Een woord van dankbare on diep govoelde
hulde aan mevrouw Vogel, die, herwaarts
gekomen om herstel van hare gezondheid te
zoeken aan de kusten der Noordzee, hare.
schoone gaven opnieuw beschikbaar wilde
stellen voor het schoone, liefdadige doel.
We houden er ons van overtuigd dat zy
eene eereplaats heeft verworven in de harten
van Noordwjjks weldenkende ingezetenen.
PeraoT«ril«ht
Het Utrechtsch Dagblad wfjst er in een
artikel, getiteld: Werklieden-pensioons
verzekering op, dat het vraagstuk dei
arbeiders-pensionneering thans in vele lande
of reeds opgelost, öf dicht aan de oplossin\z
is. In hot Duitsche Rijk bestaat reeds eeri"
wettelijke regeling en in Oostenrijk heeft men
de Noordelijke broeders nagevolgd.
„Wanneer men echter nagaat," vervolg i
het blad, „wat op dit gebied tot dusver in
Nederland is verricht, dan is de oogst zen-
schraal. Voor den ouden dag der werklieden,
fiie in dienst zijn van den Staat en van de
groote gemeenten, is althans gedeeltelijk ge
zorgd. Datzelfde is het geval met do werk
lieden, die in vasten dienst zijn van de beide
grooto spoorwegmaatschappijen. Ook hebben
sommige groote industriëelen ten behoeve van
hunne werklieden pensioenkassen gesticht.
Verder is door het particulier initiatief in
1885 tot stand gekomen hot Nederlandsche
Werkliedenfonds. Dit fonds heeft gedurende
de eerste 8 jaren van zijn bestaan (tot einde
1892) gesloten 1025 contracten van pensioen,
226 contracten tot uitkeoring van kapitaal
op zekeren leeftijd en 1971 contracten tot
uitkeoring van kapitaal bij overlijden. Het
geheele aantal afgegeven polissen bedraagt
3222, waarop verzekerd is eene totale som van
f 404,223.49 uitkeering ineens en 157,128.56
jaarlyksche uitkeering. In 1892 worden afge
geven 544 polissen, waarop verzekerd worden
99,635 uitkeering ineens en 28,663.18
jaarlyksche uitkeering; 231 verzekeringen
werden in 1892 door werkgevers of liefdadige
instellingen gesloten; trekt men dozen van
het totaalcijfer af, dan blijven er 313 over,
waarvan men dus mag aannemen dat zij door
werklieden gesloten zijn,"
Dat zijn, volgens het blad, de resultaten,
waarop het particulier initiatief in Nederland
kan wijzen. En het noemt het geen wonder,
dat met dit rosultaat, waartoe do vrijwillige
verzekering heeft geleid, voor oogen, dealge-
meene vergadering van de Vereoniging tot
bevordering van fabrieks-en handwerksnjj ver
heid, die op 6 en 7 September jl. te Enschedeu
werd gehouden, zich heeft uitgesproken ten
gunste van het stelsel van dwangverzekering
Het gelooft ook dat de pensioensverzekering
nimmer zal worden eene algemeene verzeke
ring, wanneer zjj aan de vrije beslissing der
individuen blijft overgelaten. De aard der
pensioens-verzekering verzet zich daartegen
deze is niet populair. Een hooger gezag moet
hier dwingend tusschen beiden treden. Zonder
het „heilige moeten" komt eene pensioens-
verzekering nimmer tot stand.
„Er werd beweerd," vervolgt het blad, „dat
niet onwil, voortspruitende uit onkunde en
zorgloosheid, maar onmacht do groote meor
derheid der werklieden tot dusver had weer
houden, gebruik te maken van de gelegenheid,
die hun geboden werd, om zich te pension-
neeren. Daarvoor mocht nog wel eenig nader
bewijs geleverd worden dan er op de hier
boven genoemde vergadering voor werd aan
gevoerd. Maar, aangenomen dat dit juist
ware, dan zou dit nog niet rechtvaardigen
dat de Staat hun den plicht om voor zich-
zelven te zorgen, uit de handen nam. De
heer Van Malsen, een man, in de praktyk
der nijverheid doorkneed, gaf eene andere
en betere oplossing aan do hand, waar liy
zeide, dat mon door middel van loonsverhoo-
ging moest maken, dat de menschon in staat
zijn, zich voor hun ouden dag te verzekeren.
