rersoverzicht.
S^uc
Dachten we eene vorige maal voor hel laatst
iets overgenomen te hebben naar aanleiding
van het Standaard-artikel „Agrarische Jam
mer", onze rekening blykt niet goed te zijn
geweest, daar andermaal een ingezonden stuk,
daarop middellijk betrekking hebbende, dit
maal van een Landbouwerszoon uit
K., aan de Redactie van de Standaardonse
aandacht vraagt.
Het heet daaiin:
De geachte inzender „Veritas" heeft vol
komen geiyk, wanneer hy op eenige verkeerd
heden wijst, die den boerenstand ont
sieren. Doch achter de waarheid steekt ge
woonlljk nog eene waarheid en daarom juist
acht ik 't noodig, dat ook het volgende bo-
kend zy. a
Vooreerst dan zorgt de boer, volgens „Ve
ritas", niet goed voor mest of bagger. Eilieve,
wat baat de beste zorg voor den cneöt, wan
neer het weder droog blyft, nadat de mest.
over het land is verspreid? Keen, de boer
weet wol degelyk prijs te stellen op zijn
mest, al is 't niet volgens De Landbouw
courantdoch, waar 't meeste van afhangt
('t weder), daaraan kan hy niets doen. Vele
boeren werken juist mest en bagger dooreen,
om er te meer nut van te hebben.
Wat hot zoogenaamd kantbaggeren betreft,
dit kan op vele plaatsen niet eens gedaan
worden, daar er veel te weinig bagger zit;
doch is 't niet prijzenswaardig, dat de boer
het weinige nog op den kant laat trekken
en overworpen? (niet over het meest vrucht
bare, want dit is de slootkant niet altijd).
't Is waar, dat er veel verschil is in den
prys der boter, doch een verschil als „Veri
tas" noemt, komt zelden voorovenzoo met
de kaas. En wie krijgt nu zulk oon hoogen
marktprijs? Een a twee bevriende boeren
(soms pochers), waardoor ten gerieve der boter
en kaaskoopers en winkeliers de verkoopprijs
hooger kan gesteld worden. Wel is waar
komen boeren met boter op de markt, dat
„stinkende rommel'1 mag genoemd worden.
Doch is dit de schuld van dien lompen boer,
die zjjn vee en werkvolk niet kent In
geenen deelel Gewoonlijk wordt juist by het
huren van werkvolk er 't meest op gelet of
de knecht of meid goed melken kan, waar
voor 10 a f 20 spoedig wordt overgestapt.
Keen, menigmaal is het land of de kelder de
oorzaak. Hoe zal de bo9r goede boter ter
markt brengen, als er heremoes of wilde uien
in zijn land groeien (laat de Landbouwcourant
hiertegen oens een goed middel gevenOf
indien de kolder te ondiep is, indien er water
in lekt, of indien het koelwater niet koud
genoeg is? Hierin kan alleen verbetering
worden gebracht, indien de boer groote on
kosten maakt, waartoe hy niet in staat is
(den landheer vragen gaat in vele gevallen
ook niet). Wel zijn er, belaas! boerinnen, die
beter zorg konden dragen voor de boter; doch
wordt onvermoeide vlyt en zindelijkheid
genoeg op prys gesteld en gewaardeerd?
Met de kaas is 't menigwerf eveneens ge
steld. Ook zyn er boeren, die, ja, om te kun
nen pochen, zorgen, dat zij een hoogen prijs
voor de kaas krijgen, daar de melk niet goed
is afgeroomd en dus de kaas vanzelf beter
is. Natuurlyk is dit tot eigen schade.
En nu het voeder! Voorzeker, die boeren,
welke nog eenigszins welgesteld kunnen ge
noemd worden, zullen duur voeder opdoen,
dat zeker goed is; doch dezen zijn hiertoe
gemakkelijk in staat. Maar die dit voorrecht
missen, moeten gaan, waar zij goedkooper
klaar komen.
