Burgerlijke Stand. P-ersQVeriloht. In hf,t n3eur80verzicht" van het Vaderland treffer, we het volgende aan, dat wtJ wel waaT.d vinden hier onder de aandacht te br*ofigen Op de binnenland8che markt heerschte groote ontstemming naar aanleiding van het gerucht, dat onze twee belangrijkste Spoorweg- Maatschappy en over het afgeloopon jaar geen dividend zullen uitkeeren. De juistheid van dit bericht is moeilijk te controleeren, daar onze Spoorweg-Maatschap pijen wel zeer geregeld hare ontvangsten bekend maken zelfs het bedrag, dat aan bagage, honden en andere levende dieren wordt ontvangen, wordt daarbij niet vergeten •doch niet aldus ten aanzien harer uitgaven handelen. Men kent dus alleen de bruto'6, doch niet de netto's deze laatste eerst dan, wanneer het jaarverslag het licht ziet. En daar nu -eenmaal direction van maatschappijen het in den regel onnoodig achten om van elk gerucht, dat speculanten wenschen te verspreiden, nota te nemen, nog veel minder het to logenstraffen, zoo schermt men thans in den blinde en loopen de opiniën zeer uiteen. Terwijl sommigen meenen, dat het zeker is dat de Hollandsche Spoor niets zal uitkeeren, zijn er andoren, die 1 pet. voor het dividend 1892 durven bieden. Doch hoe het ook zij, zooveel schijnt zeker, dat do aanzienlijkste Maatschappijen in den lande niet moer in staat zijn haren aandeel houders zelfs maar een bescheiden winstaandeel uit te keeren. En dat feit is, ten minste wanneer men nog niet den socialistischen stelregel is toegedaan, dat het kapitaal in 't geheel geeno vruchten behoeft af te werpen, zeer zeker bedroevend. Wie toch had zoo iets eenige jaren geleden durvon voorspellen?! De Hol landsche Spoor, die van haar bestaan af nog nooit een jaar liet voorbijgaan zonder een dividend uit te keeren, wier lijnen door de rijkste, dichtstbevolkte streken onzes lands loopen, die de aanzienlijkste koopsteden aan elkaar verbindt, niet meer in staat om met voordeel te werken! 't Klinkt inderdaad onge looflijk Ja, men zou geneigd zyn vol moede loosheid uit te roepen: als de Hollandsche Spoor niet meer gaat, dan rien nevaplus! Wanneer men in het dagelykscb leven eeno zaak, van wier levensvatbaarheid een ieder volkomen bewust is, desniettemin ziet achter uit gaan, dan zegt men, en terecht: 't ligt niet aan de zaak, maar aan de exploitatie. Zonder nu te willen beweren, dat, waar het onze Spoorweg-Maatschappijen geldt, de exploi tatie daarvan geschiedt op eene wijze, die alle critiek 't zwijgen oplegt, zoo moet t »ch erkend worden, dat zoowel Hollandsche- als Staats- Spoorw. zich in bekwame en eerlijke direction mogen vorheugen en dat door boide steeds krachtig gestreefd wordt om de eiscben van hot verkeer zooveol mogelijk te bevredigen. Van wanbeheer is hier dus geen sprake en evenmin van het achteruitgaan der zaak. Steeds nemen de ontvangsten toe, en is het «ene jaar eens wat minder, dan is het vol gende weder beter. (De bruto's der H. IJ.