Zou het daartoe niet kunnen komen in dit
geval, waar het een maatregel geldt, die niet
alleen algemeen zal zijn voor het gansche
land, maar waarvan men bovendien mag
aannemen, dat hij zich zal aansluiten by
geiyksoortige regelingen, geldende in nage
noeg alle beschaafde staten, die Nederland
op dit gebied zullen z\jn voorgegaan
Wy ge'ooven inderdaad dat dit do besto
manier is om de zaak tot oplossing te brengen.
Ook hierom, omdat men dan ten bate van
de pensioensverzekering kan aanwenden de
opvoedende kracht, die ia s e 1 f h e 1 p, in
eigen krachtsinspanning gelegen is. De be
weging ten gunste der werklieaenpension-
neering kan een groote zegen worden voor
het volk, wanneer zy wordt dienstbaar ge
maakt aan het aankweeken van don zin voor
eigen krachtsinspanning, de zuurdeesem, die
de maatschappy steeds naar beter doet streven,
en tevens het cement, dat haar byeenhoudt.
Daarmede is bestaanbaar hulp van den
Staat in dien zin, dat de belanghebbenden
worden gesteund in hunne pogingen, door
dat de Staat op zich neemt wat hy uit den
aard dor zaak beter kan verrichten, byv. do
zorg voor het beheer en voor de omvang
rijke administratie. Ook zouden wy niet at
keerig er van zyn, dat de Staat, bywyze va
overgangsmaatregel, finantieel by sprong ten
behoeve van de werklieden, die reeds te ou i
geworden zyn, zoodat het bedrag van d
verzekeringspremiën, die zy nog kunne-
storten, zoolang zy valide zijn, niet voldoend
in hunne pensionneering zou kunnen voo-
zien. Buitengewone hulp van Staatswege in
den geest waarin byv. de Maatschappy tot
exploitatie van Staatsspoorwegen het door
baar in 1873 opgerichte pensioenfonds is te
hulp gekomen ten behoeve van de vóór 1873
reeds by haar werkzame ambtenaren, zou
naar onze meoning wel te rechtvaardigen zyn."
Onder het hoofd Justitie gaf De Stan
daard dezer dagen het volgende artikeltje:
De opsporing van misdaden is ongetwyfeld
eene veel zwaarder taak dan eertyds geworden,
nu ook aan den misdadiger veel sneller mid
delen van beweging ten dienste staan.
Toch ontrust het ons geyoel van zeker
heid, dat de justitie ten onzent in korte jaren,
zoo slag op slag, by gruweiyk gepleegde
moorden, onmachtig bleek, om den dader te
vinden.
De moord te Haarlem, de moord te Am
sterdam op de Prinsengracht, de moord te
Os, en nu weer de geheimzinnige zaak van
Do Jong, verzwakken het vertrouwen, dat
lange jaren in de vindingrykheid der justitie
gesteld werd.
Deze indruk is algemeen, en wordt in alle
kringen uitgesprokenen juist daarom hopen
we te meer, dat do justitie thans gelukkiger
moge zyn.
Toch ryst ook nu weer de vraag, of de
middelen, die men kiest, op het beoogde doel
berekend zyn.
In Arnhem is nu 25, in het Gooi ƒ100
uitgeloofd voor het vinden van de ïyken der
twee vrouwen, wier vermoording ondersteld
wordt.
Is dit nu, zoo vraagt men, eene som aan
den ernst der zaak geêvenredigd?
In Engeland loofde men meer dan eens
premiën van ƒ2000 en meer guldens uit;
en het lokaas werkte probaat.
