N°. 10228.
öiiisci SS 27 «Tiïiii.
A®. 1893.
fezt (jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommev bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blud.
Leiden, 26 Juni.
Feuilleton.
oom BORftiS.
LEIDSCÏÏ
raus DEZER COURANT:
foor Leid» per 8 BMndei..,;..».'.... Lil
fruM per post7.7.IM.
HconderUJk© Nommers..'...7.7.... 0.08.
PRU8 DER ADVERT ENTZÈN:
Ta® 1—6 regek ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171*
Grootere letten neer pleetaniimte. foor het
faoeeeeeren bui tec de sUd wordt ƒ0.05 berekend.
Heden is aan da universiteit alhier de heer
H. Van der Vegte, geb. to Zwolle, bevorderd
tot doctor in de rechtswetenschap, na ver
dediging van een academisch proefschrift, got.
„De verzekering der arbeiders tegen invalidi
teit en den ouden dag in Duitschland."
De plechtige opening van het nieuwe
gebouw aan den Haag weg der Practische
Ambachtsschool alhier, -s thans definitief
vastgesteld op Maandag 3 Juli a. s., b\j ge
legenheid van het tienjarig bestaan der school,
welke thans H. M. de Koningin-Regentes tot
beschermvrouw heeft.
De uitslag der aanbesteding van lange
turf voor de deeling in het a. s. winterseizoen
door de Vereeniging „Uit Liefde" is als volgt:
'Inschrijvers waren do volgende Leiosche
heeren: N. Anes voor 3.50, H. J. Blomme-
steyn voor ƒ4 37, J, J. II a ij voor 3.75, C.
Kramer voor ƒ3.49, P. Van der Meer voor
4 25, J. T. Perquin Zn. voor ƒ3 40, E. J.
Wijntjes voor 3 40, alien per 1000 stuks.
Het lot hoeft tusschen de beide laatstge
noemden beslist, waarbij aannemers zijn ge
worden de heeren J. T. Perquin Zn.
De Engelsche mail met berichten uit
Indiö wordt morgenmiddag alhier verwacht.
B\j do heden gehouden openbare verkoo
ping van cokes, in partijen van 100, 50, 10
en 5 Hectoliters, waren de prijzenf 38, f 19.50,
ƒ4 en ƒ2.
Da „Societas Antiquariorum Londinensis"
heeft benoemd tot eerelid dr. W. Ployto,
directeur van 's Rijks Museum van Oudheden
te Leiden.
Zy'n wij wèl ingelicht, dan bestaat bet
tweetal, door curatoren der Lsidsche univer
siteit voorgedragen ter benoeming in de vaca
ture, ontstaan door het overlijden van prof.
mr. J. T. Buys, uit mr. J. Oppenheim, hoog
leeraar te Groningen, on mr. H. Krabbe,
hoofdcommies aan het departement van binnen-
landsche zaken. Dv. Z.-H).
Wij vernemen dat by het gemeentebe
stuur van Delft het voornemen bestaat aan
de Regeering eene subsidie te vragen tot
instandhouding van de gemeente instelling tot
opleiding van Oost-Indische ambtenaren, om
dat de rekening dier instelling telken jare met
een tekort sluit.
Uit Rome wordt geseind, dat de heer
De Soimaz, diplomatiek agent van Italië te
Sofia, is overgeplaatst by het Italiaansche ge
zantschap te 's Gravenhage.
Do Koninginnen zijn Zaterdag per extra-
trein te 5.39 op het Loo teruggekeerd. De
heeren Van Steyn, intendant, Haersma de
With, jagermeester, J. A. Van Hasselt en J.
Vlaanderen, hofarts, die met tal van belang
stellenden op het perron aanwezig waren,
werden door Hare Majesteiten met een hand
druk begroot. De Koninginnen wandelden te
voet naar het paleis en begaven zich terstond
naar het ryk met bloomen versierde salon
van do Regentes.
De onrustwekkende berichten over den ge
zondheidstoestand van H. M. de Koningin,
welke door de „Daily Chronicle" in do wereld
gebracht werden, zyn ook naar Paramaribo
overgeseind en wekten daar, door bulletins
van „Do West-Indiër" versproid, groote ont
steltenis.
