LEID SOU |§g DAGBLA D. N®„ 10314 Donderdag l> October. A®, 1893. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Feuilleton. Op gescheiden wegen. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 mtandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.06. Eerste Blad. PeraoY«riickt. De Katholieke School bevat een 8tuk van Ju81us, handelend over de neutraliteit bjj de examens. Onze Schoolwet schrjjft voor, dat de onder wijzer zich te onthouden heeft van iets te doen of te zeggen, waardoor hg de godsdien stige begrippen van andersdenkenden zou kunnen kwetsen. Yoor do heeren examinato ren is zulk een gebod niet uitdrukkelijk ge> geven; wellicht heeft de wetgever veronder steld dat die mannen verstand en wellevend heid genoeg bezitten, om het godsdienstig gevoel der candidaten niet te beleedigen. WD laten de quaestie of een examinator aan de bepaling van bedoeld wetsartikel onder worpen is of niet onbeslist; in elk geval is het een bewijs van weinig tact en van zeer geringe menschlievendheid, als de exami nator godsdienstige punten behandelt en den eerbied uit het oog verliest, welken hjj aan de overtuiging van den candidaat verschul digd is. Zulke mannen zjjn geene ware en degelijke onpartijdige deskundigen en moesten derhalve op de lijst niet figureeren. En nochtans, zulke mannen treft men in Nederland aan, en dat zelfs by vakken, waar men het niet zou verwachten. Verbeeld u eens zulk eene schending der neutraliteit bij het examen in de Franscho taal, wie had dat ooit gedacht? Wij hadden de gelegenheid verscheidene candidaten te spreken, die onlangs aan go- meld examen deelnamen. Vooraf willen wjj opmerken, dat de vragen niet al te moeilijk waren. Enkele echter schenen ons minder practisch, b. v.noem de deelen van een theater, van een schip, van eene kerk, enz. G-eef de Fransche namen der vingers? Dat kan er nogal door. Maar toen ging men verder. Kent gij eene andere beteekenis van index? Jawel, mynheer, de lijst der verboden boeken. Wie heeft het verbod gegeven om de boeken, die op den index staan, te lezen? De kerkelijke overheid. Wat zegt men van die personen, die zulke verboden boeken lezen? Dat zg geëxcommuniceerd zjjn. Toen volgde, op lachenden en spottenden toon: Ik heb dergelijke boeken gelezen; ik ben dus geëxcommuniceerd? 57.) Toen -werd zy bruid en het smartte my, dat Arnold, in het bezit van ziük eene vrouw, mi) spoedig vergeten zou. Doch nu is het rad van de fortuin omgewenteldik sta op het toppunt van mjjn roem, hoog, verheven; zy, de hooggeborene, is blind en hulpbehoevend." Na deze alleenspraak, waarin de zangeres door niemand gestoord was geworden, was zy oneindig kalmer dan vóór het bezoek van den dokterja, zy had zelfs hare gewone opge wektheid herkregen, toen Cornelia haar ander maal aan de vergeten chocolade herinnerde. Zy trok de oude juffrouw mede naar de ont- byttafel en at en dronk onder onophoudeiyk gesnap met haar. Die vroolyke stemming verliet haar den geheelen dag niet weer, zelfs niet toen 's middags de raadsheer Born alleen kwam en haar zeide dat Arnold, door zyne bezig heden ic beslag genomen, zich voor den avond liet verontschuldigen. Zy ontving den ouden heer met eene bartelykheid, alsof zy na lange afwezigheid een vader begroette, en Brrn, door deze hartelijke ontvangst ge- Daarop bleef de candidaat, natuurlyk, het antwoord schuldig. By de behandeling der woorden, van hst latynsche spiritus afgeleid, werd de vraag gesteld: Wat verstaat gy door spiritisme? Wat denkt gy over de spiritisten? By de behandeling der synoniemen prodige, mervoille en miracle werd van dat laatste een voorbeeld gevraagd' en vervolgens: Gelooft gy aan zulke mirakelen? Afgezien van het onbehoorlyke, om iemand naar zyne meening over eeno godsdienstige, door do Kerk veroordeelde sekte te vragen, achten wy het bespottelyk, zulke quaesties by een taai-examen te doen. Om zoo to handelen, moet men waarlijk mot de onverwinnelyko zucht behept zyn, om overal, to pas en te onpas, godsdienstige vraagstukken by te trekken. Zou dat daar van daan komen, dat men over zyne eigen overtuiging twyfelt en ongerust is, —«of zou het aan godsdiensthaat zyn toe teschryven? Een anderen keer werd my gevraagd: Wannoer komen de heksen samen, en wanneer maken zy het meeste geraas? Wat dient haar tot rypaard, als zy een berg moeten beklimmen? Nog oens: afgezien van alle