IJ Hi 1
I „LIJ. J.
N 10131
Woensdag 1 blaart.
A0.1893.
i'a^jfcgs
%¥3tQ
Uit ncatsner bestial uitTVLEE
liiatlen.
fess geuurant wordt dagelijks, met uitzondering
van .§im- en feestdagen, uitgegeven.
1? "oxiilleton.
GEEti VERTROUWEN.
Wordt vcrvclgd.)
-. M S-l,
PHI J8 DilZHH COTTHAjfcTï
?oor J.cidcn p«j 8 towmdou.T...7. i.tO.
ïyauco p«r jxwi1.40.
AfjWQdorJ^i* HoEmoro,.$.05.
Eerste Blad.
paus ana AavEBTSifTiaw:
?ati 1—6 regel* ƒ1.06. Iederé regel 0.17J.
Grootor* lotton atar plaataraimto. Tcor fcai
k>C4fise«r*a boiten de stad wordt ƒ0.06 bsrokoïnL
-
Leiden. 28 Februari.
By do lezing, alhier door den heer S.
Van Velzen voor de anti-revolutionnaire kios-
vereeniging in hare openbare vergadering van
gister-, Maandag-avond, gehouden, werden do
wetsvoorstellen tot regeling van het kiesrecht
besproken.
Sproker trad eerst in een historisch over
zicht der wetten van 181-8 en 1887, noemde
het beginsel dier wetten revolutionnair en kon
I dus goon geheel bevredigend voorstel ver
wachten, omdat hot moet rusten op eeno
revolutionnairo Grondwet.
Toch was de anti-rev. partij steeds voor
kiosrechtuitbreiding geweest, en hoewel in
het thans gebodene veel verandering zal
moeten worden gebracht, en spreker van oor
deel is, dat niet van uitgebreid kiesrecht, maar
alléén van terugkeer tot de ordonnantiën Gods
volkomen redres is te wachten, acht hij het
raadzaam de ons thans toegestoken hand niet
af to wijzen, maar door vroed overleg en wys
beleid deze wot zoo te verbeteren, als de
Grondwet toelaat.
- By beschikking van den minister van
binnonlandsche zaken is benoemd tot conser
vator b\j het natuurkundig kabinet aan do
R[jks-universiteit te Leiden, dr. J. P. Kuenen,
thans assistent b\j de natuurkunde aan die
Universiteit, terwijl voor het tijdvak van
1 Maart tot en met 31 Doe. 1893 benoomd
is tot assistent by de natuurkunde aan
dezelfdo universiteit, dr. L. H. Siertsema, le
Zooter woudo.
Bij beschikking van denzelfden minister
zijn benoemd tot tijdelijke teekenaars bij hot
ontwerpen van het Museum voor Natuurlijke
Historie to Leiden do heeron J. Van Gils, te
Rotterdam, en H. Van Heeswyk, to 's-Gra-
venhage.
Reeds meermalen hebben wy met nadruk
gewezen op de drie Beethoven-avonden, door
de lieeren Timmner en Wirtz hier te geven.
Twee dezer avonden zijn reeds voorbij; de
derde en laatste zal a. s. Donderdag-avond in
do Stadszaal plaats hebben. Het buitengewoon
succes, dat deze genoemde hoeren hier en in
alle andere steden, waar zij optraden, hebben
behaald, noopt ons het kunstminnend publiek
ten sterkste aan to moedigen vooral deze
laatste gelegenheid niet te verzuimen. Niet
licht zal eene gelegenheid terugkomen, waarop
men zulke meesterwerken zóó hoort vertolken.
Deze laatste soirée, waarop de Kreutzer-sonato
zal worden uitgevoerd, zal dan ook wel de
kroon op het werk zetten. Mogen do beide
musici overtuigd worden, dat men ook in
Leiden zulke kunst, en wel de echte kunst,
weet hoog te schatten, niet alleen door woor
den, maar ook door daden!
Gedurende de lsto helft der maand Febr.
zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende biievon, welke, door onbekendheid dor
geadresseerden, niet besteld konden worden:
Van Leeuwen, AarlanderveenJ. Staphorst,
Aifen aan den Rynwed. Arkshoek, Matthol,
Amsterdam; J. II. Mosselmans, H. v. d.Poet,
Den Haag; F. De Sitter, Ileusden; A. Velle-
kers, Lisse; A. Jansen, Utrecht; B. Immink,
Vlissingen.-Briefkaarten: Van Taanom, J. Van
Gelderen, AmsterdamA. Van Leouwen, Door
schot, Den Haag; J. La Rivièie, Venloo.
