onder het salueeren met de vlag. De etad heeft
een feestelijk aanzien; overal wapperen de
vlaggen van verschillende natiën.
Telegrammen.
ROME, 26 April. De inschrijving op de
geldleening der stad Genua, ten bedrage van
14 millioen 4'/, pCts. Consols, is verzekerd
door een groep van bankiers, vertegenwoor
digd door het Italiaansche Crédit Mobilior,
dat de gebeole conversie op zich neemt.
NIEUW-YORK, 26 April. De minister van
financiën Carlisle heeft het aanbod van eenige
firma's te Boston aangenomen, waardoor do
goudvoorraad met 6 a 6 millioen dollars
wordt vermeerderd.
ATHENE, 26 April. Do officieuze bladen
stellen het sluiten der aangokondigde Grieksche
leening tegen het einde van April in uitzicht.
CHRISTIANIA, 26 April. Nielsen, de voor-
zitter van het Noorweogsche Storthing, die
reeds eenige dagen geleden voor de opdracht
tot vorming van een nieuw kabinet bedankte,
maar later om een bedenktijd verzocht, moet
nu voorgoed van de vorming van een nieuw
ministerie hebben afgezien.
ST.-ETIENNE, 26 April. Het bestuur van
den mijnwerkersbond dor Loire heeft besloten,
op 1 Mei oene deputatie te zenden naar den
prefect van het departement, om aan to dringen
op invoering van een arbeidsdag van 8 uren
en een pensioen voor werklieden, die 25 jaren
gewerkt hebben.
Do bond zal afgevaardigden zenden naar
het internationaal congres, dat 22 Mei te
Brussel gehouden wordt.
PARIJS, 26 April. De Kamerleden Basly en
Lamendin hebben een manifest uitgevaardigd
tot de mijnwerkers van het Noorder-departe
ment, waarin zij don Senaat beschuldigen
allo sociale hervormingen tegen te houden,
en het bijeenroepen eener Constituante eisclien
tot opheffing van den Senaat.
Tevens noodigen zij daarin de mijnwerkers
uit, deel te nemen aan de betooging van 1 Mei.
BERLIJN, 26 April. Uit staatkundige be
sprekingen, welke gisteren op een maaltijd
bjj den Rijkskanselier gevoerd z(jn, hebben
de aanwezigen den indruk verkregen, dat de
regeering tot verder toegeven omtrent de
Duitscho legerwet geneigd is, indien z(j kans
ziet, oene meerderheid te verkrijgen.
Ook van andere zijde wordt beweerd dat
kanselior Caprivi do onderhandelingen met
den Centrum leider Yon Huehne nog voortzet.
De kanselier begint nu meer tegemoetkoming
te betoonen, zoodat de kans, dat een vergelijk
zal worden getroffen, weer is gerezen. De
koning van Saksen heeft aangeraden de poging
tot bet treffen van oen vergelijk voort te
zotten en niet over te gaan tot ontbinding
van den Ryksdag. Een dergelijk advies is
ook uitgebracht ('oor den prins regent van
Beieren, den groot-hertog van Baden en het
Pruisische ministerie.
MELBOURNE, 27 April. Het Hooggerechts
hof heeft de reconstructie der „Commercial
Bank of Australia" goedgekeurd. 'Waarschijn
lijk zal deze bank Dinsdag a. s. heropend
wordon.
MADRID, 27 April. De minister van binnen-
)and8che zaken Venanzro Gonzales heeft twee
duizelingen gehad bij de kamerzitting van gis-
toravond. Hij werd naar huis gebracht.
HULL, 27 April. De toestand der werksta
king alhier wordtkalmer.
LONDEN, 27 April. Yolgens de „Times"
zijn de buitenlandsche comité's van houders
van Portugoesche obligatiën door Portugal
uitgenoodigd, vertegenwoordigers naar Lissa
bon te zenden, ten einde tot een vergelijk te
komen.
Be Leidsche Dnlnwatcrmaalschappy
voor de Haagscbe rechtbank.
