Dinsdag 28 Februari. A'. 1893. feze <Qov.ra.nt wordt dagelijks, met uitzondering van -gan- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. GEEN VERTROUWEN. K". 10130, LEIDSCH PBXJS DEZER COUBJLNT: Toer Lalden per t maandea1.10. Vnaoo per post1.40. AJteoaderltfke Nommers0.05. PBUB DEB. ADVERTENTIEN Ten 18 regel» ƒ1.05. Iodere regel meer ƒ0.17^ Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het mc&aseeren buiten de Htad wordt ƒ0.05 berekend Dit uommer bo<*tii:iL uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 27 Februari. Naar wij vernemen, vordert de Commissie, welke zich hier ter stede gevormd heeft om het gouden jubilé van Z. H. den Paus foes- telyk te herdenken, zeer goed met hare voor bereidende werkzaamheden. Het programma voor de feestviering, welke in de Stadszaal zal plaats hebben, is reeds vastgesteld. Men -/.al beginnen met liet ..Alleluja" van H&ndel, waarna de eerw. pater H. Ermann, S. J., van het gymnasium te Katwyk, eene feestrede zal uitspreken, daarna pauze en na de pauze uitvoering van de cantate „De Kerk in Neder land en het Pausschap" van den zeereerw. heer Lans, waar by een 12-tal tableaux-vivants ■opgevoerd zullen worden. De heer De Goey zal dien avond het ge mengd koor dirigeeren. De commissie is er in geslaagd zich de medewerking te verzekeren van bekende krachten op muzikaal gebied, zoodat wjj met zekerheid kunnen voorspellen dat den bezoekers dien avond een waar kunst genot wacht. De eerste repetitie heeft plaats gehad. De datum voor de feestviering is nog niet vast gesteld. De Raad der gemeente Leiden zal op Donderdag den 2den Maart a. s. eene verga dering houden. Prof. dr. J. J. M. De Groot alhier is benoemd tot bestuurslid van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Ned.-Indie. Prof. dr. G. Schlegel is als bestuurslid af getreden. De commies der posteiijen 2de kl. F. \V. li. Rtyke wordt 1 April verplaatst van 's--Bosch naar Amsterdam; id. 3de kl. J. J. K:ps, van 's-Gravenhage naar Leiden. By de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes, in partyen van 10 en 5 Hec toliters, waren de hoogste pryzen: ƒ4.60 en J 2.10; de laagste: 4 en f 2. Men schryft ons uit Leiderdorp Alhier heeft de openbare samenkomst plaats gehad, uitgeschreven door de afdeeling „Lei derdorp en omliggende gemeenten" van de Nat. Chr. Geheel Onthouders-Vereeniging." Het ruime schoolgebouw, waarin de samen komst werd gehouden, daartoe welwillend door het gemeentebestuur afgestaan, was goed bezet. Als sprekers traden achtereenvolgens op de heeren: G. Van Herwaarden, oud-officier der Kon. Ned. Marine, C. Geel, directeur der Martha Stichting te Alfen, en prof. dr. J. J. P. Valeton, oud-hoogleeraar. Bovendien ver leende de Chr. Zang- en Muziek-Vereeniging „Euphonia", van de Martha Stichting, hare ge waardeerde medewerking. Nadat het openingslied door de vergadering gezongen was, met begeleiding der koperen instrumenten, opende prof. Valeton do samen komst met gebed. Onwillekeurig is zeker wel by menigeen by het hooron van dezen hoogbejaarden spre ker het woord van den Psalmist te binnen geschoten: „Die uwe jeugd vernieuwt als eens arends en In hunnen gryzen ouder dom zullen zy nog vruchten dragen." Ver volgens werden door de vergadering het 1ste en het 2de vers gezongen van Ps. 150, ook dit. ovenals de nog door allen te zingen verzen, met begeleiding van het fan fare-corps, dat, nadat vooraf het zangkoor het lied „Dank voor het Evangelie" gezongen had, „de Engelen zang" ten geboore gaf, welko byzonder schoon werd