SS«-i
- Yih o m jj d N i e n wm
In de Caecilia-straat, by de
Turfmarkt, alhier, brak gisteravond tegen tien
uren een hevige brand uit in een brandstoffen-
bergplaats van den heor V. De slangen wagen
was spoedig aanwezig on verder werd het
blusschingswerk verricht door de handspuiten
1 on 4, alsmede door de kleine stoomórand-
spuit. Aangezien veel brandstoffen aanwezig
waren, eischte hot blusschen vry veel tyd.
Hot was opmerkelijk welk eeno orde by de-sen
brand beeiscbto Wy gaan er op vooruit met
onze brandweer
Eene woordspeling. Men zal
zich herinneren dat, toen by de vaandel
uitreiking de minister van oorlog van zyn
paard viel, het toeval wilde, dat de ordonnans
der Koningin, de hoer Yan de Poll, den minister
ophielp na zyn val, dezelfde ritmeester, die
by de vorige begrooting, volgens sommigen
voornameiyk door een minder beleidvol op
treden van den heer Seyffardt, van den „grooten
staf" afgevoerd werd en god wongen zyn ont
slag als officier te nemen. „Aardig", zoo
schertste men nu in de hofkringen „de
man, die door 's ministers schuld van zyn
paard werd geworpen, hielp Z.Exc. weer
te paard".
In de afgoloopen weok werden
te 's-Gravenhage door keurmeesters afgekeurd
2 koeien, 3 paa den, 6 partyon rund- en 3
party^n paardenvleesch.
Te Rotterdam heeft Zaterdag
avond aan de Schio, vóór hot Proveniershuis,
een treurig ongeval plaats gehad. De heer
Monsirig, president commissaris der Schieland-
sehe Tramwegmaatschappy, had met vrouw
en zoon een bezoek by den heer Dyserinck
aan de Sehiekado gebracht, waar een huiselyk
feest gevierd werd, en liet zich met een
rytuig afhalen. De koetsier sloeg het portier
dicht en voordat hy zich op den bok kon
begeven, zette het paard reeds aanhy trachtte
hot met de teugels tot stilstand te brengen,
doch tevergeefs; het dier trok do vigilanto
in de Schie. De koetsier, die by zijn pogen
een arm brak, kon weinig hulp vorleenen,
doch spoedig schoten behulpzame lieden toe,
die een portier wisten te openen en den
ouden heer en de dame konden redden; den
zoon echter kon men niet spoedig genoeg
bereiken. Het was een hartverscheurende kreet,
waarmede de grysaard riep om zyn kind, doch
tevergeefs werden alle middelen, die de
wetenschap aangeeft, toegepast, de genees
lieeren slaagden er niet in de levensgeesten
weder op to wekken. De overledene werd
binnengedragen in de woning, waar dien dag
eene schoone gebeurtenis feesteiyk was her
dacht en waar men weinig vermoed had in
den laten avond nog een sterfgeval te moeten
boweenon.
De koetsier word aan den politiepost Hof
plein verbonden. Paard en rytuig zyn later
op hot droge gebracht.
In den nacht van Zaterdag op
Zondag, om halftweo, waren in de O.-Z. Enge
Kapelsteeg te Amsterdam een zestal personen
aan het vechten, en dezen deelden niet alleen
onder elkaar flink slagen uit, maar sloegen
ook andere personen.
Een matroos kon deze ongerechtigheden
niet langer aanzien en besloot een einde aan
het rommeltje te maken. Hy liep op een
agent toe, trok plotseling diens sabel uit de
scheede en ging aldus gewapend er op af,
ondanks de protesten van den agent, die
vreesde voor zyn kostbaar wapentuig.
Jantje echter maakte er een nuttig gebruik
van, sloeg do zes vechtersbazen uiteen en
bracht, na aldus recht gedaan te bobben, den
agent het zydgeweer terug. De politieman
nam „Jantje" zeer ondankbaar mede naar 't
bureau. Ma3r na eene scbrobbeering van den
inspecteur mocht de amateur-diender weder
vertrekken.
