N°. 10311.
A®. 1333.
feze Gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
aandasï 3 October.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijko Notnmers0.06.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere rogol meer f0.l7j.
Grootere lettere naar plaatsruimteVoor hot
incassceren buiten do stad wordt f\).03 berekend.
Eerste Blad.
Leiden, 30 September.
Aan Bargumeester en Wethouders der
gemeente Leiden is het volgende adres in
gediend
Geven met verschuldigden eerbied te kennen
A. Ephral'm, A. C. M. Van Noort, Joh. Hee-
meyer, Chr. E. J. Verhaaff, A. Boom, J.
Erades en Z. A. Smit, allen koffiehuishouders,
tappers en slyters, wonende te Leiden (tevens
leden van het bestuur der afdeeüng Leiden
van de Vereeniging van handelaren in sterken
drank in het klein „Vergunning", gevestigd
te Amsterdam, welke Vereeniging op hare
gewijzigde Statuten de Koninklijke goedkeuring
heeft aangevraagd, maar nog niet verkregen,
om welke redsnen ondorgeteekenden meenen
beter te doen door zich niet in qualiteit,
maar voor zichzelven tot UEdelachtbaar college
te wenden)
I. dat naar de meening van adressanten
bjj de laatste herschatting der vergunnings
rechten te Leiden gebleken is, dat de her-
schatters, uitgezonderd alleen hy, die door
de belanghebbenden zeiven was gekozen, eene
onjuiste uitlegging geven aan de woorden
van art. 6 der Wet van 28 Juni 1881 (Stsbl.
no. 97)„De huurwaarde in verband met
don omvang van het bedrijf";
dat z\j namelijk eerst de huurwaarde van
de lokaliteit vaststellen, die deze hebben zou,
wanneer er in het geheel geen bedryf in
werd uitgeoefend, en vervolgens op eene
mysterieuze wijze deze huurwaarde in ver
band brengen met de hoeveelheid gedistilleerd,
die is ingeslagen;
dat, naar het oordeel van adressanten, deze
wijze van te schatten, in verschillende op
zichten onjuist is
dat toch allereerst de huurwaarde van eene
lokaliteit, waarin een bedrijf wordt uitgeoefend,
geschat in de veronderstelling, dat er geen
bedrijf in wordt uitgeoefend, een fictief iets
is, dat op zichzelf geone reden van bestaan
heeft,, en dat ook geen steun vindt in do
Wet, aangezien de Wet spreekt van eene
„huurwaarde in verband met den omvang
van het bedrijf", derhalve eene huurwaarde,
geschatlo. in de veronderstelling, dat er
een bedrijf in wordt uitgeoefend2o. in ver
band met dat bedrijf
dat de absurditeit van het schatten der
huurwaarde van eene lokaliteit, waarin een
bedrijf wordt uitgeoefend, in de veronderstelling
dat er geen bedrijf in wordt uitgeoefend, dui
delijk in het oog springt, wanneer rnen slechts
denkt aan het geval, dat iemand een schouw
burg zou schatten, alsof het eene boerderij
was, of alsof het niets was
dat de huurwaarde van een schouwburg in
de veronderstelling, dat er geen bedrijf in
wordt uitgeoefend, ongetwijfeld nul is, en zoo
ook de huurwaarde van menige tapperij, in
de veronderstelling, dat er geen bedrijf in
wordt uitgeoefend, ongetwijfeld nul zou zijn;
dat in de tweede plaats aan de woorden
der Wet: „den omvang van het bedrijfeene
onjuiste beteekenis wordt gegeven, door te
schatten alleen naar den inslag van het
gedistilleerd
dat daarbij zonder twijfel ook moet worden
gedacht aan de winst, die gemaakt wordt,
derhalve aan de prijzen, die de tapper voor
zfine consumpties rekent; zelfs daaraan of
hü het gedistilleerd schenkt in een groot of
in een klein glas, of hy veel of weinig ster ken
drank per maat verkoopt, enz.;
dat in de derde plaats de woorden „eene
huurwaarde in verband met den omvang van
het bedrijf", in de Wet alleen zijn opgenomen,
om café's, waar behalve sterken drank ook
ander consumabel wordt verkocht, voor die
andere consumptie geen vergunningsrecht te
laten betalen;
dat dit duidelijk volgt uit de in do Tweede
Kamer gehouden beraadslagingen over art. 6
der Drankwet en eveneens uit de wijziging
van het artikel door Z. E. don minister
Heemskerk, duidelijkheidshalve, gelijk Z. E.
