, om de brandende zonnestralen te
weren. Doch do jonge dame in het voorste
rijtuig schijnt die warmte weinig te hin
deren, want telkens buigt zy het kopje uit
het portiervenster, om hen, die inhettwoede
zitten, vriendeiyk en vroolyk toe te kuikken.
Naast haar, hot hoofd achterover in de kus
door eene menigte belangstellenden aangehoord.
Tot predikant by de Ned.-Herv. gemeente
te Nieuwveen is beroepen de heer R. Schaaff,
candidaat.
Tegen primo November zal zich te
Waddingsveen de tweede geneesheer vestigen
nl. de heer Heilbronn, van Ryswyk.
Op de 10de lijst van de 15de jaarcollecte
voor de Scholen met den Bybel (evenals de
vorige lijsten voorkomende in „De Standaard")
treffen we o. m. aan: Waddingsveen met
Moerkapelle, Zuid-Gouwekade, Kruisweg en
Benthuizen met /'203.42s, en wel te Waddings
veen 157.525, te Moerkapelle 23.40 en
te Benthuizen ƒ22.50.
De Nederlandsche consul te Bangkok,
ridder Keun de Hoogerwoerd, schynt zich,
ook voor de aldaar wonende Franschen, zeer
verdiensteiyk te hebben gemaakt gedurende
het conflict tusschen Siam en Frankryk. Al
thans in de „Bangkok Times" van 5 Sept.
leest men het volgende:
„Sedert het tijdstip, dat zoowel de Fran-
sche als de Nederlandsche onderdanen in
Bangkok bescherming vonden onder de Neder
landsche vlag, heeft ridder Keun de Hooger
woerd de moeilyke plichten, verbonden aan
zyne dubbele betrekking van Nederlandsch
en te gelyk waarnemend Fransch consul, op
oene bewonderenswaardige wyze vervuld.
Overdag was hy meestal op de Fransche
legatie te vinden, en zyne nachtrust offerde
hy op aan het ontvangen en verzenden van
dépêches, betrekking hebbende op den poli-
tieken toestand. Hy heeft voorzeker aanspraak
op groote dankbaarheid van do zydo der
Europeesche gemeente te Bangkok."
Op de begrooting van Binnenl. Zaken
zyn onder de posten voor do herstelling van
monumenten van oudheid en kunst bydragen
voor de voortgezette herstelling van de Groote
Kerk te Haarlem, van de St.-Servaaskerk te
Maastricht, van de Hooglandsche kork te
Leiden, de O. L. Vrouwe kerk te Maastricht,
de Groote Kerk te Zutfen. De herstellingen
der Romaansche kerk te Susteren en die van
de Groote Kerk to Zwolle zyn thans geheel
voltooid.
Aan het Prinsenhof te Delft zullen eenige
voorzieningen plaats hebben, evenals aan de
Kloostergang te Utrecht, die thans inwendig
geheel hersteld is. Voorts is gerokend op oen
bedrag tot behoud van een in Drente ont
dekten ouden Romeinschen weg.
Nieuwe subsidiën zyn uitgetrokken voor de
herstelling van do Groote Kerk te Arnhem,
——PM»
niet; want nu behoort gy een ander en mg
hebt gy verwond."
„Zelfzuchtige 1"
„Ben ik dat inderdaad, dan hebt gy het
my gemaakt; want ik heb zelfs geen eigen
wil meer. Wat is er in de laatste veertien
dagen al zoo met my gebeurd?"
„Nu moet ik u myn geheugen dus ook
nog leenen; ge schynt alzoo niet te weten
dat ge vóór de operatie gedurende veertien
dagen hevige koortsen hebt gehad en dat ge
niemand kendet?"
„Ge vergist u; uwe stem herkende ik."
„De myne en niet die van myn broeder,
die nauwelyks van uw ziekbed week en
voortdurend uw brandend voorhoofd afkoelde?"
„Ik voelde ook zyne nabyheid en ook vaak
zyne hand op myn voorhoofd", antwoordde
de jonge vrouw, terwyl een hoogrood hare
wangen kleurde. „Doch, toen de koorts my
verliet, kwam hy niet meer zoo dikwyls en
toon hy my de oogen opereerde, sprak hy
nauwelyks een woord."