De flesschentrekkers, die Amster
dam tot zetel van hunno zwendelaryea gekozen
hebben, hebben ook getracht te stroopen op
het uitgebreid jachtveld, dat de tentoonstelling
van Chicago hun bood. Zy hebben er agenten,
die hun de namen der inzenders schryven, en
deze ontvangen dan per briefkaart aanvraag
om prysopgaaf en daarna bestellingen. Som
migen zyn er ingeloopen, maar nu zyn de
inzenders gewaarschuwd, daar gelyk een
Amerikaansch blad meldt een koopman te
Nieuw-York van den hoofd commissaris van
politic te Amstordain eeno Itfst heeft ont
vangen, waarop oen zeventigtal zwcndelfirma's
zyn genoemd met hare afwisselende namen.
Zondagavond omstreeks halfzevon
werd do hulp der brandweer te Amsterdam
ingeroepen voor een uitslaandon brand, welk©
ontstaan was in pereooi 26 der Nieuwe Amstel-
straat. In het winkelhuis werd door den heer
Crigriolini een bloemenwinkel gehouden. By
het aansteken dor petroleumlamp in de
winkelkast viel deze om en in een oogenblik
stond de winkel in vlam. Hot gezin, bestaande
uit man, vrouw, twee kinderen en een ouden
man, wist zich intyds te redden. De brand
weer was het vuur spoedig meester. Het
winkelhuis is echter geheel uitgebrand.
Een alleraardigst feestje lokte
Zaterdag meer dan een duizendtal menschen
naar de concertzaal van „Musis Sacrum" te
Arnhem. Eene gratis-lotery onder alle inzen-
uers van ongeveer veertien duizend leego thee
zakjes van de firma Thomson, waarby eene
fraaie eikenhouten theetafel met Delftscb
Kiooservios verloot zou worden, bracht allei
gemoederen in spanning. Mevr. A. Hollaardt,
te Rotterdam, bleek de gelukkige bezitstei
te zyn geworden. Eene groote tombola met 150
fraaie pryzen ging aan deze verloting vooraf.
Het feest werd opgeluisterd door do muziek
van het 8ste regiment infanterie.
Onder de godsdienstoefening
ontstond Zondagavond in de R.-K. kerk aan
den Kastanjeweg te Amsterdam eene paniek.
Eene der gaspypen was lek, waardoor zich
tot twoeinaai toe eene groote vlam vertoondo.
Een gtideelio Gor kerkgangers, niet wetende
wat het was, vluchtte, en eenige vrouwen
vielen in zwym. De brandweer was spoedig
ter plaatse aanwezig, doch behoefde geene
hulp te verleenen.
In den nacht van Zaterdag op
Zondag is te Rotterdam de kistonmakery van
den heer N. Nyman, gevestigd aan de Voor
haven (voormalig Delftshaven) verbrand. De
c aarnaast gelegen moutery van den heer Van
Dongen is gedeeltelyk uitgebrand.
Gistermorgen is een goederen
trein, komende uit de richting van Utrecht,
ontspoord in de Watergraafsmeer. Drie wagens
worden buiten het spoor omvergeworpen, waar
door eene der lynen versperd was. Alle treinen
moeten dus over één spoor loopen en onder
vonden daardoor veel vertraging. Niemand
werd gedeerd.
To Tiel kreeg de zoon van den
stalhouder Y. B., by het inspannen van een
paard voor een omnibus, een slag van het
dier tegen de borst, waardoor deze geheel
verbryzeld werd en de dood terstond intrad.
De ongelukkige. 23 jaar oud, laat eene
weduwe met een kind na.
In de omstreken Tan Derenter
valt de oogst der late aardappelen zeer mede.
Ook de hoedanigheid is zeer good. De pryzen
zyn dalende.
