DAGBLAD. K°. 10275. A0.1833. feze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nomnicr bestaat uit DRIE Bladen. Derde Blad. Kikeriki. Leiden, 19 Augustus. T Maandag 21 Aiigustus. PRIJS DEZER COURANT: Ycrar Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per p09t1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADTERTENTIÉN: "Van 16 regels f 1.05. Iedere regel moer f0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit nomnier verzonden No. 48 van Kikeriki. In de vergadering van den Raad der gemeente Leiden, op Donderdag 24 Augustus a. s., zal o. m. worden behandeld de rekening van ont vangsten en uitgaven der gemeente over het dienstjaar 1892. De heer C. P. "W. Kriens, luitenant- kapelmeester van het gemeentelijk muziek corps te Haarlem, is thans van het hem over komen, bekende ongeval, waarby hij aan het oog verwond werd, gelukkig hersteld, zoodat hy het 5de zomercorcert, a. s. Dinsdagavond in „Zomerzorg" alhier te geven, weer zelf zal dirigeeren. De heer Legrand, gezant van Frankryk by ons Hof, zal Zondagmiddag voor eenigen tyd met verlof naar Parys vertrekken. Naar wy vernemen, is de heer M. Van der Sluys, inspecteur van het abattoir te Amsterdam, door de Fransche regeering tot officier der orde van den „Mérite Agricole" benoemd. Er circuleert te 's-Gravenhage een adres aan don gemeenteraad, reeds onderteekend door vele ouders van meisjes van 10 tot 14 jaren, met verzoek in een ander gedeelte van de stad, raeer gelegen in het centrum, te stichten eene burgerschool voor meisjes, zooals thans eene in de Atjehstraat bestaat. De behoefte aan zoodanige inrichting voor onderwijs doet zich in het midden der stad sterk gevoelen. Op den derden dag van het Internationaal Matighoidscongres te 's-Gravenhage wekte de mededeeling over de propaganda onder de Nederlandsche onderwijzers veel belangstelling. De vraag of matig gebruik van licht, onver- valscht bier schadelijk is, lokte een warm debat uit. Dr. Ruysch, dr. Baer en dr. Schmidt ontkenden het en eerstgenoemde beriep zich op tal van Nederlandsche autoriteiten. Dr. Koch, mevr. Semer, dr. Gunning, dr. Forel en anderen hielden sterk het schadelijke van het bier vol. In 't algemeen bleek, dat de Duit6chers en Nederlanders biergebruik niet afkeuren. De Engelschen en Zwitsers sterk. Kapitein Van de Veur (Hellevoetsluis) hield eene belangrijke rede over de middelen, waardoor in het Nederlandsche leger de dron kenschap wordt bestreden. Op voorstel van den voorzitter der Perma nente Commissie werd besloten het Uitvoerend Comité van het Haagsche Congres als Per manent Comité te benoemen, waaraan worden toegevoegd de heeren Berner, Ford en Miss Gray. Verder werd besloten het volgende congres te houden te Bazel in 1895, en zulks na eenige discussie, daar ook te Londen door sommigen het congres werd verlangd. De voorzitter dankte, na afhandeling der verdere onderwerpen, alle aanwezigen voor hunne opkomst, vooral de sprekers en de rapporteurs. Ten slotte bracht hy nog hulde aan H. M. de Koningin. De heer Berner bracht onder luide bijvals betuigingen dank aan den voorzitter, waarna het congres gesloten werd. Des avonds was er nog eene slotbijeenkomst in het gebouw van Kunsten en Wetenschappen. Naar wy vernemen, moet de heer H. J. Schimmel voornemens zyn het voorzitterschap van den Raad van Beheer van de koninklijke vereeniging „Het Ned. Tooneel" neer te leggen. Aan mr. J. N. Van Hall zou het voorzitter schap zyn aangeboden, doch hij zou daarvoor hebben bedankt. (A. Ct.) Het stoomschip „Bromo", v^n Java naar Rotterdam, arriveerde 19 Aug. te Marseille en heeft de reis weer voortgezetde „Kanzier", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 17 Aug. te Durban; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 19 Aug. te Padang; de „Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 18 Aug. Carvoeiro; de „Soerabaia", van Java naar Rotterdam, vertrok 19 Aug. van Aden. Gemengd Nieu w Deze week werden op „Rhynzigt" genomen 643 zwembaden door heeren en 97 door dames. Temperatuur van het water is 22° Celsius. By den co rp s wedstrijd, afdeeling D, van het scbietconcours der Nederlandsche scherpschutters behaalde de studentenvereni ging „Pro Patria", van Leiden, den derden prys met 22 treffers, 54 punten, 4 tweeén. Men meldt uit Katwijk aan Zee dat, terwijl wegens het buitengewoon drukke I bezoek tegenwoordig aan die badplaats de schade, het vorige jaar geleden, eenigszms wordt