Woensdag IS! April.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van ;Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
CONTROLE.
Leiden, 11 April.
illeton.
A0.1893.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzondcrlijko Xommers0.05.
Dit nonnner bestaat uit TWEE
Bladen.
i.
Het woord controle wordt in don laatsten
tijd zoo veelvuldig gebruikt en misbruikt, de'
zaak die or mede bedoeld wordt, zoo menig
vuldig beoordeeld en veroordeeld, dat ik den
lust niet weerstaan karr, dit woord of deze
zaak, in verband met andere woorden en
zaken, eens wat nader te beschouwen.
De volgende vragen dringen zich daarbij
aan mijn geest op:
lo. V/at verstaat mon ondor conti ólo?
2o. Wat wordt aan controle onderworpon?
3o. Is contrólo in 't algemeen geoorloofd
en noodzakelijk?
4o. Kan controle ooit afdoonde zijn?
Ad lam. Wat verstaat men onder controle?
Onder contrólo verstaat men het houden van
toezicht op deze of die zaak, op dit of dat
bedrijf. Dat dit houden van toezicht niet
verward moet worden met onafgebroken be
waking, zooals een kettinghond bijv. het erf
zijns meesters bewaakt, zal iedereen mij ge-
reedeiyk toestemmen.
Ad 2nm. Welke zaken of bedrijven zijn in
het dagolijksch leven aan controle onderhevig?
Deze zijn veley eri velerlei; ik zou by na dur
ven zeggen, dat de vraag welke zaken niet
aan controle onderworpen zijn, vrij wat spoe
diger te beantwoorden zou zijn, want in de
beschaafde woreld wordt op bijna alle3 toe
zicht gehouden. De eene mensch wordt ge
controleerd door den ander. Reeds dadelijk
na de geboorte van den mensch begint de
controle over hein door de moeder of die haar
vervangt, en zij houdt niet op voordat do
laatste ademtocht den mensch is ontvloden,
ja.... ook zelfs dan nog niet. Om dit te
staven, behoef ik slechts te herinneren aan
de controle, welke vanwege de ouders wordt
uitgeoefend over het gedrag, do gezondheid,
de zedelijke vorming enz. hunner kinderen;
aan de controle die van Overheidswege wordt
uitgeoefend over do openbare gezondheid,
zedelijkheid, vrijheid, veiligheid enz. der bur
gers. Alle zaken, bedrijven, beroepen, ambten,
neringen zijn in de beschaafde wereld aan
zekere voorschriften gebonden, en op het
richtig nakomen dezor voorschriften wordt
toezicht, controle gehouden.
Ad Sam. De vraag„Is controle in 't alge
meen noodzakelijk?" kan, met het oog op
het bovenstaande, niet anders dan toestem
mend worden beantwoord, zoolang het
droombeeld van een gelukstaat van vrijheid,
gelijkheid on broederschap nog niet verwezen
lijkt is. Zoo lang do menschen nog bezield
zijn met dozelfde hartstochten, gebreken en
ondeugden, zooals ze nu nog dagelijks aan
het licht komen, ten spijt van alle idealistische
opvattingen, zoo lang zal controle altijd nood
zakelijk, zij hot dan ook een noodzakelijk
kwaad, blijven.
Is controle geoorloofd? Boven hebben wij
gezien de noodzakelijkheid van wettige con
trole, door over ons gosteldo machten, maar
er is ook nog andere controle, welke hier
ook besproken dient te worden. Er is eene
contrólo, wolke door alle leden der maat
schappij over hunne medeleden wordt uit
geoefend, en die contrólo is meestal lang niet
malsch. Men hoore maar do gesprokken, leze
de nieuwsbladen en beschouwe der menschen
handelingen ten opzichte van elkaar. Wat al
edele verontwaardiging bij het vornemen van
eens anders feilen l wat al hartverheffend
verlangen om elkanders feilen te bedekken
en te verbeteren 1 wat al aangrijpende droef
heid en ^roerend medegevoel over de tekort
komsten, misslagen, zonden van den
naaste!
