H°. 10269.
A0.1333.
(Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en (Feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Kikeriki.
Maan<Iaa, X-4 Ausustus.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Toor L«iden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Ai»onderlijke Nomrcers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 18 regels f 1.05. Iedere reg6l racer/0.17J.
Crootcro letters naar plaatsruimte. Voor het
iucasseeren oui'.eu de wordt /"0.05 ucrelu-nd.
Dit nonuner bestaat uit DRIE
Bladen.
Aan de Abonné's daarop, wordt b\j dit
lommer verzonden No. 47 van Kikeriki.
Leiden, 12 Angnslus.
De by hef vierde reg. inf. benoemde
2de luits. van do Koninklijke Militaire Academie
zullen den 15den Augustus a. s. in functie
treden en z\jn ingedeeld als volgt: de 2de luit.
H. K. Hardenberg by de 3de comp. 1ste bat
te Delft; de 2de luit. G. B. Noothoven van
xoor by de 3de comp. 2de bat. en de 2de
luit. P. J. G. Steenberghe by de 1ste comp.
4de bat., beiden alhier in garnizoen.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
hebben gehandhaafd
a. het besluit der Vereenig ie VergaderiDg
ran het Hoogheemraadschap van Delfland van
27 April jl. tot niet-toelating van den heer
[W. J. Sandick, te 's-Gravenhage, als hoofd-
ngeland in het eerste district;
b. idem tot niet-toelating van den heer J.
Mooyman, te Stompwyk, als hoofdingeland-
plaatsvervanger in het eerste district;
c. idem tot niet-toelating van den heer J.
Wesstein, te Naaldwijk, als hoofdingeland
i het tweede district.
Do minister van marine, de heer Jansen,
i hedenochtend mot zyn adjudant van Den
Haag naar Den Helder vertrokken, tot het
ezoeken van do marine-établissementen aldaar.
Te Amsterdam is overleden do heer
J. F. A. Huese, sinds 1 Januari 11. hoofd
redacteur van do „Amsterdamsche Courant."
Te voren was de overledene redacteur van
Lde Amsterdammer" en gedurende vele jaren
als correspondent aan de „Nieuwe Rotter-
damsche Courant" verbonden. Eene slepende
ziekte maakte een einde aan het werkzame
leven van dezen begaafden journalist. De
heer Huese bereikte slechts den leeftyd van
36 jaren.
De Commissaris der Koningin in Noord-
Holland, jhr. mr. -J. W. M. Schorer, zal zich
heden voor ongeveer drie weken naar het
buitenland begeven.
Naar men uit goede bron verneemt, zjjn
aan het departement van oorlog overwegingen
aanhangig, om, bijaldien do eerlang te houden
aanbestedingen voor de levering van fourage
ten behoeve van de paarden van het leger
in geldelyk opzicht ongunstige uitkomsten
mochten opleveren, het noodige hooi ei stroo,
geheel dan wel ten deele, door andere pro
ducten te doen vervangen.
Te Deventer is door een groot aantal
schutters een adres aan den gemeenteraad
verzonden, met het. verzoek om hun eene
vergoeding van 20 cents per uur, voor ver
zuimden tyd, uit de gemeentekas te betalen,
gedurende den tijd dat zy exerceeren moeten.
Het schynt by de verkiezingen voorden
Raad te Maastricht wel erg bar toegegaan
te zyn; telkens blijkt dat weer opnieuw.
Eerst uit het protest van den heer Tripels
dadeiyk na de herstemming, dat de kiezers
in hunne vrijheid by de stembus waren be
lemmerd, vervolgens uit het adres aan de
Tweede Kamer, dat onder de inwoners van
Maastricht rondgaat en waarin verzocht wordt
voor gemeenteraadsverkiezingen in te voeren
het couloir-stelsel, zooals dat voor de Kamer
thans wordt voorgesteld.
