DAGBLAD.
N°. 10239.
Maanday: lO .ïiili.
A0.1893.
<Qeze •Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Kikeriki.
fjpv Leiden, 8 Jnli.
4 Feuilleton.
De wraak cencr vrouw.
e-H
FRIJ8 DEZER COURANT:
)0
T#er Letd«n per S me&ndenf 1-1®»
Fninw per post1-4®-
Nora mere.
PRIJS DER ADVERTBNTIÊN:
Tm 1—C r*r*)e ƒ1.05. Ieder* regel meer f O.lTf,
•too tere lettere neer plee te ruimte. Toor het
lnoeeoeeren baiten de eUd wordt ƒ0.1# berekend.
5i
2(=Aan do Abonnó'a daarop, wordt bij dit
voFZonden No. 42 van Kikeriki.
Aan de universiteit alhier is met goed ge
volg afgelegd door den heer G. A. J. Hazeu
eïet candidaats examen in de taal- en letterkunde
an den Oost-Indischen Archipeldoor den
veer C. C. Bon het eerste natuurkundig
"samen; door den heer H. J. Lycklamaa
~~yeholt het voorbereidend examen in de ge
neeskunde; en door den heer F. Van der
een het doctoraal-exam en in de pharmacie.
i« Tot directeur van de Friesche Handels-
I ank te Leeuwarden is benoemd de heer
1 ii Ten Kate, te Leiden.
By beschikking van den minister van
innenl. zaken is bepaald, dat de commissie,
welke wordt opgedragen het examineeren
an hen, die akten van bekwaamheid wen-
3hen te verkregen tot het geven van mid-
ejelbaar onderwijs in de gymnastiek, voor
1 et jaar 1893 zitting zal houden te Utrecht;
aan deze commissie tevens opgedragen het
IfXaminoeren van hen, die in 1893 de akten
an bekwaamheid verlangen, bedoeld in art.
öbis der wet tot regeling van het lager
nderwijs; en zijn benoemd: tot lid en voor-
itter dier commissie, dr. W. B. J. Van Eyk,
ïspecteur van het middelb. onderwijs, te
i-Gravenhagetot leden, G. H. Van Dissel,
rts, prosector aan het anatomisch kabinet
3 Leiden; dr. A. Sikkel Az., arts te Utrecht;
Van Kreel, leeraar aan de Rijks H. B.-school
3 Utrecht; S. Van Aken, leeraar aan het
rasmiaansch gymnasium te RotterdamP.
iaatsen, leeraar in de gymnastiek te Utrecht;
H. Luiting, leeraar aan de 1ste H. B. school
iet 3 jarigen cursus te Amsterdamtot
„iden plaatsvervangers, dr. J. Verwey, arts
Utrecht; J. A. Vrijheid, arts, oud-officier
van gez. 1ste klasse, te Utrecht; R. M.
Roemer, leeraar aan de derde hoogere bur
gerschool met 3 jarigen cursus te Amsterdam
L Ramkema, leeraar in de gymnastiek te
Utrecht; J. A. Van der Boom, onderwijzer
an de Rijkskweekschool voor onderwijzers
i e Haarlem, en L. D. Labberté, onderwijzer
_an de Rijkskweekschool voor onderwijzers
9 Maastricht.
Tot predikant bij de Ned.-Hervormde
van Woubrugge is beroepen ds. D.
Boonstra, thans rustend predikant te Utrecht.
Groningen heeft hare waterleiding-
quaestie, en die heeft ze al lang, zoo schrijft
men van daar.
De quaestie ie, dat het gemeentebestuur van
Groningen de waterleiding in eigen exploitatie
wil nemen, waarvoor de aandeelhouders der
Naamlooze Vennootschap, in wier handen zij
thans is, en die haar ook heeft tot stand ge
bracht, feestelijk bedankennatuurlijk, want de
zaken rendeeren veel te goed.
Een aanbod, door de gemeente aan de ven
nootschap gedaan, tot overneming der waterlei
ding, werd reeds van de hand gewezen, hoewel
de gemeente allesbehalve karig uit haren hoek
kwam; en kort daarop besloot de vennoot
schap tot uitbreiding van haar bedrijfskapitaal
met f 200,000.
