H°. 10269. Maandag l-qt Augustus. A0.1893. (Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. De schat uit Mexico. LEIDSc¥|it DAGBLAD. PlAIJS DEZER COURAAT: Voor Le'/Qcn per 3 maanden1.10. Franco -per post1-40. Afzonf'/erJijbe Nommors0.05. Zondagsrust. Vraagpunten van verschillenden aard op sociaal gebied houden de menschen tegen woordig bezig. En men is het er nog alles behalve over eens in welke richting de Staat moet worden gestuurd, opdat ieder burger het hem toekomend deel van de totale som der maatschappelijke welvaart verkrtfge. Maar onder de sociale vraagstukken, die voor oplossing ryp zijn geworden en waar omtrent de algemeene opinie zich in eene bepaalde richting gaat bewegen, behoort de quaestie der Zondagsrust in de eerste plaats. Men moge de overtuiging zyn toegedaan, dat de Zondag een dag van heiliging is, of wel hem slechts als een dag van ontspanning beschouwen, dat hjj voor ieder men6ch als rustdag noodig is, wordt vrijwel algemeen erkend. Er zijn wel menschen, die den Zondag als den vervelendsten dag van de week beschou wen, het zijn menschen, die niet werken, maar die zich vermeien in de drukte, die het werken van anderen veroorzaakt. Zulke men- ■chen zullen het nut van een wekelijkschen ustdag misschien niet inzien. Maar gelukkig pormen deze maatschappelijke hommels eene rleine minderheid, zóó gering, dat het vol komen geoorloofd is hunne meening buiten ekening te laten, wanneer wy spreken van de publieke opinie. I Een wekelijk6che rustdag is noodig, omdat met uitgeputte lichaam niet genoeg heeft aan de dageiyksche rust; voor velen, buiten den yd, die voor slapen dringend gevorderd wordt, dechts enkele uren bedragende. Voor den verkman is de Zondag dikwijls de eenige lag, dat hij zich aan zijn huisgezin kan wijden. Ms hij in de week des morgens vroeg naar yn werk gaat, slapen de kinderen nog. Bij iet middagmaal ziet hy ze slechts even en vanneer hy 's avonds huiswaarts keert, liggen ;e reeds weder te bed. Gewooniyk heeft hy Deen des Zondags den noodigen tyd en de «pgewektheid om zich met lectuur bezig te touden. Alleen op dien dag kan hy met 'rouw en kinderen van Gods vrye natuur renieten. Indien de wekelyksche rustdag afgeschaft verd, zou er veel edels worden gedood, veel vat den mensch aan het stoffelyke onttrekt n hem voor e8ne wyi in eene idealer wereld oet leven. By brood alleen kan do mensch met leven en daarom is het goed, dat er een dag in de week is, waarop hy zich aan de dageiyksche zorg voor zyn bestaan kan onttrekken. In de dagen van het Fransche Schrik bewind, toen alles wat aan den vroegeren tyd deed denken afgeschaft werd, stelde men de week op tien dagen, zoodat de rustdag slechts eenmaal in de tien dagen voorkwam. Dit gaf echter tot zooveel ontevredenheid aan leiding, dat men spoedig weer tot den vroe geren toestand moest terugkeeren. Eón dag op de zeven is juist genoeg om den meDsch niet aan den arbeid te ontwen nen. De geheele maatschappy heeft zich hier naar geregeld en men brengt daarin straffeloos geene verandering. "Wel verre dat het arbeids vermogen van den mensch door dien rustdag zou worden verminderd, strekt deze integen deel om hem in staat te stellen tot verhoogde werkzaamheid na het genieten van de nood- zakelyke rust. Wanneer wy dit alles weten, stemt het dubbel droevig te bedenken, dat er een aan tal medemenschen zyn, aan wie de voor allen zoo noodige rust niet of althans inniet voldoende mate wordt gegund. Zeker, de maatschappy kan nooit geheel stilstaan! Den ken wy slechts aan de middelen van vervoer, spoor-, tramwegen, booten, enz., die het juist op den Zondag het drukst hebben. Politie moet er altyd en dikwyis des Zondags het meest wezen. Ernstige zieken hebben ook des Zondags ge neeskundige hulp noodig. En zoo is er nog veel meer, dat Zondags moet geschieden en waar voor de menscheiyke arbeid onontbeeriyk is. Maar behalve hetgeen onvermydelyk is, wordt er ook des Zondags vaak arbeid geéischt, die achterwege had kunnen blyven, wanneer de menschen maar niet zoo veeleischend waren en meer bedachten dat men er naar moet streven alle menschen zooveel mogeiyk van hun wekelykschen rustdag te doen genieten. Zooals in het l ogin reeds werd opgemerkt, wint gelukkig het denkbeeld meer en meer veld, dat dit anders moet worden, en hoe moeilyk het ook moge zyn in bestaande verkeerde toestanden verandering te brengen, wij gaan ook in dit opzicht vooruit. By de posteryen is het aantal