Persoverzicht. Ter gelegenheid van h6t 20 jarig bestaan van den Atjeh-oorlog schrijft het Vaderland: De vloek van den Atjeh krfig is steeds ge weest de veelheid der recepten en liet gemis van overtuiging by de geneesheeren, die, als het eene recept nauwelijks had uitgewerkt, weder tot een ander overgingen. Het merk waardigst is, dat een ieder het sinds jaren inziet, dat weifel- cn wankelmoedigheid groote fout was van ons Atjeh-beleid, en dat niettemin dezelfde gebreken dat beleid blijven ontsieren. Wat in de laatste jaren in d opzicht gepresteerd is, overtreft misschien nog de groote fouten der vroegere jaren. Tui tweemalen too eene blokkade aangevangen, maar haar met onvoldoende hulpmiddelen doorgevoerd, en, vóórdat zy haar effect be reikt had, haar opgegeven, met geen andc-r gevolg, dan dat de verbittering was vermeer derd en de verbetering tegengehouden. Een tijdlang heil gezocht in eene verzoening met de Sultansparty, en met bet oog daarop allerlei bjjna vernederende avances gedaan aan den jeugdigen Vorst te Kemala, om daarna tot de overtuigihg te geraken, dat men in do eerste plaats bij hem geen stap verder kwam, en dat in de tweede plaats, ook al bevredigde men den Sultan, men nooit het land zou bevredigen, waar bij slechts eene schaduw zou hebben van macht. Een nieuwen Gouverneur gehuldigd als den man van het oogenblik, hem geëerd en verheven boven tal van anderen inongeëvenaardo mate, om nog vóór zyn vertrek naar Atjeh tot het besef te komen, dat er eigenlijk verschil van govoelen bestond tusschen de Indische Itegee- ring en hem, en hem dientengevolge zóó gebonden on gecontrarieerd, dat een gevraagd en verkregen ontslag binnen enkele maanden onvermijdelijk was. Is het mogelijk, vraagt men zich af, grooter blunders op elkaar te stapelen Thans zal men het dan eens beproeven met eene scheepvaartrogeling, ingevoerd door den man, die haar reeds in 1885 heeft aan bevolen, en ook in den geest van den Gou verneur Van Teyn, die moest vervangen worden door den bovenbedoelden hoog ver heven en terstond gedesavoueerden man van hot oogenblik. En nauwelijks is deze scheep vaartregeling afgekondigd en zijn de maat regelen tot hare invoering in volle voorbe reiding, of daar verschijnen in een der In dische bladen eenige artikelen met het be moedigende opschrift: De sch eep vaartregeling-Scherer mislukt. Blijft dezelfde vloek ons dan steeds achter volgen? Nu woder een nieuwe weg is inge slagen, blijkt nu reeds terstond, dat die wederom do verkeerdo is, en zal die nochtans met blinde volharding worden vervolgd? Of vangt reeds dadelijk, voordat nog kan ge bleken zijn, of dio weg verkeerd is, de afbrekende critiek aan, die niet rusten zal. voordat de Regeering aan het wankelen is gebracht en teleurgesteld opnieuw een weg verlaat, die haar niet spoedig genoeg naar hot doel brengt? Het eerste alternatief is al oven troo6tryk als het tweede. Het komt ons voor, dat vasthouden aan het begonnene en volharden in het voorgo- nomene thans de boodschap moet zijn. Zelfs al z\jn de vruchten aanvankelijk teleurstel lend. Alleen bij vertoon van energie en over tuiging kan er van ons prestige gered worden wat nog te redden is. En dat is voorshands het voornaamste. Onder hot opschrift „Recht of willekeur" schrijft do Haagsche correspondent van Dc Amsterdammer Vrijdagavond is, op last van den hoofd commissaris van politie te 's Gravenhage, al daar aangehouden om vijf kautongerechtvon nissen te ondergaan: de koetsier H. Neecke. Het bleek dat in 4 dezer vonnissen de boeten door hem waren betaald en dat hy voor het vijfde oen bewijs by zich had, afgegeven door het Kabinet der Koningin, dat h\j een request om gratio aan de Regentes had ingediend, zoodat de uitvoering van het vonnis was ge schorst tot na de beslissing op de aanvraag. Daarop werd echter goen acht geslagen en toen de man aanbood te betalen en verzocht dat hot geld aan een door hem opgegoven adres zou worden gehaald door een agent, mocht dit ook niet De arrestant is aan het hoofdbureau op het Alesandorplein op een brancard gebonden en zoo naar de gevangenis op de Prii-.sengracht overgebracht! De man-, heeft zich daartegen wijselijk niet verzet. "Wij vragen: mag dit alles? kan en mag zoo met een burger goed of slecht bekend staande dat doet er niet toe gehandeld worden? "Wij hopen en verwachten dat van wege den minister van justitie een z r gestreng en ditmaal onpartijdig onderzoek zal plaats vinden, zelfs buiten klachten door Neecke in te brengen, en.dat hij, die buiten zijn boekje ging, gestreng z.