Ook, en vooral in de laatste jaren, door het
te weinige hooi, moet hot vee kort voeder I
hebben. Zal de boor dan het duurste nemen? I
Voeg hiorby nog, dat het hooi, door grooten
overvloed van zomerregen, soms vrjj slecht is,
en het vee van veel water zeer spoedig lydt,
aan wien dan de schuld, wanneer het vee er
op den stal niet te best uitziet?
En wat de varkens aangaat, 'k geloof dat
er weinig boeren zyn, dio zoo dom zyn als V.
beweert en op de dracht niet letten of do
zeug onverzorgd laten. By velen is er echter,
vooral des zomers, weinig te doen aan eene
zeug met biggen. Krygt nu de eene boer f 12 a
f 13 en de ander 7 a f 8 voor 1 big, dan
kan dit heel goed zyn, dat by do laatste het
aantal grootor is, hetgeen natuurlyk op de
grootte der biggen van invloed is. Veel voeder
voor jonge biggen is juist verkeerd. De grep-
pelzoden zou de boer niet in de laagten j
brengen, zoo meent V.! Laat dit 1 boer op j
10 zyn, dan is 't voel; en die deze zoden I
op een hoop werpt, doet dat niet altyd uit j
domheid, gooal* V. beweert, maar om gr as
en wortels te £'oon verteren en net volgende
jaar den goeden grond over het land tq kun
nen verspreiden.
Nog meer zou. ik dienaangaande eclumnen
byvcegen; 't is echter duidelyk, dat de zaken
van naby moeten worden onderzocht, om een
juist oordeel uit te spreken.
Mag ik echter „V." verdoeken, eens te vor
klaren, waarom boeren, die veel voor de
boter er. kaas krygen, toch klagon? Komt
hun gèid dan niet in den zak? Één ding
moet ik toestemmen, de boer handelt in
mertig opzicht dom.
"Vooreerst pronkt hy met mooi vee, pocht
'hy over hoogen marktprys en wil knap zyn.
Alles ten gerieve der landheeren, die nu
natuurlyk meenen dat de boer wel kan betalen
zulk mooi vee, zooveel geld voor dit en dat, enz
Ook neemt de boer do landeryen te duui
in pacht, in plaats van alleen de waarde te
bieden. Evenwel hoe kan 't andersneemt
de een ze niet, dan komt een ander.
En welke boerenzoon is er, die, als hy den
leeftyd van 25 a 30 jaar heeft bereikt, niet
gaarne zelf landbouwer wordt? Vraagt de
landheer er naar, of de boer de pacht kan
opbrengen of het land goed kan onderhouden?
Weineen, hy heeft ook liefst hot meeste, ja
voor vaste goederen moet soms do uiterste
penning aan pacht betaald worden. Daarby
moet soms spoedig opslag gegeven worden,
als de producten iets ryzen, terwyi by daling,
slechte getyden, ziekten van vee en derge
lijke, er byna geene kans bestaat op vermin
dering, ofschoon toch vele landeryen voor zeer
kleine som zyn ingekocht.
Ziet, zulke dingen benemen den bóeren den
moed, en dan zoekt men zyn troost niet in
de Landbouwcourantmaar haalt voor alle
theoretische praatjes de schouders op. Van
zelf doet men dan wel eens iets, dat niet te
voordeelig is. Doch hoe kan 't anders? Alles
slaat tegen en de pacht moet er wezen.
Zoolang de heoren niet zorgen (er zyn er,
die het wel doen) dat goede landbouwers
slechts eene middelmatige pacht behoeven te
betalen (die op eenigen tegenslag berekend
is) zal de boerenstand biy ven kwynen. Wanneer
de handen ineengeslagen worden, om hierin
verandering te brengen, herleeft de moed, en,
mogen de tyden iets verbeteren, dan kan,
onder Gods zegen, onzen landbouwers eene
betere toekomst wachten.