zeide, voorgesteld; namelijk: „als grondslag
voor de berekening van het vergunningsrecht
wordt aangenomen de jaarlijks te schatten
huurwaarde, die de lokaliteit, als verkoopplaats
van sterken drank in het klein, gerekend
wordt te bezitten, onder aftrek van hetgeen
van die huurwaarde kan worden toegeschreven
aan het debiet van andere zaken". (Zie: Goeman
Borgesius ,de Nederlandsche Drankwet",
pag. 123);
dat het natuurlijk voor de belanghebbenden
wenschelfik is, dat de schatting in het vervolg
gegrond zij op deze juiste en niet op eene
onjuiste opvatting der wet.
H. dat bij het Raadsbesluit tot regeling
van het gemeentelijk recht, te heffen voor
het verleenen der vergunning tot het uitoefenen
van den kleinhandel in sterken drank binnen
de gemeente Leiden, aan ieder der herschatters,
voor elke herschatting van gemeentewege
eene som van twee gulden wordt betaald,
dat dus elke herschatting f 4. - of f 6.— kost,
welke kosten, volgens dit Raadsbesluit voor
de eene helft door de gemeente en voor de
andore helft door den belanghebbende worden
gedragen;
dat echter in de meeste andere groote ge
meenten van ons land de regeling zóó is,
dat de kosten van eene herschatting geheel
worden gedragen door den belanghebbende,
indien, na de herschatting zijn aanslag in de
vergunningsbelasting dezelfde blijft als bij de
eerste schatting; doch dat in het tegenover
gestelde geval, dus wanneer bij herschatting
de aanslag verminderd wordt, de gemeente
de kosten der herschatting ten volle betaalt;
dat adressanten deze regeling veel billijker
achten en ook in deze gemeente gaarne eene
dusdanige regeling ingevoerd zouden zien:
redenen waarom adressanten UEdelacht
baar College verzoeken, zulke maatregelen te
willen nemen, als Uw College dienstig zal
achten om aan de grieven van adressanten
te gemoet te komen.
't Welk doende, enz.
(Volgen de bovenvermeldo onderteekeningen).
In de gemeente Benthuizen zal van de
vrijwillige oefening in den wapenhandel geen
gebruik worden gemaakt, aangezien zich daar
toe geen enkele jongeling heeft aangegeven.
De loting voor de nationale militie voor
de gemeente Voorschoten zal plaats hebben
op 20 Oct. a. s. te halftwaalf aan den Leid-
schendam.
Het overgroot aantal sollicitanten naar
de betrekking van rijks-veld wachter maakt
het noodzakelijk vooreerst geene nieuwe sollici
tanten daarvoor in aanmerking te doen komen
mitsdien zal op do alsnog tot dat einde in
gediend wordende verzoeken vooreerst geen
acht meer worden geslagen.
Omtrent den gezondheidstoestand van
den heer W. F. G. Nicolaï verneemt het
„D. v. Z.-H." dat de lyder langzamerhand in
beterschap toeneemt. Hy zal echter in de
eerste dagen zijne werkzaamheden als directeur
der Kon. Muziekschool te 's-Gravenhage nog
niet kunnen hervatten.
De Koningin heeft aangekocht oen schil
derij van Artz en de Koningin-Regentes eene
teekening (aquarel) van Bisschop, beide stuk
ken herkomstig uit den kunsthandel van den
heer Biesing, Molenstraat te 's-Gravenhage.
De Koningin-Regentes heeft bovendien aan
gekocht een schilderij van Duchatel, dat ge-
exposeerd was op de jongste tentoonstelling
van schilderijen van levende moesters in de
Haagsche Teekenacademie.
De generaal-majoor C. H. F. Graaf
Dumonceau, adjudant-generaal van H. M., is
benoemd tot president van de Hofcommissie,
ter vervanging van wijlen mr. R. J. Graaf
Schimmelpenninck van Nijenhuis.
