DAGBLAD. A0.1893. (Deze Gourant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. (W> N°. 10165. ^Voensdag 3.12 April. LEIDS0ÏÏ PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maandenf 1.10. Franco per postn 1.40. Afzonderlijke NommersM 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—C regels f 1.05. Iedc.ro regel meer /"0.17-J. Crootere letters naar plaatsruimte. Voor lies incassecren buiten de stad wordt f0.10 beregend. Leiden, 11 April. Do commies der posterijen 2de kl. de heer A. G. Boek wijt to Leiden wordt bevorderd tot commies der 1ste kl. en werkzaam gesteld ton postkantoro te Rotterdam. H D. 11. de prinses Elisabeth van "Wal deck en p.yrmont' wordt don 17den en 18den April a.s. voor eenigo dagen op het Loo verwacht. In den ouderdom van 54 jaren is to 's-Gravenhage do gepensionneerdo luitenant- kolonel van het O.-I. leger W. Helderman overleden. De beide Koninginnen zijn hedenmiddag van D u Haag naar Amsterdam vertrokken, tot het .brengen van hun jaarlijkse!! bezoek aldaar. Toen do koninklijke trein hot station Leiden, ineem'gzir.s getomperde vaart passeerde, waren aldaar eenige personen aanwezig, die aan de hooge reizigsters hun groot brachten. In do hoofdstad was reeds gistermiddag de hofmaarschalk van II. M. de Koningin, baron Taets van Amerongen van Natewisch, aangekomen. De vorstelijke rijtuigen arriveerden onder veel belangstelling van de straatjongens, die meeholden en tot in den avond voor do deur der stallen bleven staan kijkon. HH. MM. do Koningin en de Koningin- Regentes bereikten hedenmiddag to midden van een dichten on juichenden menschen- drom na aankomst aan het Centraal-station (2 uur 23) als gewoonlijk langs het Damrak en over den Dam het paleis, waarvoor de eerewacht werd betrokken door een deta chement infanterie, onder bevel van den kapitein J. C. Van Geel en don lsten lui- t3nant B. G. J Bernelot Moens. Van hoogerhand is bepaald dat gedurende het verbluf van HH. MM. geen ofQcieren van het garnizoen ordonnance dienst aan het paleis mogen verrichten, zooals vroeger ge bruikelijk was. Waarschijnlijk zullen do vorstinnen Woens dag-middag oen rit maken langs de De Ruytcr- kade en een bozoek brengen aan do nieuwe kazerne van do brandweer aldaar. Donderdag-middag wonen H.H. M.M. eeno middag-voorstelling by in den circus-Carré en waarschijnlijk zal do Koningin-Regentes cene voorstelling bijwonen van de opera „Leiden ontzet f' Ter oere van het koninklijk bezoek hebben eenige winkeliers eeno feestelijke étalage voor j do vensters. „Hotel du Commerco" vlagt weer uit allo vensters on do aardige boekenkiosk van de firma Schroder op het Rokin is met planten en draperieën versierd. De naam van den aan de Tamiang ge wonden zeeofficier is J. H. Zeeman en niet Leeman, zooals eerst werd gemeld. Van Den Haag wordt aan de „Prov. Gr. Ct." medegedeeld, dat aan den heerHavelaar is aangeboden en door dezen in ernstig beraad gehouden do betrekking, bekleed door den onlangs oyeileden heer J. P. Hofstede. De 1 nits. ter zee 2de kl. W. H Nolthenius en A. A. Visser, uit Oost-Indiö in Nederland teruggekeerd, zijn op non activiteit gesteld Blijkens by het departement van marine ontvangen bericht is Hr. Ms schroefstoomsebïp lste kl. „Van Speyk", ond.r bevel van den kapitein ter zee W. A. Arriër.s, den 9den dezer te Bermuda aangekomen Aan boord was alles wel. liet Leldsche Tconeel. Eene eigenaardige gave, oen buitengewoon talont tot samenstelling, eene bijzonder ryae fantasie is den boiden Possenfabrikanten Scböntlian en Kadelburg niet to ontzeggen. Een enkel feit, een onkel gezegde is voor hen voldoende om een geheel tooneelspel in hot leven to roopen. Da geschiedenis van het oude paard in Zola'6 „Germinal", de bodschap, do vreugde van het armo dier als het na oen verblijf van lange jaron in de mijnen, eindelijk de buitenlucht weer gevoelt, is de grondslag geweest van hun „Groszstadt-Luft"; do gevangenneming van enkele Europeesche rei zigers door den roover zijn naam is mij ontschoten enkele jaren geledon op Turksch gebied gepleegd, heeft „Die Oriëntalische Reize" bij ons opgevoerd onder den titel van „Een reis naar Turkije" doen ontstaan. Nog oneindig veel eenvoudiger is do kiem, welko „Twee gelukkige dagen" heeft voort gebracht. Een Berlynsch ingezetene had voor enkele jaren eene prachtige villa in een der omstreken der groote stad doen bouwen; op den dag, dat hy zijno vrienden en kennissen het nieuwe monumentaal gewrocht laat bewonderen, vraagt een zijner vrienden: „Amice, heb je het nog