Yoor de arrond.-rechtbank te 's-Gravenhage
had -zich heden te verantwoorden mr. W.
Van der Vliet, gewezen directeur van de Naam-
looze Vennootschap „Leidsche Duinwater
maatschappij", thans zonder beroep te Amster
dam, beklaagd sinds 1882 tot half November
1892, te Katwijk eene inrichting tot aanvoer
van duinwater naar de gemeente Leiden in
werking te hebben gehad en gehouden, waarbij
op zijn last en met zijn modeweten water
werd aangevoerd, afloopende van land, waar
van de duingrond was omgezet in bouwland,
welk land met dierlijke stoffen was bemest,
waardoor het water, zonder voldoende te zijn
gezuiverd of voldoende gezuiverd te kunnen
worden, naar do inrichting voor de Water
leiding werd aangevoerd, hetgeen schadokon
veroorzaken voor de gezondheid, door welke
handeling genoemde directeur zich zou hebben
schuldig gemaakt aan overtreding van art.
178 W. v. S., luidende: „H(j, aan wiens
schuld het te wijten is dat in een put, pomp,
bron of in eene ten algemeenen nutte of tot
gezamenlijk gebruik van of met anderen be
stemde drinkwaterinrichting eenige stof wordt
aangebracht, waardoor het water voor het
leven of de gezondheid schadelijk wordt, wordt
gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van
ten hoogste 6 maanden of geldboete van ten
hoogste f 300," enz.
Als eerste getuige werd gehoord de inge
nieur Van Aken, die ook in 1877 tegenwoor
dig was geweest bij de eerste werken voor
de Leidsche Waterleiding, waarvan een ge
deelte onder zijn toezicht was uitgevoerd.
Uit de verschillende technische bijzonderheden
bleek dat in 1882 een tweede reservoir werd
aangelegd, waarbij gebruik werd gemaakt
van do z. g. Beek (waaruit vroeger, voordat
do waterleiding werd aangelegd, door de go
meente Leiden per schuit het water onge-
filtreerd werd aangevoerd ten behoeve van
evengenoemde gemeente, omdat dit water
zoo mooi zuiver was).
By den aanleg van dat tweede reservoir
was men openlyk to werk gegaan. Het water
der Beek was meermalen onderzocht en van
uitmuntende qualiteit bevonden en meermalen
was er o. a. door den heer Schaap, stads
architect van Leiden, op aangedrongen om
dat water te benutten voor de Drinkwater
leiding van de gemeente 'Leidon.
Zeer vele technische moeilykheden (het
water moest zeer hoog worden opgevoerd) en
veel kosten waren er aan verbonden om de
Beek voor de waterleiding bruikbaar te maken.
Evenwel, het geschiedde en toen de aanslui
ting was volbracht, werd steeds, op last van
het gemeentebestuur van Leiden, by bemes
ting van het bovenbedoelde bouwland, het
water uit de Beek afgevoerd en liet men dit
wegloopen totdat het weer zuiver was, aan
welken maatregel volgens den ex-directeur
streng de hand werd gehouden. Eerst dan
werd het weer ten behoeve van de water
leiding gebruikt.
Op de vraag, of dat tweede reservoir be
paald noodig was, antwoordde do gowezen
directeur ontkennend. Herhaalde malen was
er op aangedrongen om het prachtige water
uit do Beek te benutten en het was eigenlgk
eene soort liefhebbery geweest om de tech
nische moeilykheden te overwinnen, welke
weelde de Maatschappy zich veroorloven kon,
daar zy over ruime middelen beschikt.
Het water dor Beek bleek by het schei
kundig onderzoek uitmuntend en in tyden
van bemesting der landeryen werd niet uit
do Beek gepompt, ook niet by zware regen
buien.
Hot eorste gedeelte van deze verklaring
werd door den machinist der inrichting be
vestigd; omtrent het laatste gedeelte kon hy
geene bepaalde mededeeling doen, omdat het
aan- en afsluiten van de beek meer den filter
baas aanging.