„Maar hy zeide u toch hoelang ge den
blinddoek dragen moest."
„Het eenige wat hy zeide was: Ge moet
dien blinddoek zóólang dragen, tot ik hem u
van de oogen zal nemen."
„Ja, hy is in alles en alles erg voorzichtig;
voor de kerk der vroegere abdy te Rolduc
en voor het raadhuis van Sluis, alle gebouwen
van historische beteekenis in oorsprong en
van hetgeen zy bevatten.
TWEEDE KA1IER.
Wegens het blyven van verschilpunten
tusschen de heeren Pyttersen en Schimmel-
penninck Yan der Oye ten aanzien van hun
gemeenschappeiyk voorstel van wet tot instel
ling van Kamers van Arbeid, heeft de heer
S. v. d. Oye opnieuw een afzonderiyk voor
stel ingediend. Eigenlyk nieuwe zaken komen
in het ontwerp niet voor; de aangebrachte
wyzigingon vinden alle haren grond in de
beschouwingen en opmerkingen van de
memorie van toelichting en het voorloopig
De voorsteller handhaafde de indeeling in
sectiën van patroons en van werklieden, op
grond vooral dat by vele arbeiders als bezwaar
tegen de gemengde samenstelling der Kamer
geldt de vrees van tegenover de patroons
niet onomwonden van hun gevoelen te doen
blykenalsmede de uitsluiting van vrouwen,
omdat hare belangen in hot openbare leven
doorgaans beter namens dan door haar ver
dedigd zullen wordenhy verklaart zich
tegen eene bespreking dor wet tot fabrieken,
werkplaatsen, veenderyen en spoorwegonder
nemingen en meent het vertrouwen in eene
onpartydige regeling der zaak het meest te
bevorderen door die regeling geheel aan de
belanghebbenden zeiven over te laten, met
dien verstande, dat de voorzitter en secretaris
der afdeeling van patroons en worklieden uit
hun midden zy. De beslissing over de al of
niet openbaarheid der vergaderingen wenscht
hy aan de leden zeiven over te laten.
De presentiegelden en anlere kosten van
do Kamers van Arbeid worden ten laste van
het Ryk gebracht.
Ten slotto beantwoordt do voorsteller de
bodonkingon van den heer Levy, tegen het
gemeenschappeiyk nader voorstel geformuleerd.
Gememgd Nleawa.
Als eene curiositeit kan worden
vermeld, dat eon wynappelboom, staande
langs de spoorlyn en toebehoorende aan den
hoer A. Van Daalen, te Zoetermeer, voor de
tweede maal in prachtigen bloei staat.
Op do algemeene vergadering
van 6 Oct. 11. der Schaak- en Damvereeniging
te Waddingsveon is besloten op 12 Jan. 1894
sens geleund, zit eene tweede dame, wier
gelaat ornstig, byna droevig is; zy beweegt
zich volstrekt niet. Die stilte schynt de jonge
dame niet byster te bevallen.
„Hoe afschuwelyk, dat ge nu juist dien
blinddoek dragen moet", roept zy, terwyl zy
hare kleine hand op den schouder harer ge
zellin legt. „Zulk eene dweepster met natuur
schoon als gy zou verrukt zyn over deze
heerlyke herfstlucht!"
„Daar dit niet zoo mag zyn, houd ik my
ernstig bezig mot de vraagwaar ik eigen
lyk ben."
„Aan den Ryn, lieve I"
„Dat hebt ge my nu vandaag reeds meer
malen gezegd, maar ik woet het doel van
onze reis niet, evenmin als ik weet waarom
ik Weenen verlaten moest."
„Maar, lieve Astrea, dat weet ge toch 1"
„Ik weet niets, ik weet niet eens of ik
waak of droom. Heden hier, morgen daar,
maar het waarheen zegt men my niet 1 't Is
waar, gy fladdert als een vogeltje, dat in zyn
geluk niet weet of het zingen of vliegen zal,
voortdurend om my heen, maar overigens
word ik aan alles onttrokken."