vergoed, het jammer is dat de visschery niet dezelfde stof tot roemen geeft; want van reeders en visschers hoort men niets dan klagen. Een goed vooruitzicht! Een man in het Kortenbosch, te 's-Gravenhage, die gisteren ondertrouwd was om in het huwelijk te treden, mishandelde zyne bruid na terugkeer van het Raadhuis zóódanig, dat het aanstaande vrouwtje „moord" riep, waarop de politie de deur der woning in bovenge noemde straat forceerde en den woesteling onder hevig verzet naar het commissariaat van politie overbracht. „Witte Sociëteit" contra „Kur- haus." Het plan bestaat des Woensdags na afloop van het avondconcert in de Sociëteitstent in het Haagsche Bosch in de groote Sociëteitszaal gelegenheid tot dansen te geven. „Recht voor Allen" laat, na op zyne wyze eene voorstelling gegeven te hebben van het voorgevallene, by de straattooneelen, welke na de meeting van Woensdagavond te Amsterdam zyn voorgevallen, met grootere letter deze opruiende woorden volgen: „Wy achten het onverantwoordelijk voor zichzelf, zyne vrouw en kinderen, om onge wapend zich te wagen aan sabelhouwen en stokslagen der politie. Slechts als we ge wapend zyn evenals de politie, dan staan onze kansen gelijk. Nu loopen wy alleen kans om door de huurlingen der bourgeoisie mishandeld te worden. Wanneer zal het volk, opgeroepen door het trommelen der burgerij, gewapender hand zijne rechten doen gelden? Wanneer zal ook hier het „k la lanterne" door de straten donderen? Wanneer? De autoriteiten schijnen alles te doen om deze ure te verhaasten. Welaan, dan ten strijde!" Dit is, zegt het „Handelsblad" terecht, gewetenlooze taal. De schrijver er van weet zeer goed dat, als de militaire macht optreedt, de dus opgeruido ongelukkigen de slacht offers worden! Mèn meldt uit Amsterdam, da. 18 AugustusGedurende eenige avonden wordt in het Theater „De Vereeniging" in do Kalverstraat eene voorstelling met apen ge geven. Eergisteravond wisten twee dezer „arti8ten" aan de waakzaamheid van hun meester te ontsnappen. De een liet zich vry gauw weer vangen en opsluiten, maar de tweede, die zich toegang tot het R. K. kerk gebouw op het Begijnhof had weten te ver schaffen, heeft ande*halven dag ruim van zyne vrijheid genoten. Toen de pastoor van de BegiJnenkerk gis terochtend het gebouw binnentrad, ontwaarde hy „Keesje" deftig in het zwart gekleed op bet koorhek. Wyl er den geheelen dag kerk zou zyn, werd de vluchteling met rust gelaten. Dezen morgen werd beproefd hem met peren en pruimen en "allerhande lekker nijen te verleiden om in den val te loopen. Keesje heeft lang weerstand aan de verzoeking geboden, doch is er ten laatste voor bezwe ken. Het was echter eerst in den namiddag, dat hy zich vangen liet. Het spoken schynt te Utrecht besmettelyk te zyn. Nauw heeft de man met den rooden baard in het Korte Roosendaal zyne experimenten gestaakt, of aan een ander einde der stad, dit maal in de open lucht, in het Hoogelandspark, moet eene vrouwelyke verschyning tot allerlei bovennatuurlyke gevolgtrekkingen aanleiding geven. Het eigenaardige van deze verschyning is dat nog niemand haar heeft zien verschynen en dat van haar bestaan en van haar rond waren op dit ondermaansche tot dusver alleen melding is gemaakt door een overprikkeld jongeling, die op een niet al te besten voet met zyne examens staat en daar in eenzaam heid zat te overpeinzen of hy in zyne duistere toekomst niet een lichtgaatjo zou kunnen prikken, door zich ook maar op de massage toe te leggen, waarvan hy straks (by Sequah) zulke schitterende uitkomsten had gezien. Volgens zyn verhaal zou hy gisteravond uit die sombere overleggingen gewekt zyn door een ontzaglyken kus, die zelfs hem, ofschoon geen onbekende op dit „terrein", in de hoogste verbazing bracht. Eer by zyne lippen had afgeveegd, was „de lieve onbekende" verdwenen en alle nasporingen, ofschoon in gezelschap van een nachtwacht en zyn hond en twee daar toevallig aanwezige dames tot in den nacht voortgezet, waren vergeefs. Het merkwaardigste van het geval is dat by het verlaten van het Park de jongeling opnieuw het doelwit van eene teedere omhel zing was en daarvan moet toen inderdaad iets door den nachtwacht gemerkt zfin, welk „iets" hy echter niet nauwkeuriger kan omschryven dan als het fluiten van een kogel langs zijn oor. De hond moet op datzelfde oogenblik zeer onrustig zyn geweest en geknord hebben, maar de beide dames houden stokstyf vol, dat zy niets hebben gezien of gehoord. De jongeling moet by dit avond-avontuur zyne portemonnaie verloren hebben. Men verdiept zich in gissingen! (U. L.) ^©nilleton. De Iwutvcstcr en de dominee. 