Persoverzicht. Men heeft uit Den Haag aan het Utrechtsch Dagblad geschreven: „In eone correspondentie in het dagblad de Telegraaf wordt gezegd dat „Scheveningen werkelijk niets aan ons Hof te danken heeft", en dat „door geene enkele daad onze vorste lijke familie, buiten prinses Sophio, die dicht by 't dorp praohtige bezittingen heeft liggen, ooit getoond heeft in de badplaats belang te stellen." Wat men zich toch wonderlijk vergissen kanScheveningen heeft de opkomst als badplaats enkel en alleen te danken aan de koninklijke familie, die, volgens dezen brief schrijver, nooit getoond zou hebben belang te stellen in de badplaats. Het was koning Willem I, die op het denkbeeld kwam, dat het vj88chersdorp tot eene zeebadplaats te maken was, en om het voorbeeld te geven, liet hij voor zyno vrouw het paviljoen bou wen, dat thans nog bezitting is van zyne kleindochter, de prinses van Wied. Op het paviljoen was koningin Louise gewoon ge durende de zomermaanden eenigen tijd ver blijf to houden, en dit was de aanleiding, dat door de aanzienlijken der residentie meer en meer het zeestrand werd gozocht en dat -al spoedig het eerste badhuis word gebouwd. Natuurlek werd het zeedorp niet als door een tooverslag de schitterende badplaats, die zy thans Is. De zeden in die dagen waren nog eenvoudig; zooals de Koningin zich be hielp met een klein optrekje op het duin, .wisten ook andoren zich te behelpen. Het eerste badhuis was oen houten gebouw en de voornaamste herberg (hotel zou te deftig klinken) was die van Maas, op do plek waar nu „Zeerust" staat. Villa's had men nog niet; men nam veelal zijn intrek in het dorp bij particulieren. Maar dit alles neemt niet weg, •dat er een begin was van hetgeen thans ge worden is en dat de stoot daartoe gegeven is door koning Willem I, de eerste, die inzag dat Scheveningen een aangenaam zomerver blijf kon worden voor hen, dio behoefte had den aan zeelucht en zeebaden. Een ondank bare, die dit vergeet I Wel degelijk heeft ook verder de konink lijke familie steods blijken van belangstelling in den bloei van Scheveningen gegeven. Waar komt de correspondent van de Telegraaf van daan, dat hij dit niet weet? Koningin Anna Paulowna hield by voorkeur haar verblijf in het paleis aan het Scheveningsche Tolhek, door haar tot zulk eene schoone bezitting gemaakt; en door alle prinsen en prinsessen van ons Koninklijk Huis werd Scheveningen steeds druk bezocht Zelfs de buitenlandsche familiebetrekkingen van dit Huis geven ten allen tydo bljjk, dat zy de ontwikkeling van onze voornaamste zeebadplaats willen aan- moodigen." In het bovongenoemde blad, het Utrechtsch Dagblad, lezen we: Zoodra de heer J. P. Havelaar de betrek king van directeur-generaal der pos terijen en telegraphie had aanvaard, hobben zich deputaties uit het personeel dor telegraafkantoren te Amsterdam en te Rot terdam naar 's-Gravenhage begoven, om hem namens dat personeel ingenomenheid te be tuigen met zijn optreden in deze betrekking en tevens de belangen van dat personeel verder in z\jne welwillendheid aan te bevelen. Intusschon schijnt het uitzenden dezer de putaties niet te zijn uitgegaan van het ge- hoolo porsoneel dezer kantoren, en behooron de ambtenaren, waaruit zij waren samenge steld, toevalligerwijze tot de ouderen, dio by do uitvoering, aan do reorganisatie van 1891 gegeven, niet kwaad gevaren zyn, terwyl de jongeren, die nog altyd op eene wezonlyke lotsvorbetoring wachten, omdat het trakte ment, aan hun rang verbonden, hun onthou den wordt, niet vertegenwoordigd waren Wanneer de heer Havelaar uit hetgeen de bowusto deputaties hem hebben gezegd den indruk mocht, hebben ontvangen, dat er in allo rangon van het personeel tevredenheid heorscht over de wyze, waarop dio reorgani satie tot stand kwam, dan is die indruk niet juist. Zoowel by de ryks telegraphie als by de posteryen moet er nog veel gebeuren, vóór de jongere ambtenaren met hun toestand, wat bezoldiging on vooruitzicht op promotio betroft, tevreden zyn, en het waren juist de billyke klachten dezer jongeren, die in de Staten-Generaal en in de pers zooveel weer