kwart voor tienen, lag de 6de brigade-mare chaussees, onder commando van den Europ. sergeant Bochart, in hinderlaag op den spoor- dyk tusschc-n Tjot-Iri en Lampermé. Niet lang lag de brigade in stelling, toen een vyftal Atjehers op don dyk gezien werd. Men liet ze eerst onder schot komen. Na een welgericht salvo attaqueerden onze wakkere „massoosees" op den vtyand, die verrast te rugweek on in het voorterrein trachtte te ontkomen. De brigade, die de vluchtelingen met den klewang achtervolgde, bespeurde ge lukkig nog intijds dat nog andere Atjehers, zh 30 man, in loopgraven en kuilen zich ge nesteld hadden. Na op die bende een paar salvo's te hebben gegeven, werd met de blanke wapenen aangevallen. Na een kort, doch hevig gevecht blies de vijand den aftocht, vier dooden achterlatende, die allen met den klewang waren afgemaakt. \Vy waren in de gelegenheid de in dit gevecht gebruikte sabels, alsmede de buitgemaakte klewangs, te zien. De diepe scharen getuigden van de geweldige houwen, welke toegebracht waren. De sabel is in de handen onzere dappere marechaussees een geducht wapen en het is waarlijk geen wonder, dat de Atjehers voor zoo'n „sabel-aanval" een diepen eerbied begin nen te krijgen. Toen het gewapend detachement van Tjot- Iri op het gevechtsterrein verscheen, was het bloedige drama reeds afgespeeldtoch gelukte het onzen Tjot-Iriérs echter nog een vluch tenden vijand neer te schieten. Het drassig en begroeid terrein maakte het verder vervolgen van de bende ondoenlijk, waarom tot den terugmarsch werd besloten. Er werden buitgemaakt 3 tromplaad gewe- ren, 1 donderbus, 4 klewangs, 3 rentjongs, 2 patroonzakken met munitie en een pak met 300 scherpe patronen. Van onze zijde is slechts gewond deAmb. marechaussee Wonko, die een klewangslag op het hoofd had, terwijl de andere marechaussee slechts eenige scheuren in zijne attilla had te betreuren, veroorzaakt door 's vyands klewang houwen. Het gevecht had ruim tien minuten geduurd. Het pleit zeker voor onze brigade-comman danten, dat zy met zooveel tact en beleid dergelijke nachtelijke gevechten kunnen leiden. De sergeant Bochart heeft door zyn voort varend optreden veel bijgedragen tot het succes en getoond de overmacht niet te vreezen. De „Soer. Ct." meldt het volgende: Hoewel de cholera te Malang nu jr.ist nog niet hevig woedt, z\jn er toch, ook onder de Europeesche gemeente, reeds enkele slacht offers gevallen. Zoo vernam ik vanmorgen, dat de vrouw van eon der koffie-administrateurs daar aan die ziekte bezweken moet zijn. Ook in ander opzicht schijnt Malang, wat den gezondheidstoestand aangaat, ln de laatste weken vrij ongunstig bedeeld te worden: Malaria-koortsen, enz. Hetgeen niet belet, dat daar een paar par tijen zijn gegeven, die klonken als een klok, ééne civiele en ééne militaire, ter eere van den vertrekkenden kapitein der genie Fauel. TWEEDE HA11IER. Het begint lang:- imerhand moeilijk te wor den het vereisih aantal leden bijeen te houden. Toen de vergadering het was reeds bijna halftwaalf gisteren geopend zou wor den, was het door de Grondwet gevorderde getal niet preset»:. Do voorzitter opende dan ook de bijeenkomst, cn de namen der afwezige leden werden, ter naleving van het reglement van orde, voorgelezen Inmiddels was de pre sentielijst tot boven de 51 gestegen, en toen achtte de preside t h at toch maar wenscheiyk de vergadering re doorgaan. Door een en ander, misschien ook wel door het geheel andere aanzien, dat de Kamer, vergeleken bij do vorige weken, opleverde, mogelijk ook door de groote warmte scheen oen gevoel van afmatting in die mate over ons parlemen» gc -ar n, dat de algemeene beraadslagingen over het ontwerp betreffende de fabrieks- en handelsmerken gesloten werden, zonder dat één der leden het woord had ge vraagd. Later werd er nog even over gespro ken en het ontwerp zelf aangenomen. By de suppletoire oegrooting voor binnen- landsche zaken (subsidiön voor het ambachts- onderwys, overorenging van het landbouw proefstation van Breda naar Goes en de Rijks kweekschool van 's-Bosch naar Nijmegen) verklaarde de Minister dat spoedig