Het onderstaande, door X. ter plaatsing in
het Handelsblad aangeboden, kan dienen om
te zoekon naar punten van verschil en over
eenkomst tusschen de Leidsche en do
Amsterdamsche slagers en om te leiden
tot de overweging of het Leidsche publiek
reden heeft den raad, aan het Amsterdamsche
gegeven, op te volgen.
Die X. dan schryft:
Zooals men byna dagelyks uit de couranten
vernemen kan, zyn de veepryzen voortdu
rend dalende door de treurige noodzakeiyk-
heid, dat de boeren wegens gebrek aan voedsel
hun vee van de hand moeten zetten. Nu zou men
billykerwyze mogen verwachten dat do vleesch
houwers alhier den prys van het vleesch evenre
dig lager zouden stellen, zooals dit in naburige
gemeenten, o. a. in Utrecht, het geval is, waar
het beste rundvleesch 30 ets. het kalfsvleesch
40 ets. por V, kilogram is. Daarop schynt
men hier geen plan te hebben, doch de lagere
prys geheel ten eigen voordeel te gebruiken
Ik weet dan ook geen welvar enderstand
hier onder de burgery dan de vle esc li-
houwers, daar zy vlug in het opslaan en
zeer lui in het afslaan der pry zen zyn. Zou
er niet eene flinke maatschappy of coöpera
tieve vereeniging gevormd kunnen worden,
die het vleesch tot pryzen verkocht, geöven-
redigd mot de marktprijzen. Het publiek moot
zich vereenigen tegen dezen onduldbaren dwang,
zoodat ook de minder gegoede vleesch eten
kan, zonder er all yd verlangend naar te bly ven
kyken. De winkeliers houden niet van coöpera
tieve vereenigingendoch dan moeten zij
maar niet zulke grove winsten willen genieten,
waardoor het publiek er toe gedwongen wordt
In het Centrum lezen we:
In oon der bladen schryft een zokere heer
„Hannes B., Mr. Timmerman te Bergen-
op-Zoom", een en ander om zyn hart uit te
storten. Eene zyner ontboezemingon laten wy
als niet onbelangryk hier volgen:
„Van politiek heb ik geen verstand, zoomin
als 'n ander werkman. Ik heb 't desniettemin
met Gods zegen zoo vor gebracht, dat ik al
eenige jaren voor me zeiven werk. Maar ik j
moot van alle menschen leven. En als nu die j
politieke mannen van allerlei soort in den
verkiezingstijd aan m'n ooren komen malen,
om voor hen te stemmen, dan heeft men
goed zeggen, dat de stemming geheim blyft.
Ons soort mensch praten se 't hoofd ten leste
zóó in de war, dat we de kluts kwyt raken
en altyd klanten verliezen, waarvoor niet zoo
spoedig andoren in de plaats komen. Ik
wou waariyk dat ik geen kiezer was. Dan
leefde ik geruster en 't zou me voordeeliger
zijn ook. Geloof me, zoo denken er de meeste
ambachtsmenschen kiezers over. En 't eersto
work, dat m'n vrouw te doen heeft, telkens
als 'n stembiljet in huis komt, is 't in de
kachel te gooien. En nog helpt dit niet!"
Dit lezende, beseften wy eerst goed, hoe
nadeelig het uitgebreider kiesrecht
voor den ambachtsman zal zyn. Immers, wat
voor den Bergen-op-Zoomschen timmermans
baas waar is, zal wel voor allo timmerlieden
in het land gelden en dus zeker ook voorde
smeden, de loodgieters, de schilders, ja voor
iedereen, die klanten heeft. En wie leeft er
in Nederland zonder klanten?
De bladen bevatten dezer dagen het be
richt, dat landverhuizers naar Engeland en
Amerika voortaan hun beddegoed niet meor
mogen medenemen.
Doen zy dit, dan wordt het by aankomst
aldaar verbrand, althans wanneer de reis niet
per eerste klas is gemaakt.
Voor ons land, waarover zoovele emigranten
hun weg nemen, ligt hierin geen gering
gevaar.
