K*. 10145
Vrijdag 17 Maart.
A*. 1893.
£?«z* fiourant wordt dagelijks, met uitzondering
van féon- en feestdagen, uitgegeven.
©it nomnier bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 16 Maart.
Feuilleton.
Dc gevangene cd de schildwacht.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PEU8 DEZER COURANT:
▼oor Leid*» p*r I BUodn..V.71.10.
Wnxso* por pootLiO.
Afsozidtrl^k* Nommori..t.QS.
PRIJS DHR ADVERTEIfTIÊN:
T" I—regels 1.05. Iedere regel »«or
Orootere letters neer pleeternimte. Voor het
tnceueeren bulten de sted wordt ƒ0.06 berekend.
Aan de universiteit alhier is met goed
gevolg afgelegd hot doctoraal-examon in de
rechtswetenschap door den heer B. Heyman.
Do antirevolutionnaire kiesvereeniging
Nederland en Oranje" alhier heeft in hare
gewone ledenvergadering met algemeene
stemmen de volgende motie aangenomen:
„De antirevolutionnaire kiesvereeniging
„Nederland en Oranje" te Leiden, vreezende
dat de electorale quaestie, evenals vroeger
de onderwysquaestie, eiken noodzakelyken
politieken arbeid onmogelijk zal maken, be
tuigt hare sympathie voor het kieswet ontwerp
van Minister Tak.
„Hoewol zij weet, dat de Grondwet belet
het beginsel van huismanskiesrecht tot zyn
recht te doen komen, hoopt zy toch dat de
wet door gepaste amendementen zóó verbeterd
moge worden, dat zy ook voor de antirevolu
tionnaire party aannemelijk zij."
Het aantal kiezers, volgens de voorloopig j
vastgestelde lysten, bedraagt in de gemeente
Wassenaar: voor de Tweede Kamer 299, voor
de Provinciale Staten 299 en voor den Raad 299.
Tot ontvanger der gemeente Wassenaar
is benoemd do heer B. Koker, thans in gelyke
betrekking te Capelle aan den IJsel.
Op de aanbeveling waren geplaatst do heeren
J. Eggink, ambtenaar ter secretarie te Wasse
naar, en J. L. Yan Poppelen, gemoente-ont
vanger te Hoedekenskerke.
Remonstr. Broederschap. Viertal te
Amersfoort: J. Hooikaas Jr., proponent te
Rotterdam, H. A. v. Oorden, te Zwammerdam,
H. L. Oort, te Dokkum, C. D. Sas Jr., te
Boskoop.
Men schryft ons heden uit Roelof-Arends
veen: Gisteren vervoegde zich bij den bur
gemeester eene deputatie van een twaalftal
personen, die, wegens den afloop der voor-
loopige werkzaamheden aan den weg door
Roelof-Arendsveen, werkeloos zyn, om Z.E.A.
te vragen, of er vanwege de geraeento niets
meer door hen kan gedaan worden. De bur
gemeester ried hen daarop aan, om zich met
een vriendelijk verzoek tot een tweetal per
sonen te wenden, van wier toestemming het
afhangt of de gemeente nog tot het dempen
van oen eind moddersloot kan overgaan.
Doch, evenmin als een herhaald verzoek van
het gemeentebestuur door deze betrokken
personen is ingewilligd, evenmin kon deze
vreedzame demonstratie van genoemde wer-
keloozen hunne bewilliging bewerken.
Het wordt in deze plaats algemeen gehoopt,
dat deze personen, èn ter wille van de ver
siering der buurt, èn ter wille van werk
verschaffing, over hunne vermeende bezwaren
zullen heenstappen.
De interpellatie van den heer A. Van
Dedem gisternamiddag in de Tweede Kamer
over do resultaten van de bemoeiingen der
Regeering tor verkryging van vryen invoer
van ons vee in Duitschland heeft weinig
bemoedigends opgeleverd. De minister Van
Tienhoven kon alleen mededeelen, dat zyne
pogingen, in het belang van onze veehouders
aangewend, tot dusver <&iet waren geslaagd,
en, wat erger is, dat de kans van slagen
voor de naaste tookomst nog tamelijk gering
was.
