DAGBLAD.
N«. 10254.
Donderdag 27 Juli.
A0.1893.
i§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leideu, 26 Juli.
Feulllotoii.
LEIDSCH
PEU8 DEZER COURANT:
ÏMdam per 8 buo<1«bf Lit.
Pitnco per post1.46.
Meooderlni-ó Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIE»:
Tea 18 regels f 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174
Ckootere lettere nur pleateraimte. Voor het
lnoeseeeren boiteo de lud wordt ƒ0.06 berekend
Behalve de regeling van het kiesrecht,
kjn> by de Tweede Kamer tot dusver slechts
len viertal wetsontwerpen voor dadelyke be
ndeling gereed, waaronder die betreffende
lepalingen op de fabrieks- en handelsmerken
in de onteigening voor de normaliseering der
ieuwe Maas boven Rotterdam.
Daarentegen kunnen 7 wetsontwerpen in
taat van wijzen worden gebracht, o. a. de
adere bepalingen omtrent den suikeraccyns,
waaromtrent het antwoord der Reg. is inge-
onden.
De „N. R. Ct." ontvangt uit Batavia het
olgende particuliere telegram:
De schade, door den brand te Padang ver
haakt, bedraagt ongeveer zes ton.
De Atjehers zyn nog in Tamiang.
De koning en koningin van Saksen hebben
in bezoek gebracht aan het „Huis de Pauw",
inder "Wassenaar.
Gisteren bracht prinses Heinrich met prins
Valdemar, haar zoontje, en gevolg een be-
oek aan dat vorstelijk buitenverblijf.
Het Rijkstelegraafkantoor met telephoon-
enst te Woubrugge zal, op verzoek van het
;emeentebestuur, van 1 tot en met 14 Aug.
s. gesloten zijn.
Men meldt uit Yelp: Het landgoed „La
enstein", hetwelk het vorig jaar voor het
lartsbisdom Utrecht werd aangekocht, ten
linde aldaar een gesticht te vestigen onder de
jiding van de zusters van „den Goeden Herder"
Zoeterwoude, welke zusters er zich op
oeleggen om door goede voorbeelden en moe-
eriyke zorgen R.-K. meisjes of vrouwen, die
ot een ongeregeld leven zjjn vervallen of wier
edelijkheid gevaar loopt, tot een geregeld,
werkzaam, godsdienstig gedrag terug te bren-
en, of voor verdero afdwaling te behoeden,
en einde baar na korter of langer vrijwillig
erblijf in de maatschappij terug te voeren,
3 nu reeds gebleken te klein te zijn. Men
;al daarom overgaan tot het bouwen van een
lieuw gesticht met kapel.
De minister van buitenlandsche zaken
irengt ter kennis van belanghebbenden, dat
>lykens mededeeling van Hr. Ms. gezant te
hussel, het grenskantoor de Klinge (station),
ip 22 Juli 11. voor den invoer van rundvee uit
Nederland gesloten en het hulpkantoor Kiel-
drecht met ingang van dienzelfden datum
voor dien invoer opengesteld is. Do invoer
laDgs laatstgenoemden weg zal eiken Zaterdag
morgen van 1012 uren mogen plaats hebben.
De invoer van Nederlandsch vee langs het
kantoor Arendonck, welke tot dusverre eiken
Maandag was toegelaten, zal van den 27sten
dezer af, eiken Donderdag op dezelfde uren
geschieden.
De gewone audiëntie van den minister
van oorlog op Donderdag 27 Juli en die van
de ministers van buitenl. zaken en van marine
op Vrijdag 28 Juli a. s. zullen niet plaats hebben.
Het stoomschip de „Amsterdam" vertrok
22 Juli van Nieuw-York naar Rotterdam; de
„Prins Alexander", van Amsterdam naar Ba
tavia, arriveerde 23 Juli te Padang; do
„Schiedam", van Amsterdam naar Nieuw-York,
passeerde 23 Juli Bovezier; de „Spaarndam"
arriveerde 23 Juli van Rotterdam te Nieuw-
York; de „Utrecht", van Amsterdam naar
Java, arriveerde 23 Juli te Southampton; de
„Maasdam", van Nieuw-York naar Rotterdam,
passeerde 24 Juli Prawlepointde „Glaucus",
van Amsterdam naar Java, passeerde 22 Juli
Port Said; de „Zuid Holland", van Java naar
Rotterdam, is 23 Juli Gibraltar gepasseerd.