Maar r.een, laat ons niet in kortswijl ver
vallen bjj eene zoo ernstige zaak, en ons
liever bepalen tot de verzuchting: Och, of
het zoo warel D<\n, ja dhn zou de hier be
doelde controle eene nuttige, zeer nuttige
strekking hebben; dan zou zij opbouwend,
vorboterend, boschavend werken, en als zoo
danig het algemeen belang oneindig bevorderen.
En gelukkig, er bestaat nog iets van eer.e
zoodanige controle, zy het dan ook sporadisch
In den regel zijn de dryfveeren van do
controle over den naaste evenwel van lageren
oorsprong; zij zyn in den regel gesmeed uit
het almalgama van nijd, haat, jaloezie, wan
gunst, wraakzucht en wat dies meer zjj.
Zoo komt het dan ook dat hot kwaad van
den naaste ten breedste uitgemeten wordt,
dat men met kwalijk verborgen zolfvoldoening
j des naasten feilen zoo ruchtbaar mogelijk
maakt. Men tuurt, men woelt, men wroet,
men graaft, men zoekt met onverdroten ijver
om iets te vinden, dat een smet, en liefst
een onuitwischbaren, werpt op het karakter
of de andere hoedanigheden van den naaste.
Zoo komt het ook dat deze contió>e niet
opbouwend, maar afbrekend, niet vei noterend
en beschavend, maar demoraliseerend werkt.
Deze soort van controle is dus bü uitzon
dering geoorloofd, en wel in die gevallen
waar zij van edelen oorsproDg is en ten doel
heeft den naaste te verbeteren en op te heffen
zij is evenwel ongeoorloofd en ton strengste
te veroordeelen waar zij van onodelen oor
sprong is en ten doel heeft den naaste te
benadeelen, te grievon, of zelfs zoo mogelijk
zedelijk te vernietigon.
Er is nog eene soort van contröle, en dat
is die uitgeoefend wordt door ieder mensch
over zichzelven. Hierin hebben sommige men
schen hot zeer ver gebracht, doch de meesten
zijn hierin zeer toegeeflijk en licht tovreden
gesteld. „Steekt uw hand in eigen boezem 1"
Heerlik woord! dat evenwel voor velen geen
beteekenïs sobynt te hebben. Het ia dan ook
geen zoo gemakkelijke taak. Het is er moe
als met een wondarts, die de wonden eens
andoren tot op den bodem toe peilt, doch laat
hij het eens beproeven in zijne eigene wonden
in de meeste gevallen zal hij tot den bodem
niet komen, en tovreden zjjn als hy de sonde
maar heel eventjes in zyn vleesch gevoeld
heeft. En toch is deze peiling van eigen won
don zoo nuttig en noodig, wijl zy kan leiden
tot vergelijking mot do wonden van den
naaste. Hoe dieper men bij zichzelven peilt,
des to kleiner zal het verschil worden, dat
men meende te ontdekken tusschen de eigen
wonden en die van den naaste. Het oordeel
over den naaste zal dan al zachter, het oor
deel over zichzelven al strenger worden.
Zie, zulk eene controle is goed; z[j is niet
alleen geoorloofd, maar buitengewoon nood
zakelijk.
Ten slotte is er nog een eigenaardige soort
van controle, welke ik met opzet voor het
laatste gehouden heb. De mensch onderwerpt
zich van nature niet gaarne aan controle, daar
hij zich hierdoor in zyne vryheid van handelen
beperkt ziet. Er komen evenwel gevallen voor,
dat iemand tegen zyne natuur in, controle
verlangt, en wel in het minste aantal der
gevallen om do verantwoordelijkheid voor
zekere zaak niet alleen te dragen, óf, en dit
ziet mon meer gebéuren, om uit die controle
direct voordeel te behalen Met andere woorden,
die aan duidelijkheid niets te wenschen zullen
j overlaten, men wenscht controle, ten einde
j daarmede bot welslagen van eenigcilei onder-
i neming te bevorderen, mei. wenscht controle
als reclame middel.