De statuten moeten daarvoor in dien geest
gewijzigd worden, en voor die wijziging
heeft de vennootschap de goedkeuring van
den gemeenteraad noodig.
Het verzoek van den directeur der vennoot
schap aan den Raad om zijne goedkeuring aan
die wijziging te hechten, was in de vorige
Raadszitting ingekomen, en gisteren, Donder
dag, werd er eene soort van buitengewone
zitting belegd om het advies van B. en Ws.
op d it verzoek in behandeling te nemen.
Het advies strekte tot inwilliging van het
verzoek.
Nadat de Raad echter een paar uren in
geheim comité had vergaderd, werd het advies
in openbare zitting in stemming gebracht en
verworpen met 21 tegen 5 stemmen.
De uitslag van de stemming toonde aan,
dat ook in den boezem van het dagelyksch
bestuur verdeeldheid heerschte over de vraag,
of de wijziging al dan niet moest worden
goedgekeurd. (Tel)
Door 24 peurders uit de gemeento Oud-
Beierland is ^en verzoekschrift verzonden aan
de Provinciale Staten van Zuid Holland, om
niet aan te nemen het voorstel van Gedepu
teerde Staten, waarby o. a. ook aan hen ver
boden wordt, aal en paling te visschen door
middel van de peur.
Ook uit andere plaatsen van de Hoeksche
Waard en het eiland IJselmondo zullen adres
sen in denzelfden geest aan de Staten ver
zonden worden.
Te Zieriksee zyn voorgedragen voor de
benoeming tot gemeente-bouwmeester de
heeren Jan De Quack, te Utrecht; J. H. C.
Van Raamd, te 's Gravenhage; H. Van Hilten,
te Utrecht; G. Halbertsma, te Opsterland, en
L. Couvée, te Delft.
Het stoomschip „Amsterdam", van Rot
terdam naar Nieuw-York, is 7 Juli Lizard
gepasseerd; de „Didam" arriveerde 7 Juli van
Nieuw-York te Rotterdam; de „Edam" arri
veerde 7 Juli van Nieuw-York te Rotterdam
de „P. Caland" vertrok 6 Juli van Nieuw-York
naar Rottordamde „Prinses Marie", v. Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 7 Juli te Suez; de
„Sarpedon", van Java via Singapore naar
Amsterdam, is 7 Juli Dover gepasseerd.
By koninklijk besluit is mr. Gustaat
Willem Van der Feltz, te Heerenveen, met
al z\jne wettige, zoo mannelijke als vrouwelijke
afstammelingen, in den Nederlandschen adel
ingelijfd, met de titels van baron en barones.
Gemengd Nieuwn.
Gebrs. Dirkse, fruit - en aardap
pelenhandelaren alhier, lieten ons zien eene
mand peren, welke heden, 8 Juli, op de markt
was aangevoerd. In het geheel waren er 27
manden peren en 3 manden zoete appelen.
Andere jaren is dit eerst begin Augustus.
Gisteravond, omstreeks half-
acht, had het zoontje van v. d. K. het on
geluk al spelende van eene brug in de Oranje-
gracht te alhier vallen. Zekere T., hetjgevaar
ziende, begaf zich, hoewel niet kunnende
zwemmen, te water en verkeerde daardoor
weldra in denzelfden toestand van het jongetje.
Een zekere O., een goed zwemmer, het ge
vaar ziende, waarin beiden zich bevonden,
sprong ook gekleed te water en mocht het
genoegen smaken hen op het droge te brengen.
Deze week werden op „Rhynzigt"
genomen 1048 zwembaden door heeren en 69
door dames. Temperatuur van het water is
22° Celsius.
