Perso verricht.
In het Vcnloosch Weekblad schrift mr. L.
Haffmans: De afschaffing der tollen
is, geiyk bekend, eono der schadeloosstellingen,
aan de grondbezitters toegezegd voor den
nieuwen last, die op hunne schouders werd
gelegd, toen «Je grond in de vermogensbelasting
werd betrokken, en dat, niettegenstaande de
grond reeds onder do grondbelasting zuchtte.
De nieuwe belasting op don grond is er,
maai deze schadeloosstelling doet nog altijd
op zich wachten. Geen wonder dat men zich
ongeduldig afvraagtWaar biyft toch de af
schaffing der tollen?
Deze vraag word ook In do Kamer aaü den
minister van financien gesteld, die daarop
den 30sten Mei antwoordde:
„Verder Is gevraagd hoe hot staat met de
afschaffing van tollen op vaarten en wegen?
Op dit stuk doen zich velepractische moeilijk
heden voor bepaaldelijk wat betreft de tollen
op de geconcessionneerde Rijkswegen. Het
zal der Kamer bekend zyn, dat er Rijkswegen
zyn, die niet met RJjksgeld gebouwd zijn,
maar door middel van loeningen. "Wie zjjn
liier de debiteuren? Ik kan het niet beter uit
drukken dan met de woorden: juridische
schimmenhet geld is door eene negotiatie
bijeengebracht, waarvoor de weg werd aange
legd; de opbrongst van den tol moet dienen
voor rente en aflossing. In sommige gevallen
hebben de gemeenten de opbrengst van zulke
tollen gegarandeerd, onder zekore voorwaarden,
meestal deze, dat na aflossing der leening
de tol aan ds gemeente komt. Deze toestand
maakt onderhandolingen noodig, en die worden
gevoerd; men is met de zaak bezig, maar
wanneer zU zoo ver gevorderd zal zijn, dat
het mogelijk zal wezen een wotsontwerp in
te dienon, daaromtrent kan ik nog geone
zekerheid geven".
't Is nu maar te hopen, voegt mr. H.
hieraan toe, dat de onderhandelingen, welke
er gevoerd worden, vóór het in werking
treden der nieuwe kieswet zullen nfloopen.
Anders zou de afschaffing der tollen wel eens
in de pen kunnen biyvon.
„Men laat my lezen", zegt X. in de Haar-
lemsche Courant, „dat in de Amsterdammer
do hoer D. W. Kievits zich schrikkelijk boos
maakt over mijno bescheiden uitdrukking in
do Oprechte Haart CL, dat, in do dagoiyksche
goldcirculatie, men best buiten gouden
munt kan en zich meer en meer aan klein
papier gewent en dat het ongerief (van geen
goud in omloop to hebben) maar denkbeeldig
Is. De heer K. is natuurlijk vry' in zijne
geringschatting van het gemak, dat klein
papier (altijd inwisselbaar als liet onze) op
levert. Waarom hij bijv. liever tien gouden
tientjes dan vier bankjes a f 25 of tien
.muntjes" f 10 in z|jn zak heeft, zegt hy
echter niet. Voor zyno dageiyksche verteringen
(zakgeld) moet hy goud toch alt(jd wisselen
zoo goed als papier. Voorgrooterebetalingen
noemt iedoreen bankjes of muntjes van hem
aan. Voor betalingen in hot buitonland zal
h\j toch wel altijd de voorkeur geven aan
wissels, die meer gerief aanbieden en waarop
altijd minder kosten vallen dan op metaal
zondingen. Worden zulke wissels zóó duur,
dat goudzendingen goedkooper zijn, welnu,
do Nederlandsche Bank opent hare keldors
voor hom zoo goed als voor iemand anders
en geeft hom gouden munt. Voor den hakkel
en den slager geeft zy hem zilver, en zelfs
dozen zien liever b. v. 0 muntjes dan 24 rijks
daalders, als z\j van tyd tot tijd maar een
paar muntjes kunnen wisselen.