-S. bedroegen in het eerste trimester van dit jaar 7*2,542,915, tegen ƒ2,203,177 in hetzelfde tijd- vak van 1892, oone vermeerdering dus van ca. ƒ340,000). Aldus, de ondomeming niet minder levensvatbaar dan ooit, het beheer bovredigend't ligt dus voor de hand, dat eeno andere oorzaak nadeeligen invloed moet uit oefenen en inderdaad i6 men vrü algemeen van oordeel, dat het de wet van den ex-minister Havelaar is, die don aandeelhouders onzer Spoorweg-Maatschappij zulk een gevoeligen knak heeft toegebracht. De Amsterdamsche Courant dringt in een hoofdartikel, getiteld „Meer en minder", er op aan, dat de onderwijzers beter zullen bezoldigd worden, daar het niet past, dat w(j een drom van onderwijzers hebben, die mrnder verdienen dan een steenbikker of een schoenlappersknecht. „Het gaat toch niet aan, dat jonge menschen, die studio achter den rug on hun volle bestaan te geven heb ben aan don werkkring, waaraan zy voor hun leven zich verbonden, zichzelven niet bodruipen kunnen. Verschil in geaardheid, aanleg, smaak nog daargelaten, is het leven van een onderwijzer duurder dan van een werkman; hy is ver plicht zich anders te kleeden, hy heeft uit gaven te doen voor boeken, enz. Niemand zal wenschen, zegt de Amsterd. duf de Staat philanthroop worde. Maar lijf hooft ziel' or voor te hoeden koopman te willen zyu. En in het vervolg doet zy uitkomen, dat zelfs uit een oogpunt van goede koopman schap betere bezoldiging wenscheiyk ware, daar het ongelukkig lot dor onderwyzers oorzaak werd by velen hunner van ontevre denheid met de maatschappelijke instellingen. Onlangs werd aan de Amsterdammer be richt dat Gedeputeerden van Drente de kennis geving aan de schoolbesturen van do ontvangst der stukken betreffende de subsidie-aanvrage, op zegel gaven, wat de onkosten van ƒ0.75 meebracht. „Hadden," zoo werd er bügovoegd, „al de Godeputeerden zóó gedaan, dan kwam dit alleen den Christeiyken scholen per jaar op oen vierhonderd gulden te staan. De Gedepu teerden in de overige provinciën zonden even- wol eene eenvoudige kaart, waarop in het geheel geene kosten vielen.". Aan de Tijd wordt nu echter „van hoog- I geachte zyde" meegedeeld, dat Godeputeerden van Gelderland precies zoo deden als die van Drente. Deze berichtgever schryft: „Het bestuur der byzondero school te. (op verzoek van den scbryver blyft de ons bekende naam der gemeente hier onvermeld, Red. Tijdontving in Februari 11. de kennis geving, dat de stukken van Januari ontvan gen en in orde bevonden waren; de kosten beliepen 2.85 voor: kennisgeving aan het bestuur op zegel, kennisgeving aan den arron- disseraents schoolopziener op zegel, kennis geving aan den districts-schoolopziener op zegel; maakt 3-maal ƒ0.75 ƒ2.25. Op welken grond nog zestig cents gevorderd wer den, weet men niet. Het bedrag werd betaald. In de vorige week kwam weder de bode namens den burgemeester met een stuk uit 's Hago van den minister van financiën voor de byzondere school; het hield in de lastge ving tot uitbetaling der subsidie ten kantore van den betaalmeester. Opnieuw vorderde de bode 85 cents." De Amhemsche Courant zegt niet te ge- looven, dat datgene, wat ons via Indische bladen bereikt heeft als uitleksel uit het goheimrapport van dr. Snouck Hurgronje, juist weergeeft den werkeiyken inhoud van dat verslag. De trechters, waardoor dat uitlekken plaats heeft, zfjn gewooniyk onzuiver, de overbren gers van dergelyke indiscrete mededeelingen plegen ze van hunne eigen opvattingen te door dringen. En daarom zou de Amhemsche Crt. het ook zoovool beter vinden, wanneer de regeering zulke geheime rapporten maar liever wereldkundig maakte; dan kon ieder weten wat er van aan is. Wat nu het verslag in quaestie betreft, zoo gelooft ze niet, dat dr. Snouck Hurgronje werkelijk als de beste methode om do zaak van Atjeh tot regeling te brengen heeft aan bevolen „het te vuur en te zwaard vernielen van 's vyands have en goed, het verdelgen van een ieder, hoog of laag, die mot de