Is zulk eene controle wel geoorloofd, wordt
zy daardoor in haar wezen niet verlaagd
Hierover in een volgend artikel.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels f 1 05. Iedere regel moer f 0.17J.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het
incasseoren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Heden is aan de universiteit alhier de heer
E. B. Bavink ten Cato, geboren te Almeloo,
bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap,
na verdediging van een academisch proefschrift,
getiteld: „A.rtt. 501 en 502 Burgerlijk "Wet
boek."
De afd. taal- en letterkunde der Konink
lijke Academie van Wetenschappen hield
gistermiddag, onder leiding van prof. dr. H.
Kern in het Trippenhuis te Amsterdam, eeno
gewone vergadering.
Daarin werd allereerst aan prof dr. M. J.
De Goeje, van Leiden, gelegenheid gegeven
mededeelingen te doen over de opgravingen
van Sendjirli.
De heeren dr. Pleyte en dr. Six hadden
don heor De Goeje in staat gesteld de afbeel
dingen van het opgegravene voor de leden
dor Academie to doen circuleereD.
Daarna deed de secretaris der afdeeling, de
heerdr. J.C.G. Boot, eenige mededeelingen over
enkele plaatsen in pDe Republica" van Cicero.
De heer Boot gaf daarby enkele naar zijno
meening noodige verbeteringen in de editie
van Hallum.
Na rondvraag werd do vergadering gesloten.
Tot hoofdingeland en hoofömgeland-
plaats ver vanger van het hoogheemraadschap
Rijnland zyn gekozen in het 3de district,
hoofdplaats Haarlemmermeer, do heeren A.
J. E. baron Van Ittersum, te Bennebroek,
en J. H. M. Evelein, te Haarlemmermeer.
In het 7de district, hoofdplaats Haarlem
mermeer, zyn gekozen de heeren P. C. Van
Vryberghe de Coningh, te Lisse, en R. W. J.
C. Van de Wall Bake, te Amsterdam.
„De vereeniging tegen de Kwakzalverij'
heeft een adres gezonden aan den minister
van binnenlandsche zaken en dien van justitie,
waarin zij verzoekt, dat zoowel door strenge
toepassing der bestaande, als door het invoeren
van nieuwe wetteü, de kwakzalverij op ge
neeskundig gebied zal worden bestreden,
beperkt of zoo mogelijk uitgeroeid.
Door eenigo ingezetenen van Leeuwarden
is aan de Tweede Kamer der Staten Generaal
een adres gericht, houdende verzoek, eene
wet iD het leven te roepen, waarby de arbeids
tijd in het Bakkersvak ook voor volwassen
mannelijke werklioden worde beperkt tot
hoogstens 12 uien, desnoods met eene ver-
hooging van 2 a 3 uren voor den Zaterdag.
Tevens wordt verzocht, de Zondagsrust bij
j die werklieden in te voeren door wettelijke
i bepalingen.
Cincinnati.
i.) -
D£dr, waar tegenwoordig de stad Cincinnati,
eeno dor belangrijkste handelssteden der
Noord-Amerikaansche Unie, mét meer dan
driehonderdduizend inwoners zich verheft,
lagen voor hondc-rd jaar aan den steiler.» zui
delijken oever van den Ohio drie kleine vlek
ken of dorpen. Het westelyko dorp noemde
zich Columbia, hot middelste Losantiville, het
oostelijke Cleves. Elk dorp had eon dozijn
blokhuizen, een paar primitieve herbergen en
eenige stallen. Geen van de drie was ver
licht en geplaveid, maar alle drie hadden
eeds geheelo straten ontworpen en door
palen aangeduidzy hadden natuurlijk eenige
banieren, welke vroolyk in den wind wapperden.
Het ontbrak hun nog slechts aan burgers,
die juist destijds wegens de Indianen, moei
lijk te krijgen waren. Het waren drie concur
rerende dorpen; elk hunner wilde zich, zoo
het kon zijn, tot eone grooto s'ad, tot
„kon:, gin van het westen", ontwikkelen. In
hot "Westen was :uist het tijdperk dor grond-
pee. daties aa.ig roken. Groote landstreken,
oo groot als vorstendommen, ken men, a!s
men moed bezat en in voorname kringen
eeuige relaties had, voor eer» appel en een ei
bekomen, zoodra men beloofde de landoryen
zoo spoedig mogelijk te bebouwen en voor
de beschaving te ontsluiten.
