Per«ov«riickt. Hadden we geeno rekening te houden met een vroeger geuit voornemen, dan zouden we nu een overzicht kunnen geven, geheel gewyd aan de besprekingen der nieuwe Kieswet, welke de Tweede Kamer weldra in behandeling gaat nemen. "VVe hebben evenwel gezegd —na het vele, dat we daarvan uit allerlei bladen reeds mededeelden dat we daarop vóór de behandeling door do Kamor niet meer zouden terugkomen en hieraan wenschen we ons te houden. Vele nieuwo beschouwingen treffen we bovendien niet aan en voorspellingen, ze falen te dikwyls om hun veel plaatsruimte te gunnen. Be Arnhemsche Courant wijdt een artikel aan liet wetsontwerp op de grondbelas- ting. Zy is het met den minister niet eens dat hy er in geslaagd is door het invoeren van herziening op korte termijnen voor goed te niet te doen de opvatting van de grondbelas ting als eene grondrente, eene theorie, wier verwerpelijkheid de Arnh. Ct. nog niet kan toegeven. Maar zy wil dan v-.or een oogenblik aan nemen, dat de grondbelasting door 's minis ters toovermiddel van de regelmatige deci male herziening geheel en al wordt herscha pen in eene belasting par et simple, dan mag evenwel, naar k mening, niet nevens de opname van den gond in de vermogens belasting dit vermogensbestanddeel nog op eene andere manier worden belast. Is de grond in de vermogensbelasting niet zwaar genoeg getrokkon ze wyst erop,dat ze inderdaad lichter be'.ast is dan het roe rend vermogen door het aannemen van den exorbitanten maatstaf van 5 pCt. welnu, zegt de Arnh. Ctdan moet dit in do ver mogensbelasting gewyzigd worden en in art. 7a het vormonigvuldigings-cyfer desnoods tot 60 of 80 worden verhoogd, maar voor eene speciale belasting nevens en buiten de ver mogensbelasting om, ziet zo in het systeem des ministers geeno reden. „Was de grondbelasting nu een fixum, dan bestond togen dit tweemaal treffen, liier van den grond, daar van dun grondeigenaar, geen bezwaar, maar door de herhaalde herziening wurdt de toestand auaors en gaat men zich afvragen, of by het daaruit voortkomend gemis aan vastheid van de aldus schomme lende grondbelasting het niet veel beter ware, die belasting met al haren omhaal en hare kostbaarheid te doen vervallen en de noodig geachte zwaardere belasting van don grond boven het roerend eoed te verrekenen, daar, waar die verrek-ring natuurlyk en voor do hand liggende is, in de vermogensbe asting." In De Indische Tolk schryft de luitenant Cr. Nypols omtrent bet A t j e h - v r a a g- stuk o. a. hot volgende: Het is bekend dat. de Atjeh-oorlop in 1873 zonder lange voorbereiding verklaatd is, in hoofdzaak omdat on :o regeering inmenging van vreemde mogendheden in de Sumatra- ^aken vreesde. Zou nu, na twintig jaren ■strydens, in die vreemde inmenging toch bewilligd moeten worden? Een tractaat van 1871 beschermt ons -gen Engelschen invloed, maar de geachiodonis en de jongste inter pellatie in het Parlement leereD, dat op trac taten niet te veel vertrouwd mag worden. Ook uit een staatkundig oogpunt is het te begrijpen, dat andere mogendheden zich ergeren aan ons ma- aieloos geharrewar, aan ons stelselloos Ito;- m van een volk, dat, flink onderworpen, onder Europeesche leiding, een gelukkig volk kan worden, ja, reeds zou kunnen z\jn. Humaniteit en moraliteit vergen terecht, dat er een einde kome aan den toe stand, die tweu v< ion, tot elkanders verderf, nu reeds twintig j run in het harnas houdt. De oplossing, i> eenige, is eene nieuwe expeditie! Uit de vele beschouwingen, my geworden, is m, 'ubleken, dat men my in twee opzichten niui volkomen begrepen heeft ik zal myne meunmg daarom met een enkel woord toelichten. Mon meent, dat ik beweer, dat, wanneer Kemala gevallen i>, de oorlog uit is. Dit is verre van my, hei zou zelfs herhaling van eene meermalen in Atjeh gemaakte fout zyn, wanneer men eene bepaalde plaats als eind doel aangaf Kemala is het eerste doel, niets meer. Is dit gevallen, dan worde daarheen een weg gebaand (zes uren gaans) en er eene sterkte aangelegd. Ondertusschen heeft zich de oorlogstoestand geteekend; het hoofd, dat de meeste macht getoond hoeft, onderga nu hetzelfde lot, zyn hoofdplaats