kwaadwilligen heult of het waagt zich te verzetten." De Amhemsche Crt. vindt het begrypeiyk genoeg, dat dit een afdoend middel is, eigeniyk maar eene quaestie van geld, en op den duur misschien toch nog goedkooper dan de thans gevolgde manier, maar daartegenover acht zy zulk eene wyze van oorlogvoeren een beschaafden Staat als Nederland onwaardig. „Inconsequent en ziekeiyk" noemt zy wel is waar „vele zoogenoemde middelen tot ver zachting van den oorlog", maar hierin gaan wij „met de verzachting der zeden ten volle moe," zegt zy, „dat wy niet in het moedwillig bloedvergieten en goedvernielen het begin en het einde der oorlogswys zien. Moet er een volk ultgedelgd worden, dan handelt men aldus, want het is moer beulen- dan krygsliedenwerk. Voor een volk, door de omstandigheden gedwongen tot een oorlog ter uitbreiding van gebied of invloed, zyn zulke barbaarschhedon echtor van do aller slechtste politiek. Op toekomstige onderdanen pa6t men het, gelukkig! veroudord „oog om oog, tand om tand" niet meer toe." Het komt ons voor, dat de Amhemsche Cl. hier tot dezelfde, om niet to zeggen grootere inconsequentie en ziekeiykheid is vervallen als die zy verwyt aan wie middelen zoeken tot verzachting van den oorlog, zegt de Telegraaf. Alleen onnoodige wreedheid moet in strijd worden geacht met de eischen, in zake de wyze van oorlogvoeren aan een beschaafden staat te stellen, en wanneer zy erkent het dnideiyk genoeg te vinden, dat men op die manier zyn doel, de onderwerping van Atjeh, beter had bereikt, dan was krachtig optreden geenszins eene daad van noodelooze wreedheid. Oorlog is in haar wezen reeds zoo iets ontzettends, dat er tusschen een wreeden en oen niet 'wreeden oorlog eigeniyk geen noe menswaard verschil valt te maken. Oorlog voeren zonder bloed te vergieten is niet moge lijk, en wanneer de zaak, waarvoor de oorlog gevoerd wordt, niet het opofferen van zoo noodig véél menschenlevens kan rechtvaar digen, dan kan ze het nemen van weinig menschenlevens evenmin rechtvaardigen. Want dat is alleen de quaestieis het een gerechte oorlog, dien men voert, of niet? Zoo niet, dan komt de dood van iederen gesneuvelden vyand als een moord in rekening. En dat kan by een weinig bloedigen, zelfs een zeurig gevoer- den oorlog nog genoeg oploopen. Wy sprekon hitrraee geen oordeel uit over de al of niet rechtmatigheid van onzen Atjeh oorlog. Maar wij willen alleen zeggen, dat by meerdere be schaving men niet zoozeer moet worden consciëntieus of kieskeurig in het voeren van den oorlog, wat toch maar lak is (men denke aan de steeds verschrikkeiyker vernielings inventies), maar liever consciëntieus in het beginnen van den oorlogdit is het hoofd-moment der verantwoordelijkheid. Men schrijft aan het Utrechtsch Dagblad: „Zooals men weet,is het houden van veemarkten ten gevolge van hetheerschen van besmetteiyke veeziekten in sommige plaatsen tydelyk verboden. De kooplieden, die gewoonlijk de markt te Amsterdam bezoeken, hebben op eenvoudige, prictische wyze het hierdoor ontstaande onge rief uit den weg geruimd door het huren van groote stallen, die thans pryken met het op schrift „koeien t« koop". Overbodig is het zeker te vermelden, dat vooral in dezen tyd de handel levendig is. Hadden deHilversumsche veehouders hieraan gedacht, dan zouden zy misschien hun verzoekschrift wel achterwege hebben gelaten. Groote stallen komèn ook daar genoeg voor en een bord is spoedig geschilderd." Het zal intusschen de vraag