N°. 10275.
^laaiidas 2JL Augustus.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Uit (le JLaiidbouwwereld.
JPeuilloton.
De houtvester eit de doiuiaee.
A". I09O.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per 3 maandenl.JjO.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels fl.Ob. Iedere regel meer ƒ0.171»
Grootcre letters r.aar plaatsruimte. Voor het
incassoeren buiten qo stad wordt ƒ0.05 berekend.
Wanneer klagen en zuchten kon baten, och,
wat zouden er eene jerimiades te hooren zijn,
wat een oeis en achs zouden de lucht ver
vullen! Dit jaar is er met recht een voor
klaagliederen, want kom waar gij wilt, b\j
den boer nl. maar direct loopt het gesprek
over den beklagenswaardigen toestand, waarin
heden ten dage de landbouw verkeert. En
mogen de omstandigheden hier en daar al
een ietewatje zich naar de lichtzijde keeren, tal
van loeren heeft den slag al beet en zal
moeite hebben dravende te blyven. Arme
kerels! werken en achteruitgaan, dat is een
niet te beschreven verdriet en er behoort
kloeke moed en niet weinig levenslust toe
om bet hoofd omhoog te houden. De regen,
die in den laatsten tpd hier en daar over
vloedig is gevallen, heeft een weligen wasdom
in het gras gebracht; jammer echter dat hjj
plaatselijk viel en in sommige streken gansch
afwezig bleef.
Zoo o. a. ook op hot eiland Tessel. De
boeren daar hebben het hard te verantwoorden
en moge de een ook al gelukkiger z\jn dan
de ander, toch heerscht op genoemd eiland
malaise en zitten er de landbouwers met de
handen in het haar. We zyn er een drie
weken geweest en konden dus veel zien en
veel hoeren.
Daarvan een paar staaltjes I Een boer, die
elk jaar van zyne landerijen 60 wagens hooi
teelt, kon nu niet meer dan 10 wagens vol
oogsten. De man kan het echter goed doen
en wordt, dus nog niet do dupe van het slechte
jaar, maar hoevelen kunnen het niet goed
doen en telen toch ook eenige duizenden
ponden hooi minder dan ze gewoon zyn. Be
doelde boer heeft al 100 H. L. meel gekocht,
om daarmee in den a. s. winter zqjn vee te
voêren. SEen ander had 12 Aug. nog geen zeis
voor den hooibouw In het gras gehad, om
de eenvoudigo red9R dat het er nog niet was.
Nu ja, er stonden wei-lange, doodr^pe sprieten
■op het -land, maar er was geen ondergras en
daarop wacht de man, nu nog. tSn regen
neen, daarvan tot dden datum geen sprake op
Tessol. Wel eens a tweemaal iper week een
buil je van een kwartier, maar wat (geeft dat J
Bedoelde boer denkt er over oma-al zyn vee
op te ruimen, het gold op de spaarbank te
brengen en dan in 't voorjaar maar-eens weer
te zien. ©pruimen echter is ook -oen hard
gelag, want daarvoor was en is het vee niet
prijzig genoeg. Toch doen veel boeren op
Tessel een gedeelte van hun vee van de hand
en eens per week komt daar dan ook eene
groote boot om het overtollige vee naar eene
of andere markt te brengen. Als de centen
nu maar niet door de vingers glippen, want
dan wordt het later nog erger.
Trouwens, alle contanten kunnen niet be
waard worden, omdat er een deel van zal
moeten dienen om reeds gebruikt voêr te
betalen. Gewoonlijk dient daartoe het lammer-
geld, maar wat hebben de lammeren opge
bracht! Er wordt al sedert eene maand bjj
dezen en genen in het land gevoerd: bier
krijgen de koeien garstemeel, daar kriel
(kleine aardappelen) en anderen afval uit huis
en elders weer geeft men ze gras, dat men
hier of daar nog machtig heeft weten te
worden. Het hooigewas was buitengewoon
duur en er zijn er, die 20 pet. van hunne hooi
landen hebben gemaakt. De slooten zijn droog
en de beesten loopen er dan ook maar door
heen, zeer ten ongerieve van buurman, wiens
vee echter ook wel eens op verboden terrein
komt. De beleefde verzoeken en waarschu
wingen gaan dan ook over en weer. Het land
is dood, de grond glad, wat er opstaat rood
of wit, in één woord't is op Tessel een
treurige toestand.