Naar aanleiding van het bericht seinde de
Gouverneur der kolonie op 1 Juni aan den
Nedorlandschen minister van koloniën: „Baart
toestand Koningin ongerustheid", waarop hot
geruststellende antwoord werd ontvangen
„Neen".
De ontvangst dezer heuglijke tiding is met
groote feesten gevierd.
Het wetsvoorstel tot partiöele herziening
van het wetboek van burgerlyko rechtsvorde
ring, dat door den heer Hartogh verleden
week in de Tweede Kamer aan het einde der
zitting werd ingediend, heeft betrekking op
een honderdtal artikelen van dat wetboek.
Het ontwerp dan beoogt herziening en ver
eenvoudiging alleen van de zuiver prccessueelo
gedeelten van het wetboek, zoodat alle vragen
van materieel civielrechtelyken aard, waar
over ernstige stryd zou kunnen ontstaan,
zorgvuldig ter zyde gelaten zyn.
De minister van financiën heeft het wets
ontwerp op do grondbelasting naar de Koningin-
Regentes gezonden, zoodat het ieder oogenblik
by de Staten Generaal kan inkomen.
De koning van Saksen zal, naar men
verneemt, ook te Schoveningon eenigen tyd
verblyven, waarschyniyk tegeiykertijd met
zflne gemalin, die den löden Juli in het
„Hotel d'Orange" intrek denkt te nemen.
Men meldt uit Amsterdam dat op het graf
van pastoor Brouwers eene sierlyke kapel zal
verrijzen, ontworpen door dr. Cuypers.
By Koninklyk besluit zyn met ingang
van 1 Juli a. s. benoemd: tot betaalmeester
te Sas-van-Gent, J. F. Heemskerk, tbans sur
numerair bij den dienst van 's Ryks schat
kist en adjunct-commies by het weduwen-en
weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren, en
tot surnumerair by den dienst van 's Ryks
schatkist, O. G. Lotsy Jnz., te Amsterdam.
Benoemd tot raadsheer in het gerechtshof
te Leeuwarden, mr. D. N. Yan Hoytema, thans
off. van justitie oy de arrond.-rechtbank te Tiel.
Benoemd tot kantonrechter te Heusden,
mr. N. C. H. Yan Daalen Wetlers, thans
griffier by het kantongerecht te Goes.
Met ingang van 1 Juli a. s., benoemd tot
directeur der strafgevangenis te Alkmaar,
M. A. Bender, thans cipier dier gevangenis.
Do machinist der lsie kl. in het vaste corps
A. De Leeuw, met den lsten Juli a. s., be
noemd tot officier machinist der 2de kl. by
's Ryks stoomvaartdienst.
Benoemd tot rechter in do arrond.-rechtbank
te Leeuwarden, mr. D. Z. Yan Duyl, thans
rechter in do arrond.-rechtbank te Zierikseo.
De majoor E. A. F. baron Creutz, van het
3de reg. vesting-art., op zyne aanvrage, op
pensioen gesteld en het bedrag van het pen
sioen bepaald op 1561 's jaars.
t» e m o n <»- <4 Nieu wm
i i oevertrouwen in de meening, dat zy daar
eene liefderyke en christeiyke verpleging ont-
j vangen."
j Ook wordt er in dit christelijk blad op
gewezen, dat men evenmin gezwegen heeft
over de brochure van Mevr. Stuten betref-
Te Katwjjk kwam Donderdag-
avond eene vrouw, die men reeds Maandag
in do duinen en langs het strand tusschen
Katwijk en Scheveningen had zien rondzwer
ven. In het eerst gaf zy op de vragen, die
men tot haar richtte, niets dan onzinnige
antwoorden, maar ten slotte verklaarde zy
uit Harlingen gevlucht te zyn, omdat haai
man haar ontrouw geworden was. Men ver
schafte der ongolukkige, die slechts met eenige
lompon bedekt was, voedsel en kleederen en
gaf haar een nachtverblijf in het wachthuis.