„O, gy ondankbare, ben ik u dan niet
genoeg
„Gy, als gelukkige bruid Weineen, zeker
een coneours te houden, waarby pryzon en
premiën zyn uitgeloofd.
De proefpalen voor de Ch r.-G e r-
kerk (ds. De Groot), te Waddingsveen, zyn
reeds geslagen. Het gebouw, dat in het laatst
van Januari 1894 gereed moet zyn, zal eene
ruimte bevatten voor 500 personen.
Hoe menigmaal is men reeds
door de courant gewaarschuwd geene spelden
in den mond te nemen, daar dit de jammer-
lykste gevolgen kan hebben. Vooral zy, die
met kinderen omgaan, vinden het gemakkelyk
de spelden, by het ontkleeden der kleinen,
tusschen de tanden te verzamelen.
Dit gebeurde dezer dagen door een dienst
meisje te Kaag, met het treurig gevolg, dat
zy oene speld doorslikte.
Wel is het, in 't Academisch Ziekenhuis,
gelukt, de speld wolke boven de maag
vastgeraakt was en zeer veel pyn veroor
zaakte, er weder uit te halen, maar de wond
is nog verre van genezen.
SarahBernhardtheefttydenshaar
verblyf aan de overzyde van den Atlantischen
Oceaan ook het bombardement van Rio byge-
woond. Dat was, volgens hare beschryving,
allesbehalve vreeselyk. Van weerszyden werd
blykbaar zorgvuldig er op gepast dat men
niets raakte. Het vlaggeschip van Admiraal
De Mello (de vlag der opstandelingen is wit
werd den ganschen dag in 't geheel niot ge
raakt, evenmin als eene torpedoboot, die kalm
heen on weer stoomde onder het vyandoiyk
vuur. 't Was precies alsof het vrede-congres
de stukken richtte!
Do „Portugal", aan boord waarvan Sarah
Bernhardt zich bevond, mocht geene passagiors
landen, maar de Fransche admiraal stelde eene
stoombarkas tot hare beschikking, daar zy
zoo graag wilde zien hoe het er in eene ge
bombardeerde stad uitzag. Dat viel haar org
tegen. Alles was zoo rustig mogelyk; alleen
gingen de monschen nu en dan eens naar hot
strand om naar het gebombardeer te kyken.
Het openmaken van kogelflosch-
jes met limonade en spuitwater kan soms
gevaarlyk zyn. Eene buffetjuffrouw te Londen
wilde dezer dagen zulk een fleschje openmaken,
toen het ontplofte. Eene der scherven vloog haar
in het rechteroog en verwondde het zoozeer,
dat zy voorgoed aan dat oog blind zal zyn.
Uit Nieuw-York is oen advocaat,
Francis H. Wanks, govlucht, die ruim lJj
millioon dollars van zyne cliënten verduisterd
hoeft.
hy was bang dat er op reis stof in uwe oogen
zou komen."
„Maar hy zeide my ook niet, waarom ik
op reis moest en evenmin zeide hy my
waarheen."
„Ongeduldige, die go daar zyt; go zult op
het buiten van myn broeder genieten van do
schoone, heerlyke herfstlucht! Nu kont ge
het gehcole geheim, dat ik u eigenlyk niet
had moeten ontsluieren, daar ik altyd nog
een beetje boos op u ben I Alle anderen heb
ben my met myn engagement behooriyk go-
lukgewenscht; gy daarentegen hebt nog geen
woord met my over myn galant gesproken,
en daarby is hy nog wel een vriend uit uwe
jeugd, dus niet eenB een vreemde. Hoe har-
teiyk begroette hy u, hoe innig verheugd
was hy u te zien, zóó zelfs, dat ik er jaloersch
door had moeten worden."
„Als ge hem niet ten volle vertrouwdet,
nietwaar? En hoe zoudt ge ook kunnen twy-
felen aan oen Otto Von Eichon, die, naar het
my voorkomt, na uw broeder, het edelste
karakter ter wereld bezit I
Wordt vervolgd.)