bestellingen des Zondags belangryk verminderdde bewe ging wint veld, die den bakkersknechts het recht op hun vryen dag wil verzekerende winkeliers worden meer en meer overtuigd dat zy zichzelven en hun personeel een vryen Zondag moeten gunnen. Vooral zy hebben het geheel in hunne macht door samenwerking hun dotl te bereiken. De meeste winkels zyn dan ook ieeds des Zondags gesloten. Alleen siga- i ren- en koekbakkerswinkels zyn veelal nog des Zondags of althans een gedeelte van dien dag geopend. Toch zou ook in deze door samenwerking alles kunnen verkregen worden en indien men maar wist dat er des Zondags geen sigaren en banket waren te verkrygen, zou men wel zorg dragen zich daarvan tydig te voorzien en schade zou er niet door worden geleden. In deze richting is nog veel te doen. Toch zullen er helaas altyd velen over- biyven voor wie de Zondag geen rustdag kan zyn. Maar aan dezen moet niettemin een weke lyksche rustdag worden gegund. Éénmaal in de zeven dagen, liefst des Zondags, kan het niet anders, dan op een anderen dag, moet ieder kunnen rusten. Dit ideaal is nog niet bereikt, maar gelukkig beginnen de groote ondernemingen van ver voer, die in deze het meest zondigen, lang zamerhand in te zien dat aan den drang der publieke opinie, gevoegd by de rechtmatige eischen van hun personeel, niet langer weer stand kan worden geboden. Vooral ook na hetgeen de enquête in dit opzicht aan het licht heeft gebracht, gaan zy er schoorvoetend toe over hun personeel althans ééns in de 10 of 12 dagen een vryen dag te geven. Dit is reeds een stap. Wanneer nu maar flink wordt aangedrongen en de pers, die ook meerendeels reeds voor de zaak gewonnen 16, de gemoederen warm biyft houden, zal de dag der overwinning niet ver meer zyn. Op den duur moot een goed denk beeld zegevieren. Aan de verwezenlyking daarvan te hebben medegewerkt geeft de voldoening, die steeds verbonden is aan het tot stand brengen van eene goede zaak. Daarom niet verflauwd in den stryd voor Zondagsrust. De overwinning nadert. V. Gemengd Nieuws. In do „Hollandsche Lelie" geeft Johanna Van Woude eene roerende schets van den toestand dor zieke kinderen in de inrichting te Neerbosch. Het is een hartver scheurend tafereel, dat zy ophangt van het geen zy by haar bezoek zag; van wreedheid of zorgeloosheid is echter geene sprake, maar wel van onverschilligheid. Na het verlaten van de zieken wendde zy zich tot de vrouw van den directeur, en wees op den toestand van een negentien jarigen PRIJS DER ADVERTENTIËN: Yan 16 regc-ls ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.175. Groolerc letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. teringlyder. Zy verwees de bezoekster naar eene ziekenverpleegster, die deze niet gezien had. En dan laat de schryfster volgen„Altyd denkend aan die arme zielen, vroeg ik, ofzy het erg druk had, en zy antwoordde, dat zy 's morgens spek en boter uitgaf, en nog veel meer. En ik zocht weer, terwyi ik haar luis terend gadesloeg maar Liefde was niet in hare woorden. „Wy gingen heen, stiller nog dan toen wy kwamen." Het comitelt van den Bond „Ant werpen Vooruit" verzoekt ons het volgende op te nemen De Antwerpsche Feesten. De vacantiën naderen, ze zyn daar! Waar naar toe Antwerpen, de schoone Noorderstad, de ryke handelshaven en bakermat der kunst, kondigt hare feesten voor de maand Augusti aan, hare groote kermis. Prysvaren voor roei en zeilbooten op de Schelde, paardenloopen en wielryden; fakkeltocht, stoet der maat- schappyen, ziedaar het beknopt programma voor 13 en 14 Augusti. Op 15 en 20 Augusti gaat een prachtige lichtstoet uit, zooals de Antwerpenaars alleen er kunnen inrichten! Het electrisch licht, hetbengaalsch vuur, de duizendkleurige lantaarns volgen elkander op en stryden om het eigenaardigst; meer dan vyf en twintig prachtvolle wagens dingen om het rykst versierd en om den besten smaak. Dit is het feest der oogen, het feest voor iedereen, want dit schouwspel even als de overige der kermis is ten volle kos- toloos. De museums zelfs openen hunne deuren voor een ieder. De haven met hare bewon derenswaardige wandelterrassen trekt u aan en weerhoudt u. Alles verlevendigt, alles spreekt, alles klaart op en verlicht gedurende deze feestelykheden. Do byzondere maatschap- pyen richten onvergetelyke feesten in, waar de muziek en de verlichting de somberste geesten opwekt tot bet schoone en het ware kunstgevoel. De 20ste Augusti, een Zondag, is de dag