DAGBLAD.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
ran fan- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
N°. 10254.
Douderdajg 27 Juli.
A*. 1893.
LEIDSGÏÏ
FEUS DEZER COUEANT:
^♦or Leidea par S maanden1.10.
Traaea per post1.40.
Afconderl^jke Nommera.t.06.
PRUS DER AD VBRTENTI*N
Taa 1—6 regeb ƒ1.06. Iedere regel meer 0.17|.
•reotore letters naar pUatsroimte. Teer het
iaoaaeeeren buiten de etad wordt ƒ0.10 berekend.
Leiden, 2(3 Juli.
Voor het hoofdonderwijzers-examen is
te 's-Gravenhago toegelaten de lieer J. Lokker,
van Zoeterwoude.
De minister van marine is hedenochtend
naar Duitschland vertrokken, vanwaar hy
binnen een paar dagen naar Den Haag terug
keert.
De eerstvolgende vergadering van de
Eerste Kamer is uitgeschreven tegen a. s.
Vrijdag, des namiddags te halfdrie.
Omtrent het voorgevallene met het stoom
schip „Rayah Kongsi Atjeh" aan de kust van
Edi zie het in ons vorig nummer ver
melde telegram, aan het ministerie van Ko
loniën ODtvangen geeft de „Haar). Crt." de
volgende nadere inlichtingen
Genoemd stoomschip is een zusterschip
van de „Hoek Canton", waarop jaren geleden
Toekoe Oernar zijn verraderlijken overval
<leed, hetgeen aan kapitein Hansen het leven
kostte en aan diens vrouw en den anderen
schepelingen eene langdurige gevangenschap,
waaruit zjJ slechts na betaling van eene groote
som gelds door de Nederl.-Indische regeering
verlost-worden.
Beide stoomers varen onder Nederlandsche
vlag, behooren tot eene schatrijke Chineesche
firma te Penang, en, daar de meeste voor
Atjeh en voor onze blokkade-schepen be
stemde koopwaren en vooral de voor onze
troepenmacht benoodigde vivres, enz. hun
weg over Penang vinden, hebben die twee
stoomers altijd overvloed van lading.
Op hunne terugreis van Atjeh naar Penang
gaan zy gewoonlijk de Atjeh-kust langs van
Oleh-Leh tot Edi, om vooral peper in te
nemen en een aantal Atjehers als passagiers.
Dit aantal bedraagt soms 100 tot 150 man,
dus ingeval van opstand een overstelpende
overmacht tegen eene kleine bemanning van
hoogstens vier Europeanen en ongeveer 15
of 20 inlanders.
Of men nu bij Edi te doen heeft gehad
met een door de Atjehers vooraf beraamd
plan van overval of dat de opstand aan boord
is ontstaan, en in het laatste geval door
welke ooizaak, zullen de nadere berichten
uit Batavia ons wel leeren.
Doch zeker is het weder een treurig toe
voegsel aan de lange reeks van droevige
voorvallen, die de Atjeh-oorlog opgeleverd
heeft.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft eene circulaire gericht tot de Commis
sarissen der Koningin, waarbij dezen worden
uitgenoodigd persoonlijk een onderzoek in te
stellen naar de werkloosheid in hunne pro
vincie en naar de vooruitzichten voor den
aanstaanden winter.
Dit onderzoek heeft naar men meedeelt
plaats buiten de burgemeesters om.
De minister bedoelt klaarblijkelijk langs
een anderen dan den gewonen officiëelen weg
nadere bijzonderheden omtrent dit gewichtige
vraagstuk te verkrijgen.
De heer B. L. Tijdens, te Nieuw-Beerta,
lid van de Tweede Kamer, is vrij ernstig
ongesteld en moet bijna den geheelen dag
het bed houden; bijna alle gewrichten zijn
erg gezwollen.
De 1ste luit. E. W. Klop is overgeplaatst
van het 4de reg. inf. bjj het 5de bataljon 2de
reg. inf. te 's-Hertogenbosch, doch biyft gede
tacheerd bij de militaire verkenningen.