Door de verdere beambten der Maatschappy
werden uitvoerig inlichtingen gegeven omtrent
de inrichting van het buizennet, filters, aan
voerkanalen, afvoergreppels, enz. en betoogd
.dat het water, ook uit de Beek, steeds zorg
vuldig behandeld en gezuiverd werd.
Van eene directe verbinding van het tweede
reservoir (dat communicatie hield met de Beek)
met den Ryn waarvan ook sprake was
geweest waa aan geen der getuigen iets
bekend. Mede werd verklaard dat voor het
Academisch Ziekenhuis te Leiden gebruik
werd gemaakt van water uit de leiding;
nimmer werden klachten vernomen, integen
deel het aantal aansluitingen en contracten
vermeerdert steeds.
Door den eigenaar van de besproken lande
rijen rond de beek werden oenlgo mededoelin-
gen gedaan omtrent die gronden, o. a. dat zy
sedert 50 jaren achtereen door hem bemest
worden mot paardenmest, beer, zeesterren en
eene enkele maal ook met garnalen; paarden
mest was echter hoofdzaak. Meestentyds wor
den deze meststoffen onder dén grond gewerkt
(alleen by den tulpenteelt bleven zy bovenop
liggen.
Ook do andere eigenaren der landerijen
gaven soortgelyke inlichtingen.
Uit het uitro3rfg rapport van dT. E. F. Van
Dissel, ingenieur van Rynland, bleek, dat
deze zich verbaasde hoe men aan een ver
vuilde greppel (gelyk hy de veelbesproken
beek noemde) den schoonen naam van beek
heeft kunnen gevenvoorts dat door afzakkende
regens het water van de bemoste teellandon
in de beek kan komen en het water veront
reinigen, dat, hoewel hoogst onwaarschyniyk,
toch de mogelykheid bestaat dat water uit
den Ryn in de beek en daardoor in het reser
voir der leiding komt, terwyi de vraag: of
het water uit het veelbesproken reservoir
schadoiyk is voor de gezondheid, onbeant
woord werd gelaten, en eveneons die, of het
wator voldoende gezuiverd als drinkwater kan
worden opgeleverd.
By de toelichting van zyn rapport, deelde
dr.j Van Dissel nog mede dat de z. g. Beek
op smalle gedeelten zuiver is, doch op de
breeders gedeelten, waar de stroom minder
is, vond hy baar bezwangerd met organische
stoffen.
Ten aanzien van de kosten voor de uit
breiding van het kanalennet of het bruikbaar
maken van de Boek ten behoeve van de Water
leiding bestond verschil tusschen even ge
noemden deskundige en den beklaagde. Do
eersto meende dat men door het gebruiken
van de Beek op goedkooper manier water
had willen aanvoeren, de gewezen directeur
beweerde het tegendeel en wilde dit metzyn
boeken staven.
De directeur der Haagsche waterleiding,
de heer S., als deskundige gehoord, deelde
als zyno overtuiging mede, dat de oorspronke-
lyko weiken der Leidscbo waterleiding zeer
goed aan de destyds gestelde eisclien vol
doen. Den aanleg van het tweede reservoir,
verbinding houdende met de Beek, achtto hy
onoordeelkundig omdat het water uit de beek
kan besmet worden, indien het water ge
bruikt wordt ind>en het afstroomt van de be
meste landen, in welk geval bet nadeelig
zou kunnen zyn voor de gezondheid.
De ondervinding heeft echter geleerd dat
water getrokken uit een bemosten bodem
door do zandlagen voldoende gezuiverd kan
worden. Zoolang de mest echter op het land
ligt kan het afstroomende water, indien dit
in de drinkwater reservoirs komt, schadelyk
voor de gezondheid zyn.