Den rechter John Symmes was dit gelukt;
zijne vrouw, eene geborene Cleves, was ver
want met de oudste Amerikaansche families, en
zyne schoonmoeder, mevrouw Cleves, had een
neef van Wasbingstons min gekenc. Daarom
had men den heer Symmes begiftigd met
landeryen aan den Ohio, uie or.gevtor de
grootte van het koninkrijk Saksen hadden.
Een deel der landerijen bad Symmes verkocht
aan een Duitschei, Steitz gtheelen, die zich
echter Stites scbreef, en deze had daarop
eene nederzetting gesticht, welke by Columbia
noemde. Symmes had zyn dorp, om zyne
vrouw en zyne schoonmoeder een pleizier
te doen en omdat het „ewig-Weibliche"
ook by de Amerikanen heersclif, Cleves
genoemd
Tusschen Cleves en Columbia lag het derde
dorp, Losantiville, dat aan c-ene vennootschap
behoorde, die uit den Duitschor Denmann,
den Yankee Patterson en den Fran ach in an
Filson bestond; deze drie hadden zich vcr-
eenigd en den rechter Symmes do drie
honderd acres, die tot Losauti Ie behoorden,
afgekocht. Den naam had do vernuftige
I Frarischman, een oud schoolmeester en
j schryver, verzonnen op deze wyze go-
j construeerd
L Licking (eene rivier, welke tegenover
het dorp in den Ohio uitmondde),
os mond (Latijn),
anti tegeno er (Griekscb),
ville stad (Fianscb)
In onze laai dus: de tegenover den mond
van de Licking liggende stad. Ondanks zyn
vernuft en zyne geleerdheid had Filson voor
het overige het minste geluk, want toen hy
op zekeren dag een bezoek bracht aan zijn
doopkind en zyne stichting, Losantiville, werd
hU door de Indianen, wien deze kolonisatie
plannen der blanken volstrekt niet bevielen,
gevangengenomen en zonder er ziek om te
bekommeren, dat hij een lid der „grande
nation" was, aan den martelpaal gebonden
en gedood. Zjjne beide mede vennooten lieten
zich daardoor evenwel niet afschrikken,
maar zetten het weik met onvermoeide
krachten voort.
In den tjjd, waarin ons verhaal begint,
ging in de drie ooncurreeremio dorpen bet
gerucht, dat de Vere^nigdo Staten *i oe
buurt een f>rt wiidor. bouwen en daarin een
garnizoen leggen.
Dit was een belangrijk bericht, want het
was duideiyk: het doip, hetwelk dit geluk
ten doel viel, moest gedijen, het moost een
voorsprong krijgenmen kon er op wedden
dat het in den wedstryd om snelle ontwik
keling de zege zou behalen.
Ja, alles kwam op het garnizoen en het
fort aan.
Maar welke van de drie zou het militaire
departement, do commandeerende officier,
kiozen en daardoor lot wereldstad bestem
men? Dat was do viaag, van welker beant
woording een belangiyk deel der Amerikaan-
sclio geschiedenis afhing.
Het was een lachende Mei-morgen; koel
woei de bries over den Ohio, wclko, evenals
byua elk jaar, ver buiten zijno (-evers getre
den was c*D ee» e undiug aan don zuidelijken
o-ver, waarop do drie dorpen lagen, zooniet
onmogelijk, dan toch moeiiyk maakte Eono
groote boot, die ecu klein vaartuig op .sleep
touw on do oorlogsvlag der VereenigtU Staten
in top had, dreef met de 6terke stroomfng
snel de rivier af en bleef daarby dicht 1 y don
I noordkant dei rivier, waar doetoilooev-i eeno
o verst rooming van het water beletn
Word: