Wederom Seerboseh.
Naar aanleiding dat,gelykwy
meiddon, in „De Ochtendbode" een oud-wees
over Neerbosch heelwat kwaads schreef,
doch begint met te zegcren, dat de waar
heden, die hy weet, „uit het verleden" zyn,
terwijl hy er iets verder op laat volgen: „ik
heb van mijne zuster vernomen (die nog in
do inrichting is) dat hot nu beter is," vraagt
hot „Nbl. v. Ned." of men begrijpt hoe iemand,
die zóó schrijven moet, met opgestreken zeil
hot „Nieuwsblad voor Nederland" van par
tijdigheid komt beschuldigen? Wij kenden,
zogt het „Nbl.", noch Neerbosch, noch den
heer Van 't Lindenhout; wij gingen or heon
in de vorwachting, dat er toch wel iets van
do beschuldiging in de brochure waar zou
zijn, en daar gekomen, vreozon le een toe
stand als bij den schoolmeester Squeers uit
Dickens' Nickleby te vinden, vonden wij eene
goed onderhouden, bloeiende inrichting met
tevreden kindergezichten, eene inrichting,
waar in sommige afdeelingen de ruimte voor
het steeds toenemend aantal kinderen te
klein was, maar waar voortdurend bijgebouwd
en uitgebreid wordt.
Wat de schrijvers over Neerbosch, wat de
schrijvers der brochure ook willon beweren,
laten zij eerst trachten aan te toonon dat
niet waar is wat ons verzekerd is, dat een
der beide schrijvers van de brochure aan den
heer Van 't Lindenhout heeft aangeboden do
brochure in don doofpot te stoppen als de
heer Van 't L. hem f 300 gaf on dat de hoer
Van 't Lindenhout dit aanbod met veront
waardiging afgewezen heeft
Voor ons, aldus vervolgt het „N. v. N.",
is dit het bewijs, dat de directeur van Neor-
bosch geene openbaarheid duchtte en dat de
schrijver, die zijn stilzwijgen voor f 300 te
koop aanbood, geen recht van spreken heeft.
Waar 1100 weezen verpleegd worden, waar
tal van verschillende beambten werkzaam zijn,
daar kan het niet uitblijven of er zullen op
zichzelf staande govallen zich voordoen, die
inon anders mocht wenschen. Zulke gevallen
komt men bij eon bezoek natuurlijk niet to
weten. Ook kan voorheen de toestand minder
goed geweest zijn dan tegenwoordig. Maar
óóne zaak is zeker: wie onverwacht, onaan
gediend „Neerbosch" bozookt en onpartijdig
een onderzoek instelt, zal or niets anders
vindon dan wij beschrevon hebben.
Wij hebben, zoo eindigt het „Nbl.", ver
klaringen van een groot aantal personen, die
niets met Neerbosch te maken hebben, die
er heengingen zooals wij er heengingen
Neerbosch staat ten allen tijde, het geheele
jaar, voor eiken bezoeker open on dio ten
vollo onzen gunstigen indruk deelen.
De heeron Gebr. Houtman, te 's-Graven-
hago, en L. Joh. Fillet, te Amsterdam, roepon
by advertentie in „Hot Oosten" alle belang
stellende oud-weezen op, ten einde gemeen
schappelijk te overleggen, op welke wijze zU
den heer Van 't Lindenhout en de weesin
richting to Noerbosch 't waardigst kunnen
rehabiliteeren. Ten einde zoodra mogelijk tot
het doel te geraken, achten zy 't zeer wen-
scheiyk dat de oud-weezen in alle plaatsen
van ons land zich aaneensluiten en één namens
ajjon zich schriftelijk tot hen wendt.
Do geneesheer te Neerbosch geeft in eeno
advertontio in het „Hbl." eene mededeeling,
welke van groot gowicht is, omdat zy eene
der voomaamsto grieven tegen de weesin-
richting betreft. Die mededeeling luidt aldus
„Hees, 21 Juni 1893. Do ondergeteekendo
verklaart dat gedurende den tyd, waarop hy
als gonoesheer de praktyk op do Weosinrich-
ting te Neerbosch heeft uitgeoefend, geon
lydors door hom behandeld zyn, die door
mishandeling direct of indirect ziek
geworden of gestorven zyn.
