N°. 10283. Woensdag 30 Augustus. A0.1893. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Eene oudheidkundige reis van één dag. Feuilleton. Ver huize n. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 8 maandenƒ1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.,"0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt ƒ0.05 berekend. Slot.) Na deze geschied- en taalkundige mede- deelingen van den heer Jesse, werd ons verzocht het terrein van de ontgraving eens rond te wandelen. De directeur van 't werk wees ons de plek, waar verleden^ jaar de fundamenten van een muurwerk gevonden waren, de plaatsen waar een oude weg, een houten vloer, oen put ontdekt waren. Wp zagen, hoe de arbeiders bezig waren eene oude schuit, die 7 M. diep in den grond zat, te ontgraven. Er waren den vorigen dag een Romeinsche sleutel, een steenen kogel, eene fibula (doekspeld) en een mes uit te voorschijn gekomen. Vorder werden ons twee in elkander passende houten kuipen getoond, waarin een ijzeren puthaak en eene lanspunt gevonden waren. Bp die kuipen was eene lange houten goot ontgraven, welko waarschijnlijk diende om het water na gebruik te laten wegvloeien. In die goot had men 2 mooie waterkruikjes gevonden. Aan de andere zpde van den put bemerkten wy 1 meter in den grond een ouden weg, die uit tufsteenen, op en naast elkander ge stapeld, bestond. Deze weg was over eene lengte van ongeveer 40 H. blootgelegd. Nog eenigen tpd rondkijkende, kwam een der gravers met eenige sandalen aandragen, die hp juist gevonden had. Welke breode schoenzolen en met welke flinke sppkers voorziene schoeisels hadden die Romeinsche soldaten 1 Dezelfde graver liet ons de munten zien, die zpn kameraad opgedolven had. Bp nauwkeurige beschouwing ontdekten wp er de beeltenis van keizer Nero met zpne vooruit stekende kin op. Op de andere munten lazen wp de namon van de keizers Vespasianus en Trajanus, en van de keizerinnen Faustina en Julia Soaemias. Op onze vraag of het Praetorium (hoofdge- I bouw van den veldheer) en do porta Decumana I (hoofdpoort van de legerplaats) al gevonden waren, krpgon wp ten antwoord, dat de plaatsen, waar deze gestaan hadden, nog niet ontdekt waren, maar dat men vroeger, bp het graven van de fortgrachten, het valium (verschansing) en eene brug gevonden had. Toen verboten wp het terrein, dankbaar sgens den eigenaar van den burg, dat het ons vergund was geworden onze schreden te zetten op eene plek, geheiligd door de her innering aan die fiere Romeinen, dio hier gedurende meer dan 4 eeuwen hunne woon plaatsen hebben gehad. Wp mochten daarna nog de verdere collectie oudheden bezichtigen, die gedurende dezen zomer in de dorpsherberg onder dak gebracht waren. Langs het voetpad terugkeerende, kwamen wp weder op den Koningsweg uit. We pas seerden nu de schoon gelegen buitenplaats Oud-Amelisweerd, en bereikten zoo de „Ver gunning" van mejuffrouw Van de Vegt. Hier werden ons vloersteenen en dakpannen ge toond, die de Romeinsche soldaten zelf ge fabriceerd hadden. Het merkEX GER INF, eene verkorting voor: Excercitus Qermaniae Inferior is het leger van Beneden-Germanië, lazen we op vele van die steenen. Ook was er een gemerkt: LEG. XXX, eene verkorting voor: Legio XXX. Het dertigste legioen was hier dus gelegerd geweest. Enkele urnen en kannen, met sierlpk ge vormde halzen en ooron, eenige schalen, wel erg beschadigd, doch zeer elegant versierd, trokken verder onze aandacht. Op eenige scherven van Samisch aardewerk las ik de woorden: PROBVS, HARTfALIS, CIN- TVCNATVS, SERVA, CASSIVS; dit zpn de namen van de fabrikanten, die dit soort aarde werk maakten. Op enkele bespeurde ik de namen T. MAR. VICTORIS, T. TVSCI CANDIDI, die met een scherp voorwerp, een sppker of stift, in het aardewerk gekrast waren; dit zpn, naar ik hoorde, de namen van do eigenaars of ge bruikers der schotels. Mp word verzekerd, dat uit de schotels, waarvan ik hier de frag menten voor mp zag, Titus Marius Victor, Titus Tuscus, Candidus, hun middagmaal ge bruikt hebben. Op mpne vraag, waartoe toch die groote pzeren haken gediend hadden, kreeg ik ten antwoord, dat dit Romeinsche sleutels zpn. Het zou mp bepaald lastig geweest zUn zulk een zwaren huissleutel bp mp te moeten dragen. De kleine graflampjes bewonderde ik om hun aardig model, alsook een kourig rpg- schoentje, een sandaal, die, naar den vorm te oordeelen, aan eene dame moet toebehoord hebben. In 't bpzonder trof mpne aandacht eene gouden speld met vier juweelenaan den vorm alleen