Persoverzicht. Het Persoverzicht mag niet vervelend worden; ten einde daarvoor to zorgen,zullen we thans do be: ngen ovei do nieuwe Kieswet eens laten ruston; ze komen hoofd zakelijk neer op vroeger vermelde on geven dus weinig of geen tws. Boginnen wo v-or i den met het volgende „In memoriam" uit do Standaard: "We ontvingen het droef bericht dat de antirovolutionna gevaardigdo Oppe dyk te IJlst is ovt i jden. De knak, voor een jaar door onver wachte beroerte n z\jn eons zoo sterk ge stel toegebracht, is hy nooit weer te boven gekomen. Toen bij terugkwam op hot Binnen hof, merkten o rjrio vrienden in do Kamer wel, dat hy do oude niet meer was. Onlangs herhaald, rich de aanval, juist kort vóór de Loeuwnrdensche meeting. En nu reed- h;j ons voor altoos ont vallen. Ten deele voor geheel onze party, maar met name voor Vriesland heeft dit afsterven betoekenis. Immors, in do dagen van zyne kracht was Oppedyks naarn het ignaal tot do weder opstanding vao vinistisch volk in deze noordelyke provincie ::weest. Toen nog al en Christus aanhing gesmaad werd, 1.; e'; Oppedyk dien smaad getorst, en lange i;- ren tioeft hy in Frieslands Staten geheet i: on den strijd gestreden, en moedig voor enze belangen in de bres gestaan. Dat naderhand ëe beweging hem boven het hoofd wios, - we niot ontkennen. Oppedyk was gccc organiseerena talent en niet de may van de meeting. Maar dit mag ons toch nooit zijn öchoon verleden doen vergeten, noen de; dank op onze lippen smoren, dien ienking van dat schoon verleden in ons Meer in de Staten dan in de Kamer op den voorgrond t Vndo, wist hy toch ook op het Binnenhof zyne minzaamheid te binden en svinpi!ër' in te boezemen. Edoch, eene mii heid, die nooit, de grens overschreed, die hom door zyne diepsteziels- overtuiging werd getrokken. Minzaam ma' moedig als een leeuw, zoodra het de z^ak zijns Heeren gold. "Wyden we lioi vervolg van ons overzicht aan het voors ol-Donner! We weten het: het word azo rokken, er kwam alzoo niets van, en het van b-lang iets omtrent hot oindc a 1 van conige bladen te vememon wat dit v oorstel in zake het schat toren op Z vi..;: .«dieft. De Standaard zegt: Natuuriyi; doe: liet ons leed, dat aan het voorstel-Donner - eene zeer onvoltallige vergadering, feite! yk ra.at ééne stem, hot beentje werd gelicht, z intrekken de boodschap werd; maar to 1; g: 1" ook deze oenigszins tragische afloop ons goedo hope voor de toekomst. Dè ingekerkerde schutters zyn geene ver geten martelaren meer; voor heol het land is hunne zaak h an gig gesteld. Iets wat allicht vorzaclni de practyk ton gevolge zal hebben. De Overheid, har.- ook officieel op dezen misstand gewezen, zal or op den duur niet buiten kunnen, meer op voorziening bedacht te zyn. Immers, tegen zulk eene kerkerstraf verzet zich do publieke consciëntie. En al geven we 'oe, dat de problemen, waarvoor do Ov< leid hier te staan komt, netelig n aard zijn, toch ligt ön in onze tradition, én on Staatsrecht, de opzette lyko aanwyzing van den Zondag als non dies i ëuideli; i op den duur den Jood schen Sabbath 1 üen Chri6telJjken Sabbath te kunnen uitspelen. Zy, dit <1 mogen bedenken, dat ze juist di zulke eptiön hot zaad van liet anti-sern .isme t-.rooien. Een volk van ruim vier raillioen weigert zyne bi vjrificho i:a,iitiën prys te geven ter wille v.in een klein groepje, dat van elders meest .1" balling inkwam, en waaraan het bereid i dh humaniteit, ja allo ('hristelyko liefde t w maar niet zyn Christelyk vOlksste. tïeren. Do 1zegt er van onder den titel „Hi vi-o gebod Wat i vreo;:- o etond, is geschied De poping v. i heer Donner, afgevaar digde van v. om de scliuttery-wet ten opzichte lediging van den Zondag, op geli< brengen met onze wet geving - geslaagd. De voorsteller, wiens bekend wetsontwerp Donderdag by de Kanier in openbare behan deling kwam, herinnerde in zyne voortreffeiyke verdediging allereerst aan de boteekenis, die niet „doleorenden" goiyk hot Vaderland de dwaasheid had het voor te stellen maar de christenen, voor wie het vierde