Dr. J. J. De Blécourt, arts.
Ingovolgo eene oproeping in „Het Oosten",
iiet orgaan dos hooron Van 't Lindenhout,
gericht tot de oud-weezen dier inrichting,
door den oud-wees Vilot, bogavon zich gister-,
Woensdag-avond een tiental personen naar
diens woning, Amstelveld, to Amsterdam.
Daar gekomen werd hun oene geschreven
verklaring ter ondorteekening voorgelegd,
waarvan de inhoud luidde dat zy gedurende
hun verbiyf op Noerbosch steeds good waren
behandeld, enz.
Hiertogen werd door do aanwezigen gepro
testeerd. Sommigen zeiden dat do behandoling
niet zoo voortreffelijk was geweest, om eeno
dergolykü verklaring to teakenen, terwyi an
deren het afkeurden dat do oproeping alleen
was geplaatst in „Het Ooston", welk blad
maar een beperkten kring lezers eener be
paalde richting hoeft.
Verder deelt men nog mede, dat a. 8. Zondag
eene vergadering zal worden gehouden tér
bespreking van de brochure der heeren Van
Deth en Van Houten, in het café „De Weto-
ring", te Amsterdam.
Deze vergadering, belegd door den oud-wees
J. W. Sleef, is in dien zin openbaar, dat alleen
de oud-weezen en de pers toegang zullen hebben.
De heer G. Van Deth, schry ver van de „Ont
hullingen" van Neerbosch, schryft aan de
„Amsterdammer" o. a. het volgende:
Er worden my do laatste dagen dagbladen
gezonden van noord en zuid, oost en west,
alle de toestanden besprekende, naar aanleiding
mynor brochure „Van 't Lindenhout ontmas
kerd". U zal zeker by 't lezen er van hebben
opgemerkt, dat de beoordeelingeu dier brochure
nogal uiteenloopen.
Het is my niet mogeiyk en het is ook niet
noodig, al het besprokene in de vele dagbladen
te recenseeren; maar toch moet ik op een paar
feiten wyzen, dio daarin besproken worden.
Het „N. v. N." bericht ons, dat Van't Linden
hout 2 paarden ryk is, waarvan hot eene nu
en dan nog werken moet. Naar allo plaatsen
in den omtrek galoppeeron met de lieelo
familie Van 't Lindenhout, noemt hy uit
wandelen gaar.. Maar nog slechts enkele weken
geloden verklaart Van 't Lindenhout zelf in
„Het Oosten," dat hy 7 paarden en 1 veulen
bezit, 48 koeion, 108 kippen enz. Daaraan
reeds ziet men hoeveel een onderzoek van
een verslaggever ter plaatse waard is. Van
1t Lindenhout houdt hen allen een beetje voor
den aap.
LI. Donderdag heb ik van den excursie
trein gebruik gemaakt, om my naar Nymegen
te bogevon en eeno visite aan de weesinrich
ting te Neorbosch to maken, om daar ter
plaatse, in tegenwoordigheid van een paar
duizend feestvierenden met Van 't Lindenhout
een debat te voeren over sommige punten in
myno brochure genoemd. Dit zou my wellicht
gewoigord zyn, maar dan wilde ik toch al de
feestvierenden laten weten, dat ik voor een
openbaar debat ter plaatse niet terugschrikte
on het recht had om Van 't Lindenhout van
groote lafheid te beschuldigen. Maar helaas,
ofschoon dat feest alle jaren drie dagen duurt,
was dat nu hocus-pocus in óón dag afge
speeld.