Als men van daar naar Amsterdam reist
door de Zaanstreek, dan verlaat men eene
woestijn om in een paradijs te komen. Hier
heeft het in don laatsten tijd aanhoudend
geregend en staat er dan ook een aardige bek
gras. Daar heerscht droogte en krijgt het
vee beslist den buik niet vol. En nu behoeven
er betrekkelijk nog geene uitgaven gedaan te
worden, omdat het vee nog loopt en zoekt,
maar wat zal het zijn als het het uitsluitend
moet hebben van de gevende hand? Is het
wonder, dat de boeren vee verkoopen?
Op veel stallen zal het er van den winter
wel wat schraaltjes langs gaan en toch is
dat zeer te betreuren, omdat de productie van
het vee daaronder geducht lijdt en de dieren
in het voorjaar dan ook zullen teleurstellen.
Als het half kan, moet de buik vol, ook al
'is het dan met minder waardig voeder. Het
ikrachtvoeder moet dan vooral het verbroken
evenwicht herstellen. Men doet wel om alles,
wat als voeder kan strekken, daartoe te
j bezigen.
j) We denten in de eerste plaats hierbij aan
i ihet stroo. Hiermee moet gewoekerd worden
•en als turfmolm blijkt goedkooper te zijn als
strooisel dan stroo, dan gebruibe men het
als zoodanig: het stroo kan dan gesneden
vervoerd worden. Geen hooitje ga verloren;
wenschelijk is het daarom het kort te snijden
of kort te steken met eene zeer scherpe graaf.
Heeft men over mangelbladeren ie beschik
ken, er dan zuinig mee zjjn en alles gebrui
ken. Niet te veel ineens geven, dat spreekt
vanzelf, want 't is een waterig goed, dat
licht doorloop veroorzaakt. Heeft men tot
dadelijk gebruik te veel, dan oprapen van
het veld en ze inkuilenstroo, bladeren, stroo,
bladeren, enz. en daarna ze goed afsluiten
van de lucht en aan een stevigen druk onder
werpen. Heeft men oud, pruikerig gras, insge
lijks bewaren't is buikvulsel en met kracht-
voêr wel te gebruiken. Loof van knollen moet
eveneens veroèrd worden. Er komt heelwat
overleg te pas, maar met een goeden wil kan
men, zoo niet alles, dan toch veel!
Kudelstaart. G. Dros.
Gemengd Nieuwe
Eene oude gewoonte. De oogst
tijd is daar, zoo schrijft men; hoog beladen
wagens rijden van de akkers in IJ- en Haar
lemmermeerpolders naar de schuren of naar
de op die akkers staande dorschmachines en
in korten tijd zijn de schoven en hokken
verwijderd en vertoonen zich de najaarsachtige
stoppelvelden.
Die stoppelvelden worden nog druk bezocht
geheele gezinnen trekken des morgens vroeg
de polders in om de gevallen of toevallig
niet gesneden aren in te zamelen en op die
wijze eene betrekkelijk geringe hoeveelheid
graan als kleinen wintervoorraad machtig te
worden. Dit „arenlezen" is een gebruik uit
overoude tijden, dat slechts door enkele
landbouwers niet wordt toegestaan.
Eene koe op een dak. Gister
morgen liep te Nieuwendyk (N.-B.) eene koe
den dijk af. Achtervolgd door den eigenaar,
die het dier op den weg trachtte te jagen,
nam het opeens een loop, sprong op het
rieten dak van <le woning van A. d. J. en be
klom het tot den nok. Toen het beest op zijn
verbeven standpunt even had rondgekeken,
nam het den terugtocht aan en bereikte tot
blijdschap van den verschrikten eigenaar,
die met honderden toeschouwers in verbazing
den buitengewonen toer van den viervoeter
had gadegeslagen, zonder ongelukken den
vasten grond.
