N\ 10141.
Maandag; 13 Maart.
A0.1893.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gpn~ en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Leiden, 11 Maart.
Feuilleton.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER, COURANT»
Toor Lolden por 3 maanden...."1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommors0.00.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Yan 16 regela ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het
incasaeeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Aan de universiteit alhier is met goed
gevolg afgelegd het aanvullings-examen in
de plant- en dierkunde door den heer J. Valcke*
nier Suringar.
In de jongst gehouden vergadering van
de afdeeling Leiden en Omstreken der Neder-
landsche Maatschappij van Tuinbouw en
Plantkunde kwam aan de orde de bespreking
van den te houden feestavond. De heer
Van Romburgh besprak namens hot bestuur
dit onderwerp. Hy is een groot voorstander
van een feestavond, en vroeg of er ook leden
zyn, die plannen kunnen opgeven.
De heer Speet gaf in overweging in de
maand November eene collectieve inzending
van Chrysanthemums in de Stadszaal te
exposeeren, en in de aldus versierde zaal den
feestavond te houden.
Verschillende leden gaven nu andere wen
ken of bespraken het voorstel Speet, waarop
de heer Van Romburgh voorstelde, in de vol
gende vergadering eene commissie te benoe
men, die met de nu opgegeven plannen een
definitief programma kon opmaken en zich,
na goedkeuring daarvan door de vergadering,
met de uitvoering er van belasten. Zonder
stemming werd dit voorstel goedgekeurd.
De voorzitter deelde du mede dat op 17
Maart s. s. de heer H. J. Van Heyst eene
voordracht voor de afdeeling zal houden. HU
stelde ramens het bestuur voor deze voor
dracht in gewone ledenvergadering te doen
houden, welk voorstel werd goedgekeurd.
De secretaris deed mededoeling van de corres
pondentie, tusschen hem en den heer Ide,
wandelleeraar der Maatschappü, gevoerd. De
heer Ide stolt voor zyn cursus te houden over
boomsnoei of groentencultuur en vraagt of
de afdeeling den cursus in het vóór- of najaar
wenscht gehouden te zien. Na eene zeer lange
discussie word er besloten den heer Ide te
verzoeken zyn cursus in het voorjaar te houden
en wel over boomsnoei.
De heer Van de Pavord Smits deed nu
eenige korte mededeolingon over het te Gro
ningen gehouden congres, en stond meer
uitvoerig stil by het laatst behandelde onder
werp, het verzamelen van eene statistiek over
den toestand van den Tuinbouw in ons land.
Hy deelde mede, wat de Afd. Rotterdam dien
aangaande deed, en stelde voor dat de Leidsche
Afdeeling hetzelfde zou doen. Dit voorstel zal in
eene volgende vergadering worden behandeld.
De voorzitter vroeg nu of er nog leden
voornemens waren mede te gaan naar Gent,
maar geen enkel lid gaf zich meer op, zoodat
hy tot zyn leedwezen moest constatoeren,
dat slechts twee leden der Afdeeling zullen
medegaan.
Na eene korte gedachtenwisseling, waarby
werd opgemerkt dat het hoofdbestuur het
by eene officiëele mededeeling had gelaten,
zonder dat zelfs maar met een woord tot deelne
ming was aangespoord, waarvan allicht spaar
zame deelneming het gevolg zal zyn, welke
opmerking door den heer Van de Pavord Smits
beantwoord werd, sloot de voorzitter de
vergadering.
Men schryft ons uit Sassenhoim, dd. 9
Maart: Hedenavond trad voor de afdeeling
van „Patrimonium" alhier als spreker op de
hoer Jac. Post, van Haarlem. Nadat de ver
gadering, welke zeer. goed bezocht was, met
gebed en gezang was geopend, leidde de eerste
voorzitter den spreker van den avond ln.
Deze nam daarop het woord en kondigde
zyn onderwerp aan onder den titel: „Do
Christelyke Democratie in Nederland en de
wanverhoudingen in de maatschappy met de
middelen ter verbetering."