kwade be doeling, zyn dergelyke vragen, op zyn minst, nutteloos en bespottelyk. Wy protosteeren ten sterkste tegen der gelyke wyze van examineeren en tegen alle rochtstreeksche of zydelingsche insinuaties op godsdienstig gebied, te meer, wyl zulke vragen den candidaat zóó van zyn stuk kunnen bren gen, dat hy minder goed antwoordt dan hy anders zou gedaan hebben, en dientengevolge niet slaagt. Indien het waar is, dat alle vragen gestenographoerd en aan Z. Exc. den minister opgezonden worden, dan mag Z.Exc. die wel eens aandachtig nalezen. Omtrent den nieuwen Commissaris der Koningin in Limburg lezen we in Ons Zuiden: De telegraaf bracht aan onzo stad en de provincie het wel eenigszins onverwachte, maar toch aangename bericht, dat het H. M. heeft behaagd den oud-minister van justitie, jhr. mr. G. Ruys van Beereubrook, tothpogst- derzelver Commissaris in dit gewest te be noemen. Deze benoeming, die een einde maakt aan de spanning, waarin men hieromtrent ver keerde, zal zekor overal m9t groote voldoening worden vernomen. Al was Maastricht, en over 't algemeen de troffen, gevoelde zich in haar en Cornelia'3 gezelschap aldus even prettig en op zyn ge mak, als zyn beschermeling, toen deze voor de eerste maal een avond in het huis van de zangeres doorbracht. XI. In het huis van de blinde. Het schoons lenteweer was omgeslagen; reeds sinds eenige dagen was het ruw en stormachtig; en ook heden, toen dokter Van Langen in het middaguur naar Mariahilf reed, is het stormachtig en de regen valt in stroo men neer. Sinds den dood der barones is Martha zóó aan zyne bezoeken gewoon go- raakt, dat zy er niet meer aan denkt, hem van te voren by hare meesteres aan te die nen. Zoo trad Van Langen ook heden, na zacht aangeklopt te hebben, de kamer binnen waar zyne vrouw yverig bezig was de bloe men te begieten, iets wat hy haar reeds zoo vaak had zien doen, maar dat hem niettemin telkens opnieuw boeide. Want met eene be wonderenswaardige fijnheid van gevoel sloeg de blinde geene plant, die water noodighad, over; geene bloem kreeg te veel of te weinig, evenmin als men ergens een verlept blaadje of een steentje op de aarde in de potten zou vinden. provincie, het niet geheel en al oens met den minister in diens politieke zienswyze in zake de Legerwet, toch mocht hy zich steeds in de onverdeelde hoogachting en sympathie ver heugen van de gebeele Limburgsche bevolking. Wy gelooven dan ook onze provincie met de benoeming van den heer Buys van Beeren- broek tot Harer Majesteits Commissaris te mogen gelukwen6chen, en wy kunnen onze Hooge Regeering tevens een woord van lof niet onthouden, daar zy in deze keuze zoo goed rekening heeft gehouden met de wenschen, de behoeften en de belangen van Limburg. Terwyi wy den nieuwen gouverneur onze gelukwenschen aanbieden en de hoop uit drukken, dat het hem moge gegeven worden, een groot getal jaron in zyne hooge bediening voor de belangen van het ook hem zoo dier bare gewest werkzaam te zyn, kunnen wy niet nalaten, tevens een woord van hulde te brengen aan den aftrodenden Commissaris der Koningin, jhr. De Kuyper, die met zooveel tact zyn moeilyk ambt heeft bekleed, steeds een goed en humaan chef was voor het per soneel der provinciale griffie en altyd met de meeste bereidvaardigheid allen ten gehooro stond, die hem over hunne aangelegenheden en belangen kwamen spreken. Mogen hem nog veel jaren van eene wel verdiende rust ten deel vallen! Het weekblad Nederland bevat het volgende aangaande concurrentie van staats- commissiën: De benoeming van staatscommissiën is de „meer en meer gebruikelyko weg" geworden, waarlangs de Regeering zich uit eene moei- lykheid redt en lastige zaken aan sterke spykers ophangt. Er is reeds oen vry groote kapstok vol met opgehangen zaken. Er wordt van de benoeming van com mission genoeg gebruik gemaakt, om aan eeno zekere verslaafdheid te gaan denken, die maakt dat de Regeering zichzelvo niet meer weet te beheorschen. Hoe anders te verklaren, dat, terwyl de eene staatscommissie zich met een onder werp bezighoudt, de Regeering eene andere gaat benoemen, om hetzelfde punt ter band te nemen. Concurrentie van staatscommissiën 1 Kan het dwazer? De eerste afdeeling der Staatscommissie van arbeids-enquête had zich verdienstelyk gemaakt o. a. door gegevens te verzamelen 1 omtrent de „onderstands- en verzekerings fondsen". Zy verzorgde