een leer- stoel in de bacteriologie aan de polytechnische school zal ingericht worden. Aan de heeren Van der Schrieck en Mutsaers 1 verklaart de Minister dat overplaatsing van de Rijkskweekschool van 's Hertogenbosch naar Nijmegen afhangt van de vraag of het gemeentebestuur van 's Hertogenbosch aan de gestelde voorwaarden voldoet. Aangenomen werden de suppletoire Indische begrooting (aanleg van den spoorweg Malang- Blitar) en uitgaven voor de invoering der scheepvaartregeling. De behandeling de Indische suppletoire be grooting betrekkelijk de scheepvaart regeling van Atjeh is niet afgeloopen. De heer Cremer wees op zwakheid onzer zijds bij het militair optreden. Kiesrecht- amen dementen Nog zjjn ae volgende amendementen voor gesteld: lo. Yan den heer Valette om art. 6 aldus te lezen: De uitoefening van het kiesrecht wordt geschorst voor de militairen beneden den rang van officier by de zee- en land macht, ingeval van oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden. 2o. Yan den heer Gerritsen. a. om art. 4, laatste zinsnede, te lezen: onderstand aan de inwonende vrouw of minderjarigo kinderen, m t voorkennis van den echtgenoot of vader verstrekt, wordt geacht door dezen te zijn genoten. b. Om aan art. 6 toe te voegen: in een gedeelte van het grondgobied des Rijks, dat in staat van oorlog of in staat van beleg is verklaard. 3o. Van den hoer Ferf om het woord „meerderjarigen" in art. 1 in den tweeden regel te doen vervallen, en in den derden regel, tusschen de woorden „die" en „de" in te voegen de woorden„gehuwd of gehuwd geweest zijnde den leeftijd van 23 jaar, die ongehuwd zijnde, den leeftijd van 25 jaar hebben bereikt en die", enz. Bij aanneming van dit amendement vervalt de slot-alinea van art. 2. Gemengd Nleu w s. Door het O. M. by dear r.-r e c h t- bank te Breda is tegen eeri landbouwer uit Oosterhout, ter zake van diefstal van tiend vruchten, eene gevangenisstraf van 8 maanden geëischt. Van de grenzen. Menschrijft uit VertooDoor de Duitsche grenswachters werden gisteren verscheidene rij- en voertuigen aan de grenzen teruggewezen, omdat zij niet voorzien waren van een bewijs van herkomst der paarden. Daar niets bekend is van een zoodanig verbod van invoer, vermoedt men dat mon alhier met overdreven dieristyver van eenige ambte naren te doen heeft. By aankomst eener tram werden zes schapen overreden, kort naby do hofstede „de "Witte Leuningen", onder "Wyk-by-Duur- stede. Een der dieren was door midden en van de andere waren de pooten afgereden of op andere wyze beschadigd. Men deelt mede dat de dryver van den koppel schapen, toebehoorende aan den landbouwer v. Kte Ryswyk, toen by de tram by de kromming van den weg zag aankomen, alle mogelijke moeite deed om het gevaar te voorkomen en de aandacht van den machinist op het naderend onheil trachtte te vestigen, doch dat de machinist niet spoedig genoeg kon remmen en daardoor het ongeluk niet kon voorkomen. Hot spoorwegongeluk in Wales scbynt te wyten te zyn aan de groote snel heid, waarmede de zeer volle trein reed om eene vertragingin te halen. Na eene vry scherpe bocht bemerkte de stoker, dat de voorste wagens ontspoord waren. Dadelyk werd de stoom afgesloten. De koppeling tusschen de locomotief en de voorste wagens brak of ging losde wagens stortten de helling af en kwamen geheel verbryzeld aan den voet terecht. Enkele lagen met de wielen omhoog. De reizigers waren onder de puinhoopen be dolven zonder hulp bleek bet onmogelyk hen te bevryden. De locomotief stoomde onmid- dellyk naar het naastbyzynde station en bracht hulp mede. Yreeselyk was de aanblik der verwoesting; de wagens lagen in splinters op oen hoop, daartusschen staken deelen van lichamen uit. Het hartverscheurend ge kerm der ongelukkigen was niet om aan te hooren. Spoedig toog men aan den arbeid. De stukken der waggons werden verwyderd en de verminkten en gedooden te voorschyn gebracht, waarna zy door een geneesheer uit Pontypridd geholpen werden. Men telde 12 dooden en meer dan 60 ge kwetsten, waarvan 27 zeer ernstig. Eén dezer laatsten is reeds aan zyne wonden overleden. De