zyn, zegt de Telegraaf, of het geoorloofd is op deze wyze een wettelyk voorschift te ontduiken, en zeer zekor is het do vraag of het in het belang van den veestapel en de veehouders is, op die wyze een maatregel, genomen ter voor koming van de verspreiding van eene be- smettelyke ziekte, werkloos te maken. Dat do handel met het buitenland hiervan nadoel zal ondervinden, is aan geen twyfel onderhevig. Do Haagsche correspondent der Nieuwe Gron. Courant zegt in zyn laatsten brief overtuigd te zyn, dat er in dit zittingjaar van eeno behandeling der Kieswet niets komt. Hy schryft o. a. Ik was in de laatste dagen op dit punt, eerlyk gezegd, aan 't wankelen gebracht door de my uit vertrouwbare bron gedane mede- deeling, dat de minister Tak, by zyn ant woord op het Kamer-verslag, heel veel toe gelicht, maar zeer weinig gewyzigd heeft. Ik kan u verzekeren, dat hy zyn ontwerp, wat de hoofdbeginselen betreft, geheel, wat de uitwerking aangaat byna ongewyzigd voor de Kamer zal brengen. Zoo hy dus met de in diening van zyne memorie wat lang draalt, dan is dat alleen, om in den loop van 't werk geeno stagnatie te brengen en her nieuwde priOiiteits discussies te vermyden. Zoodra de Kamer in de bedryfsbelasting is verdiept, komt do heer Tak met zyn antwoord en definitief kiesrecht-ontwerp. Maar dan zal 't byna ondoeniyk, althans van de werk kracht van de Kamer en Regeering te veel gevorderd zyn, om nog in den zomer dit veelomvattend onderwerp ter hand te nemen. Zoo zal 't vanzelf September of later worden, alvorens de zegeningen van 't uitge breid kiesrecht het Parlement zullen bezig houden. Het heeft my daarom wel eenigszins ver baasd, dat do onstuimige aanbidders van het kiesrecht-voorstel als minimum! zich zoo gedwee hebben neergelegd by 't voor stel, om tot 16 Mei vacantie te nemen, mot de voor-wetenschap, dat dan de beste werk- tyd voor do bedryfsbelasting wordt bestemd. In die beslissing en dat plan ligt de ver schuiving van 't kiesrecht, en na al 't vroeger gebeurde hadden de groote voorstanders van de reformbill zich daartegen dienen te verzetten. Of moot men gelooven, dat men stilzwygend is overeengekomon om maar niet al te veel haast te maken? In den boezem der regeering is zulk een wensch begrypelijk, want 'tis voor niemand in Den Haag meer een geheim, dat het Kabinet door de kieswetvoordracht zyne positie tegenover de Kroon niet versterkt heeft en dat een weinig kalmte op dit ge bied derhalve voor de ministers, die zich byzonder in het vertrouwen der Koningin- Regentes mogen vorheugen, geene overbodige tactiek is. De Standaard levert ons het volgende: Wat lang vermoed is, begint zich al meer to bevestigen: De kieswet mag niet harder loopen, omdat de Kamer liefst haren tyd zoo goed als uitzit. Eerst een jaar, om de kieswet op het papier te krygen. Thans oen tweede jaar om het publiek debat voor te bereiden. En dan nog een derde jaar, om de kieswet er by de Kamer door te helpen, en de kiezers- lysten te doen opmaken. Anders zou de Kamer tot 1895 hebben gezeten; nu zal ze een goed eind in 1894 halen. Slechts met één klein jaar wordt zoodoende haar loven verkort. En natuurlyk, dat spreekt de Kamer nu niet uit. Ook zeggen het de Kamerleden niet. Maar do minister, die de Kamer kent, weet, dat er alleen op die manier met do Kamer is te handelen. Ten slotte nog dit: In de Prov. Dr. en Asser Courant van 28 April kon men in ver band met do jongste S t at en-ver kiezing de volgende