fr 10150.
Douderdajt VSaart,
A0.1893.
(§eza £oumnt wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en rF,sssidageii, uitgegeven.
Dit nomniür bestaal «it TWEE
Bladen.
~ÖNS Dlfl^WATER.
Feuilleton.
Zwak en toch sterk.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DSZïïS COURANT:
Tcor L«idea p«r 5 mtundeaf 1.11.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Komroors0.05.
Eerste Blad.
Dit woord heeft tot voor eenigen tfidlicel-
wat monden en ook pennon in beweging
gebracht; ja zelfs is door onzen Gemeente
raad tot een proces tegen de Leidsche Duin
water-Maatschappij besloten en werden boven
dien allerlei aardige woordspelingen op het
Leidsche duin-water vernomen. En toch weten
we eigenlijk niets positiefs dan de waarschu
wing: ..geen ongekookt duinwater to gebrui
ken". Waardoor krijgen we dan geen zuiver
duinwater en kan de verontreiniging ontstaan
2:\jn? Maar daarover later, wanneer we eerst
weten, hoe het water tot in onze wonin
gen komt.
Dit nu is zeer eenvoudig: het regenwater
ralt op do duinen en vlooit langzaam en
regelmatig voor een gedeelte in het duin-
waterkanaal; het overige trekt door en
komt in den Rijn terecht.
Aan het begin van het kanaal, dicht b\j den
watertoren, ligt het laag-reservoir door
n dato mot duiker van dit kanaal geschei
den. Deze duiker wordt echter zelden geopend,
want anders kon dit kanaal wel eens droog-
loopen, omdat het niet zoo diep is; het dient
dus in hoofdzaak als reservoir voor hetlaag-
reservoir. Het water sijpelt aanhoudend
door dezen dam heen wegens het verschil in
waterstand, vooral in droge tijden. (Deze
toestand was vroeyor anders, zooals wo nader
zullen zien.)
Van uit het laag-reservoir wordt het water
gepompt in het klaar-bassind. i. eene groote
uitgegraven vierkante kom op het plateau by
den toren; deze kom is rondom bekleed met
klei en daarna weder geheel met gebakken
steen bomotseld.
Alvorens hot water er in komt, stroomt
het eorst nog door eene kist mot cokes, om
de oersto reiniging te ondergaaD.
Na eenigen tjjd in het klaar-bassin tot
volkomen rust te zyn gekomen, bezinkt het
water. (Deze klaar-bassins zyn eerst in de
laatste jaren aangelegd).
Van daar komt het water op het filter-
bassin, dat is een gemetselde bak evenalö de
vorige, maar de bodem bestaat hier van
bovenaf gerekend uit eene vry dikke laag
zuivor duinzand, waarvan na gebruik telkens j
een dun laagje afgeschept wordt, omdat die
anders spoedig niet moer zou Uitroeren en
volkomen dicht wordendeze geheole zandlaag
wordt na zekeren tyd geheel vernieuwd.
Dan volgen grind en schelpen, waarin
draineer-buizen gelegd zyn, d. z. gebakken
Engelscho aarden buizen met gaatjes. Ein
delijk sluit oene laag klei alios af, om het
wegzakken van het water te voorkomen.
De plattegrond van die draineer-buizen
goiykt veel op het ondergedeelte van eene
hooihark. Op eene hoofdbuis in het midden
monden de vertakkingen loodrecht uit.
Het water komt, aldus gezuiverd, in eene
hoofdbuis on vloeit vanzelf naar een gemet-
seldon put, do rein put genoemd; van daar
pompt de machine hot water naar den toren
en perst het door do standpijp naar hot
hoog-reservoir, d. i. een geslagen y zei en ring
vormige bak, welke op den binnen- en buiten
toren rust en waar raidden doorheen do trap
loopt. Van hior vloeit het water door eene
andere buis, welke aangosloten is aan de
hoofdbuizen naar Leiden, en zoo krijgen we
het door vertakkingen in de 6traten en in
ons huis.