En nu weer is by den gemeenteraad aldaar
ingekomen een adres van een aantal inge
zetenen, houdende aanwyzing van ergerlijke
misbruiken, welke by de laatste verkiezin
gen hebben plaats gehad, en verzoek om den
burgemeester in zyne hoedanigheid van hoofd
der gemeente-administratie en voorzitter van
het armbestuur uit te noodigen tot het geven
van zoodanige voorschriften, dat in het ver
volg de ambtenaren en beambten van het
gemeentebestuur en der Bank-van-Leening ge
durende de gewone diensturen niet de functie
van kiesagenten voor den burgemeester uit
oefenen. Dit adres is om advies naar B. en
Wé. verzonden.
Het stoomschip „Bromo", van Batavia
naar Rotterdam, arriveerde 12 Aug. te Suez;
de „Gedó", van Rotterdam naar Batavia, pas
seerde 11 Aug. Ponta da Guiade „Gelderland"
vertrok 12 Aug. van Batavia naar Rotterdam
do „Prins Fredenk Hendrik" arriveerde 11
Aug. van Wést-Indië te Nieuw-York.
Gemengd Nieuww.
Hedenochtend te 7 uren rukte
het regiment grenadiers en jagers uit tot het
maken van een militairen marsch naar Leiden.
De IJselstoomtra m-M aatschap-
py Den Haag Leiden zal gedurende de
maand Augustus een extra-dienst tusschen
Den Haag en Voorburg instellen, zoodat men
ongeveer om het half uur van en naar Voor
burg kan vertrekken.
Door het gerechtshof te Amster
dam is B. De Bwonende te Bodegrave, in
appèl veroordeeld tot betaling eener boete van
f 25 of vervangende hechtenis van tien dagen.
De rechtbank te Utrecht legde hem, wegens
mishandeling van een kalf en van K. d. G.,
te zijner woonplaatse op 14 April jl. gepleegd,
drie weken gevangenisstraf op.
Tweemaal gevangen. Gister-
avond werd door de Rotterdamsche politie
aangehouden een man, die in een café op
den hoek van de Jonker Frans- en Warmoe-
zierstraat aldaar eene ruit had ingeslagen en
zich daarbij ernstig aan de hand verwondde.
Naar het politiebureel aan de Meermansstraat
gebracht, werd hy, na aldaar verbonden te
zyn, naar dat op de Kaasmarkt getranspor
teerd, alwaar bleek dat de man, die behoort
tot de équipage van de „Spaarndam", ge
signaleerd stond in het „Algemeen Politie
blad" tot het. ondergaan van hechtenis,
subsidiair geldboete.
Door betaling der boete met geld, dat hy
van een kameraad leende, ontkwam hy do
gevangenisstraf en werd op vrjje voeten gelaten.
Later bleek evenwel dat de man nogmaals in
het „Politieblad" gesignaleerd stond en wel als
moetende nog eene maand gevangenisstraf
ondergaan wegens mishandeling. Daar hy
intusschen op vrye voeten was gelaten, moest
de politie hem opnieuw opsporen, hetgeen
den agent-majoor L. Jansen gelukte, die hem
aan boord van de „Spaarndam" aantrof. Thans
werd hy naar de strafgevangenis aan den
Noordsingel overgebracht.
Gistermiddag is een 6 2-jarige
pomper in eene branderij te Schiedam het
slachtoffer van onvoorzichtigheid geworden.
Den helm van een ketel slaande, vóórdat het
vuur getemperd was, bekwam hy van den
uitstroomenden stoom zulke hevige brandwon
den, dat men voor het behoud van zyn leven
vreest.
Gisternamiddag ontdekte een
bewoner van de Nieuwe Gracht te Haarlem,
die van zyne buitenlandsche reis te huis kwam,
dat tydens zyne afwezigheid was ingebroken,
verschillende kasten waren opengemaakt en
voorwerpen van waarde ontvreemd.
Gisteravond omstreeks zeven
uren is te Haarlem eene verpleegde uit het
R.-K. Armenhuis, die den dag by hare kinderen
had doorgebracht en naar huis werd terug
geleid, by de Melkbi ug plotseling ineengezakt.
De ylings geroepc-n geneesheer kon slechts
den dood constateeren. Het vrouwtje was
byna 75 jaren oud.