Eerst zette de spreker duidelyk uiteen het
verschil tusschen de christelyke en de sociaal
democratie. Terwyi de laatste het bestaande
wil ontbinden en desorganiseeren,
wil de eerste verbinden en reorgani
se er en naar beginselen, welke duidelyk in
Gods woord, haar grondslag, zyn uitgesproken.
Vervolgens schetste de heer Post het on
bereikbare en onredelyke van 't streven der
sociaal-democraten en weerlegde zeer afdoend
hunne beide hoofdstellingen: „Arbeid is de
bron van allen rykdom," en „Eigendom is
diefstal," hoewel toegevende, dat de S.-D.
terecht op vele misstanden wezen.
Over die misstanden, ja soms onhoudbare
toestanden, sprak referent ten slotte nog uit
voerig, waarby hy niet in gebreke bleef dege-
lyke middelen ter verbetering, naar de be
ginselen der Christelyke Democratie, aan te
wyzen.
Nadat nog eenige vragen en inlichtingen
waren beantwoord en gegeven, daükte de
voorzitter den spreker voor 't gehoorde, en
word de vergadering gesloten, geiyk zy ge
opend was.
H. M. de Koningin-Regentes vereerde
gisteravond een gedeelte van de voorstelling,
gegeven door de Kon. vereeniging „Het
Nederlandsch Tooneel", te 's-Gravenhage, met
hare tegenwoordigheid.
H. M. verscheen te 9 uren in hare loge,
terwyl het scherm omlaag was voor het tweede
bedryf van het tooneelspel „De Fabrieksbaas",
en woonde tot het einde de voorstelling by.
De schouwburg Was weder bezet met een
talryk publiek, dat by de komst van de
Regentes den gebruikelyken groet bracht.
Zoowel de ontvangst als het vertrek der
vorstoiyke bezoekster kenmerkte zich door
grooten eenvoud.
Op uitnoodiging der Duitsche regeering
zal op 11 dezer te Dresden eene internationale
gezondhoidsconferentie byeenkomen, waartoe
het initiatief van de Oostenrykseh-Hongaar-
sche regeering is uitgegaan.
By koninkiyk besluit van 7 dezer is mr.
L. H. Ruyssenaers, minister-resident, benoemd
tot afgevaardigde van Nederland naar die
conferentie, terwyl by koninkiyk besluit van
9 dezer dr. W. P. Ruysch, adviseur aan het
departement van binn. zaken, tot technisch
afgevaardigde i6 benoemd.
Tweede Kamer. By het voortgezet
debat over de mailcontracten bestreed de heer
Plate ze, omdat daardoor slechts eeno 11-myis-
vaart zal verkregen worden, dus beneden de
snelheid van vrachtbooten, reeds thans in de
vaart. Ook acht hy het tarief van passage-
vervoer te hoog en het vrachttarief te laag,
de contracten onvoldoende gewaarborgd en
den duur or van te lang.
De heer Cremer verdedigde deze contracten,
welke veel meer dan de vorige voldoen aan
de eischen van snelheid en als mailsteamers,
zoodat thans spr.'s positie geheel veranderd
is. De dividenden der stoomvaartmaatschap-
pyen zyn uitsluitend het gevolg van hare
particuliere exploitatie. Kunstmatige opdry-
ving van vrachten is niet te duchten; de
vrachtenmarkt in het Oosten toch hangt niet
af van 2 of 3 maatschappy en.
Dinsdag voortzetting.
Thans is by de Tweede Kamer ingekomen
een wetsontwerp tot goedkeuring van het op
14 Februari jl. te 's Gravenhage onderteekend
protocol betreffende de uitvoering van do
internationale overeenkomst van 1887 tot het
tegengaan der misbruiken, voortvloeiende uit
den verkoop van sterken drank onder de
visschers op de Noordzee.