Te Deventer is gisternacht,
bij den landbouwer II. Klunder, aan de Papen
straat, een hevige brana uitgebroken. Een
gedeelte van het pand was gevuld met eeno
groote hoeveelhoid hooi, stroo en andere land
bouwproducten, waardoor, niettegenstaande
de verschillende autoriteiten met de brandweer
spoedig aanwezig waren, het geheele gebouw,
uitgezonderd de levende have, met den ge-
beelen inhoud in de asch werd gelegd. Voor het
eerst kon do brandweer nu by brand zich
van do waterleiding bedienen, en deze bewees
goede diensten, waardoor verdere uitbreiding
van de ramp werd voorkomen. In een slop
viel echter een gedeelte van den gevel van
het in brand staande pand tegen twee wo
ningen, waarin zich een man bevond, die zwaar
gewond naar hot Ziekenhuis word gebracht.
De oorzaak van den brand is onbekend.
Sommigen denken aan hooibrooiing.
Alles was tegen brandschade verzekord.
Te Valkoveen, onder Naardon,
is aan het strand dry rende gevonden eene
groote platte vierrierss-roeiboot, waarin twee
riemen. De boot is aan het achterplat wit
geschilderd, doch overigens zonder eenig ken
merk.
Te Lim m el-M oers en is een werk
man, die zich op een steenoven te slapen had
gelegd, gestikt. Een ander werkman, die naast
hem had gelegen, werd bewusteloos gevonden,
doch is weder tot het leven teruggebracht.
Eene stoomboot van de Afrikaan-
sche Stoombootmaatschappy heeft langs de
West-Afrikaansche kust over een afstand van
60 mylen te midden van duizenden sprink-
hanenlyken gevaren, welke de opporvlakte
der zee bedekten.
In do myn van Mansfield, in
Michigan, zyn door eono aardstorting 37 werk
lieden omgekomen, voor het meerondeel
Italianen.
De geheimzinnige verdwijning.
Weer een Liefdesavontuur.
Steeds meer bijzonderheden komen er over
het personage.
Men schrijft van hem in het „N. v. Ned." nu
uit Z. het volgende, dat geheel overeenkomt
met hetgeen het heerschap te Amsterdam en
elders uitgehaald heeft.
Te Z. woonde eene postdirecteursweduwe
mot eene dochter van ongeveer 15 jaar.
Dezo mevrouw schreef verleden jaar op éeno
advertentie, waarin een heer eene fatsooniyke
juffrouw vroeg als huishoudster.
Deze heer kwam er al spoedig op los en
schoon zy eeno dochter had, vond hy er geen
bezwaar in haar mee te nemen, ja vond het
zelfs wel aardig voor gezelschap, want hy
woonde in Antwerpen, had aldaar een groot
huis, met verscheidene kamers, waarvan eene
Mono apotheek was (want hy was dokter,
yooals hy zich uitgaf), terwyi er dan nog
twee kamers overbleven voor de jongejuffrouw
en hy geld genoeg had. Hy maakte al spoedig
•kennis, kwam een paar dagen verbiyven en
heeft toen gelogeerd in het hotel van den
lieer B., kwam weldra op een vertrouwe
lyker voet met haar en het werd een engage
ment. Zy natuurlyk er mee ingenomen eene
goede party te maken, onthaalde hem goed,
als hy haar kwam bezoeken. Hy heeft ook
een gouden ring met diamanten van haar
cadeau gekregen, zeggendehy kon zelf wel
een gouden ring betalen, maar vond het zoo
$ardig, aan zyne familie een ring te kunnen
vertoonen van zyne aanstaande, ook nog een
medaillon on in dien tusschentyd is hy ook
nog jarig geweest en heeft een sigarenkoker
met zilver gemonteerd gekregen.
Daarentegen heoft hy aan de jongejuffrouw
ook een (gouden) cadeau gegeven, dat later
bleek valsch te zyn.