gebod geene doode letter is, aan don Zondag als rustdag hechten. Geen dag van ledigheid, maar van heiliging, waarop alleen werken van barmhartigheid en noodzakeiykheid mogen verricht worden. Tot die werken van barmhartigheid of nood zakeiykheid behoort het schutteren niet. Derhalve moesten dergeiyke oefeningen op Zondag by de wet verboden zyn, gelyk dan ook door den heer Don oer was voorgesteld. Vervolgens wees do voorsteller er op, dat in de jachtwet hot jagen- op Zondag niet toe gestaan, dat die dag in het Burgerlyk wetboek, in onze fiscale wotten. ja in heel onze wet geving geëerbiedigd wordt, maar dat de schuttert)-wet by voorkeur oefeningen op Zondag wil. Het betrof derhalve niet, gelijk het Vaderland weder geheel verkeerd voorstelt, het geval van één schutter (Roos van Purmerend, die gevangenisstraf heeft moeten ondergaan) waar mede de Kamer zich Donderdag een geheelen namiddag bezighield, maar eene poging om uit ééne van 's lands wetten eene bopaling weg te nomen, die indruisuht tegen den tot dusver van staats- en gemeentewege gevolgden regel ten opzichte der eerbiediging van den officiéél christelyken rustdag. Die poging is mislukt. Niet door afstem ming. Maar door eene welgeslaagde manoeuvre van liberale en Roomsche zyde, welke den heer Donner dwong zyn wetsontwerp in te trekken. Onder by val namelijk van liberalen en Roomschen niet van alle Roomschen was door den heer Kielstra voorgesteld om de schutters by do inlyving do bevoegd heid te geven hunne gemoedsbezwaren tegen hot schutteren op Zondag te kennen te geven, waarna z(1 dan in do week afzonderiyk zou den worden geoefend. Dit amendement kon onmogolyk door anti-rovolutionnairen worden gesteund. Immers, na de inlyving konden by schutters wél gemoedsbezwaren ontstaan, die dan echter niet meer zouden golden. En bovendien, gelyk door den heer Van Löben Seis duideiyk word aangetoond, kon het oefenen van enkele gemoedsbezwaarden in de week tot. niets anders leiden als tot hot ver breken van de eenheid der schuttery. Maar wat het moeste afdeed het amen dement handhaafde de mogelykheid, dat de oefeningen op Zondag zouden geschieden. De schuttery-wet bleef derhalve op dit punt indruischen tegen den bestaanden regel, welke overeenkomstig het christelyk karakter der natie in onze wetgeving gevolgd wordt. Toen nu dit amendement met 39 tegen 38 stemmen was aangenomen, kon de heer Donner niets anders doen dan zyn voorstel intrekken, wat dan ook geschiedde. Zoo is het dan nu weder gebleken, dat de liberalen ondanks hun vroom vertoon by de stembus niet bereid zyn in de schuttery- wet den Zondag als den officieel christeiykon rustdag te doen eerbiedigen. Maar ook, dat op dit punt niets te verwach ten is van de Roomschen, uitgezonderd wellicht van de heeren Schaepman c. s., die zich niet voor het amendement verklaarden. Trou wens men heeft op Zondag maar eens oen kykje te nemen in vele gemeenten van zuiver Roomsche streken, om niet overtuigd te worden hoe weinig hot vierde gebod door de Roomsche Kerk gehandhaafd wordt. Intusschen de heer Donner verdient den dank van allen, dio buigen voor het Woord van God en daarom zyne geboden wenschen te eerbiedigen en op te volgen. By zooveel afval en Gods-verzaking -is het voor de belyders van Christus verkwikkend, dat in 's lands Raadszaal nog mannen opstaan, die op eerbiediging van Gods ordeningen aan dringen. In het Vaderland heet het o. m.(: Twee uren gepraat naar aanleiding van de gemoedsbezwaren van één schutter, i die, naar het aandoenlyk verhaal v3n den minister van binnenlandsclio zaken, na met weldaden te zyn overladen, de verzonen tegen de prikkels sloeg. En had het nu nog maar eeriig resul taat gehad! Maar neen, op aardige wyze kwam aan het licht, hoe het de anti-revolu- tionnaire party, waar zy schynt te strijden voor de vryheid, om hare zoogenaamde chris- telykheid alleen te doen is. Het was gomak- keiyk aan te toonen. gelyk de heeren Kerdyk, Kielstra en De Meyier deden, dat do heer Donner het prijzenswaardig doel om