Naar men ons mededeelt, zijn van de
Nedeilandsche inzenders op de tentoonstel
ling te Chicago alsnog bekroond: de heeren
Jurrissen, te Naarden en Boskoop, en de
„Nursery association," te Boskoop, voor
planten; de heer IJzermans, te Vlaardingen,
voor haring en vischtuig; het Instituut van
ingenieurs en de heer A. Huet, te Delft voor
teekeningen. HC)
De minister van binnenl. zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden dat te ver
vullen is de botrexking van leeraar in ge
schiedenis en aardrijkskunde aan de R. H. B -S.
te Warffum. Jaarwedde f 1800.
Zij, die voor deze betrekking in aanmerking
wenschen te komen, gelieven zich vóór 10
Oct. a. s. aan te melden by den inspecteur
van het middelbaar onderwys dr. A. T. Van
Aken, te 's-Gravenhage.
De minister van binnenl. zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat in den
loop der maand Dec. a. s. gelegenheid zal
worden gegeven tot het afleggen der examens
ter verkryging van een getuigschrift als
vroedvrouw.
Zy zullen worden afgenomen te Amsterdam.
Zy, i ie tot deze examens wenschen te
worden toegelaten, worden uitgenoodigd daar
van vóór 15 Nov. a. s. schriftelijk opgave te
doen aan den inspecteur voor het genees
kundig Staatstoezicht voor de prov. Noord-
Holland, dr. J. P. Dozy, te Amsterdam, en
by het verzoek om toelating een extract uit
de registers van den burgerlyken stand over
te leggen, waaruit blykt dat zy den leeftyd
van achttien jaren hebben bereikt, en hetbe-
wys dat zy als leerlingen-vroedvrouw by een
geneeskundigen inspecteur zyn ingeschreven
en dat zy minstens tien gewone verlossingen
in tegenwoordigheid van een bevoegd verlos
kundige hier te lande hebben verricht.
Het stoomschip „Admiral", van Hamburg
en Amsterdam naar O.-Afrika, vertrok 28 Sept.
van Napels; de „Kaiser" arriveerde 27 Sept.
van Hamburg en Amsterdam via Zanzibar
te Mozambique; de „Prinses Amalia", van
Batavia naar Amsterdam, vertrok 28 Sept.
van Colombo; de „Edam", van Nieuw-York
naar Rotterdam, passeeerde 28 Sept. Prawlo-
point; de „Jason", van Amsterdam naar
j Batavia, arriveerde 28 Sopt. te Gibraltar; de
I „Kanzier", van Oost-Afrika naar Ylissingen
en Hamburg, vertrok 27 Sept. van Lissabon
de „Obdam", van Nieuw York naar Rotterdam,
passeerde 28 Sopt. Wight.
Op gescheiden wegen.
50.)
„Hy, die haar alleen om der wille van haren
echtgenoot en van haar kind de hand boven
't hoofd hield, en die de eenige was, welke zy
vreesde, omdat hy haar ware karakter door
grond had, en wien ook haar misdadig gedrag
ten opzichte van zyne zuster niet geheel on
bekend was gebleven, had een wees in zyn
huis opgenomen, waaraan zyn eenzaam hart
met onbeschryfiyke liefde gehecht was. Dezen
indringer haatte zy, nog eer zy hem gezien
had, doch de bloedige ster, die haar by hare
onzalige plannen met Lilly had voorgelicht,
was ondergegaan; zy slaagde er niet in den
verpleegde van zijn opvoeder te scheiden, zy
vermocht zelfs geene voorbygaande schaduw
tusschen hen beiden to werpen. Daarover ver
bitterd, zocht zy zich op allerlei andere wijzen
op den knaap te wreken, en haatte ten slotte
ook nog den man, wiens genadebrood zy at.
„Na den dood van haren echtgenoot, wiens
levensgeluk zy verwoest had, keerde zy in de
maatschappy terug, in de hoop, nog eenmaal
een rijk aanbidder te zullen krijgen. Maar zy
had geene rekening gehouden met de jaren;
zy was niet meer de eenmaal bewonderde
koningin van alle partyen en niemand deed
aanzoek om de hand der verouderde vrouw.