Brieven, verzonden geweest, naar Amerika:
Dengier, Millwaukee.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar Nieuw-York, door middel
van het stoomschip „P. Caland," ran Am
sterdam vertrekkende. Ten postkan tore alhier
moeten de brieven, enz. uiterlijk heden
avond om 10.10 (stadstijd 10.30) bezorgd zijn.
Do wijzo van vei zending behoort duidelijk
op het adres vermeld te worden.
Do officier van gezondheid 2do klasso
M. Van der "Weerd, chef van het militaire hos
pitaal to "Willemstad, wordt met 1 Mei over
geplaatst bij hot 2do bat. van het 4de reg.
infanterie te Leiden.
Op de aaubevoling voor gemeente-secre
taris to Voorschoten zyn geplaatst de heeren
E. Vernodc, gemeente-ontvanger to Krommenie,
er. L. Nedcrmeijer Van Rosenthal, ambtenaar
tor secretarie te Wageningon.
Hot Rykstolegraaf kantoor te Bodegrave
is op werkdagen open van S'/o uur 's voor-
tot 2'/2 uur 's namiddags en van 5l/2 tot
7,/2 uur 's namiddags (Spoortijd). De Zondag-
dienst ondergaat geone verandering.
De heor M. A. R9iss, directour van de
maatschappij „Zeebad Schovoningen," is heden
overleden.
Zyn stoffelijk ovorschot zal, naar wij ver
nemen, naar Frankfort a/M. worden overge
bracht, zijne geboortostad, om aldaar Donder
dag te worden teraardobesteld.
Van daar ging de overledene, die op 2G
Maart 1839 geboren werd, op zestienjarigen
leeftijd naar Rotterdam op een handelskantoor,
om in 1856 naar Indie to vertrekken en aldaar
den grondslag te leggen voor de firma Reiss
Co., te Batavia, Soerabaia en Makasser. Later
werd hij tot consul van do vrije stad Frank
fort voor Ned.-Indiè benoemd. In 1872 trok
hfi zich uit de zaken terug, woonde tot 1883
te Tarfis en nam toon do oprichting en
leiding van do maatschappij „Zeebad Scbcve-
ningen" over.
De overledene was o. a. officier van de
orde dor Eikekroon.
Het lyk wordt morgenmiddag te 2 uren
van het Kurhaus naar het Staat-sspoorstation
begeleid.
Zondag-avond overleed to 's Hertogen
bosch, in don ouderdom van 72 jaren, mr. H.
F. T. Van Scliaick, tot aan het einde van
het vorig jaar raadsheer in het gerechtshof
aldaar, ridder van den Nederlandschen Leeuw.
Hij promoveerde in 1843 aan de Leidsche
hoogeschool.
Te 's Gravenhage is een groot nationaal
schermconcours gehouden. Van don militairen
corps wedstrijd, waaraan negen corpsen deel
namen, was de uitslag als volgt:
lste prijs: zilveren medaille, geschonken
door H. M. de Koningin: da Normaal Schiet
school, t. w. de heeren W. D. Ploeg, M. F.
Graafland on P. M. Timmer.
2de pryszilv. med., geschonken door II. M.
de Koningin-Regenteshet regiment grenadiers
en jagers, t. w.: J. W. Wouters, J. J. P. De
Koning en C. v. d. Maaren.
3de prysvorg.-zilv. med.het 4do regiment
infanterie, t. w.W. H. Hoefsmit, H. M. F.
De Bont en M. Th. C. E. Broers.
4do prijs: bronz. med.: hot 2do rogimont
vest.-art., t. w.J. J. P. Alexander, W. Hoog
heemstra en P. J. Van Mcurs.
5ao prfis: Eere diploma: het alg depót van
Discipline, t. vv.D. J. S. Steenbergen, D.
Jarigsma en A. Hooykaas.
EScÉ LcSd^lic Tooneel.