De heer K. is my persooniyk geheel onbe
kend, maar, ware ik hem gold schuldig, ik
zou wel eens willen zien, welk gezicht hy
zotten zou, indien ik hem b. v. eonzakryks-
daalders (dio hy toch al tyd in zyn huishouden
kan gebruiken) aanbood, in plaats van klein
papier, dat hy toch alt yd by iedoreen kan
kwytraken en wisselen wol niet in goud,
maar dat is ook niet noodig. In hot dago-
Ijjksch leven is papior toch veol gemakkely-
ker nog dan oenig metaal ter wereld, als het
maar inwisselbaar is voor dagelyksche uit
gaven, en dat is o n 8 papier. Men krygt or
zilver voor dat is waar maar dit zilver
is, in gewone tyden, door het krediet van
den Staat der Nederlanden, voor bakker,
slager, kleermaker, enz. zoo goed als goud.
Goud is voor den groothandel, niet voor het
koffiehuis en de groenvrouw.
Voorloopig heeft niemand hier van het
zilver eenig ongerief.
Maar daar valt my iets inWil de heer
K. absoluut van tyd tot tyd by „Kras" of
in „die Port van Cleve" een gouden tientje
laten blinken, zoo kan hy zich dat onschul
dig genoegen verschaffen, door even aan te
gaan by die verfoeilyke Nederlandscho Bank.
Daar kan by voor kleine „Bankjes"of „Muntjes"
vyf gouden tientjes krygon, zoo dikwyis hy
dit wenscht. Moge deze mededeeling hem weder
in zyn humeur brengen!"
De Amhemsche Courant komt op tegen de
zich meer en meer uitbreidende vervol
ging s w o o d e, die volgens geruchten haren
oorsprong nemen zou uit Haagsche circulaires
aan de ambtenaren van het Openbaar Ministerie.
Blykt dit gerucht waarheid te bevatten, dan
hoopt de Arnli. Ct. er op, dat de zaak in de
Kamer zal worden tor sprako gebracht.
Zy schaart zich by degenen, dio bezwaar
hebben tegen het vervolgen van opruiing,
wanneer deze geen gevolg heeft gehad. „Op
ruiing, die afstuit op het gezond verstand van
de menigte en dus niets uitwerkt, heeft hoe
genaamd geen gevaar in; men geeft daaraan
eene ongewenschte beteekenis juist door het
vervolgen".
En bovendien worden er, naar zy weet mee
te deelen, tegenwoordig de kinderachtigste
vervolgingen ingesteld, byvoorbeeld wegens
hot gezegde in de vergadering betreffende de
omhelzing van twee buitenlandsche vorsten:
dat zo elkaar maar liever doodgezoend moesten
hebben. „Wy weten dat er nog ergens eene
wet tegen beleediging van vreemde souvereinen
bestaat" zegt de Arnli. Crtmaar zo vraagt
den rechters zei ven „of die niet wel eens in
particuliere gesprekken dergelyke dingen, zy
't ook beter en geestiger, zeggen en of niet
spotprenten dikwyis eene gelyksoortige strek
king hebben".
De heer Heldt heeft zich in de Werkmans
bode er over beklaagd, dat onlangs in de
vergadering van den „Ned. Meubelmakers-
bond" onder applaus is gezegd, dat hy by
de werklieden hoeft afgedaan. Hy herinnert
aan hetgeen hy voor de werkliedenbewoging
gedaan heeft en voor den Ned. Meubelmakers-
bond in het byzonder.
„Hoe lang nog zullen de worklieden en zelfs
de bestuurders en leiders voortgaan te wroeten
in eigen ingewanden, zoekende naar gelegen
heden om elkander af te breken en klein te
maken, torwyl het goty verloopt en de werk
lieden al twyfelachtiger worden, of wel óón
van al die altyd met elkander over hoop
liggende voormannen het by het rechte eind
heeft
De Amsterdammer schryft hierbij, dat de
heer Heldt het aan zichzelvon te wyten heeft,
dat do werklieden hem niet meer ais een
hunner beschouwen, omdat hij in de Kamer
geeno afzonderlyke plaats inneemt als werk-
mans-afgevaardigde, maar geheel is opge
gaan in de liberale party.
Vooral sedert hy in Den Haag is gaan
wonen, leeft by heolomaal niet meer mee
met de beweging, waaruit hy is voortgekomen,
zooals door De Amsterdammer met enkele
woorden in zyn artikel wordt gestaafd.