In hare toelichting wyst de Regeering er op,
dat die overeenkomst tot dusver niet is kunnen
worden ingevoerd, omdat de Fransche regeering
steeds niet by machte is tot de bekrachtigin;
mede te werken. De overige mogendheden
hebben nu by protocol vastgesteld de conventie,
ook zonder medewerking van Frankryk, ten
uitvoer te leggen. In het protocol is de be
voegdheid der Fransche regeering geconsta
teerd, om, indien zy dat later verlangen mocht,
alsnog tot de overeenkomst toe te treden.
Voorts is nu de opzegging der overeen
komst vergemakkelykt door verkorting van
den duur van 5 tot 1 jaar, met verlenging
telkens van 1 jaar, indien zy niet 3 maanden
te voren is opgezegd. Dit is geschied met
het oog op de mogelykheid, dat, ten gevolge
der onthouding van Frankryk, de handel in
spiritualiën op de Noordzee mocht toenemen,
en het dool der overeenkomst daarmede drei
gen mocht verydeld te worden.
De Cadettenschool zal, naar in do Staats
courant wordt medegedeeld, vermoedelyk op
1 October a. s. worden geopeDd. Het aantal
plaatsen, dat kan worden opengesteld, zal
waarschyniyk bedragen 25 voor jongelieden,
met bestemming om te worden opgeleid voor
den dienst hier te lande, en 25 voor jonge
lieden met bestemming om te worden op
geleid voor den dienst in Nod.-Indiê.
De juiste data waarop, en de gemeenten
waarin, het schriftelyk gedeelte van het toe
latingsexamen voor die inrichting zal worden
afgenomen, alsmede de eischen waaraan de
adspiranten moeten voldoen om eventueel
tot meergenoemde inrichting te worden toe
gelaten, volgen nader. Reeds nu wordt echter
gemeld dat de eischen in hoofdzaak zullen
overeenkomen met die, tot nu toe voor de
toelating tot de Koninklyke Militaire Academie
gesteld.
De tentoonstelling in het Museum van
Kunstny verheid te Haarlem van kunstsmeed
werken, welke op algemeen verzoek nog werd
verlengd, zal onherroepeiyk don lödon Maart
gesloten worden.
Deze tentoonstelling heeft de levendige
belangstelling der vakmannen opgewekt en
werd gedurende de zes weken, dat ze geopend
bleef, door 1482 personen bezocht.
De cadet H. W. Van Ham, uit het 2de
studiejaar infanterie Oost-Indiö, is wegens
lichaamsgebreken eervol uit den militaren
dienst ontslagen.
De minister van marine brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat in de maand
Mei a. s. by de Directie der Marine teHelle-
voetsluis een vorgelykend examen zal plaats
hebben van jongelingen, die als machinist-
leerling der 2de kl. wenschen te worden aan
genomen.
Hot getal der als zoodanig te plaatsen jon
gelingen zal zich tot vyftien bepalen.
(Zie verder de „Sts.-Crt" van heden).
De Huwelijksagent.
3.)
Na drie dagen reeds zond hy zyn eerste
rapport door een renbode naar Praag en
schreef den baron ter informatie aan Zyne
Majesteit het volgende:
„Beide prinsessen (Anna en Magdalena) zyn
elkaar in deugd, gestalte en vorstelyke op
voediDg byna volkomen gelyk en verdienen
dus over het geheel denzelfden lof; die uit
Beieren is wat jonger dan de aartshertogin.
Men zegt wel is waar, dat prinses Anna
eenige lichaamsgebreken heeft, maar door de
wyde Spaansche kleeding, welke de aarts
hertogin dezer dagen droeg, heb ik die niet
kunnen ontdekken. Niettemin hoop ik binnen
kort de waarheid van die geruchten op het
spoor te komen."
De scherpzinnige heer Von Waldburg zou
inderdaad dit teere punt opgehelderd hebben
want „als een kenner der vrouwen" volgde
hy de beproefde tactiek, met de oudere hof
dames, dio van de jongere in den regel
de scherpste critiek geven, op goeden voet
te komen en ook met kamermeisjes en andere
hofbedienden vriendelyke woorden te wis
selen, wanneer daartoe gelegenheid bestond.