valle en worde door ons bezet. Dan zal de oorlog zoo goed als geëindigd zyn, omdat de vrees er weer in is; maar wy mogen dan ook niet rusten. Waar nog verzet is, worde oene benting bezet. Yan die bentings uit begint ons bestuur over het land, en, even als thans nog bentings over geheel Sumatra's Westkust verspreid zyn, zal te Atjeh het aantal bentings wel geleidolyk ingekrompen, maar vooreerst niet tot nul gebracht mogen worden. Zoo ging het overal op Sumatra. Van Atjeh uit moeten wy ons uitbreiden tot Langkat; Sumatra's Oostkust zal dan eens d«>or Atjeh zyne schatten naar ons Poeloe W.ti brengen, instede van het Engelsch Penang eiSingapore. Atjeh zal een rijk land worden, Or- Ajehers een gelukkig volk. Anderen meenden dat ik terstond eene expe -lino naar Atjeh wenschte te zien vertrekken. 0»»k dat zou ikzelf afkeuren. M. i. moet aan den gnr.eralen staf opgedragen worden de noodige gegevens voor die expeditie te verzamelen, h.iie sterkte vast te stellen, enz. Dan moet geleidolyk, maar in een bepaalden tyd toch, do sterkte zóó opgevoerd worden, dat die expeüiüe, zonder de andere koloniën te ont- blooten, tot vertrek geheel gereed is. Niets mag ontzien, niets gespaard worden om het goede resultaat te verzekeren. De comman dant werke, gesteund door den generalen si af eii de intendance, onverpoosd voor dat óéne doel. Zóó voorbereid, zóó uitgerust, is niet éón Indisch volk tegen eene Europeesche legermacht bestand, „mits de commandant een practisch bevelhebber zij!" Men leest in de Zutfensche Courant betref fende de Hollandsche Spoorweg- maatschappy: Door den dood van den heer J. W. Bake, lid van den Raad van Administratie, was ©r eene vacature in dien Raad. De heer Van Hasselt had te kennen gegeven, lid van don Raad van Administratie te willen worden, maar tevens de werkzaamheden te biyven vervullen, die hy als Administrateur verrichtte. Nadat op de vergadering van aandeelhou ders van den 26sten Juni jl. de heer Van Hasselt tot lid van den Raad van Admi nistratie was benoemd, werd besloten de som, die jaarlyks aan den Raad van Administratie wordt uitgekeeid, met ƒ5000 te verminderen, zynde de bezoldiging, die de heer Bake als lid van den Raad genoot. De Raad wenschte den heer Van Hasselt, als lid van den Raad van Administratie, op te dragon de werkzaamheden, die hy tot nu toe als administrateur verrichtte, maar wilde dat die titularis zyne tegenwoordige bezoldi ging als administrateur van ƒ18,000 'sjaars zou behouden en die niet zou vermeerderd worden met de bezoldiging van f 5000 van lid van den Raad. De toestand is thans zóó, dat de admi nistrateur door den Raad wordt aangosteld en ontslagen; de Raad stelt voor den administra teur eene instructie vast eD regelt zyn salaris. Het lid van den Raad van Administratie moet dus zorg dragen dat de Administrateur zyne Instructie naïeve. Volgens de overeenkomst der Maatschappij met den Staat aanvaardt de persoon, of de personen, aan wie het onmiddellyk beheer over het onderhoud en de exploitatie wordt opgedragen, hunne betrekking niet, vóór dat hunne benoeming door den Minister is goed gekeurd. Genoemde overeenkomst geeft ook aan de aandeelhouders het recht te eischen, dat de Maatschappy naast, ongeveer tegen den pari- prys der aandeelen. Verleden jaar ontvingen do aandeelhouders 2 pet.; dit jaar l'/a pet., en het laat zich niet aanzien, dat spoedig groote verbetering zal komen. Krygt ieder aandeelhouder zyn geld a pari van den Staat en laat hy dit op het Grootboek inschryven, dan ontvangt hy toch ongeveer 3'/, procent. Het 8chynt daarom voordeelig voor de aan deelhouders, om den Hollandschen Spoorweg aan den Staat over te geven. Men beweert dat de Staat by naasting min der wil betalen, omdat het pensioenfonds niet geheel zeker is voor de toekomst. In het tydschrift Europa geeft de heer K. De Hartogb eene bescbry ving van het H o h en- zo llem museum te Berlyn en dringt er daarin ten slotte op aan dat men in ons land eene dergeiyke inrichting, een Oranje huis stichtte. Hy eindigt zyn betoog aldus Wat het Hohenzollernsche Huis is voor den Duitscher, zegt hy, is het Oranjehuis voor ons; leggen de