niet te koop gestold?" Ziedaar de „donnó"; het overige is louter fantasie en deze is bepaald rijk geweest. Al hetgeen de villa-bewoners kan teleur stellen, allo mogelijke potites misères de la vie, allerlei ontgoochelingen vallen hun ten deel. Uitzuigende individuen, architecten en mug gen, inzwolgendo tafelschuimers, tevens leden van den „antifooionbond", eeno lastige bedil- i zieko tante, die iedereen dwingt en tyranni- seert en niettemin als godin Mammon geëerd en verheerlijkt wordt, ziedaar de heerlijkheden, welke do nieuwe villa-bewoners Frederik Weinholz en echtgenoot© ten deel vallen. Lüttchen, een oude oom, die eenmaal al zijn geld heeft verloren, hetgeen zijne familie hem echter nooit heeft medegedeeld, zoodat hy zich nog immer ryk waant, is do goede genius hior in huis. IIis de beschermer van zijn nichtje Elsa de dochter van den kasteelbezitter Weinholz en tevens van den jongen man, dien Elsa eens aan oon spoorwegstation hoeft ontmoot. Het is dan ook door zijne bemiddeling, door zyne hulp en zyn bystand, dat het „zy krygen elkaar" ook hierin toepassing wordt gebracht, niettegenstaande het verbod der met aardsche goederen en nul'en achter cyfers gezegende tante. Dit is de hoofdinhoud. Karakters zijn niet geteckend; met den psycbologischon mensch hebben de auteurs geene rekening gehouden't waren slechts poppon van eigen maaksel, van eigen fabrikaat, die op de planken gebracht werden om aardig heden en kwinkslagen te debiteeren, die een gullen, hartelyken schaterlach in het leven zouden roepen. Zoo wordt do nydige, scherpe, steeds beve lende tante plotseling gemetamorphoseerd in cene engel van goedheid on zachtaardigheid ten gevolge van een standje, haar door een wild vreemden jongen man gemaakt. De jeune araouzeux dringt 's nachts bet huls zijner uitverkorene binnen en wordt met open armen door oom Lüttchen en zyno bescliormelinge ontvangen. Een vriend der tante gedraagt zich als gast op de meest grovo, ploertige wyze tegen over 2yn gastheer on deze heeft den moed niet, hem de deur te wyzen. En zoo zyn er tal van onwaarschynlyk- heden, of liever onmogelykheden aan te wyzen, maar dc kwinkslagen kwamen tot hun recht, het dool was dus bereikt. Er waren zelfs aardigheden, die eene be paald Leidsche klour droegen. Toen de villa-bewoner zich tegenover den architect beklaagde over do buitengewoon hooge kosten, over het aanmorkelyk bedrag, dat de aarmomingssom had overschreden, speelde otn monigen mond een ironische F© liilieton. Cincinnati. 2.) Een overoude, reusachtige walnotenboom, die te vertollen wist van do dagen, toen er nog geene blanken in het land waren, hing kromgebogen over den stroom; do schippers wierpen een touw om den den dikken stam en brachtni de vaartuigen tot rust. Een bont tooneel vertoonde zich op het dek, waarop ongeveer negentig soldaten in groepen zaten of stonden. Or.der eene kleine linnen tent, die in de nabyheid van roer was opgericht, troonde de tijdelyko commandant, de roodharige luitenant Rogers, die in de plaats van dtn ongestelden kapitein het bevel over de compagnie overgenomen had. Hy had het druk inet een fermen jongen man, den vaandrig, die in militaire houding voor hem 8tona. „Neen, waarde Lutz", zeido hij„het gaat niet; ik heb er direct over i gedacht, ik neem de vermtwoordelykheid niet op my, hier met de goheelo compagnie te landen. Wij hebi cn voor hoogstens twee w ken mond voorraad en het kan twee maanden duren, voordat wij versterking krfgen. Ook is de landing met met onze boot lang met gemak keiyk; ziet gy niet, dat ginds alles over stroomd is?" „Maar wat moet er dan gebeuren?" vroog Henry Lutz, een blond, schoon jongeling uit oene der beste Duitsche landverhuizersfamilies, terwyl hy aan zyne snor draaide. „Wy heb ben toch bevel hier in de buurt een station op te richten." „Dat zal ik u zeggen, Lutz! Gy blyft met eene afdeeling van achttien man hier.Ja.dat zal het beste zyn, want met de stichting van een station moet onvoorwaardelyk een begin gemaakt worden. Gy hebt in de kleine boot plaats en kunt het grootste deel onzer levensmiddelen meenemen. Wy, overigen, echter varen naar Louisville, waar wy althans geen gebrek lyden; de volksplantingen zyn daar reeds grooter." „Maar waar zullen wy kwarlier vinden?" vroeg Lutz, dio by deze mededeeling een eenig8Zins twyfelachtig gezicht zette. „Dat laat ik geheel en al aan u over", antwoordde de superieur; kies eti van deze drie dorpen; wanneer het u in het eereuiet bevalt, gaat g i naar een der beide anderen. Gy behoeft