Bij koninklijk besluit is benoemd tot ridder
in de orde van Oranje-Nassau E. H. M. Leurs,
ontvanger der successierechten No. 1 te Rot
terdam, aan wien, op zyn verzoek, eervol
ontslag is verleend uit zijne betrekking.
In zijn rang overgeplaatst by het regiment
grenadiers en jagers, de 1ste luit. A. H. Rink,
van het 5de reg. inf., ged. bij het 2de reg.
veld-art.
Benoemd tot 2den luit. bij het wapen der
cavalerie van het leger in Nederl.-Indiö, de
cadets J. J. De Wit, K. W. Raub, J. Do Koningh
en A. M. B. Tergast, allen herkomstig van de
Kon. Mil. Academie.
Benoemd tot 2den luit. by het wapen der
genie van het leger in Ned.-Indie, de cadets
J. I. Goudswaard en W. H. Hiooler., beiden
herkomstig van de Kon. Militaire Academie.
Benoemd bij het wapen der genie, tot 2den
luitby het corps genietroepen, de cadets T.
Bodenhausen, L. H. Van Wely, W. Sturms en
A. Gobee, allen herkomstig van do Kon.
Militaire Academie.
By koninkiyk besluit is benoemd tot
directeur en leeraar der Ryks-hoogere burger
school te Sappemeer, H. Bol, thans leeraar
aan die school.
Bevorderd tot lsten luit. by het corps
i mariniers, de 2de luit. van dat corps J. Van
der Kop.
Benoemd tot 2den luit., by het wapen der
art. van het leger in Ned.-Indië, de cadets
J. C. Stuffken, PI. E. Visscher, J. C. Pabst, A.
Yan Lith en C. A. Ter Cock, allen herkomstig
van de Kon. Mil. Academie.
Benoemd by het wapen der cavalerie, tot
2den luit.: by het 1ste reg. huzaren, de cadets
G. J. Blokhuis, C. F. R. baron Van Harden-
broek van Lookhorst, C. J. Nierstrasz, E. L. G.
Marcus en W. O. T. Van Oudheusdenby het
2de reg. huzaren, de cadets jhr. M. C. F. J.
De Rotte, jhr. P. A. C. M. Van Haeften, L.
H. Eberson en H. Van Aisma; by het 3de
reg. huzaren, de cadets A. Maas Geesteranus,
G. W. Vreede, J. C A. Van den Heuvel en
L. C. Beynen, allen herkomstig van de Kon.
Mil. Academie.
Gemengd Nieuws.
Men schryft ons uit Noord-
wykerhout, dd. 25 Juli: Na afloop der heden
gehouden Raadsvergadering werd, in tegen
woordigheid der Raadsleden en van eenige
belangstellende inwoners, het feit herdacht,
dat de gemeente-veldwachter M. Van Noort
gedurende 30 jaren die betrekking waarnam.
Daar dit geene alledaagsche gebeurtenis is,
vooral waar die een zoo verdienstelyk ambte
naar geldt als dezen jubilaris, meenden wy
dit met enkele woorden aan de vergetelheid
te mogen ontrukken.
Uit de door den heer Burgemeester dezer
gemeente gehouden rede bleek, dat Van Noort
steeds zyn plicht betrachtte, zooals dit een
good politieman betaamt: met yver, beleid,
scherpzinnigheid en geduld, en dat spreker
over hem geene enkele rechtmatige klacht
was ter ooren gekomen.
Hot bewys dat de gemeente van oordel
was, dat zyne gepraesteerde diensten eene
erkenning verdienden, was wel hierin gelegen,
dat de Raad een prachtig cadeau voor deze
gelegenheid had aangekocht, bestaande uit
een zeer mooi gouden horloge met inscriptie,
alsmede in eene gratificatie ad f 20, ver
gezeld van eene keurig gedrukte opdracht.