uitgevoerd. Als eerste spreker trad nu op de hoer G. Van Herwaarden, die er op begon te wijzen, hoe de geheel onthouding, vroeger eene geheel onbekende zaak, thans een der onderwerpen van den dag is geworden. Ky toonde het practisch voordeel der geheel-onthouding aan door iets mede te deelen van den Engelschen generaal Pardes, die vergelykendo proeven deed met soldaten, die matig dronken, en met hen, wien by alle gebruik van sterken drank had verboden. De uitkomst leerde, dat het werk, dat de geheel onthouder^ hadden ver richt, beter was dan dat der anderen. Om allen twyfel weg te nemen, keerde de gene raal de rollen om en gaf drank aari degenen, die zich daar vroeger van hadden onthouden, en den anderen verbood hy nu het gebruik. Ook nu bleek het, dat de niet-drinkers het beste werk hadden geleverd. Niet alleen is dit in deze zaak bewezen, maar ook de Noordpool- expeditie van John Brosse en generaal Wosly heeft eveneens met geheel-onthouders schitte rende tochten volbracht.VerscheideneEngelsche levensverzekeringen staan aan onthouders eene vermindering van promie toe, zoozeer zyn zy er van overtuigd, dat de onthouding eene groote rol in den levensduur speelt. Met verschillende cyfers uit do statistiek toondt» spreker zulks aan. Hij vergeleek verder den sterken drank met do cholera en beweerde, dat alle epidemieën niet zulke verwoestingen aangericht hadden als de jenever. Hy waar schuwde de onthouders tegen eene vereering der onthouding zelve en wees er op hoe Hiskia de koperen slang verbryzelde, toen het volk Israël haar tot een voorwerp van aanbidding begon te maken. Als oud-zeeman nam de geachte spr. hot beeld der reddings boot en bracht dit in breede trekken op duidelyke en boeiende wijzo over op den arbeid der geheel-onthouders. Na nog een schoon gedicht, toepasselijk op het doorhem aangehaalde beeld, voorgedragen te hebben, eindigde spr. zyne rede, waaruit, hetgeen ook met die der andere sprekers om de beperkte ruimte zal geschieden, slechts enkele punten zijn of zullen worden aangestipt. Alsnu trad de heer Geel op, doch eerst werd door de vergadering gezongen Ps. 89 1 en zong het koor der Stichting No. 6 van het programma, „Ontwaakt, gü die slaapt, maakt u op, want uw Licht komt". De heer Geel wees er op, wat de satan den mensch geeft, wanneer hij dorst heeft: vocht, dat in plaats van den dorst te lesschen dezen telkens grooter mankt, totdat hij op het laatst onver zadigd] yk en brandend is. "Welk een tal van slachtoffers van den drank Gy vindt, zo in de gasthuizen, krankzinni gen gestichten en gevangenissen. Hoeveel kinderen zijn er wel niet in de Martha-Stichting, waarvan do drank middel- lyk of onmiddellyk de oorzaak is! Eén onzer verpleegden, zoo ging de heer Geel voort, een jongetje van omstreeks 8 jaren, werd door zijn broer op do Stichting gebracht, nadat hy het den vorigen dag dronken naast zijne moeder vond liggen, die zich in dien zelfden toestand bevond. Nog altijd, wanneer men met dat kind spreken wil, houdt het werktuiglijk de hand voor den mond, alsof het vreesachtig is, dat men nog de jenever lucht zou ruiken. Dat kind was letterlykvan jmgsaf tot genoemden leoftyd met jenever grootgebracht. Een meisje in Amsterdam werd door medelijdende buren dikwijls aan kleederen geholpen, maar steeds bracht haar moeder zo naar den lombard, om het geld aan drank te besteden. Spr. wilde niet méér dergelijke tafereelen modedeelen, hoewel hy, sinds jaren als evangelist te Amsterdim werkzaam, de ellendige gevolgen van den drank van zeer naby gezien