\! worden gestraft. In Dc Tijd lezon wo het volgende, wam boven staat Snuifordor: Na jaren daarover gewerkt te hebben, i> eindelijk de uniform verandering gekomen. Meen niet, lezer, dat eene gehoele reactie is ingetre den in de kleeding van officieren. Neen, het betreft alleen de overjas' (sic.) Daarop komen twee heel mooie geborduurde sterren op en onder den kraag; dit laatste met het idóe, bij kraagopzetten, de hoogt' waardigheid te kunnen onderscheiden. Maar let welde hoofdofficieren krijgen oen onderscheidingsteeken, bestaande in eene ge borduurde bies van 8.5 centimeter lang en opperofficieren eene dubbel geborduurde bies van 9.5 centimeter met geschulpten rand. Hoe men dit fijne onderscheidingsteeken heeft uitgedacht, is raadselachtig. Het mooiste en het alleraardigste leest men echter in artikel 5 van den Rccueil Militair waarin duidelijk staat: „deze biezen of rand zyn geborduurd van goud-of zilverdraad, naar gelang de sterren m zilver of in goud zijn geborduurd", derhalve hoofd- of opperofficieren der infanterie moeten zilveren biezen op de overjas hebben, terwijl die der administratie gouden biezen zouden krijgen. Is hier aan vergissing of aan eene aardig heid gedacht? In 't laatste geval lijkt het wel een snuiforder. In de pers is een aanvang gemaakt met de bespreking van het p i e u w e Militie- ontwerp van minister SeyfFardt. Dc Tijd haast zich om reeds nu in enkele woorden te zeggen, welke hare houding tegen over dat ontwerp zal zfin en zegt: De vrijstellingen voor aanstaande geeste lijken, R.-K. kloosterbroeders enz., van het ontwerp-Bergansius zijn behouden, terwijl de militaire lasten, welke aan de natie worden opgelegd, over het geheel matiger zijn dan die, waarmede wij werden bedreigd door het vorige Kabinet. Evenwol is ook door den minister Seyffardt het beginsel van persoon lijken dienstplicht gehandhaafd. Zoolang op dit stuk niet wordt toegegeven, is natuurlijk, bestriding van het ontwerp voor ons plicht. Wij hopen, als de tijd zal gekomen zijn, in de vervulling van dien plicht met te kort te schieten. Voor het oogenblik echter maken wij ons niet al te ongerust. Het getal door deze Regeering ingediende wetsontwerpen, wel ker behandeling die van do ingediende Militie- wet moet. voorafgaan, is zóó groot, dat de toch reeds merkelijk verflauwde levenskracht van dit Kabinet hoogst waarschijnlijk reeds zal uitgeput wezen vóór dit ontwerp aan de beurt komt. Te minder geiooven wij, zal op spoedige behandeling worden aajigedrongen, daar de ingenomenheid met dit voorstel, naar wij veronderstellen, ook bij de militaristen niet groot zal wezen. Wat nu den troostgrond van Dc T\jd betreft, dat het met dit ontwerp wel bij de indiening blfiven zal, ongetwijfeld denkt niemand er aan, dien voor uit de lucht gegrepen te houden, zegt de Standaard. De Boodschapper zegt van het bovenbedoelde onlworp Minister Seyffardt is nu aan het tweede punt van zijn program gekomen, waaraan voorafging, gelijk men weet, het voorspel van de zoo hoog opgezette noodwet. Het eerste punt van S e y ff a r d t's pro gram was de organisatie van de landmacht, wolk ontwerp nog vóór de behandeling der Staatsbegrooting werd ingediend, doch tot heden nog niet in de afdeelingen is onder zocht misschien wel omdat de Kamer er niet bijzonder veel heil inziet, overbodig werk te doen. Doch al maakt de Kamer er niet veel werk van, de minister Seyffardt gaat hardnekkig voort uen berg van paperassen, die nu reeds op de Griffie van de Tweedo Kamer liggen, te verhoogen. De M i 1 i t i e w e t is ingedienden straks volgt eene nieuwe Schutterij wet; rege ling van de dienstplichtigheid by militie of schutterij, om, als kroon op het werk, te eindigen met de regeling van