N°. 10159 Woensdag 5 April. A0.1893. {Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommcr bestaat uit TWEE Bladen. Leideu, 4 April. Feuilleton. liet gevaar voor oogen. LEÏDSCH PRIJS DEZER COURANT: "Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Yan 1—6 regels fl.Q5. Iedere regel meer f0.17j. Grootero letters naar plaatsruimte. Yoor he:- incasseeren buiten do stad wordt ƒ0.10 berekend. Eerste Blad. Oiliciëele Kennisgevingen. Jacht en Vfsschcrij. De Burgemeester van Leiden herinnert aan hon, die zich voor het aanstaande seizoen 1693/94 in het bezit wenschen tj zien van Jacht- en Yiechakteu, of wel van eeno kosteloozo vergunning tot uitoefening der viescherij, dat de blanco verzoekschriften ter bekoming daarvan gratis verkrijgbaar zijn ter Ge meente-Secretarie, alwaar zij, behoorlijk ingevuld en cndtrtïckeud, vóór den l&den April a. s. moeten terugbezorgd zijn, ten einde aan den Commissaris der Koningin in dozo provincie te worden ingezonden. L Tevens wordt aan belangliebbcndon herinnerd, da£ blanco verzoekschriften tot het bekomen van buiten gewone machtiging tot het verdreven van schadelijk gevogelte met pistoolschoten, het schieten van konijnen tn ander schadelijk gedierte en het vieschen, als hot water met ijs bedekt is, mede gratis ter Gemeente secretarie ter invulling verkrijgbaar zjjn geetc-ld. Leidon, De Burgemeester voornoemd, 1 April 1893. DE KANTEB. Aan den gomoenteraad deelen B. en Ws. mede dat het Gemeente-Archief in het bezit is van twee exemplaren van de gedrukte Resolutiên der Staten-Generaal, beideloopende van 1703 tot 1793. Vermits het behoud van beide exemplaren overbodig is, achten B. en Ws. het wensdhelyk «en exemplaar te verkoopen met nog eenige andere gedrukte en andere stukken, van geen belang voor het Archief, i, zy geven mitsdien, na overleg met de Commissie voor het oud-Archief, in overweging tot den verkoop van bedoelde stukken te besluiten zoodra zich daarvoor oene gunstige gelegenheid aanbiedt, onder bepaling dat de opbrengst wordt aangewend ten behoeve van het Archief. Reeds meormalen heeft de gemeenteraad afwijzend beschikt op verzoeken om afschaffing van de kermis, laatstelijk nog in de Raads zitting van 4 Juli 1889, op verzoeken van de afdeeling Leiden van het Noderlandsch "Werkliedenverbond „Patrimonium" en van den Xerkeraad der Christelijk Gereformeerde ge meente alhier. Overeenkomstig het advies van B. en Ws. •werd alstoen zonder beraadslaging of hoof delijke stemming afwijzend op die verzoeken .beschikt, en besloten te verklaren dat er geene termen bestonden om tot de afschaffing van de kermis over te gaan. Voor eenigen tjjd nu hoeft het bestuur dor afdeeling Leiden van „Patrimonium" zijn ver zoek tot afschaffing van ,de kermis herhaald, welk verzoek door den Xerkeraad der Ned.- Hervormde gemeente -is gesteund, terwijl adhaesie is betuigd door de Christelijke Jonge- lingsvereeniging j,Bient den Heer", de Christe lijke Jongelingsvereeniging op Gereformeerden grondslag „ObadjatVien.de Christelijke Jonge- lingsvereeniging ■j.Poediker 12: la". Sedert de gemeehtaraad laatstelijk tot be houd van de kermis besloot, hebben zich, zoover B. en Ws. bekend is, geene omstandig heden voorgedaan, welke eene afschaffing van do kermis wenschelyk zouden maken. In hun bovenaangehaald rapport wezen B. en Ws. er op dal in deze gemeente, alwaar de gelegenheden voor eene aangename uit spanning en afleiding voor de minder gegoede