Dit is zeker voor onze landbouwers de be
stendiging van groote verliezen. Door de heeren
Lieftinck, Schepel en Smeenge werd er, evenals
door den interpellant, op gewezen, hoezeer
de waarde van het vee door het sluiten der
grenzen zoowel aan de Duitsche als aan de
Belgische zyde op bedenkelijke wyzo is ge
daald. Dit bezwaar klemt op dit oogonblik
dos te meer, omdat de hooioogst van 1S92
zoo ongunstig is geweest. De boeren hebben
geen hooi en ander voeder genoeg voor den
winter verkregen, terwijl juist, wegens de
lage pryzen in den vorigen herfst, veel vee
is opgestald. Zoolang nu het vee nog niet
naar de weide kan worden gezonden, wordt
do toestand in sommige streken haast on
houdbaar, en het is duidelijk hoe ook hier
weder de kleine man het kind van de rekening
is en somtijds gedwongen wordt zyne bezitting
in vee, wegens gobrek aan voeder, d toutprix
te verkoopen. Wat dat zegt, beseft een ieder,
die weet hoeveel ijver, spaarzaamheid en
ontbering er in den tegenwoordigen tyd voor
den kleinen landbouwer noodig zyn, om een
weinig kapitaal in zijn bescheiden-veestapel
op te leggen.
Door den heer Lieftinck en enkele andere
sprekers werd den minister het middel aan
de hand gedaan, om er bü de Duitsche regee
ring op aan te dringen desnoods het verkeer
alleen via Nieuwe Schans open te stellen,
waardoor uitsluitend de invoer uit onze drie
noordelijke provinciën, waar op dit oogenblik
geen mond- en klauwzeer is, zou worden
toegestaan. Men zou zich dan voor eene
goede afsluiting moeten verbinden, terwyl de
Duitsche regeering eene strenge controle op
de gezondheid van het ingevoerde vee zou
kunnen invoeren.
Dit voorstel is door anderen bestreden,
terwijl de minister er zich niet sterk over
heeft uitgelaten. Wel heeft Zyne Exc. ver
klaard, dat de maatregel der Duitsche regee
ring niet door protectionistische neigingen
werd ingegeven, (zooals de heer Van Dedem,
die het protectionisme als het van Duitschland
uitgaat onrechtvaardig acht, vreesde) doch
door zuiver sanitaire oogmerken. Het eenigo
lichtpunt in de discussie was, dat, hoewel de
minister goene bepaalde verklaringen op dit
stuk heeft afgelegd, zyne mededeelingen toch
eenigszins den indruk gaven, dat de kansen
van vr(jen invoer in België iets gunstiger
staan dan in Duitschland.
De beraadslagingen over de verhooging der
begrooting van waterstaat van 1892 voor den
bouw eener brug over den Nieuwen Maas
mond by Heusden z\jn aangevangen.
De heer Van den Berch van Heemstede
bestreed het ontwerp en achtte een stoom-
pontveer voldoende.
De heer Van Vlijmen verdedigde het ont
werp in het belang van Heusden en dat van
handel, landbouw en nijverheid.
De heer De Ras betoogde dat do minister
van oorlog te los is heengeloopen over de
defensiebelangen b\J do richting van de brug.
Z. i. vordiendo eene vaste brug by Heusden
de voorkeur boven die by het Keizersveer.
De heer Mutsaers verzekerde dat deze ge
heeld zaak zoor ernstig door het gewestelijk
bestuur is onderzocht en dat dit geleid heeft
tot de overtuiging dat Heusden moet verbonden
worden met den vasten wal.
Vanwege de afd. Amsterdam der „Sociaal-
Democratische Onderwyzersvereeniging" was
gisteravond in „Maison Strouckon" eene open
bare protestmeeting belegd, waarin de bekende
Friescho sociaal democraat mr. P. J. Troelstra,
van Leeuwarden, als spreker optrad.
De bijeenkomst was druk bezocht. Behalve
met eon aantal onderwijzers en onderwijze
ressen, was de zaal gevuld met vele arbeiders
en sociaal-demccraten.
Aan de lange bestuurstafel, waarachter
een j^ttal stoelen stonden, hadden plaats
genozffGTi do spreker en de typograaf A. Rot.