Onzedelijk noemt men het Fransclio tooneel-
spel, verrijkt met cenigo gewaagde jeu de
mots; onzedelijk is de schets van eenigo
Don-Juan achlige avontuurtjes; onzedelijk de
vermelding van eenigo coups de canif, aan
hot huwelijks-contract gegeven, maar oneindig
veel onzedelijker vind ik het gisteravond hier
door het Rotterdamsch gezelschap opgevoerd
tooneelproduct „Een Huwelijk" (die Heiligo
Ebe), van Felix Hollander en Hans Land.
Hier geen modelijden, geen mededoogen
met het armo gevallen meisje, zooals in „Mar
guerite Gauthier" van Dumas fils; hier geon
welgemeende raad ten opzichte dor verleide
vrouw, zooals Victor Hugo heeft gegeven in
zijn „N'insultez jamais une femme, qui tombe"
neen, niets van dit alles; hier intogondeel een
hosanna voor de vrije liofdo, een loflied aan
het door geen echt gebonden samcnloven
gewijd; hier eeno verheerlijking der minnares,
eene verguizing dor getrouwde vrouw.
Een beknopt overzicht van het geheel diene
als verklaring dezer woorden
De eerste acte brengt ons in kennis met
Fritz Langner, directeur eener bank, en met
zijne maitresse Lize Röseler. Er bestaat eene
innige, oprechte liefde tusschen deze beide
wezens, slechts door hot toeval aan elkander
verbondenhun gelukszonnotje schijnt vrofflyk.
door do vensters heen, totdat plotseling eene
donkere wolk dien glans doet verbleeken.
Die onheilswolk is het huwelijkFritz moot,
ter wille van zijne ouders, een jeugdig meisje
naar het altaar voeren: hy bemint haar niet;
maar wat doet het er toe? Zy is schatrijk.
De tweede acte schetst ons de door do wet
en deer de Kerk gewydo verbintenis, „die
Hoilige Ehe." Veel zogen heeft dit alles niet
gebracht; het is niet eene in den homel ge
sloten vereoniging: de beide echtgenooten
sympathiseeren niet met elkander; eeno wijde,
diepe kloof houdt hen van elkander geschoiden;
er volgen hevige scènes, waarbij zy elkander
de laaghartigste verwijten naar het hoofd
slingeren.
De derde acte is slechts de voortzetting der
tweede: nieuwe onaangenaamheden, nieuwe
tooneelen, eindigende met het besluit, door
beiden genomen, om het huwelijk door echt
scheiding te verbreken.
De viordo acte voert den ongelukkigen echt
genoot weder terug in do woning dor vrouw,
die hij eenmaal hartstochtelijk heeft liefgehad
by haar wil hy troost en opbeuring vinder.
in hare armen wil hy al dat naamloozo loe-,
dat hij ondervonden en gedragen heeft, ver
geten.
Dat geluk is hom echter niet boschoren.
Hy vindt haar weer, maar nu verdorven,
gezonken tot het laagste, waartoe eene vrouw
kan dalen.
Vol walging keert hy terug, met do wonde
in 't hart, met de droefenis in do ziel, want
het doet pijn, afschuwelyk veel pyn, het
wezen, dat mon boven alles hoeft liefgehad,
in de modder terug to vinden, zooals hijzelf
verklaart.
Do toekomst is hem onverschillig geworden,
hy zal rich weer verzoenen met zijne jeugdige
echtgenoote, tor wille zijner ouders, die zco
vree8elyk opzien tegen hot schandaal eener
echtscheiding; hij zal zich plooien en nog-
43.)