kon men zien dat zp antiek was, zo heeft voorheen gediend om eene toga van den een of anderen aanzienlpken Romein op den schouder saam te houden. Eenige schrpfstiften, waarvan het eene einde Seer spits is, werd gebruikt om de aanteekenin- gen of brieven, die men wilde schrpven, in een met was voorzien tafeltje te griffelen. Het platte uiteinde was bestemd om de in gekraste letters weer uit te wisschen. Deze stili deden mp denken aan de les, welke Horatius den vervaardiger van een geschrift geeft: „saepe stilum vertas", d. i. ge moet maar dikwpls de schrpfstift omkeeren, d. i. ge moet maar veel verbetering in uw geschrift makon vóór ge het onder de oogen van den lezer brengt. De verschillende lans-, speer- en pplpunten deden zien, dat er in het oude Vechten vroeger veel gevochten moet zpn, ze waren dan ook zeer gehavend. Alle voorwerpen op te noemen, dio er dezen zomer gevonden werden, is mp niet mogelpk alleen herinner ik mp nog 't Venusbeeldje met den Cupido. Die oude Romeinen hebben dus ook hier naast Mars, der. god des oorlog, Venis, de godin der liefde, gediend. We hadden nu van onze wandeling en van het aanschouwen van zoovele merkwaardige oudheden dorst gekregen. Het bier, dat juffrouw Betje op ons verlangen uit haren pskouden kelder te voorschpn gehaald had, smaakte ons dan ook uitermate goed. Na het gebruik van 't schuimende Cambrinus-vocht, was het noode dat wp van deze klassieke plek afscheid namen, maar het werd tpd om met den locaaltrein naar Utrecht te vertrekken en dan nog de verzameling te gaan bezien, die in het Utrecht- sche Museum op het Hoogeland bewaard wordt. We bedankten dr. Jesse voor zpne bereid willigheid, hem belovende de vrienden van oudheden in Leiden mededeeling te doen van het genot, dat do reis naar Vechten ons ver- verschaft had. Antiquarius. Gemengd Nleuwa, Men meldt aan het „Utr. Db 1." uit Rotterdam: Het voornemen bestaat het is haast niet te gelooven om hier een derdon blpvenden circus te bouwen. Do aanvrage daartoe is reeds bp B. en Ws. ingekomen. Hp zal eene oppervlakte van niet minder dan 5000 vier kante meters beslaan en twee arena's be vatten; hp zal geplaatst worden op de zand vlakte aan het einde der Hugo-De-Grootstraat, waar in den laatston tpd steeds do kermis wordt gehouden. Renz, de Berlpnsche circus-directour, zal zich met de exploitatie van dit paardenspel belasten. De twee vaste circussen, welke wp hier reeds bezitten, maken slechte zaken. Deze, dien men thans wil oprichten, zal niet minder dan 4500 zitplaatsen bevatten, en in dien nabp het centraal-station (de eerste, welko gereed kwam) vindt men enkele kermisavonden uitgezon derd geen honderd toeschouwers, en in den circus in de Zomerhofstraat, waar men door goedkoopere prpzen het publiek tracht te lokken, is het niet veel beter gesteld. Wie zullen dan die 4500 zitplaatsen moeten innemen? Het afmaken van honden. In verschillende bladen werd reeds vroeger de aandacht gevestigd op de wreede wijze, waarop te Amsterdam do door de politie opgevangen hondon worden afgemaakt. In het weekblad „Onze Hondon" van 10 Augustus 11. wordt thans opnieuw daarop gewezen, terwpl ds. J. B. T. Hugenlioltz, predikant te Aksel, het initiatief genomen heeft voor eene „monsterpetitie" aan den Raad der gemeente Amsterdam, opdat er ten slotte een einde kome aan eene wreedheid, die op het einde der 19de eeuw waarlpk „ongelooflpk" mag heeten. In het kort geschiedt het afmaken op de volgende wpze: De dieren worden levend, groot en klein, op en door elkaar in eene kist gestopt. Is deze wat te vol, dat hindert niet, dan wordt zp eenvoudig met geweld dichtgeperst en daarna te water gelaten! Welke tooneelen daar onder water worden afgespeeld tusschen de in doodsstrpd worste lende dieren, hoe de zwakken door do sterken worden verdrukt, verminkt, verscheurd, dat alles laat ik met gerustheid over aan de ver beeldingskracht van ieder, in wiens borst menscheipk gevoel huist. Wordt soms de kist te spoedig weer opgo- haald, zoodat de dieren weer bpkomon, dan volgt eene tweede onderdompeling, en zp sterven een dubbelen marteldood. Alle pogingen om aan deze barbaarschheid een einde te maken, bleven vergeefseh; zelfs op het grootmoedig voorstel van een dieren vriend, die geheel kosteloos een „asphyxatio- oven" aanbood, werd afwpzend beschikt! In overleg met ds. Hugenholtz is de heer I. C. Neiszen, te Rotterdam, bereid van allen, die wenschen hun naam onder genoemd adres geplaatst te zien, de naamkaartjes als bewps van adhaesie in ontvangst te nemen. Volgens de „Herald" is te Nieuw- York eene voorname firma in metalen, Wallace Sons, failliet. Het passief bedraagt 875,000 dollars. 