Bloedhonden slaagden er meer dan eens in,
in een bosch of op een breed terrein de
plaats op te snuffelen, waar het bewys van
eene misdaad verborgen lag. Waarom dit
middel ook nu niet aangewend? Hier nam
men gewone trekhonden van de vischkarren.
Govoel van zekerheid onder het schild der
justitie is eene der eerste weldaden, die de
stille burgery van hare justitie vraagt.
Laat dit govoel ook ten onzent niet teloor
gaan!
Het September-nummer van De Economist
bevat eene beschouwing van mr. A. D. Van
Assendelft de Coningh, getiteldDe demo
cratie en de schatkist. De schryver
drukt hun, die de democratie een goed hart
toedragen, als eerste plicht op het gemoed
matigheid by het eischen van den Staat en
by het beloven aan het volk.
In deze dagen is de wetgever, door welk
kiesrecht ook gekozen of tot welke staatkun
dige richting behoorende, verplicht veel van
de schatkist te vergen. Hy zal zich niet kun
nen onttrekken noch aan de beloofde verlaging
van een deel der personeele belasting, noch
aan voorziening in den finantiëelen nood veler
gemeenten, noch aan de medewerking tot lots
verbetering van oude of verminkte werklieden.
En wanneer de ongunst der tyden blyft voort
duren, zal ook de landbouw krachtiger moeten
worden gesteund. Dit alles zal zonder groote
geldeiyke offers niet tot stand kunnen komen.
Maar men vraagt nog veel meer; uitvoering
van openbare werken op groote schaal ter
bestrijding der werkloosheid, overneming der
armenzorg door het Ryk, invoering van leer
plicht, uitbreiding van het vakonderwys, voe
ding en kleeding voor arme schoolkinderen,
kosteloos onderwys, verhooging van de jaar
wedden der lagere ambtenaren, notarissen,
die uit de Staatsruif eten en wat niet al meer
vooral ter verbetering van sociale en hygiëni
sche toestanden!
En cm nu de oplossing dezer vraagstukken
niet te gemakkeiyk te maken, wil men den
wetgever tevens de verplichting opleggen, alle
belastingen, die op den arbeidenden stand en
de kleine burgery drukken, af te schaffen en
die op de middelklasse krachtig te vermin
deren. Men wil ongeveer van den Staat wat
onlangs de Amsterdamsche gemeenteraad
vergde van concessionnarissen voor de nieuwe
tramlynen: een maximum van verplichtingen,
gepaard aan eene aanzienlyke beperking der
inkomsten.
Dat deze eischen elkander ton deele uit
sluiten, en juist door hunne overdryving, het
mogelijke als onvoldoende doen versmaden en
dus onbereikbaar maken, zal ook door de meer
ontwikkelde democraten worden beseft.
Op de vraag waar het geld voor al de
hervormingen vandaan moet komen, luidt
gewooniyk het antwoord, dat de vermogenden
nog altyd veel te weinig betalen en op hen
dus d9 kosten moeten worden verhaald. Maar
d9 schr. waarschuwt, dat er voorde belasting
van het kapitaal eene natuurlyke grens bestaar,
duideiyk genoeg om de illusie te temperen, dat
nu eindelyk de hoorn des overvloeds is gevon
den, waaraan men slechts heeft te schudden om
voor allo hervormingen geld in de schatkist te
krygen. Men zal zich moeten wachten om
door overdreven opvoering der vermogens
belasting de hen met de gouden eieren te
slachten en, in plaats van meer, minder te
ontvangen. Nog veel minder dan de vermo
gensbelasting zal hare jongere zuster, de bo
dryfsbelasting, vatbaar zyn om krachtig te
worden verhoogd en zoodoende de inkomsten
der schatkist aanzienlijk te versterken. Alleen
by eene lage heffing mag ook hier op voldoende
medewerking der belanghebbenden gerekend
worden. De belasting der doode hand zal
vooreerst nog wel tot de vrome wenschen
bly ven behooren. Slechts éóne directe belasting
is er, waarvan te verwachten is dat zy vry
wat meer voordeel aan den Staat zal kunnen
opleveren, nl. het successierecht. Ook daarop
mogen echter geene overdreven verwachtingen
gebouwd worden, want do meeste vermogens
gaan over in de rechte lyn en daarvoor zal
het tarief altyd laag moeten bly ven in het.
belang van het familieleven en om te voorko
men, dat de ontduikingen, die thans reeds
niet zeldzaam zyn, tot een algemeen gebruik
worden.