klank hadden gevonden en in wier belang do reorganisatie heette tot stand to zyn go- bracht. Die jongeren waren het ook, aan wie by hun in-dienst-tredon zooveel hoogere eischon werden gesteld en die zich in de opgewekte verwachtingen zoo bedrogen had den gevonden. De Haagsche correspondent van de Zutfen 8che Courant, sprekende over de moeiiykheden, welke velen zullen hebben met de invulling van het aangifteformulier voor de ver mogensbelasting, zegt o. a. „Voor de commissionnairs in effecten legt de nieuwe belasting geene windeieren. Een van hen verzekerde my, dat niet minder dan 400 klanten zich tot hem hadden gewend, om eene specifieke berekening te maken van de waarde hunner fondsen. Dat voor zulk werk bohooriyk provisie ia rekening wordt gebracht, sproekt vanzelf." Schatting voor de vermogens belasting. Vóór het einde van deze maand zullen de beschryvingsbiljetten voor de ver mogensbelasting worden rondgezonden. Zy moeten dan binnen 20 dagen na de uitreiking, behooriyk ingevuld, worden ingeleverd. Kan men, vraagt het Handelsblad, met de schatting der waarde wachten, totdat het biljet is ontvangen? De wet bepaalt daar omtrent niets. Het belastingjaar begint op 1 Mei, maar er staat niet in de wet, dat de toestand van het vermogen moet worden opgegeven zooala het op 1 Mei was. Wel leest men boven het vastgestelde formulier van aangifte „naar den toestand van dat vormogen op den lsten Mei", maar by de beraadslaging beeft de minieter van financier, verklaard, dat men kan invullen naar de pryzen op den tyd, dat men het biljet invult. De minister bedoelde dus vryheid te laten met den dag der berekening, maar in bot formulier staat: naar den toestand van 1 Mei. Eone duidelyke vorklaring, waar aan men zich nu te houden hoeft, acht het Handelsblad zeker niet overbodig. Naar aanleiding van beschouwingen over de bodryf8- en beroepsbelasting schryft de N. Prov. Gron. Grt.: „Wat bepaaldeiyk do ambtenaren betreft, wees een correspondent ons op hetgeen de Kamper Crt. van 30 Maart zeide: „De nieuwe belasting vraagt alleen naar „het bedrag van het inkomen en houdt met „geeno enkole andere omstandigheid rekening." En eenigo regelen verder: „De minister gaat „uit van de valsche stellingf 1000 is f 1000, „voor den één zoowel als voor den ander." Terwyi aan het slot gezegd wordt: „Als 6traks dit belastingvoorstel by de „Tweede Kamer in behandeling komt, dan „zal er van het recht van amendement een „ruim gebruik moeten gemaakt worden, om „het aannomeiyk te maken." De correspondent meent dat, gaat het ont werp van den minister Pierson door, zoodat reeds ambtenaars, die 6 a 700 gulden inkomen genieten, getroffen zullen worden, dit voor heD, die niettemin reeds voel van hun kleine traktement voor korting en belasting moeten afstaan, in het byzonder drukkend zal zyn. Dit onderschrijven we en is zeker ook, al is het in eonigszins anderen zin, met offi cieren, predikanten, ondorwyzers en anderen, die van een klein traktement moeten leven, het geval. Onze correspondent is dan ook van meening, dat de Tweede Kamer het ontwerp niet on veranderd mag aannemen, maar een amen dement zal moeten indienen, de strekking hebbende om de heffing niet by f 600 of/"700, maar by 1000 of /"1200 te doen aanvangen, opdat de mindere ambtonaren althans door die nieuwe belasting niet worden getroffen. Dit komt ons goed gezien voor. Doch niet alloen de verdere ambtenaren, maar ook zy, die van vaste kleine traktementen moeten leven, dienen geholpen te worden. Afdoender nog zou het on6 daarom voorko men, indien naar het denkbeeld v&n do Bood schapper de beroepen alsnog uit dit ont werp konden worden uitgelicht en afzonderlyk geregeld. En kan dat niet, dat dan ten minste de aanslag van de beroepen op andere wyze geregeld werd dan die voor de bedrijven. Door overhaasting kan veel bedorven wor den. De Kamer, met name de anti revolution- naire leden, zullen eone menigte in hun stand achtbare burgers, die erg moeten rekenen om rond te komen, zeer aan zich verplichten, door hier een oog in het zeil te houden." Met dit laatste stemmen wy, zegt de Bood schapper, geheel in. Vooral op dit terrein is voor de u.