immers niet onmiddeli.ik met het palissadeeren to beginnen Maar op één ding maak ik u opmerkzaam. Als gil uw rapport indient, dat ik natuurlyk goedkeuren moet, motiveert pij uwe Keuze door eenvoudig te schryven, dat gy „om strategische rede nen" deze keuze gedaan hebt. Dat klinkt forsch en niemand kan daartegen iets in brengen." „Ja, ja, om strategische redenen", hor- haalde Lutz, terwyl by aan zyno stropdas trok. De luitenant had goed praten; hy maakte zich uit de voeten, terwyl hy hem het werk liet doen. „Onze kapitein", ging de luitenant voort, „heeft om gezondheidsredenen zyn ontslag gevraagd; ik zal ongetwijfeld zyn opvolger woiden en binnen eenige maanden zult gy uwe benoeming tot luitenant in den zak hebben Nu, dat was een prettig vooruitzicht! Vooruit dus! Lutz het do voor het nieuwe station bestemde manschappen, waaronder een grysbaardige sergeant, die voor alles raad wiet en practisch de gewichtigste per soon was, aantreden on in do kleinere, tot nu toe op sleeptouw gehouden boot plaats nemen, waarin men ook de vaten en kisten met het grootste deel der voorraden en de noodige munitie overbracht. Vervolgens scheid den de booten. De grootste .*reef behan< 1 k met don ttroom naar Lou sville, terwyl glimlach en veler gedachten dwaalden af naar ons „Geurmakersgebcuw" op do Bree- straat. Even vroolyk, even opgewekt als het stuk zelf, was ook het spel dor vertooners. D3n eerepalm zou ik gaarne den heer Rosier Faassen als de goedmoedige, ietwat eenvoudige, naïeve oom Lüttchen schenken. Met zyne gemoedeiyk zachte stom kwam elke aardigheid tot zyn recht; hy veroorloofde zich zelfs impromptu's te debiteeren en hoe govaarlyk deze over het algemeen ook voor den tooneelspeler zyn mogen, de zyne by het aanbieden, door een der commissarissen, van den siorlyken bouquet aan mevrouw Van Eysden, ten beste gegeven, slaagde by uitnemendheid; hy mocht zich dan ook in eene buitengewone byvalsbotuiging verheugen. Minder gelukkig vond ik de karakteriseering zyner vyandin, do oude tante Hollwitz, deer mevrouw Beersmans- geschetst. Doze was to bits, te scherp geteekend; zulke vrouwen uit den beschaafden stand treft men niet aan de plotselinge ommekeer in haar hart was dientengevolge ook niet genoog voorbereid. Zy heeft niettemin gevolg gegeven aan den wenscb. der auteurs; zy heeft hilariteit in het loven geroepen, zy heeft hare rol misschien niet overeenkomstig de werkelykheid getypeerd, dezo uitermate gechargeerd, maar in elk geval een kernachtigen humor te aanschouwen ge- go ven. De heer Tartaud als de amant Joseph Frei- singor gaf door zyn opgewekt, vroolyk, los en ongedwongen spel het type van een echten „frischen "Wiener Jungen". Kranig werd h\j ter zyde gestaan door mejuffrouw Rika Haspels als Elsa. Deze nog jeugdige actrice heeft in de laatste tyden werkoiyk goede vorderingen gemaakt; do Buhnenfieber heeft haar veilaten; zy treedt thans vryer en zekerder voor het voetlicht; ook geeft zy meer uiting aan hartstocht en gemoedsaandoening. Zy is op den goeden weg; zy heeft slechts het ingeslagen pad to volgen. De heer De Vries als de ingenieur Witte en mevrouw Van EysdonVink als zyno echtgenoote vormden een waardig paartje; vooral de kleine kibbelpartij was goed ge teekend. Wat de overigen aangaat, kan ik bijzonder kort zyn. Allen hebben het hunne er toe bygebracht tot het doen welslagen van deze Schwanke, door het talryk publiek met warmte ent- vangen. Mr. L H. Lutz met de kleinere dwars over de ri-ier voer. „Waar wilt gy landen?" vroog de oude sergeant, die by het roer zat. „Er zyn hier drie dorpen in de nabyheid." „In het eerste het beste", antwoordde Lutz. Het eerste dorp was Cloves; dus stuurde de sergeant daarheen. De vlag wapperde op het hek en de rechter John Symmi-s, dio scherp uitgekeken had, stond reeds aan den oever en schreeuwde, om hun de beste plaats aan te wyzen, waar zy konden landen. Alles liep gelukkig van stapelde man schappen werden in een groot blokhuis ge vestigd, dat de rechter terstond met genoegen ter beschikking stelde en de vaand>ig werd als gast in de familie Symmes opgenomen. Dat was toch een geluk! Nu was Liet dorp Cleves gered; Symmes had de com u ent<m met goed gevolg uit het veld geslap n. Er waren wel is waar maar achttien man on een vaandrig, maar dat was genoeg vc r een begin. Dat in Cleves een fort .bouwd on een station opgericht zou worden, I zoo goed als vast, <,n dat was do h< v tak, dat- trok de nieuwe kolonisten aar ld.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 5