Hy leende ook al spoedig geld, natuurlyk
onder allerlei voorwendselen, ging met haar
wandelen in en om Z., vrienden en kennissen
werden bezocht, enz. Hy heeft zelfs een paar
maal consult gegeven aan zekere juffrouw
en medicynen voorgeschreven.
Ook wist hy het zoo ver te brengen, dat
die mevrouw nu en dan meubelstukken
ging verkoopon om gemakkelyker te kunnen
reizen.
Do bruiloft zou plaats hebben in hot hotel
„de Zon" te Arnhem. Een paar dagen heeft
hy by haar gelogeerd en wellicht vernomen
hebbende geen goeden slag te kunnen slaan,
is hy later weggebleven, zonder eenig taal
of teeken achter te laten. Gelukkig voor haar I
Een gesprek met den heer Juett.
Zooals wy reeds mededeelden, word de vader
van de vermiste miss Juett in ons land ver
wacht, daar hyzelf van de autoriteiten wilde
vernemen wat zy wisten omtrent de zaak van
Do Jong en desnoods nog nadere inlichtingen
te geven.
Vernemondo dat do heer Juett te Arnhem
was aangekomen, begaf een der verslaggevers
van het „Hbl." zich daarheen om uit den
mond van den ongelukkigen vader nader een
en ander omtrent het huwelyk zyner dochter
te vernemen. Wy laten den verslaggever aan
't woord, hier en daar datgene weglatende,
wat onzen lezers uit vorige berichten reeds
bekend is.
Ik begaf my gisterochtend met den eersten
trein naar Arnhem om den heer Juett, die,
naar ik vernomen had, in Hotel Sluis zou zijn
afgestapt, to ontmoeten. Daar aankomende,
kwam ik, het stationsplein naar liet hotel
overstekende, een jongmensch tegen, met eene
reistasch in de eene, eene opgerolde reisdeken
in de andere hand, een reismantel over den
schouder. Ik sloeg geen acht op hem, doch
het Hotel Sluis binnentredende en naar den
heer Juett vragende, ontving ik van den heer
Sluis ten antwoord: „Hy gaat juist de deur
uit naar het station."
„Wie de heer Juett?"
„Ja, u moet hem zyn tegengekomen."
„Die jonge man is toch de vader van miss
Juett niet?"
„Neen, hy is haar broeder, hy gaat naar
Amsterdam."
Ik haastte my en vond den jongen Engelsch-
man voor het plaatsbureau, een kaartje koo-
pende naar Amsterdam. Ik stelde my voor,
en met de welwillendheid, die den Engelsch-
man meestal kenmerkt wanneer het vertegen
woordigers der pers geldt, noodigde de jonge
Juett my dadelyk uit met hem te reizen
naar Amsterdam; onderweg zou hy my om
trent de zaak De Jong vertellen wat ik maar
weten wilde.
Een oogenblik later zaten wij in don trein,
een echten boemeltrein, welke bovendien
tusschen Abcoude en de hoofdstad ongewoon
lang oponthoud had, zoodat wy ruimschoots
gelegenheid hadden tot praten.
De heor Juett is een jongmensch van 20
jaar, de eenige broeder van de verdwenen
vrouw. Hy was met hart en ziel aan zyne
zustor gehecht en gaat blykbaar zeer gebukt
onder hetgeen gebeurd is. Hy maakt een
hoogst aangenamen indruk on drukt zich in
beschaafd Engelsch uit.
„Ja," bogon hy, „'t is een hoogst treurige
geschiedenis, die my naar Holland brengt.
Ik hen hier nooit geweest en de eerste kennis-
ïii k ng, welke ik met een uwer Jandgeoooten
hid, is werkelyk niet aangenaam. Enfin, ik
bigrijp dat niet allo „Dutchmen" zóó zyn;
't is er een van de slechtste soort, die De
Jorg, en ook by ons zyn schurken aan te
wyzeii. Myn arme zuster! Zij had zich met De
Jong zulk een gelukkig leven gedroomd
-By ons thuis zynde, was hij altyd vreolyk
en opgeruimd, praatte zeer goed Engelsch,
deed niets dat onze verdenking kon opwekken.