klasse niet talrijk zijn, de kermis aan eene werkelijke behoefte voldoet, dat tal van nering doende ingezetenen, ook door het bezoek van vele bewoners uit omliggende gemeenten, door de afschaffing belangrijk nadeel zouden onder vinden, en dat ook blijkens de ondervinding, bij de politie opgedaan, de kermis geene aan leiding geeft, tot ernstige ongeregeldheden. B. en Ws. bljjven nog steeds by hunne overtuiging, dat in deze gemeente de kermis eenigermate als een echt volksfeest kan worden aangemerkt en geven den Raad op grond van een en ander in overweging om afwijzend op do onderwerpelyke verzoeken te beschikken. De commissie van de Armenkerk heeft aan B. en Ws. medegedeeld dat zij besloten heeft den naam dezer kerk te wijzigen in die van Bethlehemskerk en verzocht van B. en Ws. te vernemen of er tegen deze wijziging bü hun college geen bezwaar bestaat. Vermits, naar het B. en Ws. voorkomt, de beslissing omtrent den naam, welke aan een gemeentegebouw zal worden gegeven, aan den Gemeenteraad behoort, hebben zij gemeend op het verzoek van de voornoemde commissie niet te moeten beslissen en de vraag bij den Gemeenteraad aanhangig te moeten maken. Overigens hebben zij tegen de voorgestelde naamsverandering geenerlei bedenking en geven in overweging goed te keuren dat aan de Armenkerk de naam wordt gegeven van Bethlehemskerk. Door den heer R. Fuik is een plan inge diend voor verbouwing van bet perceel KieuWe' Ryn No. 87, hoek Uiterstegracht. Ten gevolge van dat plan wordt het deurkozijn op den hoek geplaatst, de stoep gewijzigd en daaraan een ronde hoek gemaakt. Blijkens de overgelegde teekening zouden van de bestaande stoep drie strookjes ge meentegrond moeten worden ingenomen, ge zamenlijk groot 0.36 centiaren, terwijl een gedeelte van het perceel van adressant, groot 1.065 centiaren, veranderd wordt in stoop en alzoo gemeentegrond moet worden. Tegen de inwilliging van het verzoek tot afstand van bedoelde strookjes grond bestaat, ook naar het oordeel van do Commissio van Fabricage, geen bezwaar, zoodat B. en We. in overweging geven: lo. te verklaren dat niet meer voor den openbaren dienst bestemd zijn drie strookjes gemeentegrond, gelegen aan den Nieuwen Rijn on Uiterstegracht en grenzende aan het perceel No. 87 Nieuwe R(jn, hoek Uiterstegracht, ter gezamenlijke grootte van 0.36 centiaren; 2o. dien grond in eigendom af te staan aan R. Fuik, ten einde te ver- heeler. aan zijn perceel Nieuwe Rijn No. 87, hoek Uiterstegracht; 3o. van R. Fuik in eigendom over te nemen een strookje grond, hoek Nieuwe Rjjn en Uiterstegracht, groot 1.065 centiaren, ten einde tot stoep voor het te verbouwen perceel No. 87 te worden aan gelegd, onder bepaling dat alle kosten van overdracht van dei sub 2 en 3 bedoelden grond komen voor rekening van R. Fuik voornoemd. Den gemeentebesturen is aangeschreven, om van elke opgraving of ontdekking, welke voor do oudheidkunde van belang is, onver wijld kennis te geven aan den directeur van 's Rijks museum van oudheden te Leiden. De heer W. G. Lovink, vroeger verbonden aan den Leidschen Academietuin en daarna assistent-hortulanus aan 's Lands Plantentuin te Buitenzorg (Java), in den laatsten tijd ernstig ziek en 15 Februari jl. voor gezondheid op reis naar Nederland gegaan, overleed den 3den Maart 1893 in de Golf van Aden. Het stoomschip „Zuid-Holland", van de RotterdamscheLloyd, waarmede hy vertrokken is, kan alle dagen te Rotterdam airiveeren. Bij de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes, in partijen van 10 en 5 Hectoliters, waren de prijzenf 4 en 2. Aan het postkantoor Leiden en de daar onder ressorteerende hulpkantoren werd ge durende het 1ste kwartaal 1893 ingelegd ƒ63,440.9872, terugbetaald f 47,412.37'/,. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 7996. Aan het postkantoor Noordwyk en de daar onder ressorteerende hulpkantoren vrord ge durende hetzelfde kwartaalingelegd/"1685.78, terugbetaald ƒ3708.38. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 261. Aan het postkantoor Wassenaar werd ge durende dat kwartaal ingelegd ƒ3996.24; terugbetaald 2007.54. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 395. Den lsten April heeft H. M. deXoningin- Regentes een bezoek gobracht aan den Konink lijken Graf kolder te Delft. Zij legde een palmtak op de lijkbaar van wyien Z. M. koning Willem III. H. M. de Koningin, vergezeld van eene hof dame, maakte den lsten Paaschdag een rjjtoer door het Haagsche Bosch. H. M. de Koningin-Regentes nam den lsten Paaschdag deel aan het Heilig Avondmaal te 's-Gravenhage in de Kloosterkerk, waar ds. Thijm voorganger was, en woonde den 2don Paaschdag met H. M. de Koningin de godsdienstoefening b(j in de Groote Kerk, onder gehoor van ds. Knottnerus. De orde der advocaten in Den Haag heeft gekozen tot deken mr. B. M. Vlielander Hein en tot leden van den raad van toezicht mr. G. Van Rossem en mr. J. G. S. Bevers. Te Rotterdam is in den ouderdom van 39 jaren overleden mr. M. J. E. Viraly Ver- brugge, rechter in de arrondissemonts recht- bank aldaar. De minister van binnenl. zaken heeft met ingang van 30 Maart ingetrokken zijne beschikking van 25 Aug. 1892 (Staatscourant van 26 Aug. 1892), voor zoover daarbjj Ham burg wegens Aziatische cholera Is besmet verklaard. L'Enfant I?rocligu.e. Angstig weggekropen tussehen eeno massa advertenties, baast onopgemerkt door z(jn korten eenvoud, als afseeiig van den glans der moderne reclames, vonden w() in het „Leidscli Dagblad" van Dinsdag 4 April de mededeeling, dat Woensdag-avond door een Fransch gezelschap zal worden opgevoerd „l'Enfant prodigue". Meer niets. Voor hen, die in den zomer van '91 de voorstelling in den Leidschen schouwburg niet bijwoonden, toen dit werk werd uitgevoerd door Kreukniet c. s. uit Amsterdam, diene, dat dit werk eeno pantomime is in drie acten, gemaakt door Michel Carré, „op muziek gezet" door Andre Wormser. Aan allen, die belang stellen in dramatische kunst, verkondigen wy, dat ons bij geruchte is verteld (door een zeef ver trouwbaar persoon), dat de hoofdrol zal ver vuld worden door Felicia Mallet, de geniale Parijscho actrice, aan wie de componist zyn Frans trachtte door eene brochure het onrecht, dat hem was aangedaan, te bewijzen. De meeste menschen gaven hein in beginsel gelijk, schudden echter het hoofd over zijn optreden en niemand waagde iets ten zijnen gunste te zeggen. Men brak den omgang met hem af, om ziebzolven niet onmogelijk te i maken, en ten slotte Stond de jonge man geheel alleen. Slechts één enkele, dien Agnes terecht een dronkaard genoemd had, bleef hem trouw. Het was een voormalig ambtenaar, die wegens onbruikbaarheid ontslagen was en zich uit zwakheid en vertwijfeling aan den drank over- gegeven had, maar nu als martelaar poseerde en Frans steeds meer ophitste. Tevergeefs had Agnes beproefd, Frans van zijne eigenzinnigheid af te brengen. Zij wist Lat hy