Iedereen weet dat thans te Chicago eene
wereldtentoonstelling wordt ge
houden, maar zoor zeker niet het volgende,
hetgeen we ontleenen aan do „Fransche
Brieven" uit het Vaderland van 5 Juni:
De Franschen, die te Chicago tentoonstellen,
zyn geheel buiten zichzelven van verontwaar
diging over de wyze, waarop zyzelven on de
door hen ingezonden goederen of kunstvoor
werpen in de Nieuwe Wereld werden ontvan
gen. De Fransche inzenders vormen letteriyk
een koor van ontevredenen! Mag men hen
gelooven, dan geeft de Amerikaansche ten
toonstellingscommissie niet alleen blyken van
de grootste onbekwaamheid, maar ook van
onwil. Op het tentoonstellingsterrein is niets
in gereedheid en het is er zóó schandelyk
vuil, dat men In den waan zou komen, dat
do fondamenten pas worden gelegd. En om
tót dat Eden door te dringen, heeft men to
kampen met de ergerlyke onbeschoftheid van
de Amerikaansche douane, met de schandelyko
afzettery en het slordig vervoer der spoor-
wegon, met de ruwheid van het Amerikaan
scho werkvolk en tal van andore onaangenaam
heden.
De bekende Parysche architect Jacques
Hermant verhaalt dat tal van zyne kisten, in
plaats van te Chicago, N.B. te San-Francisco
aankwamen. De lagere spoorwegbeambten
weigerden hem zyne waggons, zoolang hy
geone premie van 1500 dollars had uitbetaald,
een losprys, dien zy geheol op eigen houtje
onder elkander hadden vastgesteld. De douane
is niet, zooals wel eens verhaald wordt, om
koopbaar, doch vreeselyk ruw en onbeschoft;
do heer Hermant moest het geduldig aanzien
hoe een van die kerels op eene zeer fijne
statuette van Meissonier eene etiquette plakte
van ruim vier centimeter. Wol echt plat-
Amerikaanscht
De architect Hermant beklaagt er zich verder
over, dat de tentoonstellingscommissie niet
het minste of geringste gedaan heeft om den
inzenders hunne taak gemakkelyk te maken.
Integendeel scheen zy de werklui-werketakers
(de meest moderne, echt fin-de-siècle-vorm
van „arbeiders"!) en het spoorwegpersoneel,
belast met het uitladen der waggons, zooveel
mogeiyk aan te moedigen in hunne dievery
tegenover de Fransche inzenders en architecten.
„Ik heb", verhaalt de lieer Hermant, „op
menige en menige tentoonstelling gewerkt en
laten werken, maar met menschenheugenia
kan men zich niet herinneren ooit zulk een
warboel, zulk een gebrek aan organisatie te
hebben beleefd. Alle buitenlandsche architecten
waren het hieromtrent met my oens."
De heer Henri Motte, die de uitwendige
decoratie van do Fransche afdoeling op zich
heeft genomen, beklaagt zich vooral niet min
der. De kisten, inhoudende zyne gevelversie
ringen, die aanvang Februari waren verzonden,
zyn eerst einde Maart ter plaatse van bestem
ming aangekomen on werden, ondanks de
uitdrukkelyk hieromtrent gesloten overeen
komsten, niet afgeleverd binnen het tentoon
stellingsterrein. De heer Motte was genood
zaakt om ze van het station te laten afhalen
of anders supplementaire vrachtpryzen te be
talen. Zyne aannemers hebben ten gevolge
van al die onaangenaamheden een oponthoud
ondervonden van eene maand en het werk in
plaats van 9 April eerst 9 Mei kunnen afle
veren. Wel is waar had men rails gelegd in de
tentoonstellingsgebouwen, doch de draaiendo
platen van den spoorweg konden niet gebruikt
worden, daar zyne te klein waren. Hot uit
laden ondervond dientengevolge eeneaanmor-
kelyke vertraging. Acht dagen voor de opening
der tentoonstelling stonden er nog achttien
duizend, zegge 18,000, waggons vol kisten
by het Miehiganmeer.