In die wachtkamer 1ste klas werd een
heer van Nymegen aan my voorgesteld, dio
zeido dat by biy was mot my kennis te maken,
omdat ZEd. my voel te vertellen had daar
hy in de brochure gezien had, dat ik nog
geen duizendste gedeelte wist van wat daar
te Neerbosch voorviel, waar hy sedert 29 jaar
zoo goed mee bekend was. Ik erkonde dit
gaarne. "Weet u wel, zeido deze heer my o.a.,
dat Van 't Lindenhout nog zoolang niet
geleden 2 prachtigo Engelsche paarden heeft
bygekocht voor ea. f 1200 per stuk Zy hebben
pooten als pypostelen. Kom, laat ons er even
heenryden, ik kan ze u laten zien. Daar bo
dankte ik natuurlyk voor, maar hield intusschon
goed nota van veel nieuws, dat nog werd
meegedeeld. ZEd. verzocht my ook spoedig
eens terug te komen, om nog veel meer to
vernemen van een paar heeren, die nu niet
in stad waren, maar die ray eeno echte chroniquo
scandaleuse zouden mododoelen van Van 't
Lindenhout c. s. Ik beloofde ZEd. dat, to
meer omdat, op een paar honderd na, de
brochure reeds uitverkocht was en ik dus
aaa eene tweede oplaag moest gaan denkon.
Voor de 2do oplaag ga ik de brochure ge
heel omwerken, sommige herhalingen en
onnoodigo zaken er uit laten on ze vermeerderen
met het resultaat van het onderzoek, sedert
ingesteld door my en anderen.
Eeno dame bracht hare 3 kinderen naar
Noorbosch, voorzien van eene flinke uitrusting,
en betaalde by die gelegenheid aan Van 't
Lindenhout duizend gulden contant, wat, naar
Van 't Lindenhout haar wys maakte, geheel
reglementair was. Nu die familie myne brochure
gelezen hoeft, gaat zy natuurlyk do kinderen
terughalen; maar de duizend gulden zyn
intusschen ouder gewoonte verdwenen! Zoo
'zyn er in do laatste week al vrywat kin
doren teruggehaald door ouders, die ovenals
ik, eindeiyk zagen dat hunne kinderen daar
niet behoorden onder heD, die, volgens de
honderdmaal herhaalde verklaring van Van
't Lindenhout, tot de diepst gezonken ellen-
digen onzer maatschappy behooren.
Zoo ontving ik gisteren een briof van eeno
weduwe uit Den Haag, uit don zeer fatsoen
lijken stand. Dio brief perste my tranen van
woede uit myne oogen. Haar hart was gebro
ken. Verleden jaar 1 Sept zond zy ook haren
lieveling, haren Willem van 10 jaren, naar Neer"
bosch, op aanraden van een ander agent. Dy
de meest complete uitrusting bevoDd zich ook
een portret van zyne moedor, benevens eene
doos met briefkaarten en enveloppen, waarop
moeder met eigen hand haar adres had ge
schreven, en allen voorzien van een blauw post
zegel, om de correspondentie van haar kind
met zyne moeder te vergemakkelyken. Vier
weken later kreeg zy eon klein briefje van
hom, maar daarna niets meer. Op haar hor-
haald schryven kreeg zy dan eindelyk den
lsten April 11. antwoord van den administra
teur Bloemondaal, dat dat jongetje reeds lang
dood en begraven was, maar dat zo niet in
de boeken hadden kunnen vinden, dat dar
kind nog eeno moeder had, en daarom had liy
niets van zich laten hooren. Het kind was
gestorven aan brakingen. De radelooze moe
der wilde naar Neerbosch vliegen, maar hare
ouders, terecht voor de gevolgen vroezenóo,
hielden haar tegen en vroegen den heer B. per
brief nadere inlichtingen. De 2de brief van Bloe
mendaal zeide dat het kind heel lang had gele
den aan maagkrampen, maagverzwering of zoo
iets. Wat dunkt u, heeren bestuurders, wordt
het ook tyd v. 't L. en tutti-quanti te schorsen?