De laatste, die presideerde, zeide in zijn
openingswoord, dat hy niet tot onderwijzer
was gepromoveerd, maar uit naam der onder
wijzers de "bijeenkomst leidde, dewyl het van
ovormoed zou getuigen, als de onderwijzers
zelf aan de bestuurstafel gingen zitten. Deden
zjj dit, de autoriteiten zouden dan weten wie
bestuursleden der soc.-dem. onderwyzersver
eeniging zyn en ze later dan wel „in de
gaten" houden.
Hierop nam mr. Troelstra het woord. Hy
zou spreken over de bekende circulaire van
het schooltoezicht in het district Leeuwarden,
maar vooraf eenigo andere staaltjes van ver
volgingswoede tegen de socialisten, welke
tegenwoordig „in de verdrukking" zyn, be
handelen.
Nadat de heer Troelstra de verschillende
sprekers, die na hem ook nog het woord
hadden gevoerd, had beantwoord, werd de
volgende motie aangenomen:
„De vergadering der sociaal-democratische
onderwyzersvereeniging op 15 Maart 1893 in
„Maison Stroueken" protesteert ten krachtigste
tegen het optreden der Nederlandsche school-
autoriteiten en gaat over tot de orde van
den dag."
Vóór hot uiteengaan der vergadering (tegen
middernacht) deelde de voorzitter nog mee,
dat men hem had verzocht in optocht op te
trekken naar een aangewezen ingezetene. Hy
ontried den toehoorders dit te doen, maar
spoorde hen integendeel aan rustig naar huis
te gaan, ten einde geene aanleiding te geven
tot verstoring der orde, aan welk verzoek door
de talryke aanwezigen werd gevolg gegeven.
De minister van binnenl. zaken, over
wegende dat ten gevolge van het overlyden
van den heer "W. M. Oppedyk eene verkiezing
van een lid der Tweede Kamer moet plaats
hebben in het hoofdkiesdistrict Harlingen, heeft
bepaald: lo. dat de verkiezing van oen lid
der Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict
Harlingen zal plaats hebben op Dinsdag 4
April a. s.; 2o. dat de herstemming, is die
noodig, zal geschieden op Dinsdag 18 April
daaraanvolgende.
Maandag-avond had te Brussel een diner
plaats ten huize van baron Gericke van Her-
wijnen, onzen gezant aan het Belgische Hof,
aan welk diner een paar ministers, verschil
lende gezanten en de heer Testa, eerste
secretaris onzer legatie, deelnamen.
Baronesse Gericke van Herwynon en hare
dochter namen de honneurs waar, doordien
de gezant ten gevolge van ongesteldheid ver
plicht was zyne kamer te houden.
Het stoomschip „Bromo", van Java naar
Rotterdam, vertrok 15 Maart van Perim; de
„Burgemeester Den Tex", van Amsterdam
naar Batavia, vertrok 16 Maart van Suez; de
„Didam", van Rotterdam naar Nieuw-York,
passeerde 16 Maart Grisnez; de „Kanzier",
van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika,
3.)
Zy meende dat hy ging om het groote
werk voor te bereiden en dat zy eens van
hem hooren zou, dat het gelukt was. Zoo
liet z\j hem met haren zegen gaan. Frans
trok echter in den vreemde, niet om te doen
wat zijne moedor van hem verlaDgae, maar
om het te vergeten.
H(j schudde buiten alles van zich af als
een woeste, wilde droom. "Wat bekommerde
hy zich om zijn vader! Hy had hem nooit
gekend 1 En zyne moeder was niet wèl by
het hoofd, die arme; alle menschen in het
dorp zeiden het. En dat was geen wonder;
het groote ongeluk had hare zinnen verward.
Hy echter was jong en wilde het leven ge
nieten en door die oude, vergeten geschie ienis
zich niet eiken dag en elk uur verbitteren.
Hy haalde ruimer adem, toen hij weg was.
Allengs vergat hij do historie ook werkelyk.