Men schrijft ons heden uit Voor
schoten
Dat dit jaar met zijne ongewone droogte
ook in de plantenwereld abnormale verschijn
selen in het leveu roept, is niet te verwon
deren. Wie vindt het niet vreemd, dat erwten,
die reeds voor een gedeelte rijp en afgestorven
zijn, zich opnieuw van onderen in een groen
gewaad steken en zelfs weder in vollen bloei
staan? Nog vreemder echter mag het gewas
genoemd worden, dat in de schaduw van die
erwten gegroeid en nog bij den tuinman
op „Groot Stadwijk" te zien is. Stel u voor
eene aardappelplant, welke, behalve een flink
petal aan de wortels, ook een volwassen aard.
appel aan den stengel draagtOp verschillende
plaatsen aan den stengel bevinden zich boven
dien kleine, onontwikkelde aardappeltjes bij
de knoopen, doch do grootste heeft zich on
geveer 21/, d. M. boven den wortel ontwik
keld. De stengel van de nu gerooide plant;
is volkomen normaal, bezit goene haarwor-
teltjes, i6 groen van kleur en heeft dus niet
het karakter van wortelstok aangenomen.
De aardappel is volkomen wit van kleur;
alleen beeft zich aan de stengelzijde een
weinig bladgroen gevormd. En terwijl de-
natuur zulke wonderen doet, klagen de men-
schen nog over het schrale weer!
Te Rijpweterlng ontstond gister-
(Yrijdag) middag, omstreeks kwartier over
twaalven, eensklaps brand in eene schuur,
welke door C. Warmerdam aldaar gehuurd
werd en gebruikt tot bewaarplaats van meel,
lijnkoeken, enz. en ook nog turf en hout van
J. Zandvliet Sr. bevatte. Weldra stond het
gebouwtje in lichterlaaie, wat niet te ver
wonderen is by de tegenwoordige droogte -
en eene hitte, welke op dat uur 92° Fahren
heit in de zon bedroeg. Met de spuit, welko
zich In de nabijheid bevond, was men spoedig
bij het tooneel van den brand en dezen weldra
meester, hoewel do schuur met den inhoud
eene prooi der vlammen geworden zyn. Do-
kappen van twee hooibergen in de nabijheid
werden ook door de vonken aangetast; doch
ook dit werd in zijn voortgang gestuit.
Daar dit gedeelte van Rypwetoring zeer
dicht bewoond is, zou de brand onbereken
bare gevolgen kunnen gehad hebben, indien
er meer wind of de spuit niet zoo spoedig
by de hand geweest ware.
De schuur en de inhoud daarvan waren,
geassureerd.
De oorzaak van den brand is tot heden
nog onbekend.
Do collecto voor het fonds van den
gewapenden dienst, te Ter-Aar gehouden, heeft
opgebracht een bedrag van ƒ23.485.
Abraham Cornelissen, oud 19
jaren, colporteur, en Hendrik Van der Mey,
20 jaren, werkman, stonden gisternamiddag
terecht voor de vacantiekamer der rechtbank
te Amsterdam, ter zake dat zij in den avond
van 20 Mei te Amsterdam luide hebben uit
gevent en verspreid een vlugschrift: „Zevende
Oproerkraaier", waarin beleedigende uitdruk
kingen voorkwamen voor de Koninginnen
(„onze poppen, enz.")
Het O. M. betuigde dat bekl. wisten dat
de inhoud beleedigend was en dat zij het
vlugschrift verspreidden om aan den inhoud
ruchtbaarheid te geven. Het feit is ernstig en
vandaar een eisch van 9 maanden tegen ieder.
Uitspraak 14 Juli.
i
Aldus tot het private leven teruggekeerd,
enoemden zijne dorpsgenooten hem al spoe-
ïg tot hun burgemeester en besteedde hij zijn
_verigen vrijen tijd met het besturen van
ijn landgoed.
Zoo begaf hy zich dan ook op zekeren
ieeten namiddag in de maand Augustus naar
le stallen, welke achter het kasteel gelegen
e?aren, om naar do paarden en rijtuigen
m te zien.
Hij was heden zeer slechtgehumeurd, daar
jij een hevigen woordenstrijd had gehad met
le arbeiders op het veld, die meer loon
ischten dan hy redelijk vond. Het verbeterde
yne stemming niet, toen hy bemerkte dat
ijn lievelingspaard een gezwollen enkel bad
n wel eeue week lang rust zou moeten
lebben. Zoo trad hij in de wagenschuur,
vaarvan de eene helft, met een laag beschot
fgesloten, tot hooischuur diende.