Ondanks alle sluwheid echter ving de heer
Von "Waldburg by zyne verdere nasporingen
ten aanzien van het vermeende lichaamsge
brek der aartshertogin zich in zyne eigen
strikken.
Ongeveer eene week was sedert Von Wald-
burgs aankomst voorbygegaan, toen op zekeren
voormiddag de beide prinsessen Anna en
Magdalena by hertogin Elisabeth, de jonge
gemalin van Maximiliaan, kwamen. Beiden
zagen er bleek en ontdaan uit.
„Wat is er gebeurd, Magdalena", riep her
togin Elisabeth ontsteld, terwyl zy de jonge
schoonzuster naar zich toetrok, die de tranen
niet langer bedwingen kon, „wat boteekenen
deze tranen in de oogeD, welke ik nog nooit
zag ween en?"
„Myne bedrogen verwachtingen, het plot
selinge einde van myn levensgeluk", snikte
de jonge vorstendochter. „Ik heb voor u geen
geheim, Elisabeth! Paltsgraaf Wilhelm Von
Neuburg, die in deze maand komen zou om
myne hand te vragen zal niet komen!"
„Niet komen? En waarom zal hy weg-
blyven?" viel de hertogin in. „Hy bemint
je toch!"
„Ik kom zoo juist van myn broeder, die
van morgen voor een ernstig onderhoud by
zich liet komen", verklaarde Magdalena. „Hij
zeide my dat keizer Rudolf naar myne hand
dingt, dat de heer Von Waldburg alleen
mynentwege hier vertoeft en hy, de hertog,
deze verbinding met het keizerlyke Huis om
politieke redenen zeer wenscheiyk moest
vinden. Den Paltsgraaf Wilhelm heeft hy ge
schreven, van zyn voorgenomen bezoek en
daaraan verbonden plan af te zien."
Met zichtbare ontsteltenis was aartsher
togin Anna by dit bericht der vriendin
opgestaan.
„O, dat i9 schandeiyk, ongehoord!" riep
zy opgewonden uit. „Weet dan, hertogin,
wat ik tot nu toe zelfs voor prinses Magda
lena verborgen hield. De verwoester van haar
geluk is dezelfde, die ook naar myne hand
dingt. Aartshertog Matthias, die voor my
een tweede vader was en, zooals gy weet,
myn trouwe geliefde geworden is, wien ik
myn hart en myne hand reeds voor een jaar
heimeiyk beloofde, schryft my, dat de heer
Von Waldburg hier slechts is, om my voor
keizer Rudolf te winnen."
„En wat raadt aartshertog Matthias je?"
Yroeg Magdalena vau Beieren nieuwsgierig.
„Op myne hoede te zyn, tegenover
den agent van den keizer niet vriendeiyk
te wezen en my voor het overige op zyne,
Matthias' trouw, te verlaten." Aartshertogin
Elisabeth reikte beiden prinsessen de hand.
„Stelt u gerust, noch gy, Magdalena, noch
onze vriendin Anna zal het slachtoffer wor
den van den zonderling, dio naar twee vor
stendochters tegelyk dingt. Laten wy tegen
over don hertog en tegenover iedereen het
zwygen bewaren. Wy zullen zien, of vrou
wenlist niet sterker is dan de sluwheid van
een ouden hoveling."
„Schandeiyk", hernam Anna Von Inns-
brück blozend, „is de geheime spionnage van
den heer Von Waldburg. Hy heeft gister
avond myn kamermeisje trachten uit te
hooren, waarom ik Spaansche kleeding draag,
of het vorder waar is, dat ik door een val
van het paard een scheeven schouder ge
kregen heb, en ten slotte heeft hy, door het
kamermeisje een handvol goldstukken te
geven, naar de woning van onzen kleer
maker geïnformeerd."
„Naar den kleermaker!" riepen Magdalena
en Elisabeth gelyktydig, terwyl zy in een
lach uitbarstten.
Wordt vervolgd.)