Omtrent „Neerbosch" komen
steeds meer bladen op oen deugdeiyk onder
zoek aandringen. Zoo bevat o. a. „De Graaf
schapper", volksblad voor Arnhem en omstre
ken, Zutfen, de Graafschap en Twente, een
ingezonden stuk, met de hoofdgedachte waar
van do redactie verklaart volkomen in te
stemmen en waarin de noodzakelijkheid wordt
betoogd, dat do heer Van 't Lindenhout zich
verantwoorde, omdat „de Weesin richting niet
is het eigendom van Van 't Lindenhout, doch
van heel ons Christelyk volk, als waarheen
dagelyks uit honderden plaatsen van ons land
liefdegaven gezonden worden, waarvoor tal
van vereenigingen werken, maar wat meer
zegt, waaraan honderden ouders, voogden of
diaconieën hunne kinderen ter verpleging
j fende het Haagsche krankzinnigengesticht,
toen het niet een der geestverwanten, maar
een tegenstander gold.
Daarna vervolgt het blad:
„Een bruiloftsfeest, dat als een Bacchus-
feest beschreven wordt, met opvoering van
tooncelvoorstellingen gedurende vier dagen
achtereen, terwijl de buitengewoon lange
bruidssleep zijner dochter door twintig wees
meisjes, in het wit gekleed, gedragen werd,
en dat terwyl de arme weesjes tegelijkertijd
oneetbaar, bedorven voedsel krygon.
„Eene aanklacht als zou Van 't Lindenhout
op zyne reis in Amerika zich, onbespied dooi
de Christenen hier in hot Vaderland, een
liefhebber getoond hebben van naar de comedie
te gaan en aan den heer Van Deth zelfs een
vrykaarlje daartoe hebben aangeboden.
„De mededeeling, dat, behalve Van 't Linden
hout zelf, zyne beide zonen als zoogenaamde
mededirecteuren ieder 4000 's jaars aan
salaris ontvangen en dat van de gelden voor
de weezon gegeven.
„Do staaltjes van verregaande onreinheid
en verwaarloozing der weezen. Niet het minst
do gruwzame mishandelingen, waaraan zy
zouden blootstaan en waaruit zelfs lichamelijke
verwonding en de dood zou gevolgd zijn.
„Dat alles zyn toch waarlijk geene zaken,
waarop het stilzwijgen mag bewaard, zonder
het oordeel over zich te halen van Hem, die
zich zoo nadrukkeiyk en teeder een vador der
weezen noemt; integendeel, daar staat dat wy
onzen mond zullen openen voor den stomme."
In hot café „De Wetering" aan de Ruys-
daelkade te Amsterdam had gistermiddag eene
bijeenkomst plaats van oud weezen, die bijeen
geroepen waren door den heer J. W. Sleef.
Er waren circa 55 opgekomen uit Amsterdam,
Rotterdam, Wagoningen, Haarlem on Hien,
waaronder ook eenige vrouwelijke weezen.
Als voorzitter trad op de heer A. J. Varossieau,
die de opgekomenen wolkom heette en het
doel dor byeenkomst uiteenzette. In do be
kende brochure der hh. Van Houten en Van
j Deth was veel overdrijving on men wildo
de waarheid aan 't licht doen komen, ook
al was die misschien niet zoo mooi voorden
heer Van 't Lindenhout, in 't belang der
1100 kinderen, die er zyn. Tot nu toe hebben
alleon leveranciers hem verdedigd Een spek-
28.)
„Hoe!" riep Borns onthutst. „Roland Noest,
do huisvriend van WarnaartZou hy Let
kunnen zyn?"
„Ja, ongetwijfeldEn nu, mijnheer Roland
Noest, valsche vriend, in wien geen van ons
beiden en niemand zoo iets zou gezocht heb-
bon, in alle geval ben je by je lage manier
van doen nog dom er by geweest, van niet
«en gewoon velletje papier voor je anoniemon
brief te hebben gebruikt. En je moogt waar-
beid hebben gesproken of niet, voortaan
noem ik je een schelm, die een brandmerk
op zyn voorhoofd verdient, evenals alle ano
nieme briefschrijvers, die eens anders onge
luk wenschen te bevorderen. En nu, Borns,
tot straks! Ik verwacht dat ge uw plicht
zult doen, en je kunt Warnaart nu meteen
man en paard noemen. Ik wacht je te twee
uren b(J my met goede of kwade tijding.