In de meeste omstandigheden kan het water
echter gezuiverd worden maar er kunnen
ziekte-kiemen in het water zyn die er niet
aan ontnomen kunnen wo-den. Het chemisch
onderzoek achtte de deskundige voldoonde
het bacteriologisch onderzoek onvoldoende voor
de beoordeeling van het water gelyk de
jongste cholera epidemie hoeft bewezen. By
zyn onderzoek in November a. p. bestond de
mogelykheid dat het beekwater door hef
van de bemeste landen afvloeiende water
verontreinigd word, doch toen word het
tweede reservoir (gevoed door de beek)
niet gebruikt. Van een buis naar den Ryn
bad deze deskundige niets gezien en naar
zyne ovu tuiging ligt die er ook niet.
Op de vraag of deze deskundige het water
by zyn bezoek in Novembor voor de Haag
sche waterleiding zou hebben willen gebruiken,
antwoordde deze ontkennend. Niet omdat hy
het beekwater per se schadelyk voor de ge
zondheid achtte, maar omdat de mogelykheid
bestond, dat het schadoiyk zou kunnen zyn.
Het chemisoh onderzoek, uitgevoerd door
den militair apotheker 1ste kl. V. te Utrecht,
had aangetoond dat het water uit de leiding
te Leiden, zoo wol van de oudo als van de
nieuwe leiding (met aansluiting van de beek
dus) geschikt was voor drinkwater.
Voor een afdoend onderzoek acht de weten
schap echter zoowel een chemisch als een
bacteriologisch onderzoek noodig doch ook
deze deskundige wees op het gemis aan
resultaten van het bacteriologisch onderzoek
in den choleratyd van de Vecht, welke men
wist dat met cbolera-faeces besmet moest zyn.
Uit het niet vinden van bacteriën mag echter
niet afgeleid worden dat deze niet aanwezig
zyn of waren.
Uit het verder getuigenverhoor bleek dat
by hel bacteriologisch onderzoek van het
water uit het tweede reservoir do officier van
gezondheid De H. uit Leiden het gebruik
daarvan had afgekeurd voor het garnizoen,
omdat hy daarin gevonden had een groot
aantal bacteriën en omdat filters microörga-
nismen niet kunnen tegenhouden.
Prof. Mac Gillavry uit Leiden had de Beek
by zyn bezoek in zeer vervuilden toestand
bevonden en zyns inziens kon dergelyk besmet
water geen aanspraak maken op den naam
van d u i n-water. Hy achtte het water uit het
Beek-reservoir schadelyk voor de gezondheid.
TWEEDE KAMER.
Z'dling san heden. (Per telegraaf.)
Aan de orde is de interpellatie van den
heer Pyttersen.
Deze stelde de vraag of en zoo ja in hoever
de Regeering wil medewerken tot onteigening
van gronden, door de gemeentebesturen zoo
noodig met fioantiêelon steun van het Ryk,'
ter verlichting van den toestand der arbeidende
klassen, vooral ton platten lande.
Hy wees op de noodzakelykboid van voor
ziening in 't belang van ordo on rust, in het
belang van duizenden werkeloozen en weg
neming der ontevredenheid. By deze gelegen
heid deed hy een beroep op de clementie van
de Kroon voor de veroordeelde, veelal misleide
arbeiders in het noorden. Z. i. was do voor
ziening in do werkeloosheid even noodzakeiyk
als de Kieswet en meende hy dat zij kan tot
stand gebracht worden by afzondoriyke wet.
Z. i. mooston do gemeentebesturen hunne
gedeelten grond aan arbeiders in pacht govnn,
woeste gronden doen ontginnen en liet Ryk
finantiëelen steun daarvoor geven.
De minister van binnonlandsche zakon ver-'
klaarde in 't algemeen sympathie voor werk
verschaffing door ontginning van g ondon,
verzekerde dat do Rogeering reeds herziening
der Onteigeningswet overweegt, maar meent
dat de indiening moet wachten op beslissing
over het lot van het voorstel-Vau Houten
en op een tydstip dat de Kamer niet zoo zeer
met work is overladen.