De meerdere opbrengst, uit onze directe
belastingen te gemoet te zien, blyft by enkele
millioenen, terwyi de schatkist hare inkomsten
mot tientallen van millioenen zal moeten zien
toenemen, al bepaalt men zich tot eene bloem
lezing uit de meest courante hervormings
plannen. Men behoeft daartoe niet eens verder
te gaan dan hetgeen door de tegenwoordige
Regeering beloofd is.
Hoe zal er onder deze omstandigheden te
denken zyn aan afschaffing op groote schaal
van indirecte belastingen? vraagt de schr.
„Indien niet alle teekenen bedriegen, zal da
democratie weldra evenals Hercules op den
kruisweg staan en moeten kiezen tusschen
tweeërlei regeerstelsel. Wii men zich bepalen
tot verzekering der vryheid, voor zoover deze
niet in stryd komt met de openbare orde, dan
is er geene reden waarom by een zuinig be
heer, gepaard aan een doelmatig belasting
stelsel, de lasten, die op het volk drukken, niet
nog m*.er kunnen worden verlicht. Wil men
daarentegen, een grootscher werkkring kie
zend, de vryheid ondergeschikt maken aan de
eischen van volkswelvaart en rechtvaardigheid,
door middel der wetgeving zooveel mogoiyk
de hardheden wegnemen, die uit de ontwik
keling der maatschappelyke verhoudingen zyn
voortgevloeid, dan stelt men zich een doel,
zonder belangryke offers van het geheele
volk kan worden bereikt."
De schr. betoogt dat men in Frankryc en
elders de behartiging der volksbelangen niet
op zoo onbekrompen wys ter hand had kun
nen nemen, als men niet in ruime mate over
de opbrengst van indirecte belastingen te be
schikken had. Het is volkomen waar, dat
inkomsten- en successiebelastingen, binnen
zekere grenzen, beter zijn dan verbruiksbe
lastingen of invoerrechten. Maar als men den
Staat vele en groote zaken tot stand wil doen
brengen, heeft deze ook veel gold noodig. Als
dus het totaal bedrag der belastingen aan-
zieniyk moet zyn, kan het niet anders of
men kan zich niet uitsluitend tot do uit een
economisch oogpunt meest aanbevelenswaar-
digen bepalen. Voor een gedeelte van bet be
drag zal men tot minder goede zyne toevlucht
moeten nemen of wel den omvang der staats
zorg beperken.
Evenwel zou de mogelykheid overblyven,
dat de nadoelen, aan het behoud der indirecte
j belastingen verbonden, grooter zyn dan de
j voordeelen, die voor de arbeidende klasse uit
eene uitbreiding der staatszorg zullen voort
vloeien..
De Rotterdamsche correspondent van do
Zwolsche Courant schryft:
Nu men in de gelegenheid is geweest deze
nieuwe manier om het geld der ge-
meontenaren te doen vloeien in de g e-
meentekas in de practyk te zien, is de
weinige sympathie, die het ontwerp en later
de verordening had, niet grooter geworden.