Do nieuwe omgeving, de kennissen, die hy
spoedig vond, het werk alles nam hem
geheel in beslag; hy had geen tyd over om
aan die oude, troostelooze gedachten te bly ven
hangen. Spoedig dacht hy in het geheel niet
meer aan zyn vroeger tehuis, aan het stille,
afgelegen dorp en aan de eenzame hut daar
buiten. waar achter de verbrokkeldo wanden
de vrouw woonde, die zyne moeder was en
die reeds giyze haren had, ofschoon zy nog
niet oud kon zyn. Dikwyls scheen het hem
slechts een droom, als hy nog eens terug
dacht aan de eentonige woorden, welke over
hare lippen kwamen, wanneer zy hem van
zyn vader 6prak en opwekte tot de groote
taak, waarvoor zy hem opleidde.
Dan repte hy de handen des te yveriger
by den schrynwerker in de groote stad, die
hem als leerling had opgenomen, en zocht
hy zyne makkers vooruit te streven.
Zoo verliepen een paar jaren. Moeder en
zoon hoorden nauweiyks van elkander. Op
Nieuwjaar schreef Frans geregeld een brief
aan haar, maar daarin stond weinig van
wat hij deed en dacht; alleen vroeg hy, of
moeder ook geld noodig had; dan zou hy
haar wat zenden. Er kwam echter nooit ant
woord en dat was Frans ook goed. Zy zou
wel voortleven als vroeger, en daaraan kon
hy niets verandereD.
Toen hy in zyn twintigste jaar was, werd
hy soldaat. Eerst beviel hem dat leven niet.
Toen hy er echter aan gewoon was geworden,
werd hy grootscb op de uniform en de knapste
en flinkste van allen. De sergeant-majoor
poogde hem over te halen onder dienst te
blyven, want zoo geschikt als by was geen
der nieuwelingen. Frans kende inderdaad zyn
dienst als de beste.
Op zekeren dag stond hy buiten voor het
tuchthuis te Oedburg op schildwacht. Vroeger
was hun, die de wacht betrokken, nog nadruk-
kelyk'ingescherpt wat zy te doen haddenen
dat aan hunne zorg de veiligheid der maat
schappij was toevertrouwd. Frans had zyn
geweer nooit met zooveel zelfbewustzyn ge
schouderd, als toon hy hier op schildwacht
stond. Hy kon echter niet verhinderen dat
allerlei vreemde gedachten in hem opkwamen,
toen hy zoo langzaam op en neer ging en
zyne oogen de kale, grauwe muren der ge
vangenis aanschouwden, waar zich hier en
daar, achter de getraliede vensters, een bleek,
somber gezicht liet zien, dat met strakke,
troostelooze, wilde blikken naar buiten
staarde. Hy dacht hy wist zelf niet wat.
Maar de oude, begraven, sinds lang vergeten
geschiedenissen werden plotseling weer leven
dig in hem. Alsof het nu do tyd werd, aan
do dwftze denkbeelden der arme, oude vrouw
te denken, dio zyne moeder was!
In den namiddag werden de gevangenen
naar buiten geleid. Het was een treurig go-
zicht, al deze gelykgekleede mannen, met
het kortgesneden haar, paarsgewys, door de
oppassers begeleid en bewaakt, de vierkante
open binnenplaats te zien betreden, waar zy
fluisterend onder elkander spraken en blikken
vol haat en argwaan om zich heen wierpen.
Daar waren gezichten onder, by welks aan
blik het iemand koud over den rug liepmen
kreeg een gevoel, alsof hun eigenaar ieder
uur in staat was eene misdaad te begaan.
Anderen weder zag men het niet aan, dat
zy iets strafbaars hadden verricht. De mees
ten keken stompzinnig en onverschillig voor
zich heen; lachen hoorde hy niemand.
Onder de gevangenen viel hem een krachtig
gebouwde, breed geschouderde man op, grooter
dan al de anderen. Hy kon ruim veertig
jaren tellen, want al zyne bewegingen waren
nog veerkrachtig, maar zyn haar was grys.
Hy zag er listig en tevens vermetel uit en
bekeek den nieuwen schildwacht met een
loerenden blik. Over zyne makkers scheen
hy een zeker overwicht te hebben, dat waar-
schyniyk zyn oorsprong had in zyne buiten
gewone kracht, en iets trotsoerends lag in
geheel zyne houding en wezen.
Wordt vervolgd)