Toen sloeg zy den blik op hare schoone, byna
volwassen dochter, en eene nieuwe, vage hoop
d9eé karen boezem zwellen. Een vorst moest
haar schoonzoon worden, en mocht een graaf
het willen zyn, dan moest hy althans een
meer dan vorsteiyk vermogen bezitten. Zóó
zich plotseling moeder gevoelend, niet de lief
hebbende, maar de berekenende, werd haar
huis ten tweeden male de verzamelplaats van
de hoogst geplaatste aristocratie, tévens de
markt, waar zy met do schoonheid harer
dochter begon te woekeren.
„Onverwacht riep de man, op wiens kosten
zy dit leven leidde, haar tot zich. Zy durfde
zyn wil niet weerstreven, en verdeemoedigd
als nooit te voren, moest zy hooren, dat hy
de hand harer dochter voor zyn pleegzoon
verlangde. En toen zy hem daarop met hoog-
moedigen trots tegentrad, zyn aanzoek, met
minachting van de hand wees, hem ook hare
plannen ontvouwde en zyn beschermeling een
van de straat opgeraapten jongen noemde,
zeide hy: „„"Wee u, Bella, wanneer gy myn
wensch niet vervult, want Arnold behoeft zich
zijn naam niet te schamen; laat ik u niet
moeten toeroepen, dat uw stand in de maat
schappy nog wel eens lager kon worden dan
den zynenl Wat ik u bidden mag, maak de
kinderen gelukkig; zy passen by elkander 1""
Toen riep zy heftig utt: „„Liever zou ik
wenschen, dat ik uw beschermeling met myn
adem kon vergiftigen, dan dat. ik hem myne
dochter, den trots van myn huis, tot vrouw
zou geven. Ziedaar myn laatste woord I""
„„Bella, keer tot uzelve in, sla een blik in uw
verleden; hebt gy u niets te verwyten?"" Zoo
sprak hy nog op vermanenden toon, maar juist
die zachtmoedigheid deed de woedende alles
vergeten steeds heftiger wordend, overstelpte
zy den reeds stervende met de bitterste, onge
gronde verwyten doch, niet meer, niet meer
over dat rampzalig oogenblik. Ge weet het
reeds sinds lang, dat ik de moordenares van uw
oom ben!"
„O, moeder, verscheur my het hart niet door
zoo te spreken, klaag uzelve niet verder aan,"
riep de blinde, op innig smeekenden toon,
terwyi zy voor het bed der zieke op de knieën
zonk en de lippen op hare klamme handen
drukte. Dat is alles lang, lang geleden; sinds
dien tyd zyt gy eene andero gowordenMoest
ik u in myne kindsheid ontberen, in ons tegen
woordig samenzyn hebt gy mff ruimschoots
schadeloosgesteld
j „Gy, met uw engelengemoed, met uwe
verdraagzame ziel, gy, zachtmoedige, met uw
hart even rein als dat van uw edelen vader,
die ter wille zijner liefde voor my alles gelaten
kon dragen", zeide de barones, niet in staat
langer hare tranen te weerhouden, terwyl
hare krachtelooze armen vruchteloos poogden
hare dochter tot zich te trekken, tot Astrea
zelve opstond, zoodat zy haar op de blinde
oogen kon kussen.
„Gy hebt zooeven gezegd, dat ik sinds dien
tyd eene andere ben, dat is zoo, want ein-
deiyk ben ik tot inkeer gekomen, maar wat
baat thans het berouw? Kan het gedane
daardoor ongedaan gemaakt wordenkan het
misdadige van myn gedrag, waarvan de ge
volgen niet uitbleven, daardoor worden uit-
gowischt? Ook ben ik nog niet aan het
slot myner bekentenissen; het ergste moet ik
u nog mededeelen!
„Op den dag, waarop ge met Van Langen in
het huweiyk tradt, werd ik eene mevegge! Van
myno wandeling door hot dorp teruggekeerd,
vond ik de meeste deuren van liet huis op de
hoogte niet gesloten. Door nieuwsgierigheid
j gedreven, hoe de jonge erfgenaam met het oog
op zyn huweiyk een en ander in de verschillende
vertrekken had ingericht, tradik ook 't stuaeer-
I vertrek van den overledene binnen en liet over
J alles myn blik gaan. (Wordt vervolgd.)