Evenwel z'y hier opgemerkt dat het water
ook direct overgepompt kan worden, zonder
in 't hoog-reserooir te komen, maar dit is alleen
noodig in geval van eone reparatie aan den
bodem van het hoog-reservoir of als men eene
grootore drukking wil geven dan met het
reservoir te verkrygen is, b. v. by brand.
Zoo was on is in hoofdzaak de toestand
der Leidsche duinwaterleiding. Verdere details
kunnen hier achterwege biyvon.
Wy zeggen: zoo was en is in hoofdzaak
de toestand; immers, deze is sedert do oprich
ting dor Maatschappy niet dezelfde gebleven,
hoo richtig alles in don aanvang ook was.
Wanter dreigde gebrek aan water te
komen reeds vóór twaalf, dertien jaren en
sedert dien tyd is het waterverbruik nog ont
zaglik toegenomen. De Maatschappy moest
dus naar middelen uitzien om daarin te voor
zien, hoe dan ook! En ze hoeft or in voorzien
want hoewel do drukking, die tot vóór do
tweede hoofdbuis kwam, veel te wenschen
overliet: dank zy de geringe boogto, welke
de Leidsche huizen hebben, heeft het aan
water nooit ontbroken.
Verschillende middelen stondon ten dienste,
als
lo. Hot kanaal in de duinen langer maken.
2o. Het bostaande kanaal of hot laag-reser
voir dieper maken.
Het kanaal langer maken was niet zoo heel
gemakkeiyk, want eene hooge duiu zou geheel
opgeruimd mootc-n worden (dio is nu sedert
eon paar jaren toch weggegraven) en de zeker
heid van voel water was daarmede nog niet
vorkregen; immers, niet alleon wordt het
waterpeil door het graven van een open kanaal
in de duinen verlaagd, maar wanneer er meer
water gebruikt wordt dan er op eene zekere
uitgestrektheid duin valt, krygt men na eeni
gen tyd toch gebrek.
De duinen bevatten op zichzelvon natuuriyk
geen water, voor zoover ze boven het niveau
van het water van don Rijn gelegen zyn.
Het tweede middel was veel zekerderhet
dieper maken van het laag-reservoir. Dit is
dan ook gebeurd, hetzy dan met, hetzy dan
zonder aoedkeuring van het Gemeentebestuur
van Leidenen sedert is er goone vrees meer
geweest voor gebrek aan (duin?)water.
De bodem van dat laag-reservoir ligt thans
beneden hot niveau van hot water van den Ryn.
Zoodra dit groote werk gereed was, (want
het was geene kleinigheid die enorme hoe
veelheid zand naar boven te brengen, waar
voor zelfs eene drijvende stoombagger-machine
or in is gebracht), is het niveau van het
water in dit reservoir zoodanig gedaald, dat
eene stoommachine by dit reservoir is ge
bouwd moeten worden om het water evenals
vroeger to kunnen oppompen. Op deze stoom
machine was oorspronkelijk niet gerekend.
Waardoor kan die verlaging van het water
peil in het laag-reservoir ontstaan zyn?
Zooals wij weten, liep do Ryn vroeger niet
in zee uit, maar vormde eone delta van af
Noordwyk tot bij Wassenaar. Daardoor is
eene dichte kleilaag ontstaan, afgewisseld door
laagjes zand. Later is daar weer landwaarts in
zand overgestoven, die onze tegenwoordige
duinenry vormen.
Deze kleilaag wordt thans op enkele plaatsen
afgezand, zooals we dat in de beide Katwyken
kunnen zien, en levert uitmuntend, vrucht
baar land.
Ook was deze vorming der kleilaag zeer
mooi waar te nemen by het bouwen van het
nieuwo stoomgemaal van Rynland te Katwijk
aan Zee.
Hoe meer landwaarts in, hoe meer het
overgestoven duinen zyn, want, zooals uit oude
kaarten blijkt, is onze kust in verloop van
tydon zeer afgenomenwe denken maar aan 't
huis „Ter Britten" en aan eene teekening
van de oude Katwyksche kerk met huizen
aan de zeezyde.
Deze kleilaag speelt eene gewichtige rol,
zooals we zullen zien.