De mogelykheid van een terugkeer der
cholera-epidemie is nog geenszins geweken,
terwyi van den anderen kant de „trek" van
Russische Israëlieten naar de nieuwe wereld
steeds aanhoudt.
"Waar zal nu het beddegoed moeten bly ven,
dat door vele landverhuizers, onkundig aan
de door Engeland en de Ver. Staten ge
nomen maatregelen, reeds tot hiertoe is mee
gevoerd?
Bestaat niet het gevaar, dat het voor oen appel
en een ei ten deel zal vallen aan een zekere
soort van opkoopers en deze het wederom
tegen „civiele pryzen" aan den man zullen
trachten te brengen?
In dit geval blyft hier te lande bewaard,
wat door Engeland en Amerika wordt ge
weerd, uit vrees voor de verspreiding van
epidemische ziekten.
Op dit gevaar de aandacht te vestigen komt
ons verre van overbodig voor.
In hetzelfde blad, het Centrumlezen we
hot volgende artikeltje
Een gevaar.
Op die manier zou het kunnen gebeuren,
dat alle menschen langzamerhand met dat
veelvuldig kiezen niet alleen, zooals Hannes,
de kluts, maar bovendien ook al hun klanten
kwyit raakten. Waar die klanten dan zouden
biyven? Och, ieder werd z'n eigen eenige
klant!
Zou het ook kunnen gebeuren, dat dezo
„Mr. Timmorman" zich veel meer heeft bezig
gehouden met vaderlandscho styioefeningen,
dan met het hanteoren van zaag en by tel?
Zyn nog weinig ontwikkelde, maar toch reeds
merkbare journalistieke talenten schynen dit
wel aan te duiden. Maardan zal het
daaraan liggen, dat hy op zyn timmer winkel
klanten verliest. Blijft Hannes intusschen
by zyne schaafbank, dan zou de nieuwe on
veranderde kieswet voor hem en ook voor
z'n vrouw een zegen zyn. Want wie dan
geen kiezer worden wil, die vraagt het niet
aan en wordt het dus ook niet.
Gemengrd Nieuw».
Hot „Maandblad tegen Vervalschin-
gen" zegt in zyne „contröle-onderzoekingen":
De „melksuiker" der „Nederlandsche Al-
bumine-fabriek" te Leiden voldeed geheel aan
de te stellen eischen. Men zy vooral gewaar
schuwd tegen den aankoop van dit artikel
zonder verpakking. Ons werd medegedeeld,
dat sommige wederverkoopers zich niet ontzien
deze voor de kindervoeding zoo zeer belangrijke
stof te vermengen met waardelooze artikelen.
By Heemstede hebben deze week
op de renbaan van den heer Van Wickevoort
Crommelin in de Haarlemmermeer, by de
Cruquius, eenige wedloopon tusschen ver
schillende harddravers plaats gehad, waaraan
o. a. ook door twee hitten werd deelgenomen.
Er werden in het geheel S ritten gehouden,
lste rit tusschen twee hitten, een van den
heer v. Lom en een van den heer v. Deute-
kom gewonnen door den 'neer v. Deutekom.
2do rit tusschen „Cruquius" van den heer
CrommelilL en „Wilhelmina", waarbij de
laatste 100 voor kreeg; gewonnen door den
hoer Crommelin. 3de rit tusschen „Stapley"
van den heer Crommelin en een paard van
jhr. Van Loon; gewonnen door den heer
Crommelin. By den vierden rit werd de>
overwinning behaald door een paard van den
heer Van der Vliet. 5de rit tusschen de
bovengenoemde 2 hitten; gewonnen door den
heer v. Lom. De 6de rit werd gewonnen
door „Rabenhaupt" van den heer Koster;
de 7de rit door „Lardchik" van den heer
Crommelin en do laatste door een paard van.
jhr. Van Loon.
Naar men mededeelt, zullen er Woensdag
19 Juli weer eenige wedloopen gehouden
worden.