de Hemel geve 't bestel"
„Roland Noest.sprak Borns by zich-
zelven, zoodra zyn vriend vertrokken was,
„Roland Noest.ik kan het nauwelyks ge-
looven! Ze hebben hem daar altoos toch zoo
goed behandeld, en dan nog den verrader te
gaan spelenIk zie nu waarlyk in, dat myn
oude kolonel indertyd gelyk bad, die tot zyn
stokpaardje bad: Waarom doe je my kwaad,
ik heb je toch nooit goed gedaan? O, wat
zyn er toch nog slechte en valsche menschen
op de wereld I"
IX.
„Calomniez, calomniez, toujours il en reste
quelque chose!"
Wie kent niet deze woorden van Basilo?
En inderdaad, zy zyn het, die op do groote
maikt van het sociale leven steeds gretige
koopers vinden.
En wat daarby ook ten allen tydo grooton
aftrek beeft, 't is het „Schadonfroh", het
ellendige „Sohadenfroh", dat het kwade als
ware het met electrische snelheid verspreidt
en tegelykertyd den loop van het goede ver
spert. Wangunst, nyd, egoïsme, gekrenkte
eigenliefde, vermeende verongelyking of mis
kenning brengen hiertoe ruimschoots het
hunne by en zoo had ook Roland Noest mot
ayn koffiepraatje by Chrisje Van der Pias zy'n
doel volkomen bereikt.
Chrisje namelijk, hoewel licm „quasi" slil-
zwygendbeid beloofd hebbende, liet er noch
tans geen gras over groeien, maar bracht nog
dienzelldon namiddag een bezoek aan hare
vriendin, de douairière De Waol, en waar
schuwde deze onder de roos nopens hetgeen
haar door Noest verteld was.
De douairière, 's avonds eene theevisite ont
vangende van haren neef, den militie commis
saris Stoppelaar, en wetende, dat deze ook zaken
met Warnaart deed, waarschuwde hem, ook we
der „sub rosa", onder even vertrouwelyke ver
molding van hetgeen Chrisje haar had gezegd.
De militie commissaris, later op den avond
in de sociëteit komende en daar den gepen-
eionneerden overste Boer ontmoetende, die,
zooals hy wist, Warnaart ook tot makelaar
had, tikte dezen op den schouder om een
apartje en zeide hem toen, terwyl by, 2elf
om zyne woordspeling lachende, fameuze
rookwolken uit zyne Goudsche pyp blies:
„Boer, pas op je kippen; ik heb zoo iets
vernomen, dat het met Warnaart niet al te
pluis moet zyn. Maar wat ik je daar vertel,
„sub, sub rosa", hoor! In alle geval: voor
zichtigheid is do moeder der wysheid, en
daarom zal ik voor allo eventualiteilen my
intyds zien te dekken."
De overste, die, evenals alle vorigen, van
zelf aai.vankeiyk niet weinig er van schrikle,
was van hetzelfde gevoelen, en zoo ontving
Warnaart, als had men het er op toegelegd,
om zoo spoedig mogelyk na zyn huiselyk
feest den gonadeslag aan zyn krediet te
geven, reeds den daarop volgenden morgen
een briefje van den militie-commissaris en
een van den orerste, waarin zy op zeer min
zame wyze, wegens byzondoro redenen, binnen
drie dagen onhorroepelyk om liquidatie hunner
loopende zaken verzochten.
Warnaart vond die beide briefjes op zyn
lessenaar liggon by zyne terugkomst van de
douairière, die hem, altyd op hare gewone
minzame wyze, zoowat hetzelfde mondeling
had gezegd.
„Denk vooral niet, „mon cher monsieur
Warnaart!" dus waren hare woorden, „dat
ik niet nog altyd hetzelfde „confiance" in u
stel als vroeger; „mais.il y a des circon-
stances", die ik u met .den besten wil niet
kan noemen en die my bepaaldelyk nopen,
myn gelden binnen eenige dagen terug
te hebben."
Maar, „qui b'excuse, s'accuse."
(Wordt vervolgd.)