gewonden zyn zoo spoedig mogelyk naar het hospitaal te Cardiff vervoerd geworden. Te Chicago is een wielerwed strijd gehouden om het meesterschap der wereld op de baan van 100 KM. Winner was de heer L. S. Meinrjes, uit Zuid Afrika, in 2 u. 45 min. 123/s sec. In het oude vlek Dunmow, in het Engelsche graafschap Essex gelegen, vond dezer dagen de jaarlyksche gebeurtenis plaats, waardoor Dunmow vermaard is geworden. Voor eeno jury. bestaande uit zes jongelingen en zes meisjes, verschynen dan dehuwelyks- paren, die, omdat ze een vol jaar in liefde en eensgezindheid met elkaar leefden, hun recht op „eene zyde spek" doen gelden. Ditmaal hadden zich drie paren opgegeven, maar slechts twee verschenen, daar het derde dat van Birmingham moest komen, door ziekte verhinderd was. Geheel naar de wyze der Engelsche rechtspraak had het onderzoek naar de eischen der candidaat-paren plaats. Een „openbaar verkooper" in Dunmow was voorzittend rechter der jury, een paar perso nen fungeerden als pleitbezorgers der eischende paren, terwyi een ander de rol van „des duivels" advocaat vervulde. Een stationsklerk en zyne vrouw waren de eersten, die zich aan een scherp, maar voor de talrijke toehoorders dikwyls verraakeiyk wederverhoor hadden te onderwerpen. Nadat hun advocaat eene reeks vragen had gedaan en uit hunne antwoorden had aan getoond, dat zy door hun „stil, vredelievend, zachtzinnig en liefdevol" bestaan gerechtigd en waardig waren om de begeerde onder scheiding te ontvangen, stond de „advocaat", die dit bad te betwisten, op en deed het paar naar aanleiding van het reeds gehoorde allerlei vragen, waaronder natuuriyk allerlei strikvragen voorkwamen, om hen met hunne afgelegde verklaringen in tegenspraak te brengen. Dit gelukte hem echier niet en ook het tweede paar, zynde een paardenslachter en zyne echtgenoote, die uit een dorpje in Surrey waren gekomen, stonden te vast in hunne schoenen en waren te slim, om zich door strikvragen van de wys te laten brengen. De toehoorders vermaakten zich echter kostelijk, maar toon de uitspraak der jury voor beide paren gunstig luidde, bewees het uitbundig gejuich, dat iedereen daar hartelyk mee instemde. Nu moesten de winnende paren op scherpe steenen knielen en in tegenwoor digheid der duizenden toeschouwers den ver- eischten eed afleggen, waarby zij zwoerën, dat zy zich sedert e6n jaar en een dag nooit aan eenige huwelyksovortreding hadden schuldig gemaakt, dat zy elkander in woord noch daad hadden beleedigd en dat zy, sedert de gees- telyke „Amen" zeide in de kerk, nooit ge- wenscht hadden niet te zyn gehuwd. Omtrent den oorsprong van de „Dunmow flitch", zooals de bekroning van zoete huwe- lyksparen met eene zyde spek kortweg ge noemd wordt, kan nog gemeld worden dat de zonderlinge gewoonte iDgesteld werd in het jaar 1111 (een duizend een honderd elf) door Robert, zoon van Richard Fitz Gilbert, graaf van Clare, die zoowel om zyne wel dadigheid als om zyn vroolyken aard bekend was. De dichter Chaucer en latere schryvers maken er gewag van en uit het onderschrift eener prent van 1751 biykt, dat toen hot voorschrift voor den af te leggen eed in een rympje van achttien regels werd gegeven. De zaak was eene bron van volkshumor in de middeleeuwen, ofschoon de zyde spek voor zoover men kan nagaan vóór de Reformatie slechts driemalen werd uitge reikt. Ook nu nog is het niets anders dan een pretje; rechter en advocaten zitten met pruiken op en in ambtskleeding, en van hen wordt verwacht dat hunne redenen over vloedig stof tot lachen zullen geven. Na de uitspraak der jury wordt nog een optocht gehouden en zyn er verschillende feesteiyk- hoden. Verder is de dag voor Dunmow tegen woordig een ware kermisdag, welke van heinde en verre door duizenden monschen wordt bygewoond. Als eene byzonderheid wordt vermeld dat een jaar of vier geleden aan een armoedig paar door de jury het verlangde spek was toegekend. Een scherp verhoor had hen in huDne betuigingen, dat zy altyd in liefde en eendracht hadden geleefd en nooit iets met elkaar hadden gehad, volstrekt niet aan het wankelen kunnen brengen. Maar toen