Zoodra het geregend heeft, zakt het water
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Tan 16 regelt f 1.05. Iedere rogol meer fO.,17$.
Grootere lettere naar plaatsruimte Voor het
incaaseercn buiten de stcd wordt f0.10 berekend.
tot op de dichte kleilaag en loopt dan zeer
opmerkeiyk van Zuid naar Noordalzoo van
Wassenaar naar Katwyk. Wanneer men dat
water dus opvangt, heeft men zuiver duin
water. (Do verontreiniging door kleine stukjes
teelland in de duinen buiten beschouwing
latende).
En zoo was de oorspronkelyke toestand.
Nu is men met den bodem van het laag-
reservoir door die kleilaag heen gegaan, err
men kwam weer op eene droge laag, tot
men andermaal in water terechtkwam, d.i.
in grondwater.
Daarmede is nu nog niet bewezen, dat dit
wator slecht isdit ligt natuurlijk aan den
bodem en moet door scheikundigen en bacte
riologen worden uitgemaakt. Dat er onder
slecht grondwater weer goed wehoater kan te
vinden zyn, is te Katwyk aan Zee bewezen
waar de bodem op somr ige plaatsen zeer
verontreinigd is en vele slechte putten ge
vonden worden, welke vroeger goed water
gaven door het slaan van Nortonpypcn onge
veer 25 meter diep, welke uitstekend water
geven. Dit water heeft natuuriyk niets t*
maken met het duinwater, dat in don Ryn
afvloeit.
We dwalen evenwel van ons onderwerp af-
Wanneer er nu voldoend regenwater valt
komt dit in het laag-reservoir evenals vroe
ger en dat water belet hot toevloeien van.
het grondwater; maar in droge tyden bestaat
er kans, dat er grondwater gepompt wordt,
vermengd met duinwater. Herinneren we ons
maar hot water in den drogen tyd van Augus
tus 1892!
Nu is ook in den toestand wat betreft
klaar-bassins en filters sedert de oprichting
verandering gekomen, en is vooral niette
vergeten de geheimzinnige pyp gelegd,
waarover zooveel drukte gemaakt werd en
welke toch zoor onschuldig is, daar ze be
stemd was tot afvoer van water, dat door
het schoonmaken van het een of ander vuil
was geworden. Dit alles hoeft echter met de
hoofdzaak niets te maken en kunnen we dus
mot stilzwygen voorbygaan.
Wat nu betreft het proces van de gemeente
Leiden contra de Leidsche Duinwater-maat
schappy, waartoe do Raad besloten heeft en
welk besluit door Gedeputeerdo Staten is
goedgekeurd, officiéél is daarvan niets be
kend. Is het om de Maatschappy te dwingen
de geheimzinnige pyp weg te nemen, (welke
niet geheimzinnig is), - we woten het niet.
I Laten we aannemen dat het proces strekt
om den Leidschen burgers zuiver duinwater te
n.)
„Hoo dat zoo, meneer Slichting? Het komt
er maar op aan, of men moed heeft. Dien
hebben, helaas, de meesten niet. Het was
editor juist iets voor u.
„Voor my niet, meneer Horny!"
„Hoe dat? Waarom niet?"
„Ja, ziet u, wat den moed betreft, dien
heb ik wel. Maar, maar.nu, ronduit ge
zegd: ik heb geene middelen genoeg, om de
speculatie ten einde toe vol te houdenEen
voorzichtig koopman mag geen kop of koning
spelen. Keen, meneer Horny, Joachim Slich
ting is
„Juist de man, die de zaak wagen magen
kan, dat zeg ik u, ce makelaar Horny! Risico
is er niet bij en falen onmogelijk. Er moet
een vermogen aan verdiend worden. Ik sta
iu voor den goeden uitslag. Anders moogt u
aan de beurs laten aanplakken, dat de make
laar Horny een domkop, een schoft is."
„Wat helpt mij dat, als ik geruïneerd ben
Keen, meneer Horny, laat mvj daar buiten!
Joachim Slichting is.