de dienstjjlichtigheid en den dienst by den landstorm. Wat heeft nu de minister in zijne Militie- wet voorgesteld? Deze vraag is gemakkelijker gesteld dan beantwoord. Het zal wel aan ons liggen, maar wy kunnen tot heden er niet wijs uit worden. De minister wil algemeenen dienst- p i c h t. Nog iets ergers, zou men zeggen, dan p e r s o o n I y k g dienstplicht. Men make zich echter niet al te spoedig ongerust, Seyffardt is volstrekt geen .oorlogszuchtig man. Hij wil Nederland eeno bescheiden rol toekennen. En daarom al gebruikt by ook wat krasse woorden, liet eind van de zaak is, dat ons leger eer moet inkrimpen dan versterkt worden. Algemoene dienstplicht ja, maar zonder dat van de overgroote meei- derheid der z. g. dienstplichtigen groote offers gevergd worden. Wat wil dan de minister? Een leger, na tuurlyk maar daarnaast de schutterij, door hem met een grootsch woord genoemd het leger in tweede linie, de territoriale wapen macht. Die bij de loting een hoog nummer trekt, wordt schutter; de minder gelukkigen worden by het leger ingelijfd. Do dienstplicht moet evenwel niet zwaar zyn, verklaart de minister. En toch algemeene dienst plicht moet er zijn! Wat er var. het program van den minister komen zal? Niet veel, meen en wy. Intus- sehen alvorens ons verder over zyne MiJitie- wet uit te laten, dienen wy hert oordeel van, meer deskundigen af te wachten. Dc Boodschapper doet overigens nog opmer ken, dat waar by het ontwerp tot organisatie^ van de kmdmacht geen datum van invoering wordt genoemd, de minister er thans blijkbaar op rekent beide wetten in werking te doen treden op 1 December van dit jaar. Ook trekt, liet de aandacht, dat genoemd wetsvoorstel slechts do onderteokening draagt van den minister van oorlog en de ontworpen Militie- wet die van de ministers var. oorlog en marine niettegenstaande het Kamerlid Seyffardt den 21sten Januari 1891 als zijne meening te kennen gaf, dat de hoofdrol- bij do samenstelling en de verdediging van eene wet op den kiygsdienst aan den minister van binnenlandsche zaken toekomt. Ook dit nog uit De Boodschapper: Geen kermis meer: Weineent Iedereen komt daar; het klompen-publiek, het canaille, de boeren en wie al niet. Welk fatsoenlek, beschaafd en welopgevoed mensch kan daar dan komen? En welke boteekenis heeft dan eene kermis, waar de „welopgevoedon", de fyn-beschaafden zich moeilijk kunnen vertoonen? Daarom behoort de kermis afgeschaft te worden. Zy dient immers tot niets als tot gelegenheid voor het „volk" om zich opzijn manier to vermaken. Wel word door de voor standers van do kermissen in hot midden ge bracht, dat ae beschaafden en de welopgevoeden gelegenheid te over hebben hun vermaak elders te vinden, en dat het volk dus wel eene kermis mocht hebben; maar eene kermis maakt het volk ruw en nog onbeschaafder en dus geen kermis meer! Ook wij, anti-revolutionnairen, kwamen tot denzelfden wensch, maar up nog andere gronden. Doch wat ziet men nu gebeuren? Dat „de beschaafden en welopgevoeden", die in Den Haag eerst de kermis aan het volk hebben ontnomen, druk bezig zijn de kermis weer in het leven te roepen, maar geleerd door de ondervinding maatregelen nemen dat het volk er niet op kan komeneene kermis alleen voor de beschaafden, niet voor rhot ruwe volk". Men organiseert nu kermissen in een grooten tuin, waar een hooge entróe pry's het plobs van zelf verhindert de beschaafden in hunne genietingen te storen. En zoo zal men dit jaar nu ouk in Den Haag doen. De „Dierentuin" zal in de maand Augus tus voorzien zyn van draaimolens, poffertjes kramen, spellen enz. Eerst meende het Bestuur die kermis voor de „deftige lui" in de maand Mei den gewonen Haagschen kermist ijd te doen plaats hebbenmaar men is daar van teruggekomen omdat het opwekken van gevoeligheden by het volk moest worden ver meden 1 Ach - hoe attent. Men mag het volk niet noodeloos kwetsen. Derhalve men gevoelt toch zelf dat het wel wat kras is. Eerst aan het volk de kermis ontnemen en daarna brengen de beschaafden de kermis in hun kring over, waar het volk niet komen kan. 