hun de zyde spek werd overhandigd, bleek deze te groot te zyn voor den zak, welken ze hadden meegebracht. „Heb ik het niet gezegd?" zei de vrouw, „maar jo wilt altyd gelyk hebben." De man bleef het antwoord niet schuldig en tot groot vermaak der omstanders hadden zy ruzie. En toen kwam het comité de rechter met zyne jury en ontnam hun hot begeerde spek. Door de aanhoudende hitte neemt de cholera te Moskou sterk toe, zoodat het aantal slachtoffers nog grooter dreigt te worden dan by de vorige epidemie; 11. Zondag werden 47 gevallen aangegeven. Te Nischni-Novogorod is de ziekte by do opening van de jaarmarkt uitgebrokenin de week eindigende 6 Augustus hadden zich reeds 260 gevallen voorgedaan, waaronder 105 met doodelyken afloop. Ook te Rostow aan den Don woedt de ziekte in hevige- male; de ongezonde streek langs den Don. is zeer bevorderlyk voor de uitbreiding der epidemie. De groote legeroefeningen in Galiciö zullen waarscbynlyk niet doorgaan, daar de cholera zich nog steeds uitbreidt in die provincie. Te Napels werden van Zondag op Maandag 5 gevallen van cholera aangegeven, waarvan twee met doodelyken afloop. Te Nadwerna is een nieuw geval van cholera voorgekomen; te Delstyn overleden 2 inwo ners aan die ziekte. De Duitsche „Reichsanzeiger" meldt dat by 3 Poolsche arbeiders te Beriyn, die ziek werden, oen bacteriologisch onderzoek cholera heeft aangetoond. Waarschyniyk is de ziekte aldaar uit Russisch Polen binnengebracht. De overheid heeft de meest uitgebreide voor zorgsmaatregelen genomen, zoodat men reden heeft te verwachten dat het gevaar van verdere uitbreiding voorkomen is. Van gisteren wordt uit Bralla geseind dat het totaal aantal cholera gevallen te Sulina 134 bedroeg, waaronder 18 met doodelyken afloop. De overstroomingen in Galicië.— Nog steeds hoort men van nieuwe verwoes tingen, door de overstrooming aangericht. De Stryj stygt nog voortdurend. Te Midzyrzi zyn 15 huizen ingestort; in de omstreken van Dukla zyn een groot aantal mensohen ver dronken. Het blyft nog steeds regenen. Brand van een elevator. Te Buffalo is een graan-elevator van de firma Coatswortb, berekend voor 1,200.000 bushels gisteren afgebrand. De schade beloopt 800,000 dollars. Te C h i c a g o i s h e t S e n a t e-H o t e f afgebrand, ten gevolge van het omvallen van eene petroleumlamp. Vier logeergasten stikten in den rook, vier werden gedood door eon sprong uit het venster en veertien bekwamen ernstige brandwonden. By een hevigen brand, welke Zondag te Minneapolis woedde, werden 200 huizen in de asch gelegd, waardoor 1500 menschen zonder dak zynbovendien kwamen twee jongens en eene vrouw in de vlammen om. De schade wordt op twee millioen dollars geschat. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Gaarne wil ik my nog even bezighouden met de beantwoording van het ingezonden stuk van X. in uw blad van 14 dezer. Ik vrees dat het moeielyk zal vallen ZEd. te overtuigen dat er wel politie-toezicht bestaat in het gedeelte van Zoeterwoude by Leiden gelegen. Volkomen ben ik met X. eens dat het niet veel helpt dat één veldwachter des nachts in zulk eene groote gemeente rondgaat, doch er bestaat, zooals ZEd. weet, ook nog Rykspolitie. Het is my onbekend of die naby do stad ook surveilleert, doch ik veronderstel dit wel. Het zal X. wel onbekend zyn dat er in Leiden ingezetenen gevonden worden, die tegen annexatie zyn omdat zy vreezen dat Leiden er geen voordeel by zou hebben. Opdat X. niet denken moge dat de Hooge Ryndyk meer bevoorrecht wordt dan het andere by Leiden gelegen gedeelte der gemeente, merk ik nog op dat de daar bestaande nacht wacht uit een byzonderen hoofdelyken omslag van de ingezetenen, daar wonende, betaald wordt. Zie hier de gedeeltelyke beantwoording. Van harte hoop ik dat de by Leiden wonende Zoeterwoudsche ingezetenen in het vervolg voor ontvreemding van hun eigendom bewaard mogen blyven. U weder dankzeggende, Mynheer de Redac teur, voor de afgestane plaatsruimte, ben ik, Hoogachtend, Zoeterwoude, P. J. Cloos, 15 Aug. 1893. Ambtenaar ter Secretarie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 7