Het eerste, wat hem hier in het oog viel,
vas een man, die behaaglijk in het hooi lag
litgestrekt en luid snorkte. Hij herkende in
ion dagdief den „leelijken Pista", die dezen
morgen op het kasteel was ontboden, om
eenige reparaties aan de wagens te verrichten.
Het werk, dat hy onderhanden had, lag met
het noodige gereedschap naast hem, terwijl
hijzelf den slaap des rechtvaardigen sliep.
Meer was er niet noodig om den graaf in
ziedenden toorn te doen ontvlammen. Woe
dend schreeuwde hij den slapende toe:
„Dat u do duivel halo, gij dagdief! Wilt
gij eens maken, dat gij uit myn hooi
wegkomt
Pista, die niet volslagen wakker werd,
bromde slechts een weinig en draaide zich
op zijn ander oor, om opnieuw in te slapen.
Nu kon Abonyi zich niet langer inhouden,
hij gaf Pista een hevigen trap en brulde:
Op, zeg ik u, op, gy galgebrok; gij wordt
betaald voor het werk, niet voor het slapen
Pista stond met één sprong op de beenen
en was dadelijk volkomen wakker. Hy keek
den brutalen rustverstoorder met zyn eene
oog kwaad aan en zeido met eene stem, die
van verbeten woede beefde:
„Ik werk by u niet tegen een bepaald dag
geld, maar op stuk, en als ik slaap is het
dus tot rnyne eigen schade en niet i ot de
uwe. En dan weet ik niet dat ik ooit broe
derschap met u heb gedronken."
Abonyi wierp het hoofd achterover en zijn
gelaat werd purperrood als was hem een
slag toegebracht.
„Wat", schreeuwde by, „durft zoo'n schoft
zich vermeten mij onder mijn eigen dak te
beleedigen? Ik zal je eens leeren wie ik ben
en wie gij zyt."
En hij hief do rijzweep, die hy gewoonlijk
by zich droeg, naar Pista op.
In dezen begon het vrye boerenbloed te
koken. Hy deed eene schrede achteruit, groep
eene onder zyn bereik liggende hooivork en
schreeuwde:
„Wee u, als gy mij aanraakt! Ik sla u,
zoo waar ik leef, den schedel in!"
Abonyi stiet een zwaren vloek uit en deed
schielijk een paar schreden naar de deur. Den
wagenmaker, die nog altijd in dreigende hou
ding tegenover hem stond, riep hij toe:
„Dat zal u duur te staan komen, schurk!"
En voordat Pista recht begreep wat zijn
tegenstander voornemens was, sloeg deze de
deur dicht en schoof er den grendel op.
III.
Piëta's eerste beweging was zich tegen de
deur te werpen om haar met den schouder
open te duwen. Onwillekeurig week hy echter
terug, toen hy Abonyi met luider stemme
hoorde spreken.
„Janos!" riep hy tot den koetsier,die
naast de schuur bezig was paardetuig schoon
te maken, „ga oens naar boven naar mijne
slaapkamer en haal my eene revolver, niet
die aan den muur hangt, maar die, welke op
myne nachttafel ligt!"
Janos ging heen en het werd stil in den
hof. Thans barstte Pista los.
„Doe open, doe open!" brulde hy en sloeg
verwoed met de vuisten tegen de eiken
houten deur.
Abonyi, die op wacht stond, zeide eerst
niets, doch toen de ander steeds luider begon
te schreeuwen en te slaan, riep hy hem. toe-.
„Wacht maar, myn jongen, ik zal u dadeiyk
laten gaan, doch niet naar uwe mooie vrouw,
maar den bak in."
„Doe open!" klonk het opnieuw terug, „of
ik steek het hooi in brand en dan is de heele
schuur naar de maan."
Dat was eene onzinnige, belachlyke be
dreiging, want had Pista haar werkelyk uit
gevoerd, dan zou hyzelf gestikt en gebraden
zyn nog voordat de ander groote schade beliep.
Wordt vervolgd.)