Van <y., een der personen uit
Os, die zich nog steeds in voorloopige hech
tenis bevinden als verdacht van schuldig of
medeplichtig te zijn aan den moord op wijlen
den wachtmeester, den koninklijken mare
chaussee Hoekman, zal thans terechtstaan,
beschuldigd van poging tot moord op den
opzichter De Br., van de fabriek des heeren
J. aldaar.
Eene moedige dame. Eene
dame redde eergisteren te 's-Hertogenbosch
het leven van een 10 jarig knaapje, dat in de
Dieze was gevallen, door flinkweg in het
water te springen.
De burgemeester van N.-Am stel
waarschuwt de ingezetenen tegen eenige
personen, die zich bij patentpliehtigen ver
voegen en onder voorgeven, hun vermindering
van belasting te zullen bezorgen, beginnen
met eenig bedrag, gewoonlijk 2.50, te
eischen, waarna ze niet meer van zich laten
hooren. (Echo).
Voor enkele dagen is een vaars-
pink van W. v. M., in het O verberg, bij Rens-
woude, des nachts uit de weide gebroken en
op de spoorlijn terechtgekomen. Het dier
werd door een nachttrein gegrepen en geheel
vermorzeld.
Een arbeider bij de maatschappij
Griendsveen, te Horst, is door eene zaag,
welke in de machine sprong, levensgevaarlijk
aan het hoofd verwond. In bewusteloozen
toestand is hij naar het R.-K. gasthuis te
Venloo overgebracht.
In navolging v a n Stadskan a a 1
is te Zuidwending een bond opgericht van
jongelieden, die niet voor hun 32ste jaar in
het huwelijk willen treden.
Te Schildwolde, zoo schrijft men
aan de „Prov. Gr. Crt.", is Vrijdagmorgen een
arbeider onder cliolera-achtige verschijnselen
overleden. Den vorigen dag nog bezig koren
in te halen, kroeg hij diarrhee. Toen hij
's avonds thuiskwam, werd dat erger. De dokter
werd gehaald, maar deze kon geen hulp meer
aanbrengen. De diarrhee nam toe, brakingen
volgden en 's morgens te zes uren was hij over
leden. Het l\jk werd nog dien eigen avond op
last van den burgemeester naar het lijkenhuisje
vervoerd en de woning zooveel mogelijk ont
smet. De man laat eene vrouw met 6 nog
jeugdige kinderen achter.
Het gemeentebestuur van Brugge
had eene brandspuit in reparatie gegeven.
Maar het duurde weken en maanden, en de
spuit kwam niet terug. Eindelijk werd de
burgemeester verwittigd dat de fabrikant de
spuit aan het gemeentebestuur van een dorp
verhuurd had, omtijdens de droogte het
land te besproeien. Vandaar briefwisselingen,
twist en waarschijnlijk processen.
3.)
Inderdaad was de vriersdscbappeiyfce ver
houding, welke jarenlang Uraschen de «pper-
houtvestery eci de pastorie bestaan had en
die doer de vrouwen met zorg gekweekt
werd, zeer verstoord. Nog dienzelfden avond
had do houtvester tot zijn zoon gezegd, dat
hy nooit ende nimmer zijne toestemming zou
geven, dat zijn jongen een „zwartrok" werd.
Groen was zijne kleur en als hjj daar geen
zin in had, dan moest h(j maar zien hoe hy
verder kwam. Maar in zjjn huis was er dan
voor hem geone plaats.
Dat had moeder en zoon zeer leedgedaan.
De houtvester meed het van dien dag afzijn
vriend te ontmoeten en de predikant ver
klaarde dat h|j in de houtvesterswoning had
afgedaan.
Wat de vrouwen ook poogden te bemid
delen, het hielp niets. En de breuk zou hoe
langer hoe grooter worden en het vuur der
tweedracht immer meer wonden nalaton.Dat
zou do goede vrouw van den houtvester acht
dagen later zoo bitter ervaren, dat zjj geloofde
dat haar bart zoa 'oezwjjken onder al dien
jammer. Het was op een Dinsdag-namiddag.