Gisternacht tegen twee uren
is te Haarlem een hevige brand uitgebarsten
in het bovenhuis van het perceel aan dö
Leidschestraat, No. 17, eerst onlangs verbouwd
en pas bewoond. De brand nam in weinige
oogenblikken onrustbarend toe, zoodat de
brandweer en de slangenwagen, die spoedig
tegenwoordig waren en met een aantal spui
ten water gaven, de handen vol hadder. en
alle krachten moesten inspannen, om het
gevaar tot het ééne huis te beperken, hetgeen
evenwel is gelukt. Het bovengedeelte van het
perceel is totaal uitgebrand, doch beneden
is het huis, ofschoon zwaar beschadigd, tame
lijk gespaard gebleven. De kermisgangers,
die nog niet naar huis waren, snelden na
tuurlijk ook naar de plaats des onheils. Dat
de meesten van hen allerlei liedjes bleven
uitgalmen, gaf eene schrille tegenstelling met
het ernstige van het oogenblik, nog vermeer
derd door een opkomend on weder met zware
bliksemstralen vergezeld.
Yoor de benedenbewoners, den heer Hoedjes
en echtgenoote, mag dit onheil eene treffende
gebeurtenis heeten, welke hun niet licht uit het
geheugen zal gaan. Zy waren nameiyk juist
den vorigen dag getrouwd en nog niet lang,
na afloop van het huwelijksfeest, in de echte-
ïyke woning aangekomen.
De heer Van Ryn, die boven woonde, was
afwezig; zyn vrouw en kind, evenals de
bovengenoemden, hebben zich slechts met
groote inspanning kunnen redden.
De oorzaak schynt alweer te moeten worden
gezocht in het springen van eene petroleum
lamp. Het pand is verzekerd, doch de inboe
dels geen van beide.
De groote porselein- en aarde
werkfabriek van Mekloin, te Bonn, welke onge
veer 1000 arbeiders werk verschaft, is grooten-
deels door brand vernield. De schade is zeer
aanzienlijk.
Een lid der jeunesse dorée van
eene wereldstad gevoelde zich zeer onwel 6n
consulteerde over zyn toestand een bekenden
mode arts.
De professor vraagt, onderzoekt en bevoelt
hem, en zegt dan, bedenkeiyk do wenkbrauwen
fronsende
„Myn jonge vriend, je moet oppassen, je
wat ontzien! Ik raad eene radicale verande
ring van levenswyze aan."
De jonge man verbleekt en stottert:
„Moet ik soms gaan trouwen, professor?"
„Neen, neen, niet overdry ven Y' antwoordde
de professor; „zóó ver is 't nog niet met je
gekomen!"
F'euilleton.
De schat uit Mexico.
Slot.)
Toen de laatste klokslag van twaalven
was weggestorven, bief hy den tooverstaf
p en sprak mot luider stemme bet toover-
'ormulier uit, waarby hy de machten der
mderwereld bezwoer en hun beval den geest
tziëj voor hem te doen verschijnen in eene
levallige gestalte en hem tweemaal honderd
azend dukaten te brengen.
Eene diepe stilte volgde op deze bezwering
aarop schoof eene onzichtbare hand den
;oorhang voor het venster weg, zoodat het
lachte maanlicht in het laboratorium viel. En
lm zag hy eene bekoorlyke vrouwengestalte,
e zich tot hem wendde.
Aangenaam verrast vroeg hy
rAziCI, waar zyn de dukaten?"
Plotseling begon de opgeroepen geest helder
lachen, zóó luid en overmoedig, dat de
zgiêr verschrikte. Hy hield niet op met
achen, terwyl Gotthold star en styf, als ware
in een beeld veranderd, te midden van
T c>ver-kring stond.
aarop trad de vrouwelyko gestalte naar
.lel, waarop gcwoonlyk zwam en zwavel
stokken lagen, en oegon vuur te slaan. Een
duister vermoeden deed den professor, die
niet bang was voor den duivel, heven, en
toen de waskaars eindelyk was aangestoken,
zag by vermoeden bewaarheid; Enrica
stond vóór hem.