De douane was zoo onbeleefd mogelyk. Toen
de heer Motte zyne kisten wilde laten openen,
verzetto men zlc-h daartegen en hy moest uren
wachten, voordat de chef der douane zich ver
waardigde naar zyne kisten om te kyken. Toen
zy eindelyk waren geopend, vond hy geeno
werklui; die gentlemen vormen een syndi
caat, werken slechts 8 uren per dag en vragen
den overigen tyd dubbel tarief. Op die wyze
verdienen zy 9 dollars (45 franken) per dag en
men moet met hunne pryzen genoegen nemen,
daar zy hot anders verdraaien om eene hand
uit te steken. De tentoonstellingscommissie
bemoeide zich met niets. Toen de Fransche
commissaris-geDeraal, de heer Krantz, zich over
de onuitstaanbare langzaamheid van een Ameri-
kaanschen aannemer beklaagde by den heer
Motte en deze den aannemer daarover onder
hield, werd het heerschap woedend, zette zyn
hoed op, stak zyne plannen onder den arm en
wilde de plaat poetsen. Met de grootste moeite
hield Motte hom terug.
Raoul Feignoux, dio in Amerika het groote
Fransche handelshuis Adrian et Cie., in chemi
sche producten, vertegenwoordigt, klaagt steen
en boen over het spoorwegvervoer en de
ruwheid der werklui. Op de opschriftenhaut,
bas, fragile, waarmede de kisten gemerkt zyn,
wordt in liet geheel geen acht geslagen. De
spiegels lagen plat op de vrachtwagens, in plaats
van overeind te zyn gesteld. Een Fransch
meubelfabrikant moest groote spiegels ontvan
gen, die te Parys op voorbeeldige wyze waren
ingepakt door de beroemde fabriek van St.
Gobain, welke verzendingenbowerkstelligt naar
allo oorden der wereld. Die spiegels kwamen
aan in duizend 6tukken, een verlies van meer
dan 8000 fr. De meeste Fransche inzenders
zeggen, dat, met het oog op do verregaande
slordigheid en de onachtzaamheid van het
comité, de tentoonstelling niet gereed kan zyn
voor October en ze sluit 1 November.
Ook zullen de inzenders beoordeeld worden
door eene jury, die louter uit Amerikanen is
samengesteld, wat do uitdeoling der belooningen
aan de genade en ongenade der inheemscho
producanten overlevert.
Daar bovenstaande berichten uit verschil
lende bronnen komen en men dus aan
nemen kan, dat zy der waarheid getrouw zyn,
zoo schynt het wel, dat papa Bismarck gelijk
had, toen hy zich onlangs naar aanleiding
van de fameuze tentoonstelling te Chicago
uitliet: „Die expositie zal niet meer zyn dan
eene groote onderneming van hotelhouders.
Mijn vriend, de Amerikaansche Minister, heeft
my, toen ik hem vroeg, wat toch het doel»
Amerikanen was met die tentoonstelling, go^®
woord: „„Wel, dat amuseert deAmerikao®
Zy vinden het zoo recht aangenaam om]
Europeesche ganzen eens flink te plukken.®
expositie is eene goede zaak voor de krot®
houders, anders zie ik er geen resultaat va®
Naar 't schynt, zyn twee of drie hotels, die®
haast waren opgetrokken, reeds in elkaar
zakt; dat kan nog recht grappig worden!'®
In de Militaire Spectator komt een in®
zonden stuk voor van den gepens. m&jc®
der O.-I. infanterie Kessler, waarin by optre®
tegon het te vuur en te zwaard verover®
van Atjeh. Integendeel wyst de heer Kees®
op het vroeger door hem en ook door ander®
uitgesproken oordeel: „Atjeh te verlaten ia®
het belang van het vaderland, van de kolonl®
van het leger en van de humaniteit een
biodendo plicht." Na al hetgeen is voor®
vallen, acht hy het echter daartoe wa®
echynlyk te laat. Maar nogmaals eene exp®
ditio tegen Atjeh uit te rusten, zou het geve®
hebben, dat wy uitgeput raken en eene acht®
waartsche stelling zullen moeten innem®
Ons prestige zal dan nog meer dalen, ten®
niet gedacht zal kunnen worden aan het
bruiken onzer militaire macht, waarzeela®
noodig mocht zyn.