Of hebt ge daar de macht niet toe? Neemt can
zelf op staanden voet uw ontslag en maakt dat
in allo dagbladen bekend; dat zou ten nriDSte
do rogeering kunnen nopen onmiddellijk oen
onderzoek in to stellen en er intusschen een
8taatsgesticht van te maken, waar het toch wel
op uit zal loopen. Hoe onuitsprekelijk gelukkig
gevoel ik my intusscheD, nog juist intyds myne
eigen kindoren te hebben gered uit dieonge
voelige beulshanden daar. Wie soms mocht
twyfelon, hy kome ten mynent te Amsterdam
19 Beerenstraat 2 hoog, om den bewusten
brief dier weduwe in zyn geheel te lezen. Maar
by het verhalen van dergeiyke gevallen kon
ik nog wel 200 bladz. vullen; ik zal ze dan
liever bewaren voor de 2de uitgave myner
brochure, waarin ik ditmaal niets zal ver-
zwygen dan datgene, wat men slechts in eeno
rochtszaal met gesloten deuren zou mogen
medodeelen.
Gemengd Nlenvr».
Te Boskoop ontstond gister
nacht plotseling een felle brand in de tuinloods
en broeikast van den heer J. Groenewegon.
Daar de brandspuit onmogeiyk in de nabyheid
van den brand kon komen, werd de alarm
klok ïijt geluid en bemerkten dus betrek-
kelyk weinig ingezetenen iets van dezen brand.
Oorzaak onbekend.
De collecte voor den gewapenden dienst
heeft aldaar opgebracht oen bedrag van f 58.24.
Voor de schutsluizen te Spaarn-
dam liggen sedert 3 weken 2 stoombagger
machines, bestemd voor Rusland en vervaar
digd aan de werf „Conrad", te Haarlem. De
schutkolk is voor deze machines te klein,
waarom het wachten was op geiyken water
stand, waardoor de buiten- en binnendeuron
gelyk open zouden kunnen.
Dit wachten duurt echter te lang, waarom
men zal overgaan tot het maken van een
kistdam, voorzien van deuren, om alzoo de
kolk te verlengen.
Wegens slapte in de suiker
industrie hebben een 40 tal werklieden aan de
Amstelsuikerrafünadery aan de Marnixstraat,
te Amsterdam, aanzegging gekregon, dat zij
Zaterdagavond zouden worden ontslagen; an
dore werklieden kunnen slechts om de andoro
week werken.
Gistermorgen gevoelde een man,
werkzaam aan de Groenmarkt te Amsterdam,
zich onwel door de warmte en dreigde te be-
zwymen. Hy nam een kloek besluit, wierp
zich geheel gekleed in de Prinsengracht, spar
telde een beetje in het niet al te frisscho
water en kroop weer op eene schuit. De man
verklaarde nu geheel opgefrischt te zyn. Eeno
groote menigte volgde lachend de vreemde
geneeswyze.
In „Recht voor Allen" wordt
medegedeeld dat er in het gesticht „de Kruis
berg" een jongen, die nogal goed oppaste,
zóó door de andere jongens is mishandeld, dat
hy aan de gevolgen is overleden.
Te Bokstel is een stal met schuur
afgebrand, toebehoorende aan den brouwer
Justinus Van der Eerden. Vijftien stuks vee
werden eene prooi der vlammen. Naar men
zegt, wordt de brand aan kwaadwilligheid
toegeschreven. Een en ander was tegen brand
schade verzekerd.
Te Valon (Friesland) kregen de
boeren, die op eene hooiland-verhuring waren
gekomen, ten gevolgo van het bieden, enz.,
onderling zóó hoogo ruzie, dat do notaris het
raadzaam achtte te vluchten. Eene vecht-
party onder de boeren volgde.
In de omstreken van Deventer
oogsten do boeren 10 a 15 voer hooi van hunne
landeryon, tegen 30 a 50 in andore jaren.
Enkele landerijen zyn de kosten van maaien
niet waard.
Eone geduchte vochtparty viel
Maandag avond te Amersfoort voor tusschen
B. V., bygenaamd „Bart de Mop", en G. d.S.,
bekend onder den naam van Schools Smit".