Duitschers eene hooge vereering aan den dag voor de Brandenburg. sche vorsten, die lyf en leven veil hadden voor hun land, wy kunnen met trots en fierheid wfizen op onze Oranjes, die waariyk niet met minder onkreukbare trouw en op offering van goed en bloed de nationale zaak diendon; begint de Hohenzollernsche stam eerst welig te tieren in de zoogenaamde „Mark onze edele „Oranjeboom" vindt zyn vruchtbaarsten bodem in het laaggelegen kleine gewest „Holland"; behaalde in Duitsch- land het gevoel van solidariteit na eeuwen- la ngon stryd de overwinning op het particu larisme, ten onzent werd eveneens na lang durige verdeeldheid de weg gebaand tot de monarchie, welke de staatseenheid voorgoed zuu bevestigen. B-.ogt Hobenzollem op 1675, Oranje schryft U-72 met gulden letteren in zyne annalen h- ofi de Hohenzollern zyn Fehrbellin, König- giatz en Sédan, Oranje toont zyn Breda, Alkmaar, Leiden, Malplaquet, Waterloo, wist de yzeren kanselier zyne naburen aan den „Pomraerschen grenadiers" te herinnoren en plaatste hy dien naast de Hohenzollems, de „Hollandsche jongen" en „Janmaat" lieten hunne Oranjes evenmin inden steek; \oert de Hohenzollern den adelaar in den standaard van het ryk en geeft hy ons daarmede hot beeld van eene alles bebeerschende macht, Oranje stuurt zyn schip van staat met twee fiere leeuwen op post, als symhool van moed en volharding; had de „Hohenzollern" een Seidlitz, een Zielhen, een Gneiseau, eon Von Klelst, een Von Scbarnhorst, een Von Roon, een Von Moltko; Oranje had zyn DeRuyter, zyn Van Galen, zyn Van Speyck, zyn Poland, zijn Verspeyk, zyn Van der Heyden, zijn Romswinkel, zyn Duicker, zyn Van Limburg Stirum, zyn Pel. De weg om een zoogenaamd Oranje museum, zy het aanvankelyk dan ook in bescheiden vorm, tot stand te doen komen, ligt o. i. geheel open; de vorstelyke paleizen, over verscheidene gewesten van ons vaderland verdeeld, bevatten een groot aantal zaken, afkomstig uit het privaat bezit der Oranjes, terwyi waarschynlyk verscheidene oud adelyke familiën nog in het bezit zyn van historische stukken uit de dagen der Oranjevorsten en die gewis gaarne ter beschikking zouden stel len van kunstvereenigingen of commission eindelijk zyn in ryksinrichtingen. in particu liere gebouwen en stichtingen wellicht nog voorwerpen van beteekenis aanwezig, welke door overbrenging en aankoop zouden te verkrijgen zyn. Aan de Telegraaf wordt van welwillende zyde geschreven: Men hoort vaak klagen, dat wy, Hollanders, zoo gaarne onze inkoopen doen by onze buren ten koste van eigen industrie en welvaart. Het valt niet te ontkennen, dat het on mogelijk is om alles uit den eigen lande te botrekken, maar wat denkt men van de vol gende groot-industriëele curiosa, die in enkele kringen welbekend, maar dit by 't groote publiek niet zyn? Eenige jaren geleden kwam een nieuw ge bouwde raramonitor uit Engeland, waar hy voor rekening onzer regeering was gebouwd. Alles stroomde naar Den Helder om het nieuwe schip te bewonderen, en reeds vóór men het gezien had, roemde men inrichting, constructie, enz., enz., zeker reeds onder den invloed van bet denkbeeld, dat het Engelsch werk was. "Wy zullen hier verder niets aan toevoegen, dan alleen, dat er vy (tienduizend Hollandsche guldens noodig waren om het vaartuig door Hollandsche werklui voor onze marine bruik baar te maken. De Engelschen haddon het ons intusschen als „prima"-werk, prima laten be talen en afgeleverd. Een ander oorlogsschip, door Engeland aan ons geleverd, had op de stoomcylinders vier en twintig lappen; zeker pleit dit niet voor het Engelsche gietwerk. De pantsering aan het schip had zulke geweldige naden, dat men die met stopverf had aangevuld om ze on zichtbaar te maken, en toen het schip er dientengevolge niet mooier op werd, heeft men de geheele buitenhuid netjes bepleisterd, zeker nooit vertoond in de annalen der pantser geschiedenis. Iedereen heeft er verbaasd over gestaan, dat dit schip zyne bestemming, Indiê, goed en wel heeft bereikt. Het volgende is mede der vermelding waardig Men klaagde er over, dat wanneer de in Holland aangebouwde torpedo-booten full- speed hadden gestoomd en dan tot