al hare pleegkinderen zelve en wist nauwkeurig te zeggen waar elke plant stond en hoe elke bloem bloeide. Zoo bewoog ze zich ook heden in haar klein ryk, doch toen Van Langen binnentrad, zette zy haren gletor neer en sloeg de doffe oogen naar hem op. „Goeden middag, freule Von Norden!" „Woes welkom, dokter! Tot myne vree- selyke spyt hoorde ik van Martha, dat u van morgen ook reeds hier geweest waart. Ik hoop dat u het niet kwalyk zult nemen, dat ik niet thuis was." „Van kwalyk nemen kan alleen sprake zyn in zooverre het uwe gezondheid betreft; u hadt met dit ongunstige weer niet uit moeten gaan." „Ik ben alleen maar naar het kerkhof geweest." „Daar, In het vochtige gras? Zoo moet ge immers wel verkouden worden?" „Het is my eene behoefte geworden daar heen te gaan." „Ook daarin moeten wy onszelven leeren beheerschen. Ik heb de overledene moeten beloven u te troosten, doch lk zie dat gy ontroostbaar zyt." „Omdat ik myno moeder, vooral in do laatste jaren harer ziekte, te zeer heb liefge- PB.IJS DER ADVERTENTDËN: V*n I6 regels ƒ1.05. Iedere regel meor ƒ0.17). Grootere letters nasr plaatsruimte. Voor het incasseoren builen de stad rrordt ƒ0.05 bereken.I Men had reeds belangryke gegevens uit hare handen ontvangen omtrent verzekering of andere voorzorgen by ongevallen, ziekte of overlyden of ouderdom van werklieden. Men mocht van haar een kostelyk voorstel verwachten omtrent eene wettelyke regeling van dit belangryk onderwerp. Doch ziet, voordat zy met haren arbeid kon gereed zyn, komt de Regeering op de gedachte om nog eens eeno andere staats commissie te benoemen. Aan den lust daartoe weet zy ook nu geen weerstand te bieden. Daar treedt dientengevolge eene staats commissie in 't leven, om advies uit te brengen omtrent eene regeling van de begrafenis fondsen en soortgelyke instollingen. Twee staatscommissiën voor hetzelfde onder werp, of liever de eene staatscommissio be last met een deel van hetgeen, waarmede de andere zich reeds bezighield. De oudste heeft het veld geruimd. Zy onthoudt zich van het doen \an voorstellen omtrent het onderwerp, aan de jongere opge dragen. Zy heeft van mededinging afgezien, aan de Regeering haar besluit mededeolende in doze van rechtmatige gevoeligheid getui gende woorden „Met eene latere, na wisseling van Minis terie, ingestelde staatscommissie mag de vroegere niet in medewerking treden tot hot doen van wetsvoorstellenen wenschelyk noch gepast komt het voor, deze (de Regee ring) te plaatsen tusschen twee raadslieden, ook al ware niet aan een van beiden het vertrouwen openlyk ontzegd." Dat was kras, maar duidelyk en goed gezegd; doch de afdeeling voegt er nog eene scherpe opmerking aan toe, zeggende dat nu ook nog wel oene derde staatscommissio in 't vooruitzicht ligt. Ja, ais oene Regeering eenmaal aan het instellen van commissiën verslaafd is, kan men nooit weten wat er zoo al gebeuren kan Morgen, Zondag, vertrekt uit Nieuwediep een van de schepen der Nederlandsche oorlogs vloot, en wel de „De Ruyter". Het schip gaat voor eene lange reis weg't zal zoowat 3'/j jaar duren, zoo luidde het eenige dagen geleden. De vraag, die aan de redactie van De Stand aard door een der lezers van dit blad gedaan werd, was deze: Waarom moet de „De Ruyter" nu juist op Zondag vertrokken? Als het met geene mogelykheid kon wachten tot Maandag, waarom dan niet een dag vroeger, en Zaterdag het ruime sop gokozen? Maar zulk eene scbrikkelyke haast zal er had! Weot ge, wat het zegt, h t eenige wezen, dat men liefhad, te moeten verliezen?" „Ja, ik weet nog meer; want ik heb niet alleen door den dood, maar ook door het leven ontzettende verliezen geleden I" „Hebt gy uwe ouders ook reeds verloren? O, dan weet gy, wat smart is." „Dat weet ik, maar ik weet ook dat de tyd de wonden heelt." „Waart u het eenige kind uwer ouders, dokter?" vroeg Astrea in gedachten, terwyl zy weder de doffe oogen tot haren echtgenoot opsloeg. Daar viel Van Langen een idee in. „Ik was de eenige zoon, ik heb nog eene zuster, die, jonger dan ik en ongehuwd, by my inwoont", zeide hy haastiger dan anders zyne gewoonte was. „Eene zuster! O, dan is u nog zooveel op aarde overgebleven, dat de tyd u troosten kon. Ik arme heb noch broeder, noch zuster gehad en nu moest de dood my nog haar ontnemen, die my myn eigen leed hielp dragen." Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1