heeft. Spr. bepaalde zich vervolgens by het beginsel der liefde tot de verlorene wereld en kan zich byna geen christen voorstellen, die zich niet geroepen gevoelt anderen te helpen. Den besten naam, dien hy voor dezulken weet, is dio van vromen egoist. Na nog eenige rnededeelingen betref fende de Stichting gedaan te hebben, waarbij vernomen werd, dat dagelyks 5 mudden aardappelen en minstens 1000 sneden brood werden verbruikt, beval hy ten zeerste de nu te houden collecte aan on zong de vergade ring intusschen „Een vaste burcht", gevolgd door het spelen van No. 8„Or.s huis", door het Muziekcorps, waarna prof. Valeton optrad. Z.Hooggel. begon ongeveer aldus: Er is iets zeer welsprekends en opmerkelijks, mijne toehoorders, in de twee bestanddeelen onzer vergadering Beide hebben niets met elkander gemeen en behooren, hoe schynbaar verschillend ook, toch bij elkaar. Hier wees spreker op do ver pleegden der stichting, voor een zeer groot deel levende bewyzen van de gevolgen der ellende, die de sterke drank veroorzaakt. Daar eene vergadering, die zich ten doel stelt dien diep gewortelden kanker onzes volks zooveel mogelQk tegen to gaan. Achter mij vertegenwoordigers eener Slich ting, die zich beóogt de geslagen wonden met Gods hulp naar vermogen te genezen, vóór my eene vergadering, die in Gods kracht trachten wil ze te voorkomen, 't Is dan ook niet alleen het misbruik, dat zulke verschrik- kelyke gevolgen teweegbrengt, maar juist uit dat daaglyksch gebruik,is deze ellende voortgekomen. Dit vindt plaats zoowel onder den kleinen als den grooten stand. Iedere ge legenheid wordt aangegrepen om te drinken. In letterlyken zin vergezelt de bedwelmende drank den mensch van de wieg tot het graf. By de geboorte, den doop wordt gedionken en zoo gaat het door op den trouwdag en hy iederen verjaardag, ja, ook zelfs op den dag der begrafenis moet de drank aanwezig zyn om voor velen nog tot troost te dienen. Één ding is zekerdat het drinken nooit zoo schijnbaar noodzakelyk geweest is als juist in den tegenwoordigen tyd. Men wordt byna als krankzinnig beschouwd, als men met die gewoonte niet meegaat. Ik vertrouw (de 77-jarigo spr. is zeer hard- hoorend) dat de aanwezigen van de vorige sprekers voldoende feiten hebben gehooid. "Welnu, ons beginsel is, gedrongen door de liefde van Christus, de bron te stoppen, waaruit al die ellende voortkomt, torwij} weer anderen, zooals broeder Geel, de heeren Van 't Lindenhont, Pierson, enz., die wonden zoeken te genezen en de ellendige gevolgen trachten te verzachten. En ik hoop daarom, 4!.) En alle*: komt toch van kaar; hier is zy geboren, net was h&ars vaders slot, en nu <loet de baron alsof hy haar slechts er uit* kou werpen. Nu, God vergeide kot hommel, zoo moet een ebrislencnensch biddenik zou niet graag zyne schuld op het geweten heb ben, maai de voorname Jui hebben een ruimer geweten dan wy." „Daar komt zy", jluisterde het kamer meisje, toen Paula, wel is waar bleek, maar uiterlyk rustig, op den arin van den rent meester Kirn geleund, uii hare kamer in het voorhuis trad Den ouden man scheen hef" hart te zullen breken, hy weende als een ki\id, en hoewel Paula aan niemand gezegd had hoe lang zy' dacht weg te biy ven en waarom zy zoo plot •soling vertrok, toch voelden allen, dat er iets bitters en geheimzinnigs in dit afscheid lag. „Vaarwel", zeide zij bewogen en weerhield met moeite hare tranen, „vaarwel", /jn zy reikte dezen en ganen de hand, „blijft b/aaf en vergeet my niet! Groet den dokter van harte van mijverzo ht zij den