Eerstgenoemde werd daarby zóódanig mis
handeld, dat hom het aangezicht ontvöld werd
on het bloed hem den mond uitkwam. Op
zyn geroep van „moord" verscheen de politie,
die d. S. in verzekerde bewaring nam, terwyi
men V. naar zyne woning aan de Broestraat
vervoerde.
Toen d. S. het politioburcel werd binuen-
geleid, nam hy afscheid van het omstaand
publiek door met de hand te wuiven en met
de woorden„wy zien elkaar misschien niet
terug, want ik verhuis een jaar of tien naar
Leeuwarden." Zóó was do overtuiging by hem
levendig V. van het leven te hebben beroofd.
Tydens en na afloop dor vechtpartij krakeelden
de respectieve echtgenooten der vechtenden
luidruchtig en op allesbehalve malsche wyze
mot elkander. En dat viertal bewoont sedert
geruimon tyd één en hetzelfde huis I
Uit Breda wordt aan do „Prov.
Noordbrab. Courant" het volgende geschreven
Een 14 dagen geleden wandelden een heer
en eene dame uit Breda onder Piinsenhage
en sloegen een voetpad in, dat midden tus-
schen 't hooge gras over een weiland liep.
Do dame plukte hier en daar een bloempje I
en hield die bloompjes als een bouquetje in
de hand.
Daar stond plotseling een veldwachter kan
eeno der zyden van het weiland, die na een
woord over en weer proces verbaal opmaakte
wegens ,,'t loopen over een mot gras begroeid
weiland te zamen en in vcreeniging" (wy I
weten niet of de heer en de dame gearmd I
liepen) en Vrydag j.l. diende de zaak voor 'f I
kantongerecht.
Het antwoord op do gestelde vragen wérd I
door den beklaagde kort en bondig, door d« I
beklaagde lachende gegeven.
„Yindt u het zoo belachelyk hier terecht te I
staan?" vroog haar de kantonrechter.
„Dat ik hier terechtsta voor zulk een feit I
vind ik belachelyk, ja!" antwoordde do dame. I
„Hier past u ernst!" repliceerde do kanton-1
rechter.
Nadat de veldwachter gehoord was, eisckte I
de ambtenaar van het O. M. tegen elk der I
beide booswichten eene geldboete van 3 gulden. I
„Nog iets te zeggen, beklaagde?" (totI
den heer).
De beklaagde (een papier voor den dag I
halende) leest met forscho stem
„Wo zyn gedagvaard en beschuldigd met ons I
[beiden 1
Voor 'tloopon in met gras begroeide weiden. I
'k Wil, rechter, u het feit naar waarheid gaan
[vertellen.
Jk zou een wandeling doen; m'n vrouw ging
Imy verzeilen.
De laatste Meidag was 't. De avond viel wat koel,
De noordeiyke wind was frischjes op't gevoel, j
We wandelden
De kantonrechter werd boos.
„Ik kan u niet toostaan hier verzen voor
te dragen. Gy kunt u verdedigen, maar niet
in verzen.''
Beklaagde: „Ik heb hier verder in 't kort
op schrift wat ik te myner verdediging te
zeggen heb."
Kantonrechter: „Maar niet in verzen. I'
moest weten dat do landbouw veel last heeft
van vernieling door 't loopen in 't veld.
moest het voorbeeld geven."
Beklaagde gaf toen nog to kennen dat hy I
het instellen eener vervolging voor een minu i
tieus feit als het plukken van een bloempjal
eene dwaasheid noemde, welke hy niet beterl
meende to kunnen beantwoorden dan doorerl
een even groote dwaasheid tegenover te stellen.!
De dame refereerde zich aan hetgeen baar!
man in 't middon had gebracht.
Het feitelyke dor quaestie betrof de vraagl
of het voetpad zoodanig met gras begroeid!
was, dat het ooaor „weiland" kon begrepen!
worden.
Te Garderen is eene wonderkipl
Dozo groote zwarte kip heoft dezer dagen opl
één dag 4 oieren gelegd, en wel 's ïnorgeD^
halfzes twee aan elkaar, 's middags 1 utw
één goed gevormd en 's avonds 8 uren e-tl