Juffrouw Wandeborn verwachtte de dames
van het kransje ten harent. Wie Thüringen
kent en zyas bewoners, weet wat daar een
dameskransje beteekent, iat het voor de
vrouwen des lands bijna het allerheiligste is.
Heeds dagen te toren doet het zich kennen.
Er wordt gebakken, het zilver wordt gepoetst,
het porselein te voorschijn gehaald, de mooie
kamer wordt gelucht en de meubelea van
hunne hoezen ontdaan.
By de vrouw van den houtvester was dit
alles gebeurd. Uitlokkend stond de koffietafel
gereed, op wier heider linnen het porselein
en zilver, door eene heldere herfstzon be
schenen, in al zyn glans prjjkte. In het mid
den stond, rondom met groen versierd, een
groote tulband; schaaltjes met'suiker stonden
er naast en vóór de canapé, de beste plaats
aan tafel, stond eene groote schaal met
klein gebak.
De predikantsyouw was gewoonlijk de
eerste, die kwam, en daar aan de eerstko
mende do plaats op de sanapó toekwam, werd
deze in don regel deor haar ingenomen, en
had de gastvrouw het kleine gebak, waarvan
zy wist dat do vrouw van den dominee zoo
veel hield, zóó geplaatst, dat hare lieve
vriendin de eerste keuze had.
Er werd gescheld. Daar was zei Altyd de
eerste, steeds op tyd! Nog eenmaal vlogen
de oogen der gasrlvrouw over de tafel om te
zien of alles in orde was, het blauwe voor
schoot werd afgedaan en in eene aangren
zende kamer geworpen en met stralenden
blik yide zy de komende te gemoet. Vyf
minutes: voor vyven? Er was niet aan te
twijfelen, dat moest de eerste gast zyn.
„De compliment van de juffrouwen u werd
verzocht kaar te verontschuldigen, dat zy
«iet op het kransje kwam, maar zy was
.eensklaps anw&l geworden
De stralende uitdrukking was reeds lang
van het gelaat der goede vrouw verdwenen.
Als stond er een spook vóór haar, zoo keek zy
de meid aan. Eindeiyk zeide ze:
„Het spyt my zeer, dat de juffrouw ziek
is en ik vvenesh haar spoedige beterschap.
W.el myne groefca!"
De deur werd weer gesloten. Nog steeds
stond de goede vrouw als versteend.
„Dus afgezegd.' En dat zoo laat! Duidely'k
genoeg, dat zy mjf biet meer wil bezoeken!"
Op dit oogenblik zag zy haren man, die,
als zyne vrouw het .kransje had, van plan
was, zich ongemerkt ta verwijderen. Hem
ziende, kon zy zich niet inhouden, maar
riep hem toe:
„Zie je wel, dat is jouw werk. Nu is alles
tusschen ons uit. Hy heeft je toen een bar
baar genoemd en met zoo iemand kan een
dominee niet meer omgaan!"
Elingelingeling 1
Wederom zonnoschyn op haar gelaat, terwijl
haar man stil verdween.
„Goeden dag, myne beste juffrouwIk kou
den klokslag nauwelyks afwachten en ben
zeker de eerste, is het niet? Maar neeD, dat
laat de domineesvrouw zich niel afnemen.
Och, wat u zegt! Ziek? Hm. Datisjammer!
Dank u zeer neen, u eerst."
„Neen, gy
„Nu, als u het dan bepaald wilt. Ah!
Werkelijk feestelyk, norgens voelt men zich
zoo w61 als by u. Zoo, en de sofa nog onbe
zet? Zal ik? Nu, als u het veroorlooft.
Verrukkelyk porselein - geen te volle kop,
als ik u verzoeken mag. -- Sny u den tul
band om my nog niet aan - o, dank u -J*
heel lekker - dat kunt u - delicieus 1"
Klingelingeling!
WoT'U vcriolj'.i.)