zich niet alleen in de plaats, maar in Jiet geheele nijverhoidsdistrict onmogelijk taakte. Zy raadde hem, liever in een ander Seel van het vaderland eene betrekking te zoeken, om daar het hem aangedane onrecht te vergeten. Zyn antwoord wasje ontbinding hunner verloving geweest en wel, omdat hy Agnes niet in zyn ongeluk wilde betrekken, maar van den anderen kant den stryd niet kon opgeven. Hy had haar gezegd, dat zy hem niet zou wederzien en toch had eene onweer staanbare kracht hem naar het station ge trokken, omdat hy wist, dat by haar daar by het vertrek van den trein zou zien. Dat zy hem zou aanspreken, had hy in het ge heel niet gehoopt, en toch had zy het ge daan; zy ontzag zich niet, hem openlyknog altyd hare genegenheid to bewyzen en dat deed hem nu goed, nadat hy zooveel onaan genaamheden in den laatsten tyd had onder vonden. Zelfs nu, op het oogenblik, dat hy ever de straat ging, ondervond by by schier elke schrele eene onaangenaamheid. Hy zag, hoe lieden, die vroeger naar het scheen van hem gehouden hadden, hem ontweken, een anderen kant uitkeken om hem niet te zien, of in huizen of winkels gingen, om zyne ont moeting te vermyden. Zyne groeten werden niet beantwoord, hy was in dezen kleinen kring een uitgestootene, een alleen staande stryder voor een recht, dat door alle andere lieden naar het scheen niet erkend werd. Frans Borchart ging naar zyne bescheiden woning en zocht daar nog eenmaal den brief op, dien Agnes hem voor eenigo dagen ge schreven had. Zy verzocht hem daatin dezen vruchteloozen stryd op te gevenzy waarschuwde hem er voor, een proces te beginnen, daar dit, naar het oordeel van des kundigen, hoegenaamd geene kans van slagen had. Zy raadde hem nogmaals eene andere plaats voor zyne werkzaamheid op te zoeken en te werken, omdat by in den arbeid het best vergetelheid van het gebeurde kon vin den; zy bood hem heur spaarpenningen aan, indien, zooals zij vreesde, zyn geld ver bruikt was. Hoe lief was zy en hoe goed meende zy het met hem! Zy had maar al te juist vennoed: zyne spaarpenningen spoedden ten einde. Wat hy dan beginnen moest, als zyne middelen uit geput waren, dat wiBt hy inderdaad niet. Hulp had hy immers van niemand te wachten! Hy telde zyn geld en besloot den raad zyner bruid op te volgen. Hy zag in dat zyne zaas hopeloos stond. Hy wilde nog denzelf den dag vertrekken, doch niet zonder afscheid van Agnes. De beste ge'egenheid, haar eenige afscheids woorden te zeggen, vond hy in de terug- komst van den extra-trein aan het station I op eene andere plaats zou hy het jonge meisje niet zoo ongemerkt kunnen spreken, dat hy natuurlyk niet in hare woning mocht opzoeken, indien hy haar niet wildo comprcr- mitteeren. Hy besloot dus in elk geval de aankomst van den trein af te wachten en begaf zich des namiddags naar het statiön, waar een groot aantal menschen aanwezig was, die den terugkeer van den extra-trein verbeidden. II. Te Waldberg stond des namiddags do extra-trein gereed, die de kinderen en hunne begeleiders naar de plaats hunner inwoning zou terugbrengen. Het feest was voorby, volgens het pro gramma uitstekend van stapel geloopen, vooral daar het begunstigd was door prachtig weer. Zingend en getooid met kransen van eikenloof en veldbloemen, keerden de kinder scharen, begeleid door onderwyzers en onder wijzeressen, naar het station terug en namen in de waggons plaats. Wordl vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1