aan ge moedsbezwaren tegemoet te komen, niet kon bereiken door eenvoudig oefeningen op Zondag te verbieden. Do heer Kielstra wees den weg aan om ook anderen dan doleerenden te gemoet te komeneen ieder had slechts bin nen 14 dagen na de inschryving te verklaren, daPhy gemoedsbezwaren had tegen oefeningen, enz. op zyn kerkelyken rustdag, en dan zou hem gelegenheid worden gegeven tot oefening op oen anderen dag. Reeds de heer Van Velsen had het onbe wimpeld gezegd op zyno gewone indrukwek kende manier, dat het hier om Zondagsheili ging, om het christelyk karakter voor den Staat te doen was, en do heer Donner, die deze Regeering tot eene christelijke doopte, voegde er het zyne aan toe. Nu wilde het geval, dat desniettemin het amendement- Kiolstra, waaraan vele Roomschen hunne stem gaven en alle antirevolutionnairen de hunne onthielden, met ééne stem meerderheid werd aangenomen. En do heer Donner, in plaats van zich nu daarby neer te leggen, trok daarop het wetsontwerp in. De gemoedsbe- zwaarde schutters, die later om dos geloofs- wille zuchten in don kerker, weten nu, aan wion zy dat te danken zullen hebben. Het is de heer Donner, die het in zyne macht had hen te redden uit de handen van den pro voost geweldiger, maar hy heeft niet gewild Omdat men niet verkoos zyne eenzydige Zon dagsheiliging tot eene in beginsel in den Neder- landsche Staat te verheffen, heeft hy alle deernis met den schutter Roos en zyne mak kers uitgeschud en opnieuw getoond, dat het hem en de zynen om getuigen en belyden te doen is en niet om practische vorwezeniyking van vryheid en recht. Nog zegt het blad Maar men heeft nu eenmaal van antirevo- lutionnaire zyde een verbazend misbaar ge maakt over de vervolgingen om des geloofs- wille, waartoe onze barbaarsche wetgeving aanleiding geeft. En nu byna de gansche Kamer zich bereid toonde aan de grieven, zoo die er waren, tegemoet te komen, maakt men van die zijde zelf redres onmogelijk, om straks natuurlyk met nieuwen moed te gaan weeklagen over mogelijke vervolgingen. Welk eene houding! Het Handelsblad zegt o. a. Wij mogen aannemen, dat de heer Donner den bestaanden. feitolyken toestand dus nog niet zoo verschrikkelyk vindt, anders zouden wy de intrekking van het voorstel van zyn kant moeilijk kunnen begrypen. Het is immers niet te onderstellen, dat de militaire kant van de vraag by dezen afgevaardigde zoo byzondor zwaar zal wegen. Hy verklaarde dan ook in het debat, dat deze zyde van be schouwing behoorde achter te staan by de godsdienstige en zedolyke zyde. Welnu, het amendement-Kielstra had op het stand punt van don heer Donner veel voor,al beweerde hy dat het niet voldeed aan zyn wensch om te wandelen in het midden van de paden des rechts. Immers, aan alle schutters, die dit by hunne oproeping vorlangden, zou vry- stelling wordon verleend van oefening op Zondag. Nu zegt wel de beer Donner, dat dit niet helpt voor hen, die gedurende hun dienst tijd van gevoelen veranderen en eerst later gemoedsbezwaren by zich voelen opkomen; doch mocht de afgevaardigde uit Katwyk daarom medewerken tot niet-goedkeuring van een voorstel, waardoor toch verhinderd wordt do storing van de gemoedsrust van anderen De heer Donner had, waar het gemoedsbe zwaren geldt, mooter, redden wat te redden was. Overigens is in de Pers de verwondering algemeen over het besluit van don heer Domer om zyn voorstel in te trekken nadat het amen dement-Kielstra was aangenomen De Tijd scbryft„Alhoewel wy begrypen, dat hy tegen het amendement Kielstra bezwaar had, kun nen wy ons niet verhelen, dat do beslissing van den heer Donner ons wel eenigeimate heeft verbaasd. Zyne geestverwanten hebben nu het halve ei versmaad, dat hun alleen was aangeboden, en behouden een toesland, die aan de anti-revolutionnairen alleen ergernis geeft." Het Dagblad v. Z.