Het bericht, aan „De Telegraaf" ontleend,
als zou bij de meerderheid der liberale Kamer
leden het plan bestaan met behulp van de
katholieken het wetsontwerp op het kiesrecht
te doen vallen door middel van een voor de
Regeering onaannemelijk amendement, wordt
van betrouwbare zjjde op de meest besliste
wijze tegengesproken. Integendeel zoo
bericht men aan de „N. R. Crt." bestaat
bij de meerderheid der liberale Kamerleden,
waaronder ook, voor wie het wetsontwerp,
gely'k het daar ligt, gewichtige bezwaren op
levert, het ernstig streven om het in gemeen
overleg met de tegenwoordige Regeering tot
wet te verheffen.
Het „Utr. Dbl." verneemt dat de Neder
landsche Regeering op het te Arnhem van 28
tot 31 Aug. a. s. te houden XXIIe Nederl.
taal- en letterkundig congres zal worden ver
tegenwoordigd door prof. dr. Nicolaas Beets.
In de te 's-Gravenhage gehouden ver
gadering van aandeelhouders is besloten tot
opheffing van den stoomtramdienstUtrecht-
Vreeswijk en tot vervanging daarvan door
eene paardentram, ingaande 1 October a. s.
Te "Winschoten is in den ouderdom van
77 jaren overleden dr. L. Dikema, die van
1862 af het rectoraat aan het gymnasium
aldaar bekleedde.
In de vorige week slaagden in het
notarieel Staats examen, voor het eerste ge
deelte, de heerenC. A. Struik, te Amsterdam
G. J. Piccardt, te GroningenP. E. Pruissen,
te Rotterdam; J. H. I. Suys, te Oosterhout;
J. Van Ham, te Terheyden; P. Van der Veer,
te Gorredyk; en voor het tweede gedeelte,
de heeren: T. P. J. Hoppe, te Voorschoten;
A. P. W. Van Meurs, te Breda; T. Bakker
Schut en W. T. J. G. Osse, te Hoorn;
A. T. J. Mertens, te Oosterhout; J. H. H.
Van Boven, te Sittard, en C. Versluis, te
Zevenborgen.
Jozef Israels, de grootste figuur in de
tegenwoordige Hollandsche schilderschool, zal
in de maand Februari a. s. zijn 70sten ge
boortedag vieren. Voor die gelegenheid wordt
een portret van den heer Israels geëtst
(droge naald) door Phil. Zilcken, dat in een
beperkt aantal exemplaren zal worden uit
gegeven.
Bij het middelbaar onderwijs in Neder-
landsch Indië kan worden geplaatst een leeraar
in de aardrijkskunde en de Nederlandsche
taal, by voorkeur een doctor in de Neder
landsche letteren.
De ter beschikking van de Indische regee
ring te stellen leeraar zal ontvangena. eene
gratificatie voor uitrusting ad ƒ1000; b.
overtocht naar Batavia als gouvernements
passagier 1ste kl., casu quo ook voor het
wettig gezin c. een voorloopig traktement
van ƒ150 'smaands van den dag van insche
ping af tot den dag, waarop het activitoits-
traktement, volgens do deswege bestaande
bepalingen, in Indië ingaat; dit voorloopig
traktement wordt vóór het vertrok over twee
maanden in voorschot uitgekeerdd. in Indië
oen minium-traktement van ƒ450 'smaands,
met drie vierjaarlyksche traktementsverhoo-
gingen, elk van ƒ100 'smaands, zoodat zal
worden bereikt een maximum-traktement
van 750 'smaands.
Zy, die geneigd zyn om zich in de genoemde
betrekking aan 's lands dienstin Nederlandsch-
Indié te verbinden, kunnen zich binnen eene
maand (na 21 Juli) ter mededinging aanmel
den by een op zegel geschreven aan het
departement van koloniën gericht request.
Men zie verder de Staatscourant van 22 Juli.
Gemengd N eu w s.