advertentie lezen: Zy', die vermoed worden voor den heer Hoo- gerbrugge te hebben gestemd of zich voor diens candidatuur te hebben geïnteresseerd, ze het meest wenschelyke voor de Provincie oordeelende, worden geraden de eerste dagen den heer M. A. D. Jolles, burgemeester van Assen, die blykbaar geheel onder den indruk zynor nederlaag is, uit den weg te gaan, om niet bloot te staan aan de onbeschofte vraag, waarmede hy my gisteren op de openbare straat te Assen staande hield, en wel deze: „Wat kryg jy van Hoogerbrugge, dat jy hem zoo goed geholpen hebt?" Vraag, waardoor ik my in myn zedelyk karakter beleedigd gevoel, en ter zake waarvan ik by den heer officier van justitie eene klacht heb ingediend. Assen, 28 April 1893. Oldenhuis Gratama. Een dag later las men in hetzelfde blad een antwoord van den heer Jolles, eveneens in eene advertentie: De ondergeteekende verklaart voor onwaar wat mr. M. Oldenhuis Gratama hem in de advertentie, voorkomende in de Prov. Drentsche en Asser Courant, ten laste legt, en heeft des wege eene klachte by den heer officier van justitie ingediend. Assen, 29 April 1893. M. A. D. Jolles. HAARLEMMERMEER. Geboren: Catbarina Alida en Helena Maria, dochters yan P. Boogert en M. M. V&llcntgoed. Rosalina, D. van J. F. Roe land en A. Van der Megden. Johannes en Hen- dricue, zoons van H. Lammere en E. O. DeHaae. Cornelia Pieternella, D. van P. Strgbia en C. M. De Waal Malofijt. Harmen, Z. van G. Nottlng en A. M. Den Otter. Gerarda Johanna, D. van G. Hagen en A. A. Boer. Leuntje, D. van P. Bon- terse en L. Imanae. Antje, D. van J. A. De Haan en N. Klomp. Johannes, Z. van A. T. Heintjes en J. Dingenou'e. Pietje Jecoba, D. van K. Van Nieukoop en G. Mooater. Catbarina, D. van L. v. d. Horst on M. Kluassen. Johanna Catbarina, D. van B. Willemaene on M. T. Kotolaara. Hon- drika, D. van A. Im&nee on-G. Heemskerk. Jaco bus Maria, Z. van G. Vertegaal en L. A. Stoop. Holuna Maria, D. van J. Wyfjes en M. Van Bent- beim. Jan, Z. van J. Brands en M. Van Dillowgn. Ondertrouwd: C. Holleman en G. Do Laat. O. Jansen en T. J. Van Diemen. P. Schalk en C. Van Nieukoop. G. P. Van Weolden en A. Peetoom. J. Wiedijk eu W. De Hamer. C. Biesheuvel, wedr., on J. Van Wijlaod. Gehuwd: J. Bakker met G. C. Groot. L. v. Reeuwijk njet n. Immiub. J. Van Dijk met T. v. d. Vliet. J. Koster met W De Jager. Overloden: Elisabeth Hendriks, 7 md., D. van H. v. d. Roemer en J Boer. Nicolaas Leendert, 2 Jr., Z. van C. Do Smit ea 8. Terloaw. Marions, G md., Z. ran P. Hegstek en M. Hogstek. Levenloos geboren een kind van A. Klaassen on M. Van StaverdGD, HILLEGOM. Geboren: Maria, d. van Theodorus Lagerman en Jndina Adriaca Vianen. Hendrikoe, z. van Petrus Van Berkel en Anna Catharina Broers. Geertruida Maria, d. v. Fr&noiscus Johannes Loxn- mereo en Gerardma Van RuiteD. Ondertrouwd: Evert Hermanns Van den Grampel, wonende te Heemstede, en Maria De Ngs. Getrouwd: JohanDes Antonius Melkert eu Martina Agatha Waasdorp. Overleden: Helena Jonkhoer, 3 jaar. Levenl. aangegeven kind v. h. manl. geslacht van Hendrik Gorardus Hilligor cn Geertruida Ramakers. NOORDWIJK. Geboren: Lammerdina Hnueoa, d. v. D. Bolhuis en J. S. Hoek. Johanna Cornelia, d. v. J. Van Schio en M. Zuiderduin. Maria Pe- tronella, d v. W. B. V in| derjHam en A. Koeman. Cornells, z. v. N. Mooijekind en B. Van der Bijl. Overloden: W. Van der Meer, 69 j., wednr. van M. Van Went. C. Plug Az., 18 j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 6