-r. Kamerclub iets te vorriehten, juist omdat de liboralen maar al te godwee den minister volgen. Het bleek overvloedig by de behandeling der vermogensbelasting. De Graafschapper deelt een en ander mede uit een geschriftje van een Duitsch gepen- sionneerd Chirurgyn-Majoor over de „Pokken". Volgens dien schrijver zou een onderzoek, door onpartydige mannen ingesteld, ten allen tyd aan den dag brongen, dat door de inön- ting duizenden zwaar in hunne gezondheid benadeeld zyn, torwyi de zwaarst benadeel den nog door den dood aan dit onderzoek worden onttrokken. De meest ernstige ziekten zyn door de inöntiog verspreid geworden. Zoo werden in 1870 in Bitburg ongeveer 70 kinderen door de inönting syphilistisch en in 1871 leden in Dusseldorp eveneens een aantal schoolkinderen en volwassenen aan syphilis, enz. Prof. dr. German, te Leipzig, schatte in 1874 het getal kinderen, die elk jaar ten gevolge van de inönting 6terven, op 20,000, zegge twintig duizend! De Graafschapper laat op deze en andere mededeelingen volgen: „Bewezen is in zake de vaccine nog niets. Zóó weinig zelfs, dat geneesbeeren de vraag hebben gesteld, of het niet beter zou zyn zulk eene gevaariyko operatie, als de vaccine is, maar geheel af te schaffen. „En toch yveren de heeren liberaliatea ten onzent voor bare instandhouding en dwingen daarenboven nog in hare onfeilbaarheid te gelooven I" In het blad 't Morgenrood komt de vol gende woordspeling voor, waarin de namen der verschillende socialistische bladen op kunstige wjjze worden aangeduid: „Laat ons het beste wenschen en alle macht inspannen om 't Morgenrood te zien van een nieuwen dag; opdat de Nieuwe Tijd, die komende is, ons Recht voor Allen zal brengen in den volsten zin des woords; dat we Recht door Zee mogen gaan en mot moed ons Voorwaarts zullen begeven op het doornen- pad, opdat De Arbeider eens, staande op de Volkstribuun zal uitroepen: Wachter, de schoone dag der Vrijheid is aangebroken. De Volksvriend zal jubelende Ons Blad omboog houden; de lucht zal daveren van 't Klok- gelui, als symbool van den wereldvrede, en geen Oorlogskreet worde meer gehoord. Dan is de menschheid gelukkig en koestert zich in de stralen van het Morgenrood van den dag der vryheid. Dan zullen de zwarte en Roode Duivelen verdwenen zyn, die plaats hebben gemaakt voor De Seingever op den weg naar de zede- ïyke volmaking van alle menschenkinderen, en alzoo dienst te doen als Sociale Gids." Tusscben het Handelsblad en het Haagsch Dagblad is een strjjd ontstaan over do vraag of de betrekking van directeur-generaal der posteryen en telegraphie, waartoe de heer Havelaar is benoemd, gelyktydig kan worden vervuld met het lidmaatschap der Tweede Kamer. Het Hbl. beantwoordt die vraag ontkennend, omdat krachtens kon. be sluit het Kamerlidmaatschap niet vereenigbaar is met het ambt van bezoldigd landsambtenaar, behooronde tot de departementen van alge meen bestuur. Het Dagblad betwist de toepasselijkheid van dit besluit in het onderhavig geval. De vroegero hoofddirecteur was wel een ambte naar, beboorende tot een departement van algemeen bestuur, doch de tegenwoordige directeur generaal staat volgens het Dagblad geheel buiten het departement, terwyl met den departementsdienst, voor zoover betreft dio takken van dienst, een ander hoofdambte naar is belast. Het Hbl. zou, gesteld dat het by de nieuwe regeling aldus bedoeld is, dat toch nogal vreomd vinden; het haalt de bewoordingen aan van het kon. besluit van 29 April jl., waarby de heer Havelaar werd benoemd, en vraagt„Is hot niet zonderling, dat zulk een hoofdambtenaar die belast is met een be langrijk deel van de taak des ministers en volgens bet besluit ook de standplaatsen van oen groot gedeelte van het personeel bepaalt niet tot het departement behoort, zooals met zyn anders getituleerden voorganger wèl het geval is geweest? Geldt niet voor den directeur- generaal, die „onder de bevelen van den minis- tei" het hoofdbestuur voert, dezelfde reden waarom de gewone departementsambtenaren, het lidmaatschap der Kamer