De heer Pytterson betreurt dat do minister
geen speciale wet kan toozeggen, maar dringt
aan om, indien door Schotenland door de daar
gedane pogingen tot werkverschaffing in den
geest van spreker finantiéele steun wordt
gevraagd, daarop goedgunstig te be .hikken.
De heer De Beaufort (Wyk by Duurstede)
zag meer heil in wijziging der Armenwet
in den zin van Staatsondersteuning aan ge
meentebesturen, die werkverschaffing bevor
deren.
De heer Goeman Borgesius zag de hoofd
fout in het toenemend absenteïsme in Fries
land en wenschte herziening van de i vierden,
titel Burgerlyk Wetboek, regelende pachten
en huren:
De heer Van der Feltz waarschuwde tegen
het generaliseeren van do werkelou-, mid.
Hierna wordt togelyk do interpellatie
Tydens behandeld.
Op de vragen van den hoer Tydens ver
klaarde de minister Tak Van Poortvliet ge
gevens te verzamelen ter beoordeeling van de
werkeloosheid. De Regeering zal gaarne steu
nen plaatselyko besturen en de Armenzorg.
Eene pensioenwet voor oude werklieden is
binnenkort te verwachten.
De heer Heemskerk bestreed den heer
Pyttersen en was het eens met den lieer
Borgesius.
De heer Gerritsen wilde eene algemeene
circulaire aan de gemeentebesturen richten
om middelen op to 6poren tot werkverschaffing.
LECDE*. 27 Aprtl.
Thermometerstandgisteravond om 8 uren
11° C. 51.8° Fahrenheit; hedenmorgen om
8 uren 11° C. 51.8"1 F.; 'a middsgs om 12
uren 13.5° C. 56 3° F.'e namidd;^s 4 uren
14° C. 57.2° F.
Tot directeur der waterleiding te Breda
Is voor den tyd van twee jaren benoemd de
heer Payens, directeur der gasfabriek.
Het stoomschip „Reichstag", van Oost-
Afrika naar Rotterdam of Vlissingen, pas
seerde 26 April Suez; do „Satumus"vertrok
25 April van Neufahrwasser naar Amster
dam; de „Ariel" is 27 April van Amsterdam
te Kopenhagen aangekomen; do „Juno" ver
trok 25 April van Lissabon naar Amster
dam; de „Juplter" arriveerde 25 April van
Amsterdam te Neufahrwassor; de „Kanzier",
van Oost-Afrika naar Rotterdam of Vlis-
singoD, vertrok 25 April van Durban; de
„Oberon" vertrok 27 April van Pillau naar
Amsterdam; de „P. Caland", van Amsterdam
naar Baltimore via Nieuw-York, passoerde27
April Grisnez; de „Prinses Marie", van Am-|
sterdam naar Batavia, vertrok 27 April var»
Suez.
2442ste ITAA7 8L9TKKIJ,
VIERDE KLASSE. VIERDE LU8T.
Trekking Tan Donderdag 27 April.
Nos. 2719, 7572 flOO.
Pry ren van f9».
212 1PCI «826 8562 1153) 1«218 15817 1760« 1S6S»
46« 25(5 80 8630 12026 22 16117 17601 7»
010 27>6 4?40 96 12J&4 84 23 17723 20010
67 3162 5677 8-21 13073 14639 16604 18881 7»
85 3314 0737 10211 13128 1401 1C826 93 20261
809 3550 6 >P6 10345 13016 14910 1 015 07 20422
1254 3043 6612 108 5 23 16099 73 19297 SU
96 64 7179 10 63 98 15134 1'106 15071 MM
1321 37F4 ',037 11617 13843 15201 1,347 19739 20641
1690 8 04 61 24 13°60 154C2 17443 47 20748
1818 4731 7829 11718 14170 16683 64 1 868
Hij het ter perse gaan van dit num
mer waren de A nisfrrdamschc Brurs-
siotccrlngen van lieden nog niet door
OQS ontvangen.