Zyn broeder, zeide hy, was dokter te Batavia.
Zyn vader was scheepskapitein geweest, en
hy had heel veel boeken over geneeskunde
gelezen; by ons gaf hy zich echter nooit als
dokter uit".
„Hebt ge ook idee dat hij uwe zuster wilde
trouwen om haar geld?"
„Neen, daar bestond geene reden voor. Hy
scheen geen geldgebrek te hebben en boven
dien, hy wist dat wy niot ryk zyn. Myn vader
is aannemer voor den bouw van tunnels van
de groote spoorwegmaatschappyen, verdient
goed zyn brood, docb ryk zyn wy daarom niet".
„Bleef De Jong lang by u?"
„Neen, al heel spoedig vertrok hy weer als
stewart naar Britsch-Indië. Myne zuster nam
na hare verloving ontslag als verpleegster en
kwam thuis. Gedurende zyrie afwezigheid kreeg
zy herhaaldelyk brieven van hem uit Calcutta."
„Wanneer kwam hij terug?"
„In April van dit jaar. Hij vertelde toen,
dat hy van het verdiende geld en van het
kapitaaltje, dat hij geërfd had, hy noemde een
7000 gulden, een hotel, het Sluis Hotel te
Arnhem in Holland, had gekocht en dat hy
zich na zyn huwelyk daar dacht te vestigen."
Hy liet ons brieven zien met de stempels
van het Hollandsche consulaat te Londen,
waarin zyn identiteit, werd bewezen, en waarin
gewag gemaakt werd van zyn vastgezet ka
pitaal. Hy toonde zich in alles gentleman."
„Leende hy dikwerf geld van uw vader?"
„Volstrekt niet; dat wordt wel beweerd,
doch is onwaar. Ook is onwaar dat by telkens
vertelde zyne portemonnaio verloren te hebtoen.
Slechts éénmaal beweerde hy zyn beurs te
hebben verloren, waarin, naar zyn voorgeven,
ongeveer elf pond zat; hy gaf het aan by do
politie en loofde twee pond voor den vinder
uit, doch die beurs is hij bepaald nooit kwyt
geweest."
„Maar leende uw vader hem dan geen 20
pond op den huweiyksdag?
„Jawel."
De Jong had ons beloofd dat hy, in Holland
gekomen, met myne zuster nog eens zou
overtrouwen volgons de Hollandsche wetten."
„Gaf De Jong zich nooit uit als schilder of
landschapschilder
„Neen wel beweerde hy te kunnen schil
deren en liet hy ons enkele niet kwade proe
ven van zyn talent zien, doch dat was slechts
liefhebbery."
„Wat is er gebeurd na zyn terugkeer uit
Calcutta?"
„Zooals ik zeide, hy kwam terug in 't laatst
van April en is tot den dag van zyn huwelyk
herhaaldelijk by ons geweest. Een dag of vier
voor de voltrekking van het huwelyk kwam
hy tot ons eti don loden Juni had het hu
welyk plaats. Daarna vertrok het jonge paar
naar Londen, waar het is gebleven tot den
volgenden dag en toen naar het vasteland is
overgestoken.
„Sedert hebben wy van myn zuster drie
brieven gehad: één er van gedateerd 20Juni
en geposteerd station Arnhemeen tweede
27 Juni, uit Antwerpen; een derde uit
Nymegen op 15 Juli."
De jonge man toonde my daarop de vao
do brieven gescheurde postzegels. De beide
enveloppen uit Holland waren beplakt mei
een aantal postzegols van 2'/2» van 1, van lf.
cent tot het bedrag van het verschuldigde por:
naar Engeland12'/2 centce brief uit
Antwerpen was slechts met één postzegé
gefrankeerd gewoest.
„Schreef uw zuster in die brieven veel ove:
haren man?"