P o r f e e s 11 r e i n vertrokken heden
van hier naar het Christelyk Zangersfeest op
„Voordaan," onder Maartensdyk, by Utrecht,
60 passagiers, met de gewone treinen van
6.26 en 7.39 100; te zamen dus 160
personen. De Leidsche Christelyke Zangver-
eeniging „Zingt den Heer," welke gisteravond
in het Wykgebouw (Levendaal) zong, lid van
den Bond van Christelyke Zangvereenigingen
in Nederland, begaf zich ook met haren
directeur naar genoemd feest.
In een perceel Haarlemmerstraat,
naby de Janvossensteeg, ontstond hedenna-
middag een binnenbrand. Spuit No. 7 gaf het
eerste water. De brand was spoedig gebluscht.
Gisteravond te kwartier over
tienen is een man, die op eene stoomtram
der Hollandsche Spoorweg-Maatschappy, welke
in vollen gang was, tusschen het strand te
Scheveningen en de Vuurbaakstraat wilde
springen, daarvan afgevallen en dadelyk gedood.
De ongelukkige was beambte aanhetKur-
haus en wilde nog met de in gang zynde
tram huiswaarts keeren.
Op den verjaardag van deKoning-
in-Regentes loopen pleiziertreinen uit Amster
dam en Utrecht naar de residentie; die uit
Utrecht tevens in aansluiting met eenige
plaatsen in het noorden des lands.
Te Assen is Zondagmiddag een
elfjarige jongen, by het baden in het Noord-
Willemskanaal, verdronken.
Op den Ural-spoorweg is b(j
Saratow een goederentrein ontspoord, waarby
acht en twintig waggons met petroleum ge
heel zyn vernield. Er moeten verscheidene
personen gewond en zelfs moeten er gedood zyn.
Uit Londen wordt geseind dat
de loodsen aan het Hornbydok te Liverpool,
waarin eene belangryko hoeveelheid katoen
en olie was opgeslagen, gedeeltelyk door
brand zyn vernield. De schade wordt geschat
op 50,000 pd. st.
De vader van Khoelalonkorn,
den koning van Siam, heet: Prabatsomdet
Prabominthararahamongkut Thepayapong
Vongsaditsaraterasat Nikarodomborom Ma-
hachatkrapaiiratchaboromthanimika.
In O o s t enr y k-Hongary e worden,
op voorstel van den centralen geneeskundigen
raad, strenge voorzorgsmaatregelen genomen
tegen do cholera. De raad acht het gevaar
van verspreiding groot, vooral in de zuidelyke
provinciën. Ook zullen de in die streken
aankomende vreemdelingen aan een streng
toezicht onderworpen worden.
In verschillende plaatsen van Piemont (Italic)
doen zich enkele gevallen van cholera voor.
De ziekte breidt zich echter niet verder uit.
De Spaansche regeering heeft weer den
vryen toegang voor de personen en goederen,
die uit Cette komen, opengesteld, wegens
het niet meer voorkomen der ziekte aldaar.
In do omstreken van Clerieux
(dep. Dróme) hebben storm en onweder groote
verwoestingen aangericht. De te veld staande
oogst heeft zwaar geleden en een tweetal
personen zyn door den blikeom getroffen,
waarvan een op de plaats is gedood.
W ouilleton.
KO N1NG L"N P
2.)
Binnen een halfuur lag Frankryk achter de
reizigster en het vrye Zwitserland bood haar
een toevluchtsoord! Steeds nauwer en nauwer
werd de straat, welke hier direct in de rotsen
uitgehouwen was. Onmiddellyk voor het dorp
Jougne had de Fransche tol-autoriteit een
eigenaardigen verkeershinderpaal opgesteld
men had nameiyk den nauwen weg door eene
groote gemetselde poort met ijzeren deuren
versperd, zoodat niemand zonder controle dit
punt kon passeeren.
De hoogo rotswanden ter rechter-, de
afgrond ter linkerzyde maakten het onmo-
geljji, de poort te ontwyken. De deuren dezer
poort waren geopend; toen de wagen echter
in de poort was, geboden verscheidene stem
men halt. Het waren geene ambtenaren, die
den wagen aanhielden, maar leden der natio
nale militie, eene soort van schuttery, die
zich destyds in geheel Frankryk gevormd
had en mede tot de typische verschynselen
der groote Fransche revolutie behoorde. Alleen
de driehoekige hoeden, de patroontasschen,
de sabels en de geweren wezen het militaire
karakter dezer militie aan; voor het overige
droeg elk lid zyne burgerkleeding en som
migen van de nationale militie behielpen zich
zelfs op klompen of gingen blootsvoets.