„Hoe komt gy hier?" vroeg hy met eene
heesche, onzekere stem.
„Op heel natuurlyke wy^e, oom Toen gy
vanmiddag uit waart om «ollege te houden,
sloop ik naar binnen en veijborg my in de
vensternis."
„En wat zoekt gy hier? Wat gaf u het
recht hier te komen en u met myno zaken te
bemoeien?"
Wat ik hier zoek?" antwoordde het meisje,
terwyl hare oogen vuur schoten. „Ik wilde
zien wat gy hier in de duisternis uitvoerdet.
Geloof my, het was geene nieuwsgierigheid,
die my dreef. In den laatsten tyd hebt gy
u altijd geheel afgezonderd, geene irisache
lucht genoten, u nauwelyks hehoorlyk ge
voed. Ik was bezorgd. Ik vreesde dat gy
ziek waart en ik wilde weten wat u zoo van
alles aftrok ik dacht niet u zoo vreemd
toegetakeld te zullen vinden.
En weer klonk haar heldere, zilveren lach,
ty welks klank het verwijtende woord op
i ne lippen bestierf.
„En met welk recht ik hier binnendrong?"
voer Enrica voort, onbekommerd om den drei
genden blik van den professor. „Daarop kunt
gy uzolven gemakkeiyk het antwoord geven. Ik
drong hier in met het recht van uwe bloed
verwante, van uwe nicht, die haren oom
liefheeft en voor hem vreest.
„Vreest?" riep Gotthold uit. „Wat vreesdet
gy dan?"
„Myne vrees was werkeiyk niet onge-
giond.Myn vader heeft my in uwe hoede
aanbevolen; het zou echter, dunkt my, ver
standiger zyn geweest, als hy my had opge
dragen voor u te zorgen.Wat moet ik van
u denken, nu ik uwe geheimzinnige hande
lingen heb gezien? Gy gelooft werkeiyk
schatten te kunnen vinden, den duivel te
kunnen oproepen, dien nog geen mensch ge
zien heeft, wat uwe domme hoeken daarvan
ook mogen vertellen.Dient uwe geleerd-
heid u dan alleen om u zoo verstandig te
maken als de prades, die brandstapels aan
richten, ojidat het volk aan den duivel zal
gelooven en zijne gezanten vreezen? Ziet gy
waar 't met u zal heengaan Ik ben hier ge
komen, opdat gy ni*t krankzinnig zoudt
worden, oom.
„Genoeg!" riep Gotthold heftig uit.
„Neen, niet genoeg!" vervolgde Enrica,
terwyl zy onverschrokken nadertrad. „Niet
genoeg, anders volhardt gy by uwe
dwaasheid
De magiër week terug en deze onwille
keurige beweging maakte het hem duideiyk,
dat dit meisje inderdaad eene macht ver
tegenwoordigde, waaraan hy geen weerstand
kon bieden.
„Nu, spreek dan maar op!" zeide hij
geiykmoedig. „Ik zal toehooren!"
„Hoe onverschillig zegt gy dat!" riep zij
geprikkeld uit. „Gy moet my hooren, of gij
wilt of niet, daar ik nu eenmaal voornemens
ben, u myne meening te zeggen.Eigeniyk
verdient gy niet, dat men zich om u bekom
mert. Hebt. gy u er in de laatste maanden
eenige zorg van gemaakt hoe het my ging?
Waart gy een goede oom?"
„Spaar je verwyten!" riep Gotthold uit;
„ik had éen schat gewonnen, als gy niet
onbevoegd hier waart binnengedrongen!"
„Maar, oom, ziet gy dan niet in, dat gij
met deze dwaasheden nimmer den tcL: tzult
erlangen, dien gy wenscht? E* waarvoor hebt
gy - met uwe bescheiden behoeften een
schat noodig?! Hebt gy niet huis cn hof,
leeft gy niet in een aangenamen welstand,
I mist gy iets, wat uw hart begeert? Voor
iemand met uwe ontwikkeling zou hot voegen