stilstand werden gebracht, de vlampypen zóu geweldig lek werden, dat reparatie en algeheele her ziening dringend noodig was. De booten waren in Holland (Amsterdam) gebouwd, en dat was naar veler meoning de oorzaak; had men ze in Engeland laten bouwen, dan kon dit niet het geval zyn goweest. Daarom werd besloten eene boot in Engeland met gegarandeerd waterproof vlampypen te laten bouwen. De boot komt en stoomt, en al weldra lekten de pypen, dat het eene liefhebbory was. Nu kregen de Hollandsche ingenieurs cou rage. De Engelschen kunnen het ook niet! (Wat eene hypnotisch verlammende werking oiifent die Engelsche industrie toch op de onze uil) hoera! Nu zullen wy het probeeren. En wagen het vlampypen van nieuwen vorm te maken, geheel nieuw, eigen vinding, ver beeld je vlampypen, zooals die nog niet in hut buitenland bestonden en het vraagstuk is opgelost, de pypen lekken niet meer! I-Iet moet zuivere waarheid zijn, dat de Engelschen het erg mooi vonden. Is het niet „the fault of the Dutch", dat wy zoo by de Engelschen in naam ten achter staan? Gemengd IV i e tl tv s. Te Amsterdam is naar het gast huis vervoerd een 11-jarige jongen, die inde Tuinstraat door een zyner kameraadjes met peper in de oogen gegooid was. De boerenbehuizing en inboedel van J. Postoma, te Niebert (Groningen), is geheel, afgebrand Vier koeien, 6 kalveren en 5 varkens zyn in de vlammen omgekomen. Onder Ouderkerk aan den IJsel is een schipper, met zyne met puin geladen aakje achter een sleepboot hangende, over boord gevallen en verdronken. De man was van Rotterdam afkomstig, 52 jaren oud en gehuwd. Tfjdens oen onweer zyn in den Tornaarder polder oen paard en eene koe, by Oostrum twee paarden door den bliksem gedood. Door het comité der Russische emigranten te Groningen is van zyn kasvoor- raad, groot 15 a 16000 gulden, naar aanleiding oener circulaire, uitgegaan van het hoofdbestuur in Nederland der Alliance Israèlite universelle, een bedrag overgemaakt van 500. Mocht verdere steun noodig biyken, dan zal opnieuw een gelyk bedrag worden toegezonden. Dinsdag opstaande bevond de houder van hek koffiehuis in den tuin der Tuilerieën te Parys zyn lokaal geplunderd. Op een spiegel was een stuk papier geplakt en daarop las hy: „Laat een andermaal wat meer duimkruid in de lade, dan zult ge ons verplichten. De dranken waren goed." De waard bevesligde eene met zes kogels geladen rovolver aan de geldlade, in dier voege, dat zoodra men haar opentrok, het wapen af moest gaan. Donderdag ochtend heeft hy dan ook overvloedige bloedsporen gevonden en de politie is nu druk aan het onderzoeken. In hunne woning aan de Merri- mac, by Nashna, in Nieuw-Hampshire, werden den 14den dezer zekere Deschamps, een Fransch Canadees, zyne vrouw en zes kinderen ziek denzelfden nacht stierf een der kinderen, Zaterdag een tweede, Zondag een derde, Dinsdag-avond nog twee en de ouders zyn in bedenkeiyken staat. Na den dood waren de lichamen vol zwarte vlekken. De genees- heeren spreken van een raadselachtig geval van vergiftiging. In den omtrek van Norfolk (V. S.) werd dozer dagen een neger gelyncht. Maandag 11. echter heeft de man zich aan gevangenis aldaar aangemeld verklarende zich slechts dood gehouden te hebben tot zyne beulen waren afgetrokken. Hy had geen ooren meer, twee kogelwonden in den hals, eene in den rug en eene in de dyzyne bee- nen waren vol hagel. Een a c h te n-v e e r t i g j a r i g werk man in Londen hielp verleden week zyne vrouw, die aan het wasschen van kleederen was. By het verleggen van eene plank op een afdakje, heeft hy waarschynlyk zyne slapende kat gestooten, welke woedend opvloog en hem in de rechterhand beet. Dinsdag waren hand en arm gezwollen en zyne vrouw papte de wonde. Donderdag werd een dokter geroepen, die terstond overbrenging naar een gasthuis gelastte. Vrydag ochtend vroeg stierf de patiënt al. Volgens geneeskundige verklaring was het overiyden een gevolg van bloedvergiftiging, ten gevolge van den kattebeet, maar zonder eenig verschynsel van dolheid. Uit het Zuid-Fransche depart e- ment Ariège wordt nu sneeuwval gemeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 2