De commandant van den post, die blykbaar
den rang van korporaal bekleedde, verzocht
mademoiselle Saint Vul uit te stappen.
„Ik heb niets belastbaars", verklaarde zy,
„ik heb alleen eene garderobe, die ik nood-
zakelyk gebruiken moet."
„Dat doet er niet toe", antwoordde de kor
poraal, „gy moet hier doorzocht worden. "VVy
zoeken niet naar belastbare voorwerpen, maar
zien alleen toe, dat geen baar geld en geene
gewichtige politieke documenten uit het land
gebracht worden."
„Ik heb niets van dien aard by my", ver
klaarde de tooneelspeelster, „in 't geheel niet
ik reis naar Genève en kom van Besan<;on."
Terwyl zy echter nog met den korporaal
onderhandelde, hadden bedryvige handen de
koffers van den wagen getild en verlangden
nu de sleutels, om ze te openen. De tooneel
speelster verkoos dit liever zelve te doen en
verzocht slechts, zeer voorzichtig by het door
zoeken te zyn.
De lieden gingen inderdaad zeer voorzichtig
met den inhoud der koffers om. Eensklaps
echter slaakte een der mannen een kreet van
verrassing en haalde daarop triomfantelyk
een rood fluweelen, met nagemaakt hermeiyn
bezetten mantel te voorschyn. Het was een
tooneelmantel, dien de tooneelspeelster voor
eene harer rollen nooaig had.
Een tweede uitroep weerklonk: men had
een kistje ontdekt, waarin zich eene kroon
bevond, natuuriyk eveneens eene tooneelkroon
van onecht metaal en met valsche steenen
bezet. Bijna verschrikt aanschouwden de sol
daten deze attributen der koninklyko macht,
die de onontwikkelde boeren voor echt hielden.
Men vermoedde een komplot.
Meedoogenloos werden nu de koffers door-
woeld, en toon men in één daarvan eene cas
sette met twaalfhonderd goudstukken vond,
zag men de reizigster met zeer vyandige
blikken aan.
Na eene korte beraadslaging kwam de
korporaal naar haar toe, om haar het vol
gende te zeggen:
„Gy zyt de koningin en wilt uit Frankryk
vluchten. "VVy zullen natuuriyk niet toestaan,
dat gy verder reist, maar verzoeken u ons te
volgen, by gebreke waarvan wy onmiddellyk
geweld tegen u moeten gebruiken."
„Gy vergist u, waarde lieden", verklaarde
Saint-Yul eenigszins verrast, ,;ik ben eene
tooneelspeelster en reis naar Genève. De
de kroon behooren tot nujne
mantel ei
garderobo."
„En het geld?" vroeg de korporaal.
„Is myne spaarpenningen, die ik toch
natuuriyk niet kon achterlaten, toen ik naar
het buitenland ging."
De korporaal schudde weer het hoofd.
„Zulke groote sommen heeft geene tooneel
speelster by zich. Gy zyt de koningin en
kunt den Hemel danken, dat gy in onze han
den gevallen zytandere soldaten zouden
misschien korte metten met u gemaakt heb
ben. Gy weet, hoe gehaat gy in het land
zyt, madame Veto."
Mademoiselle Saint-Vul was nu ernstig
bang geworden, zy begon te schreien en te
smeeken en versterkte de soldaton daardoor
nog meer in het geloof, eene goede vangst
te hebben gedaan. Een uur later zat zy in do
gevangenis van Jougne, terwyl de alarmklok
luidde en de bewoners van allo naburige
plaatsen samenriep, opdat hun de gewichtige
mare \erkondigd werd, dat men de koningin
van Frankryk gegrepen had op het oogenblik,
dat zy het land verlaten en over de Zwitser-
sche grens vluchten wilde.
[Wordt vervolgd.)