-H. schryft: „Hoewel wy ons na de door den heer Donner uitgesproken rode de intrekking kunnen verklaren, ge- looven wy toch, dat de geachte afgevaardigde wèl had gedaan zich by de gevallen beslis sing neer te leggen. Hy had dan toch verkregen, dat het „by voorkeur" schutteren des Zondags uit de schutterywet was verdwenen." De Amsterdammer voegt bij de vermelding der intrekking van het voorstel van den heer Donner de opmerking, dat nu door zyne schuld niemand kan worden geholpen, óók zyne eigen werkeiyk bezwaarde geestverwanten niet. Gemeenteraad Tan Bodegrave. Voorzitter: de heer R. L. Martens, Burge meester. Afwezig de heeren dr. W. H. Kapteyn en D. Van Donk. De notulen der vorige vergadering wordon na lezing onveranderd goedgekeurd. Geschiedt meedeeling van: lo. Missive van Ged. Staten, waarbij goed gekeurd wordt teruggezonden een raads besluit tot het aangaan eener goluleenmg groot f 3500. 2o. Missive van alsvoron, houdende mede- deoling dat do vergoeding voor hetonderwys over 1892 is uitgetrokken tot een bec van f 1957.50. 3o. Missive van alsvoren, berichtende dat over vorengenoemde vergoeding kan worden beschikt tot een bedrag van f 1927.50. 4o. Verslag van den toestand der gemeente gasfabriek over 1892, uitgebracht door directeur. 5o. De winst- en vorliesrekeniDg'over 1892 van gemelde fabriek. Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzittor deelt mee, dat P. Koppert eigenaar van eene strook grond, gelegen tus scben den Ryn en den Straatweg, tegenover de Nieuwstraat, genegen is dien grond aan do gemeente te verkoopen voor do som van f 750, ten einde aldaar eene oplosplaats te maken. De huurders A. v. d. Neut en G. Barreveld zyn bereid van hunne rechten als huurders afstand te doen. B. en Ws. stollen voor tot den aankoop over te gaan, waartoe by acclamatie wordt ocsloton. De Voorzitter stelt aan de orde de voorzie ning in de geneeskundige armonpraktyk, welk® tbaris wordt waargenomen door den heer C. Dekker als geneesheer, den heer K. Douwes Dekker als apotheker en mej. C. De Vliege: als vroedvrouw. Besloten wordt de tegenwoordige tituls rissen weder voor één jaar te bonoemen. De heer v. d. Giesen vraagt of de namen dor straten ook zullen worden aangeduid doo naambordjes. De Voorzitter zegt dat hierin door B. on Ws. zal worden voorzien. De heer Meurs stelt voor den naam Yaa- Tol-kade te veranderen in Emma kade en he! gedeelte Wflhelmina-straat van af de grens de: gemeente Zwammerdam tot aan de Brugstraa: te noemen Van-Tol-straat; zoomede om dea naam Schoolstraat te doen vervallen en deze straat, zooals primitief was bedoeld, Kerk straat te noemen. Dit voorstel wordt zonder hoofdelyke stem ming aangenomen. De heer v. d. Maat heeft enkele klachfe: omtront de schoolkinderen in de Meye, waar aan door den Voorzitter zal worden te gemoé. gekomen. Thans komt aan de orde van behandeling de nieuwe Algomeene Politieverordening. De verordening wordt artikelsgewyze be handeld. Er wordon evenwel slechts enkel- kleine wyzigingen hier en daar gemaakt Nadat men tot aan art. 120 gevorderd is. wordt de vergadering verdaagd tot den vol genden dag. Na heropening wordt de bohandeling voort gezet. Ook nu wordt weinig oppositie gevoero. By art. 123, handelende over de plaats] vervanging by de brandweer, stolt de bec Meurs voor, aan de dienstplichtigen de be voegdheid te verleenen tot het stellen een plaatsvervanger in elk byzonder gevil zonder voorafgaande kennisgeving. Dit vind: evenwel geen by val en het artikel wori' zooals het was voorgesteld onveranderd aar: genomen met 1 stem tegen. In de afdeeling „Bouwen en sloopen" te paalt art. 162 dat do muren van arbeiders woningen moeten zyn van steen met e£ spouw van 4 oM. en een spouwmuur vas een steen op zijn kant. Hiertegen worden door den heer Bruc bezwaren geopperd en wenscht hy de ouc bepaling van éénsteens-muren »e behoud» Het artikel wordt echter aangenomen ie? 8 tegen 1 stem, nadat op voorstel van d heer Brunt daaraan nog de bepaling is t< gevoegd, dat de muren moeten zyn van Wa of Rynsteen. Art. 167 bepaalt dat huizen van niet k 1 dan ééne verdieping eene borstwering opc I zolder moeten hebben van minstens 0.60

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 6