In de Damstraat te Amsterdam
is het in de laatste avonden weder eenigszins
woelig, nu den venters van de sociaal demo
cratische organen luidklinkeude concurrentie'
wordt aangedaan door de jeugdige colporteurs
van „Sta Pal", het „Orgaan van den Oranje-
bond van Orde."
Voor de bewoners van die straat en van
den Vygendam is dat tegen elkaar in schreeuwen
hinderlyk.
Een 40 tal hunner heeft zich dan ook
nogmaals per adres tot den gemeenteraad
gewend met het verzoek om bescherming
tegen deze venters en colporteurs, die het
bedryf van rustige en belasting betalende-
burgers ernstig benadeelen.
Te Neuremberg hadden opéén
dag drie zelfmoorden by het garnizoen plaats.
Een onderofficier en twee soldaten waren zonder
verlof naar Erlangen gegaan en daar in een
standje betrokken geraakt. Vrees voor straf
deed hen den dood zoeken. Een der soldaten
was een vry williger en de zoon van een ryk
industriëel te Bonn.
Uit de schildery engal er y te Mann
heim is een schildery der Hollandsche school
van Konrad Netscher uit de lyst gestolen.
Het doek stelt eene vrouw voor, die nadenkt
over een pas gelezen brief. Een zekere Vincent,
schilder te München, die zich als kunstschilder
had voorgedaan, wordt van den diefstal
verdacht.
De dief is denzelfden dag per spoor naar
Frankfort vertrokken en nog niet terug
gevonden. Het schildery zelf echter is aan
gekocht door een kur.stkooper te Frankfort,
die onmiddellyk, nadat hy doorjde bladen van
den diefstal kennis kreeg, aan de politie de
noodige inlichtingen verstrekte. Het stuk heeft
weer zyne oude plaats in het Museum inge
nomen, zoodat de diefstal geen belang heeft
behouden voor de kunst.
Te Luingne (België*) woont eene
103-jarige dame, mme. Roussel. Zy is in het
bezit van al hare vermogens en stond dezer
dagen peet by een doop. Zy leeft in hoofd
zaak van melk en aardappels.
In verband m et het vergaan van
de „Victoria" heeft de „New-York Herald" j
van een Engelsch zee officier, die mtt de
admiraliteit in betrekking staat, vernomen
dat admiraal Tryon meermalen de gewoonte
had een bevel te geven, dat in stryd was
met zyne bedoeling, zoodat het dikwyls voor
kwam, dat verwarring bestond in de wyze
waarop zyne signalen moesten worden opgevat.
De „Herald" vraagt, of dit ook nu niet kan
aanleiding gegeven hebben tot het gebeurde.
Ook in het Engelsche parlement zal de aan
varing ter sprake gebracht worden. Dr. Mac
Gregor zal de vraag tot de regeering richten,
of een onder-bevelhebber var. een eskader het
recht hoeft een bevel niet uit te voeren,
wanneer hij gelooft dat een ongeluk er het
gevolg van kan zyn.
Do MJteesche correspondent der „Herald"
verneemt dat admiraal Tryon, twee dagen
vóór het vergaan der „Victoria," een lichten
zonnesteek heeft gehad, toen hy zich to Bey-
rout aan den wal bevond.
LICHTSTERKTE.
Gom. Eng.
Standfc
8 30
8.30
8.30 9.30
8.30 9 30
8.30 9.30
8.30 9.45
8.30 9.45
9.45
9 45
16.6
16.6
16.4
16.2
16.2
16
16.4
.*j .Oivbeteekent: Wanneer men 5 cnbic feet 141.6
liters per uur van eulk gta verbrandt in eon Sugg's
London-Ar^nd-Standard burner No. 1, mot 24 gaatje*,
wordt- een hebt verkregen, dat in sterkte gelijk sta»'
met 16.6, 16.5 enz. Standaardkaarsen, waarvan eike
kaars 2C grain1 7.8 erammen 8pormac9t; per nel
verbrandt.