Doch niet alleen hieruit bleek hoezeer zyne
trouwe diensten gewaardeerd werden, maar
ook zyne vroegere superieuren hadden zich
met den burgemeester vereenigd, om hem
met een fraaien gouden horloge-ketting te
vereeren.
Ook by dit geschenk was eene heel mooi
uitgevoerde opdracht gevoegd, waarop het
gemeente-zegel voorkomt, omringd door de
wapens van de HoogWelGeboren heeren rar.
H. Graaf Van Limburg Stirum, jhr. rar. H.
A. E. J. Van Eysinga, jhr. mr. A. D. Th.
Gevers, oud-burgemeesters, en jhr. F. C. V.
Dommer van Poldersveldt, burgemeester der
gemeente Noord wykerhout.
Ten zeerste kunnen wy ons vereenigen
met de onderscheiding, welke den feesteling
te beurt viel, en voorzeker was de oudste
wethouder de tolk der ingezetenen, toen hy
den wensch uitsprak, dat Van Noort (wien
by sinds 40 jaren kende) nog jaren in den
zelfden geest als voorheen de goede orde in
de gemeente helpe handhaven.
Op de paardenmarkt to Hoofd
dorp waren den 25sten dezer aangevoerd 368
paarden, veulens en hitten.
Hoewel er vele vreomde kooplieden waren,
was de handel matig.
De pryzen liepen tot f 700.
Omtrent de brandstichtingen
by den molenaar A. E., te Garderen, wordt
aan de „N. R. Crt." uit Barneveld het vol
gende medegedeeld: Nadat de 14 jarige dienst
bode G. v. B. eerst herhaaldeiyk verklaard
had dat de brand gesticht was door de dochter
van E., heeft zy eindelyk bekend zoowel
schuur en bergen als het huis zelf aange
stoken te hebben, nadat zy te voren op één
dag driemaal beproefd had het huis in brand
te stekendeze branden wist men toen telkens
intyds te blusschen. G. v. B. is gistermiddag
gevankelyk naar Utrecht overgebracht.
Nader wordt nog vernomen aangaande de
14-jarige G. v. B., die bekend heeft de bran
den te Garderen gesticht te hebben, dat zy
hiertoe is omgekocht door den molenaar A.
E. en zyne vrouw zelve. Van eerstgenoemde
zou zy f 20 ontvangen hebben voor het in
brand steken van het huis en van laatst
genoemde f 5 voor de bergen en schuur.
De hond van den heer "W. te Heem
stede werd den 14den dezer op vermoeden
van dolheid doodgeschoten en daarna onder
zocht. Ten einde zeker te gaan, werd de hulp
van bekwame deskundigen ingeroepen. Volgens
dit onderzoek was de hond aan dolheid lydende,
zoodat de bekende bepaling van het muil
korven in een achttal gemeenten is afgekondigd.
Een ingezetene van Drachten,
door ziekte in geldelyken nood geraakt, vroeg
H. M. de Koningin-Regentes om hulp. De manr
die als vurig sociaal-democraat bekend stond,
ontving korten tyd daarna vanwege H. M.
een bankbiljet van f 40. Naar men zegt, heeft
de man nu genoeg van de party, waarvan
hy tot nu toe alleen heil verwachtte.
KONINGIN P
I.
Op den weg, welke van Pontarlier door de
lura naar de Zwitsersche grens leidt, reed
het jaar -1790 een eenvoudige reiswagen,
net twee paarden bespannen. In dezen wagen
sat slechts éne dame, zonder eenig geleide;
ien aantal koffers deed intusscben besluiten,
lat zy eene verre reis voorhad of over eene
Hjzonder groote garderobe beschikte.
Het was de beroemde Parysche tooneel-
peelster Saint-Vul, die naar Genève reisde,
ladat zy te Besanoon gastvoorstellingen ge
jeven had.