Diepe ernst lag over de mannelijke trok
ken en om don mond was een trek van be
rusting, welke eene vreemde tegenstelling
vormdo met do uitdrukking van vastberaden
heid, welke anders op dit gelaat gevestigd
was. Hy was stil en afgetrokken geworden;
hjj vermeed de^menschen, maar hij sloot zijn
hart niet voor het ongeluk van anderen. Hfi
hielp mede en deed goed, ongezien on onver
moed, en onttrok zich, wanneer het bekend
was, aan de dankbaarheid, aan welke zijn
\orbitterd gemoed niet kon gelooven. Hy
trok zich de kleine dorpsgemoonto aaD, begif
tigde do kerk, verbeterde de scholen, hy sprong
by of leende, naar omstandighoden. Maar het
moest schriftelyk of door den rentmeoster
geschieden, want hy liet zich niet licht door
iemand zien, en geschieddo dit, dan konden
do boeren niet gelooven, dïit de sombere,
onvriei.delyko man zulk een menschenvriend
was. Van Paula had hy niets meer gehoord
eu by verbande niet yzeren vastheid do ge
dachten, welko hem aantrokken lot haar,
die hy nog liefhad, niettegenstaande hy haar
zoo diep onwaardig geloofde. "Wat was het
eenzaam in .Schiettendorfl Hij sidderde voor
de leege groote kamers, waai in slechts zyn
voetstap weerklonk, voor de diepe stilte, welke
hem omgaf als het zwygen des doods. Uy
smachtte naar een menschelyk geluid en
menschelyke harten en trok zich toch schuw
terug, wanneer een kennis aangemeld werd.
Wat hy miste, waren de zachte, liefdevolle
stem zyner vrouw en het heldere lachen
van zyn kind. O, wat ter wereld had zulk
oen zoeten klank als dat geluid! Hij mocht
er niet aan denken, ook niet aan het ver
loden en de toekomst, wilde by het leven
dragenen als hy het hart tot zwygen ge
bracht had, bood hy den geest voedsel, om
den tyd met zyn sleependen gang ledooden.
Hy las en onderzocht, hy bestudeerde weten
schappen en oudheden en hior vond hij, zoo
al niet troost, dan toch oogenblikkelyko
verstrooiing.
In het midden van zyn eenzaam leven
kwam plotseling het bericht tot hem, dat
zfin vaderlyk goed in Thöringc-n, dat hy in
jaren niet bezocht had, door een zwaren
brand was getroffen. Do gebouwen en voor
raadschuren waren grootcndeels onverzekerd
voornamelyk waren armere dagloonersgc-
zinnen door den brand getroffen geweest. De
bittere koude maakte den slag dubbel ernstig.
Men had wel is waar de armen dadelijk
ingekwartierd by degenen, die verschoond
bleven, of in schuren en herbergenmaar zóó
kon het niet don winter door blyven. Er
moest iets anders bedacht worden, men
moest zien, of niet een deel in de omlig
gende dorpen onder dak kon gobracht wor
den. De aanwezigheid van den baron was,
zoo niet noodwendig, dan toch te wenschen,
en daar de eenzame man geone nadere plich
ten meer had dan voor zyne onderhoorigen
te zorgen, zoo begaf hy zich, trots koude en
slecht weer, bereidwillig op reis.
En, goed voorzien van pelzen en voeten
zakken, merkte hy ook niet al to veel van
het onaangename van den tocht, to meer,
daar hy van af Heidelberg tot aan Gotha zich
aan het gemak der spoorwegen kon over
geven. Uier ochtor moest hy don spoortrein
verlaten en per rytuig verder.
De sombere hemel en het gedwarrel der
sneeyj.v waren niet geschikt hem vroolyker
te stemmen en de paarden hadden zoozeer
tegen wind en woe-r te kampen, dat de zweep
der postiljons hen weir ig tot grootcro snel-
heid vermocht a.n te dryven.
De schemering brak aan, teen zy een
dorpje doo-gingm, en op den besnetuwden
rijweg kon men niet duideiyk meer de hin
derpalen herkennen.
Plotseling reed de wagen met éen heftigen
schok tegen een tot herstelling van den weg
bestemden hoop steenen. In het volgende
oogenblik werd de postiljon van den bok ge
worpen en lag tameiyk ver in de hooge
snoenw op de dorpsstraat. Do paarden ston
den als vanzelf stil en de baron keek bezorgd
uit het rytuig.
„Gy zyt er toch goed afgekomen, vriend?"
vroeg hy den postiljon, die reeds weder bozig
was zich op te richten.
„Ja", bromdo deze, „het is goed afge-
loopen", en hy nam de zweep en wilde weder
op den bok stygen.
Gedurende het geval waren eenige nieuws
gierigen uit hunne woningen gekomen en
stonden het rytuig en den vreemden heer
aan te gapen.
„Maar gy kunt niet verder", zeide een
der boerenjongens tot den postiljon, „in dit
weer en daarby nog 's avonds l