Er is ontevredenheid, zelfs by de „goedge-
zinden"; wie zelf de klassen bepaalde, waarin
hy volgens zyn inkomen thuis behoorde, en
niet hooger werd aangeslagen, is ontevreden,
omdat hy meent, zich te hoog te hebben
opgegeven; wie hooger aangeslagen werd
dan zyne eigen opgaaf, is ontevreden, en zy,
die de „ambtshalve rangschikking" afwachtten,
zyn eerst recht ontevreden. Daarbij komt nog,
dat de meeste belastingschuldigen de open
baarheid van het kohier naar 't schijnt
eene onvermydelyke onhebbelykheid heel
onaangenaam vinden. Er wordt—zegt men
queue gemaakt door de onbescheidenen, die
het kohier wenschen te raadplegen; wat is
dan ook geschikter onderwerp dan een praatje
over 't inkomen van een buur, een klant
of een concurrentEn niemand behoeft er nu
meer een slag naar te slaan hoeveel Jan of
Jaap te verteren heeft. In eene handelsstad is
de wetenschap hoe groot iemands inkomen
is, lang geene onverschillige zaakof het goed
is, die wetenschap tot gemeen goed te makon
Maar daarmede zouden we komen tot eene
recapitulatie van de grieven, bij do behande
ling van 't ontwerp ter tafel gebracht.
A propos de heer mr. J. Van Gennep,
die zeer gekant was tegen deze belasting en
er in den Raad menig woordje over zeide,
gaat de stad verlaten en zich elders vestigen,
men zegt in Den Haag. Ik noem dezen naam,
omdat de heer Van Gennep eene bekende
persooniykheid is; maar nog verscheidene ge
goede familiCn vertrekken evenzeer binnen
kort. Of dat nu de uitkomst is van de in
komsten-belasting? Misschien heeft zy den
doorslag gegeven. Rotterdam heeft niet veel
attractions, geene fraaie omstreken,
weinig wandelwegen, veel gery en weinig
welwillende voetgangers en dan nu weer
die inkomsten-belasting.
Intusschen gaat het gehalte van de be
volking er niet op vooruit; de bemiddelden,
die hunne kans schoon zien, gaan er uit, en
telkens als er een uitgaat, wordt op do lysten
der contribuanten aan weldadigheids-genoot
schappen, aan vereenigingen voor kunst en
wetenschap, aan nuttige instellingen van
allerlei aard weder een naam geschrapt. Een
naam, die niet zoo gemakkeiyk vervangen
wordt, want wel neemt het cyfer der be
volking toe, maar de drommen werkloozen
en onbemiddelde handwerkslieden, van welke
ieder jaar een paar duizend meer komen dan
gaan, brengen der stad geene welvaart aan.
Tout commecheznous, mag men
wel te Amsterdam zeggen, oordeelt Dc Tijd
al was het ook, dat den allerlaatsten tyd in
den toevloed van onvermogenden eene zekere
ebbe kon geconstateerd worden. Zyn wy wèl
ingelicht, dan zouden weder verscheiden zeer
vermogende stadgenooten besloten zyn, hunne
woonplaats elders te vestigen.
Gemengd Nieuw»,
"Woensdag 27 September 1.1. heeft
te Wassenaar vanwege de Hollandsche Maat
schappy van Landbouw eene stieren- en
rammenkeuring plaats gehad.
Elf stieren en acht rammen waren aange
voerd. De geringe deelneming en het ongun
stige weder gaven aan het geheel weinig
feestelyks.
Eene firma te 's-Gravenhage is
dezer dagen voor eene vry belangryke som
opgelicht. Hiervan wordt verdacht een jong-
mensch uit Indiö van omstreeks 25-jarigen
leeftyd. Vermoedelyk is hy naar Rotterdam
vertrokken.
Het nieuwe hoofdgebouw van
het station te 's Gravonhage der Holl IJzeren
Spoorwegmaatschappy zal waarschyniyk den
4den October a. s. in gebruik worden genomen.
In de P. -C.-Hooftstraat, by de
Yan-Baerle-straat te Amsterdam, is een schoor
steenveger uit de dakgoot van eene 3de étage
gevallen en in den tuin terechtgekomen.
Naar het Binnen Gasthuis vervoerd, bleek hy
by aankomst aldaar reeds overleden.