Gemengd Nieu"ws,
Zondag is te Haarlem oen jon]
getje van negen jaren overreden door een m®
één paard bespannen ry tuig, ten gevolge wa®
van het zwaar gekneusd werd. Overgebrac®
zynde naar hot St.-Elizabeth's of Groote Ga®
huis, is het daar bozweken.
Van de nachtboot, varende tu®
schen Amsterdam en Rotterdam, is naby c]
Vyfgatenbrug by Ter-Aar een passagier ov®
boord gevallen en verdronken. Den volgend®
morgen is het lyk opgevisoht en bleek
verongelukte te zyn een 24-jarigjongelingu]
Friesland, op weg naar Ylaardingen, omzi®
daar voor de visscherij te laten aanmonstere®
De Bank van Leening in Utrecl®
is geheel in de war door de bekende verdui®
teringen van den directeur en den bankhouder!
Kapitalen moeten zyn verdwenen en bel
leende panden zyn zwervende, zoowel dool
verkoop als door herbeleening. In de banke]
van Amsterdam, 's-Gravenhage, Rotterdam!
enz. zyn panden lierboleend van aanzienlek!
waarde. In eene der Amsterdamscho banke]
o. a. oen pand van /"3000 waarde.
Naar de openbare terechtstelling van dire]
teur en bankhouder wordt met belangstelli®
uitgezien. Met do instructie is belast mil
Crommelin, rechter in de arrondissements!
rechtbank.
Er moet zyn een tekort van f 140,000 tegen!
over een actief van f 40,000.
Omtrent het ongeluk te Hengelo:|
deelt mon nog nader medeDe wissolwachterft
dienst doende by den overweg der Holl.IJzl
Sp. My. in de nabyheid van Hengeloo, zna
Zaterdag-avond, terwyi de sneltrein van 8 ured
van Oldenzaal in aantocht was, dat een klem I
meisje den overweg nog wilde passeeren ea||
noodwendig met den trein in aanraking moesi
komen. Onmiddellyk snelde hy toe om del
kleine te redden, hetgeen hom mocht geluk j
ken, doch hy word zelf door de locomotiel
gegrepen, kwam er onder en werd zóódanig
verminkt, dat by bijna onmiddellyk den geest
gaf. De ongelukkige laat eene vrouw met vyl
jonge kinderen achter.
Te Monnikondam is gisterocli-
tend de groentenkoopman L. Huisink overre
den door de tram, welke van Amsterdam
kwam. Hy stond op een bordes eerste klasse
en wilde onder het ryden op een rytuig tweede
klasse gaan, doch vielde wagens gingen over
hem heen, zoodat de tramwagen ontspoorde.
De ongelukkige werd naar de barak vervoerd
en is aldaar gestorven. H[j was verleden jaar
gehuwd en laat eene vrouw en een kind na.
Programma van Muziekuitvoeringen.,
MUSIS SACRUM. Donderdag 8 Juni, te halfacb'.
door liet Stafinuziekcorps van bet 4de Regimes'Si
Iofanterie, Directeur: Gottfried Mann. Eerste afH
dooling: No. 1. „Zur Parole", Marsch (late Uit? I
H. Saxo; 2. „Lo Trompette de Mr. Ie Prince",|j
Ouverture, F. Bazin8. „La Czarine", Mazurk»
Russo (leto Uitv.), L. Ganne; 4. „Jean do Nivelle",;
Fantaisie, Léo Deliboa. Tweede afdoollng: No. 6 |i
„Fra-Diavolo", Ouverture (lete U.tv.), D. F. F®
Auber; 6. Espana-Walzer, nach Emm. Cbabrier®
gleicbnamiger Rbapeodie (late Uitv.) E. Waldteufelil
7. a. Zvrei Duette, I. Ich wollt meine Lieb ergOeeej
eich. II. Grues, (1ste Uitv.) arr. Mann. F. Mei.-
delseobn; b. „Berg-op-Zoom", Oud-NederlandsehLied.
8. „Mignon", Fantaiaie (op verzoek) Thomas-Mami.
UITLOTINGEN. Parijs 1886. No. 409845
fr. 100,000, no. 259710 fr. 50,000, dos. 6017C1
196883 144689 en 110230 elk fr. 10.C00, nos. 3216(5
64C83 455588 en 310785 elk fr. 5000.