De tooneelspeelster, die diep in de dertig
ras, had het engagement naar Genève zeer
;aame aangenomen, want de verhoudingen
rerdon in Frankrijk, in de hoofdstad niet
illeen, maar ook in de provinciën, steeds
naangenamer. Hen stond aan den vooravond
ier geweldige revolutionnaire beweging, die
liet alleen Frankrijk, maar gansch Europa
»p zyne grondvesten zou doen schudden. De
macht, van het koningschap te Parijs was ge-
Tieel gebroken.
Zooeven, in do eerste maanden van het
jaar 1790, had de nationale vergadering den
adel afgeschaft en in de provinciën was do
verheffing van het volk begonnen, die intus-
schen geenszins op zoo ideale wijze tot stand
kwam als de patriotten meenden en ver
wachtten.
Zooals altyd bij zulke beroeringen, nam
het gepeupel de gelegenheid waar, samen te
rotten en, onder het voorwendsel van poli
tieke beweegredenen, te plunderen, testeion,
te rooven en andere wandaden te plegen. Nog
bleven de garnizoenen in de steden, met
name in Franche Comté, het hof getrouw.
Waar geene garnizoenen of waar de officieren
en gouverneurs op de vlucht gejaagd waren,
deden de militie-manschappen dienst om have
en goed tegen de plunderende benden te
beschermen.
Ook te Besamjon was het in de laatste
dagen rumoerig geweest; er was bijna geen
nacht voorbijgegaan, of de inwoners der stad
waren door klokgelui en door alarmsignalen
uit den slaap opgeschrikt.
Voor de poorten der stad verschenen over
dag en des nachts telkens weer gewapende
benden, dikwfils van plunderaars, die gemak
kelijk door eenige geweerschoten van het
garnizoen te verstrooien waren, maar dan
kwamen de inwoners van geheele dorpen, om
van de autoriteiten de uitlevering van docu
menten betreffende belastingplichten met ge
weld te vorderen. Tegen deze gewapende
boeren trad het garnizoen in zooverre op, dat
het plunderingea belette. Men waagde het bij
de algemeen hoerschende onzekerheid niet,
den strfid aan te binden met deze opgewon
den massa's, die door een krachtig verzet
nog sterker geprikkeld waren geworden.
Mademoiselle Salnt-Vul verlangde er dus
vurig naar, de Zwitsersche grens te over
schrijden, om weer in eene rustige omgeving
te komen.
Te Genève hoopte de tooneelspeelster nieuwe
lauweren te oogsten en behaaglijk te kunnen
leven, wjjl er geene kans bestond, dat de
golven der revolutie ook naar Zwitserland
zouden overslaan. Tol- en pasmoeilijkheden
behoefde zjj aan de Zwitsersche grens niet
te duchten; de Fransche tolbeambten waren
door de bewoners der grensplaatsen eenvoudig
weggejaagd en de smokkelarij tierde welig.
Steeds moeilijker werd de weg, welke met
evenveel kunst als kosten door het gebergte
aangelegd en hier en daar in de rotsen uit
gehouwen was. De straat liep langs den voet
van het nu nog versterkte bergslot Joux, dat
als staatsgevangenis diende en trotsch op de
spits van eene byna ongenaakbare rots lag,
van welks hellingen slechts eenige doldrieste
gemzen het weinige gras afgraasden. Voorde
gewapende benden der omstreken was deze
bergvesting oninneembaar en daarom woei
ook nog ongestoord van de tinnen van het
slot de witte koninklijke vlag en de com
mandant van Joux had verklaard, onder
geene omstandigheden iemand in het slot toe
te laten, die niet van oen koninkiyk verlof
voorzien was.
Onmiddellyk achter Joux werd het dorp
Frambourg gepasseerd, waar in don regel de
eerste inspectie van den kant der Fransche
douanen plaats had, wyl van de uitgaande
goederen rechten betaald moesten worden.
De tolboom echter was verbryzeld het huisje,
waarin vroeger de ambtenaren gehuisd had
den, vernield. Ongehinderd reed mademoiselle
Saint-Vul met den voerman, dien zy van
Besamjon tot Yverdun gehuurd had, nu naar
de grons, welke waarschyniyk ook op 't uiterste
punt by het grenstation Jougne, niet bezet was.
(Wordt vervolgd.)