't Is fraai! En te meer als men weet, hoe beschaafd het op die grooteluhkei mis in den regel toegaat. Waarlyk niet vee: minder dan op de volkskerrais. Gemengd Nieuws. By de uitloving van oene premie van f 2500 voor het ontdekken van den moordenaar van den wachtmeester- der mare chaussees te Os, teekent do „Z\v. C't." aan: T. Is waarlijk te hopen, dat de justitie dit maal gelukkiger is dan in de laatsre tijden. Nog altijd tasten wy in 't donker rond vrat betreft den moord op de boerenvrouw te Oude- schoot, op do twee oude vrouwen te Haarlem, op de dionstmeid van den heer Viotta te Amsterdam, op de huismoeder te Gouda, op den ontvanger der belastingen in Den Brie], waarby thans de moord komt op den wacht meester te Os. De „Middelb. C t.van de op'tre ding van „Sequah" te Middelburg melding makende, zegt, dat deze er niet de sympathie ondervindt, welke hem in andere streken ten deel viel. Uit Wagoningen meldt men van 6 April. Gisteren wrerd de Rykslandbouw- school te Wagoningen bezocht door 3 pro fessoren en 26 studenten van de Landbouw- sociëteit te Cretonne in Frankrijk. Onder geleide van den directeur werden alle ge bouwen, benevens boerderij en proefvelden, met de meeste belangstelling bezichtigd. In h e t E n g elsche parlement is gevraagd of de minister van oorlog bekend was met- het feit, dat bij de Russische cavalerie hoefijzers van aluminium werden beproefden dat gebleken was dat zy de hoeven der paar den beter beschermen dan ijzeren, dat zij, aangezien zij niet breken, zeer lang gebruikt kunnen worden, dat ze slechts '/3 van bef gewicht der ijzeren hebben, en of het ministerie van oorlog daarmede niet eene proef zou nemen. De minis'.er Campbell Banjierman antwoordde dat de zaak zyno aandacht, getrokken had, doch dat nog niet zeker is of dergelijke hoef ijzers de hoeven der paarden beter beschermen dan de ijzeren, turwyi do prys tor nog to* veel hoogor is. In Ottumwa, Iowa, heeft dezer dagen eene verschrikkelijke misdaad plaats gehad. Adolph Neise, bediende i>. eene leer looierij, tot hiertoe algemeen geacht, heeft zyne vrouw vermoord en het huis in brand gestoken om de misdaad te verbergen. Drie zynor kinderen, van 6, 7 en 9 jaar, bracht hy buiten, doch liet het jongste met het lijk van de moeder verbranden. Het ge praat der kleinen, die bij eene buurvrouw waren opgenomen, bracht de wandaad aan het licht. Neise had het leven zijner vrouw voor 5000 dollars verzekerd en hoogstwaar schijnlijk het plan om mot eene jongere zuster van haar, juist uit Duitschland overgekomen, te trouwen. Het volk dreigao den man te lynchen. Eene der Liverpoolsche w ij kon heeft aanleiding gegeven tot helangwekkecce statistieke gegevens.. In die wijk is namelijk geene enkele herberg of tapperij. De grond aldaar behoorde vroeger aan een persoon, die het terrein in erfpacht uitgaf, op voorwaarde dat er geene huizen op zouden worden ge bouwd, waar sterko drank werd verkocht. De sterfte is daar 10 a 14 per 1000, tegen 40 per mille in districten, waar veel drankgel eg en- heden zyn. De armenbelasting is 10 pence of 1 sh. per pond, in plaats van 2 s. 6 d. De waarde der huizen is driemaal hooger. Pandjes huizen bestaan er Dagenoegniet en het school bezoek is zeer bevredigend. Over 't geheel vormt dit deel van het district Toxteth (O.-Toxteth) eeDe gunstige tegenstelling met het andere deel, waar deze bepaling niet bestaat. Hoofddorp (Haarlemmermeer), 6 April. Witte tarwe -1 50 a f6.80. Zomer-rietanve f 4.90 a /"5.15. lloggo /'4.60 ƒ4.90. Havc-r f 6.25 a f 6.90. Chevaliei- sreret ƒ4.20 - 175 W.-gerat ƒ3.60 a 4.05. Z.-gcrd ƒ3.40 a ƒ3 90. Dnivenboont-n ƒ6.— o ƒ6.80. Paarden- boenen ƒ5.a f 5 31. Bruintboonen ƒ5.— n ƒ6 50 Groene erwten r 5.75 a ƒ6.75. Roode Winterland a Capncijoera f a Kanariï- z*aö fa EarvrijzB&d a f Blauw maanzaad JBruin mosterdzaad a inclusief Koolzaad a f Delft, 6 April. Aan de Sta-lewaig gewogen van 1 April tot G Aprl: 3oO achtsten en 1C6 zestienden vaten Boter, wegende te zamen 7060 kilogrammee Pri> -18 a ƒ58 het v erde, ƒ1.29 a ƒ1.45 het KG. Hoorn, 6 April Kaas. Aangevoerd 100 stapt e, wegende 28.484 K. G.; prrje: kleine 30\^, commis sie 26.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 14