van den uitgang der oude, bewon derenswaardige en wereldberoemde processie van O. L. V. kerk. Het goud der banieren, de reuk des wierooks, de godsdienstige ge zangen vervullen de toeschouwers met eerbied, bewondering en zielsverheffing. Men moet Ant werpen, die oude Vlaamsche stad, gedurende deze dagen van pleizier bezoeken om zich eene juiste gedachte te vormen over den aard der Antwerpsche bevolking, over hare getrouw heid aan haar verloden, aan hare voorouders 1 en hunne overleveringen. F'oullletoii. „Maar ik heb er naar te vragen, Enrica", iel de professor in. „Het is bovendien al edenkelijk dat een jong meisje in het huis an een ongetrouwden man zal leven, al is at meisje ook zyne nicht. Men zal daarover raten. Gy echter moet de menschen door rr zedig en bescheiden gedrag ontwapenen." „Ik begryp u." „Dat zal u niet moeilyk vallen; gy zult nmers spoedig leeren wat hier gebruikelyk Ia den beginne zult gy zwygen, hooren n opietten en later u aan onze zeden ge er.netL Als gy u geeft, zooals gij gewoon jt, komen wy in opspraak en moeten wy cheiden. Enrica blikte den professor vast in de oogen. -Ik zal alles doen om u tevreden te doen jn en by u te kunnen blyven." -Dat zal my zee'r aangenaam wezen. Gy iujnt my, zooals ik reeds zeide, een schran- ïr meisje", vervolgde hy, verheugd by Laar no volgzaamheid te vinden, die hy niet .vacht had en cHo hy door een woord van "ill© beloonen. „Handel daarnaar.Te^en- j over my kunt gy u geven, zooals gy zyt. In myn huis behoeft gy u geen dwang op te leggen. Yoor het overige zal ik altyd zoo goed voor u zorgen, als ik kan; dat ben ik der nagedachtenis van myn armen broeder verschuldigd." De professor stond op en riep Suzanna. „Suzanna", zeide hy, „Enrica biyft by ons en zal u in de huishouding helpen. Maak voor haar eene kamer in orde naast de uwe en trek u haar aanzy is het kind van myn broeder en ik wil haar behandelen alsof zy myn eigen was." „Wy zullen het kind vertroetelen, meneer", zei de oude Suzanna. „Zy zal onze schat zyn." Het meisje lachte, terwyi het den professor een dankbaren blik toewierp. De professor echter dacht er over na hoe eigenaardig toch soms de schatten uit Mexico waren. Enrica hield woord en deed haar best om zich te voegen naar hare omgeving, zoo ge heel anders dan zy tot dusverre gewoon was. Toch ging de verandering niet zoo scüielyk, was zy niet zoo grondig, als haar oom wenschte. Men beoordeelde hare ongedwongen wyze van zich uit te drukken milder dan de professor en merkte er vooral in op de 1 frischheid en oorspronkeiykheid van eene krachtige natuur. Hare bekoorlykheid betoo- verdo een ieder. Het is waar, Enrica kwam slechts met enkele vrouwen uit de buurt in aanraking, maar dezen lieten niet na haren lof overal uit te bazuinen. Eens kwam de professor van het eollege thuis, toen zich juist eenige dames, die by Suzanna ten bezoeke waren geweest, verwy- derden. Enrica voelde zich kenneiyk verlicht, teen de deur achter haar gesloten was. „Wel, meisje", vroeg Gotthold, zich don zwarten baard strybende, „hebt gy u aardig voorgedaan „Zoo onnoozel als een jong gansje met nog gt>le veeren." De professor lachte. „Naar alles wat ik hoor, gedraagt gy u zeer goed. Daarvoor wil ik u dankbaar zyn. Als gy iets wenscht, zeg het my. Zoo het kan, zal ik dien wensch vervallen." „Ja, iets wensch ik we) „En dat is?" „Ik zou uw laboratorium wel eens willen zien en u eenige nieuwsgierige vragen doen. Wilt u my dat toeslaan?" „Welzeker, kleine ondeugd.:.. Een ander zou een zyden doek gevraagd hebben. Hare nieuwsgierigheid, dacht Gotthold, toen zy zweeg, is grooter dan haie ydelhoid. Waarom ook niet? Over dit laboratorium waren vreemde ge ruchten in omloop. Men zeide dat de professor zich met de kunst om goud te maken bezig hield en den steen der wyzon zocht. II. Gotthold leidde het meisje in zyn heilig dom inderdaad, het zag er daar uit als in de werkplaats van een heksenmeester. Overal zag men groote, in zwynsleder ge bonden folianten, retorten, kolven, skeletten van menschen en dieren en een grooten vuurhaard. Niemand mocht dit heiligdom betreden; alleen de oude Suzanna kreeg er somwyien toegang om het stof te verwij deren. Als de professor er niet bezig was, was de deur steeds zorgvuldig gesloten. Hoe kwam hy er nu toe, dit meisje een blik In ^jne geheimen te laten slaan? Hy kon zich daar zelf geene rekenschap van geven. Wordt vei' vvtgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1