5.) „En wat hebben ze zich te goed gedaan, terwyi zy eigenlijk in de leugens en hatelijk heden hadden moeten stikken. En dat alles is jouw schuld, en daarbij strekte z(j de head naar den zolder uit „jouw schuld, barbaar, zeide de dominee, en dat zytgijook." Daarop droogde zy hare tranen en begon langzaam op te ruimen. Weer was er eene week werloopen. s Mor gens en 's avonds werd het koel en steeg de nevel uit de dalen op, tot de zon hem in aen loop van den voormiddag verspreidde. In de tuinen was nog hier ea daar eene laatste bloem te zien. De boomerr lieten de bladeren vallen, op het veld begon het een zaam te worden. Ook in het bosch werd liet stiller. Nog liet zich hier en daar een eenzame vogel kooren of vernam men den toep van een havik, die uitvorschend naar buit rondzag'. Do paden waren bezaaid met afgevallen Ma- teren, welke ruischten, als de voet van een y j byganger ze beroer Ie. Lang had liet bergvolk naar dezen tyd gewenscht. De jeugd om de hazelnoten, de keuterboertjes om het dorre loof, het bosch- hooi, hetwelk voor hunne beestjes in den winter zulk een voortreffelijk strooisel was, om later als meststof de magere akkers te verrijken. Bosehhooi halen was altijd een vroolyk werk, zonder klokgelui of feestge- lach, maar waarbij niemand thuisbleef en waarin jong en oud zich verlustigden. Het was een oud recht voor de bewoners van die streken. Het stond nergens opgeteekend, maar tyd en overlevering hadden het geheiligd en bevestigd. Kooit was er aan getornd en hout vesterij en bevolking hadden het steeds stil laten begaan en dankbaar genomen. Nu was die tyd weer daar! De hazelnoten waren gebarsten en met mandjes en zakken ylde de jeugd het bosch in, om de begeerde vrucht in te zamelen, dikwijls minder tot eigen genot dan wel tot verkoop in do nabu rige stad. Weinige dagen later zette zich de eerste schaar mannen, vrouwen en kinderen in be weging, om uit het woud het verwelkte loof en hooi te halen. Dat begon in den vroegen morgen en duurde zoo den geheelen dag door, tot bet halve dorp er mee bezig was. De predikant had vroeg in den ochtend de eersten nagekeken en zich verheugd, dat hot zulk mooi weer was en de menschen het zoo goed troffen. In den namiddag stond hy wederom aan het venster en zag naar de bergen in de verte. Hoe prachtig was hun aanblik by den helderen hemel! Maar wat was dat? In een langen trein zag de predikant de menschen uit het dorp van verre terugkeeren, maar karren en wagens, mandjes en zakken waren ledig. Hy zag hoe druk de mannen onder elkander praatten en menige vrouw haar voorschoot greep, om zich de oogen te drogen. Allengs kwam de trein'naderby en tot aan de pastorie. De predikant ging naar buiten, het volk te gemoet, en vroeg: „Wat is er? Wat is er gebeurd?" Mannen en vrouwen antwoordden dooreen. „Een moet spreken! Kley, zeg jy my, wat is er?" De aangesprokene, een oude man, nam de muts af en gaf kort bericht. Toornig kwamen de woorden er uit en de verontwaardiging, die zich op ieders gelaat weerspiegelde, be wees hoe diep men gekrenkt was. „Meneer de opperhoutvester heeft bevolen, dat van nu af het inzamelen verboden is. Hy heeft ons zyne lieden nagezonden, en wal reeds opgeladen was mo;S!tn wy achterlaten." „Maar daar hoeft hy geen recht toe!" „Dat meenen wy ook. Het is alti; J zoo geweest en het zal zoo blyven!" „En wat denkt gy te doen?" De lieden trokken met de schouders en zagen elkander verlegen aan. Een paar vrou wen snikten luide. „Ik zou u raden: kiest een paar \an u- lieden uit en laat die by den heer opper houtvester over de zaak gaan spreker Mis schien geeft hy toe. Indien niet, zoo komt weer tot my; wy zullen dan verder zien." De mannen hielden eenige oogenbhkken onder elkander raad, waarna de oude Kley zich met drie hunner op weg beg De anderen bleven voor de pastorie sta;-- wach ten. De predikant was inmiddels weer in huis gegaan. Ongedurig liep hy in -yne studeerkamer op en neer, terwyl hi1 if en toe naar buiten keek. „Dat is juist iets voor hem!" m,.;pelde hy. „Ongehoorde dolkoppigheid! Ik 1. .nog dat alles op een misverstand berust. Een goed kwartier later werd hy gei repen en begaf zich weer naar buiten. „Wel, hoe is het afgeloopen?" vrc-eg hij. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 9