3.) Deze zou een waar genot zpn geweest, zoo niet tal van huurlustigen het op alle mogelpke uren van den dag in het kamp der Alten onveilig hadden gemaakt," want mpn- heer was onvoorzichtig genoeg geweest geen vasten tpd voor het bezichtigen gesteld te hebben. Mevrouw vond dit achteraf gezien ook onbegrppelpk van haren man, die van het practische leven maar niet op de hoogte scheen te kunnen komen. Het huurbord deed niets dan lokken. Als de bel ging, begon mevrouw, ondanks haar kostelpk verhip f aan zee, al te beven als uiting barer zenuwen, waaraan haar man door te gaan zitten nu niets kon doen. In den geest toch zag ze reeds weer vreemde indringers in de geheimste hoekjes harer woning. Een centenaarslast viel haar dan ook van het harte, toen het huurbord van haar huis was weggenomen, al misgunde zp haren huisheer zpn geluk boven velen zpner collega's, die met hunne betere perceelen „in de maag bleven zitten." Volgens mevrouw had hp zpn Bucces te danken aan haren smaak om te meubileeren en aan haren netten inboedel. Dit maakte nog wat van het ouderwetsche huis 1 Intusschen echter was de periode van wanorde, de verschrikkelpke tpd, nog weer zinwekkender voor de meeste heeren der schepping dan de groote schoonmaak, aange broken, noodzakelpk voorafgaande aan elke fatsoenlpke verhuizing. Met den dag werd het gepak heviger, nam het afdanken, weggeven, verkoopen en breken toe. Met het uur werd het oude verblpf der Alten onbehaaglpker en onbewoonbaarder. De ramen werden beroofd van gewone, alsmede van staatsie-gordpnen spiegels en schilderpen, alsook de portretten van mevrouw in de eerste en mpnheer in de tweode plaats, op hun voordeeligst en deftigst, verdwenen allengs van de wanden en gleden naar de diepte weg; de sofa's, fauteuils en crapauds kregen practische overtrekken aan, uitnoodigende tot minder consciëntieuze be handeling. Glaswerk en porselein werden verpakt zooals dat met breekbare waar ook reeds bp de voorvaderen geschiedde, tot op een klein restje na, waar beschaafde menschen als de Alten nu eenmaal niet buiten kunnen. Eindelpk was de groote dag, de verhuisdag, daar. Het was gelukkig mooi weer! De heer des huizes ontving de strenge order zich niet vóór tien uren des avonds in de nieuwe woning te laten zien. Of hp blp was! O ja, hp zou wel maken dat hp klaar kwam! Ook de dienstboden vonden deze order verstandig. Nu het er op aan kwam een man de wet voor te schrpven (en dan nog wel den „meheer"), waren zp het volkomen eens met hare meesteres hetgeen anders even zeldzaam was als regen in den zomer van dit jaar. Eene bevriende familie viel het twpfel- achtige geluk ten deel gedurende den gan- schen dag het kroost der Alten te herbergen. De kinderen vonden dit een feest; het op één na 't kleinste meisje dacht onwillekeurig aan een ooievaar en aan een heel klein zusje. Inmiddels had het verhuizingsproces bpna onafgebroken plaats. Er waren heelwat krachten voor noodig. Toen papa Hendrik geruimen tpd over den als grens bepaalden termpn zeer goed ge humeurd thuiskwam, vond hp zpne dierbare verhuisde gade in tranen. Eene kist met „haar" allerfijnste glaswerk was door de „wilde" verhuismannen onbarmhartig van den wagen op de straat gegooid. „Ik had nogal fragile op de kist laten zet ten, maar zulke lomperds hebben voor niets oog; elk stuk is beschadigd", 3nikte mevrouw. De dame weende zóó bitterlpk, hare tranen vloeiden zóó overvloedig, dat haar man de grootste moeite had om dezen stroom tegen te houden. Dit gelukte hem dan ook slechts alleen door een paar gewaagde beloften, welke hp zich den volgenden morgen, tot moreele ontzetting van mevrouw, niet meer kon herinneren. Na eene week bracht mevrouw Koog hare boezemvriendin het eerste bezoek in hare nieuwe woning. Toen de gebruikelpke vragen naar elkanders gezondheidstoestand en dien der familién waren gedaan en beantwoord, werd een tocht door het huls ondernomen, waarbp bleek dat deze woning naar de moo ning van de mevrouw uit het Plantsoen verro van volmaakt was. In het salon teruggekeerd, riep mevrouw Koog vol verbazing en als zag ze dit nu eerst, uit: „Maar, wat zie ik? Uw salon is geheel nieuw gemeubileerd?" „Ja", antwoordde mevrouw Alt met oen onderdrukten zucht; we zagen ons daartoe genoodzaakt." (Slot ommezijde.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 5