„Is geen koopman! Hij is maar een win-
keiier en wyst do best e gelegenheid, om zich
onder do eersten van z(jn vak te scharen,
van de hand! Hoe zoudt gij in verlegenheid
kunnen komen, daar gy minstens driemaan
den crodiet kunt hebben en dan nog door
mjjne bemiddeling kunt prolongeeren Cou
rage, moed, meneer Slichting I Een groot koop
man als u moest in de oersto plaats cou
rage hebben."
„Ja, opdat gü, heeren makelaars, groote
courtages verdient! Laat ons morgenoch
tend nog eens over de zaak sproken."
„Morgenochtend? Dat is te laat voor u.
Dan heeft oen uwer concurrenten de zaak
reeds gesloten. Thans, hedenavond dadelijk
moet g(j besluiten Zeg u ja! En gy stelt u
dadelyk op ééne )yn mot de groothande
laren. W(j zijn bij myn hui6. Laat ons
binnengaan. Ik leg u do stukkon voor en wy
sluiten de zaak af. Uwe hand, meneer
Slichting!"
Kog weerstreefde de oude heer; voor zich
nederziende en zich van zyn geleider losma
kende, deed hy eenige schroden heen en
weer. Daarna zag hy op en zeide:
„Ik waag zeer veel, meneer Horny. Maar
met Godi Leg my de stukkon voor!"
„U slaat dus toe? Houd het hoofd er dan
voor en laat u door niets bang maken. Moed Is
het al." De beide heeren traden binnen. Homy
legdo aan Slichting de papieren voor, welke
door dezen in orde werden bevonden, en
schreef twee gelykluidonde overeenkomsten,
welke hy daarna aan Slichting ter inzage gaf.
Toen deze ze overlas, kon hy toch eene
zekere ontroering niet onderdrukken. Zyne
handen beefden, toen hy het papier op de
tafel legde, en zeide:
„Ik heb er geene aanmerking op. Maar
toch, lion zeilende ladingen op leverir g! Ik
ben er toch wel wat sterk ingsloopen. Als
dat maar goed gaat!"
„Het zal goed gaan! Ik verzeker u en wat
ik zeg, is vast ais een evangelie."
„Is u dan nooit iets scheef gegaan, meneer
Horny?"
„Mij? Kooit! En ook myne cliènteele niet,
als men myn raad volgde. Als den heeren
iets scheef ging, dan handelden zy niet daar
naar. Tegen bekrompenheid is niets te doen
en die brengt byna altyd ten val. Maar als
twee zulke menschen als wy eene zaak aan
pakken, dan kan er niets scheef gaan, ver
onderstel altyd dat de hemel er niet invalt,
waardoor ieder eene blauwe slaapmuts krygt."
Kadat de stukken geteekend waren en de
heeren nog een glas op den goeden afloop
gedronken hadden, maakte Slichting zich tot
vertrek gereed. Het was inmidde!fe,zeor laat
geworden.
Heengaande, greep hy de hand van Homy
en hem in de oogen ziende, vroeg hij
„Kunt gy verantwoorden, waartoe gy my
hebt overgehaald?"
„Wat ik doe, kan ik steeds verantwoorden."
„Dan goeden nacht! De zaak blyft de
eerste veertien dagen geheim, zooals wy heb
ben afgesproken."
„Matuurlyk, ik zwyg als het graf en gj)
zult het ook niet dadelyk aan de grooto
klok hangen."
Meneer Slichting sloeg eone zystraat in,
om naar huis te gaan. Hij vooldo zich niet
op zyn gemak. Het contract in zyn borBtzak
drukte hem als een steen op het hart; by
werd beurtelings heet en kond.
„Ik hob my toch leelyk laten inpakken",
zeide hy in zicbzelven. „Do zaak gaat myne
krachten te boven en kon my den kraag
kosten.Den hals zal ik er echter wel uit
redden.In het ongelukkigste geval blyft
my toch minstens myne winkelzaak over
als het lukt, ben ik heelemaal groot
koopmanIk moet nu maar afwachten
en het beste er van hopen.
Wordt vervolgd