ouden Kirn, 1 „zeg hem dat ik er zóó naar verlangde zoo spoedig mogelyk van de vrijheid'gebruik te maken, welke hij voor myn herstel geboden heeft, en zorg dat de baron dadelyk den brief in handen krijgt, welke op zijne schryl- tafel ligt." Zy knikte nog eenmaal allen toe en steeg toen snel in het open rytuig. .Sybilla volgde met het kind, Martin sprong op den bok en Paula reed naar buiten in de lachende, vroo- Ujke wereld, met tranen in de oogen en wanhoop in het hart, eene droevige toekomst te gemoet. Toen de dokter kwam, was hij verschrikt Faufa niet meer te vinden. Hare gezondheid kon wel is waar de reis verdragen, maar by voelde eene onaangename verantwoordelykheid tegenover den baron. Dat had hy met ver wacht en hij wilde met den ouden Kirn over leggen of het geraden zou z(jn, haar weder in te halen en tot voorloopigeri terugkeer te bewegen of ijlings den baron er vau te verwittigen. Maar met den rentmeester was niets te beginnen; sedert dien on gelukkigen nacht was' hy als kindsch geworden en de eed, dien hij den graaf gedaan had, om te zwijgen,, kwelde hem. Het kwam hem voor als een j bedekken zyrier eigen misdaad, zooals hy - lammerend het ongelukkige voorval noemde. Hy hield vol, dat de dood der gravin de oorzaak van alle verdere ongelukken geweest was, on reeds aan het sterf bed van den graaf had de dokter do grootste moeite den rent meester tot stilzwygen te bewegen. Ook heden had d.it ééne denkbeeld hem weer bemach tigd en de dokter werd er ernstig boos over. „Zyt gij een kind, Kirn?" vroeg hy ont stemd. „Wat hebben de voorvallen van dien nacht met de geschillen van deze echtgenooten gemeen en welk verband kan zelfs uwe warme fantasie daartusschen brengen? Met u is niets aan te vangen en het zal mij in het geheel niet verwondoren, wanneer gy spoedig geheel vergeet, wat gij den graaf met uw woord bezegeld, wat gy in de koude hand beloofd hebt. Wanneer gy u werkelijk als mensch geroepen gevoelt een ongelukkig toeval te boeten, gelooft gy dan, dat het geschiedt door tegenover de dooden uw woord te breken Kim zuchtte en de dok-ter vertrok. Hy had reeds overlegd dat het onnoodjg zou zyn Paula in te halen, hy kende hare beslistheid en onbuigzaamheid bij eenmaal gevatte be sluiten. Maar hy schreef aan Alexander om standig en nauwkeurig het gesprek van een vorigen dag en Paula's afreis op heden. Na twee dagen kwam Alexander terug, verstoord, zooals het scheen, maar zonder den verbaasden bedienden naar zyne vrouw te vragen. H\j ging in zyne kamer en zyn eerste, onderzoekende blik viel op de schrijftafel. Daar lag Paula's brief en vol sidderend onge duld brak hy het zegel open. „Alexander", schreef zy, „ik ga, en dat zonder wrok, dit is myn laatst vaarwel! liet woord, het verschrikkelijke woord, dat. gy Uitgesproken hebt, dat de lente van myn hart, hoop en geloof, vrede en geluk, slechts niet de liefde doodde, dat woord is ook myn afscheidswoord. Geene uitspraak der wet zak ons scheiden; ik zou zondigen, wanneer ik daartoe inwilligde, want ik weet, - en dót ik dat weet is myn steun in deze stormen, dat ik uwer nog even waardig ben als op den dag, toen ik uwe trouwe vrouw, uwe u vertrouwende, van geluk stralende vrouw werd. Ja, laat my het zeggen: ik ben uwer zelfs nog waardiger dan toenwant, hoe gy my ook krenkt, hoe gy my ook vernedert i door uw verschrikkelyk vermoeden, ik heb u toch nog lief in al de doodelyke smart, die myn hart gevoelt, en bid God dat Hy u ver- geve zooals ik het doe. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1