aanvaardende, van de waarneming hunner betrekking worden ontheven? Kan hy tegelyk ondor de bevelen van den minister staan en als Kamerlid dezer cpntroleeren?" Aangenomen echter, dat de nieuwe direc teW-generaal ook als Kamerlid zyn ambt kan b'lyven vervullen, dan is het toch niot waar- rtchyniyk, dat hy die betrekkingen beide zal Willen vervullen. Zyn yver en werkkracht rnogen buitengewoon wezen, er is daaraan toch ook eene grens; de dag heeft ook voor t'iem slechts 24 uren, nog gezwegen van den normalen werkdag van 8 uren! N. B. Den Heere K! Op het door U bedoelde artikel komen we niet meer terug. Gemengd Nlenws. Op de Heerengracht over de Wannoesgracht, t* Amsterdam, zyn gister avond twee werklieden eener glazenwasschery» vatji wie de een erg beschonken was, aan beu vechten geraakt. De twist liep zóó hoog, dat - de beschonkene zyn kameraad met zyn me saen steek in den nek toebracht. De ver- woiéj^e werd in de nabyzynde apotheek ver boren. De dader trachtte het mes tegen zichzelven to keeron, doch werd daarin ver- b.nderd door de omstanders, die de hulp der politie inriepen. Met veel moeite werd de man naar het politiobureel overgebracht. In de Weesperstraat te Amater dam viel een heer in een diepen kelder. Hy werd voor dood naar het gasthuis gebracht. Eene vrouw in deVerlengdeKinker- straat aldaar, die op de derde verdieping waschgoed uit bet raam wilde te drogen hangen, is door het breken van een paar drooglatten op do straat gevallen en korten tyd daarna overleden. Do arrondissoments-rechtbank te Amsterdam heeft den 16-jarigen Henri Louis Richard, die een der leerlingen van de Machi- nistenschool met een pistoolschot verwondde, wegens mishandeling veroordeeld tot 21 dagen gevangenisstraf. De nationale wedstrydon der Zwolsche „Zeil- en Roeivereeniging" op den IJsel voor het Katerveer zullen gehouden worden op Zondag II Juni. Gisternamiddag vermaakte op de uitspanningsplaats „De Zwaluwenberg" aan den Utrechtschen weg onder Hilversum een knaap uit Utrecht zich mot in den speel tuin over de kettingbrug to gaan. Hy raakte er met den voet in verward, sloeg achterover er af en bleef op de plaats dood. Op Tessel is op 56-jarigen leeftyd overleden J. Stark, bootsman der redding- booten van Eierland en Koog. Gedurende 22 jaren nam hy zyne moeilyke taak waar en deed menigen gevaarlyken tocht. By ééne redding o. a. sloeg zyne boot tot driemaal vol water. Toch gaf Stark den moed niet op! Hy ondernam den vierden tocht en redde al de schepelingen. By eene andere gelegenheid redde hy by stormweer de schipbreukelingen van een voorbydryvend wrak. De laatste jaren genoot hy van de Ned. Z.-H. R.-Maat- schappy een jaargeld. De „Leeuwarder C t." van heden bevat niet minder dan omstreeks honderd advertentiön van langdurige eclitvereenigingen en van huwelyken, van eerstgenoemden on geveer 60, van 55-jarigon afdalende tot 25- jarigen echt. De vrouw vanJ. Helmes, te Si 1 volde, die vóór eonige dagen onder verdenking van brandstichting naar Arnhem is gebracht, is daar krankzinnig geworden. Een Duitscher, de heer Berger, uit Karlsruhe, die te Lausanne studeerde, is in de bergen verongelukt. Hy beklom eene zeer gevaariyke plaats op de Nayefels. Toen hy daar eenmaal was, kon hy echter niet meer terug. Een zeer ervaren jager uit die streken trachtte hem te helpen. Berger weigerde ovenwei die hulp aan te nemen; plotseling werd hy door eene duizeling aange grepen en 8tortte in een afgrond van 200 M., waaruit later zyn lyk werd opgehaald. De jager werd byna meegesleept, maar nog juist door zyne met scherpe punten beslagen schoe nen tegengehouden. Men herinnert zich de afgrys- lyke misdaad, een drie weken geleden op den weg van Chaumont (Frankryk) gepleegd, toen eens vrouw Durand, met haar dochtertje mis handeld, met petroleum begoten en verbrand werden en zekere Duraux, die op haar gegil was toegeschoten, door den onbekenden dader mot een aantal messteken doorboord werd. Naar aanleiding van bezwarende geruchten en verklaringen is nu de eigen man der vrouw, Durand, in hechtenis genomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 2