Weer een groote brand te Amsterdam.
Nog geen paar maanden geleden werden
door de Amsterdamsche brandweer alle krach-
ton ingespannen om de broodfabriek „De Haan",
voor drie of vior jaar gedeeltelijk verbrand,
voor eene nieuwe ramp te behoeden. Een
aangrenzend huis stond in brand en het ge
vaar was groot. Met moeite werd het bezwo
ren, ongelukkig slechte voor korten tyd.
Immers, gisteravond te ruim elf uren brak
een ontzettende brand uit in de broodfabriek
„De Haan", aan do Valkenburgcrstraat.
Door de gehoele stad kon men den hellen
gloed zien en ieder, die op straat was, stormde
in do richting, waar het vuur zoo despotisch
heerschte.
Langs do anders zoo stille straten zag men
honderden 3nollenieder, die hot licht gewaar
werd, schrikte op en verliot zyne woning.
Onbeschrijflijk was het gedrang op sluizen
en grachten, waar men „goed kon zien", een
voortdurend gejoel, een gegons van ontzetting
hoórdo men overal in don omtrek.
Ta don aanvang was de angst der zoo
licht bewogen bevolking van hot eiland Marken,
waarop de broodfabriek stond, en dus midden
in eono der dichtstbovolkto buurten der stad,
zóó groot, dat sommigen flauw vielen en
naar het Binnengasthuis gebracht werdon.
De politie had eene zware taak om do steike
menigte op een grooten afstand to dringen
van de kolossale fabriek, daar de invallende
muren ver opspatten in gruis naar alle
richtingen.
Hot was een reusachtig, verbeven schouw
spel 1
De „Jan Van der Heijden" lag dreunend met
zyn kleine lichtje op 't zwarto water van den
Zwanonburgervaart, dat dampte van do hitte.
Van don onder-commandant Meijer, die het
blusschingswerk leiddo, verkrogen eonigo jour
nalisten verlof in eene brandweersloep in de
Zwanenburgervaart, in 't front van den brand,
hot snel voortwoekeren der vlammen to volgen.
Tusschen de Valkonburgerstraafc on de vaart
is hot groote terrein gelogen, waarop verschil
lende bakkerijen, oen viertal pakhuizen, de
molen, tiet kantoor on onkele loodsen zich
bevinden. Daarnaast is do stalling dar paarden,
terwijl op de binnenplaats behalvo een groot
aantal broodwagens oeno hoeveelheid kolen
en gruis en een paar vaten petroleum lagen.
De laatste worden, ton einde brandgevaar te
voorkomen, met natte doekon tegen den
nederdalonden vonkonrogon beschermd.
Dg brand ontstond op een pakzolder boven
eene der bakkerijen er zijn beschuit-, brood-,
pain de luxe en water-en-inolk-bakkeryen
in hot middelste gebouw. Op dal oogenbllk
was do nachtploeg, een veertigtal personen,
reeds eenigon tijd aan het werk. Zoodra het
vuur werd opgemerkt, trachtten eenigen hunner
dit door middel der op de fabriek aanwezige
kranon te blusschen. Spoedig bleek hun dit
onmogelijk; de vlammen, gevoed door licht
brandbare stoffen, grepen zóó snel om zich
heen, dat eene poging om don brand in den
aanvang te stuiten, onbegonnen werk scheen.
Onmiddellijk word de brandweer gealarmeerd,
welko spoedig met groot blusscbingsmatorieol
op het terrein verschoon. Dewijl de vlammen,
den omtrek hol verlichtend en op grooten
afstand zichtbaar, een steeds meer dreigend
aanzien kregen, waren in korten tyd van de
meeste kazernes de stoomspuiten aangerukt,
welke op de brug in do Valkenburgerstraat
werden geposteerd, van waar eon kruisnet van
buizen, door welke men zich slechts met mooite
een doortocht kon banen, naar de fabriek
werd gelogd De „Jan v. d. Heyden" gaf met
hare stralen aan do achterzijde water.
Spuitgasten klommen op het dak, waaronder
met groote kracht het vuur woedde, dat
intusschen reeds balkon en stutten en den
geheolen inhoud had vornield.
Kloek vervullen de brandwachts hunne taak.
Te kloek zelfs.
Angstig is het hun werken gade te slaan.
Vlak voor het brandend gebouw, welks muren
reeds krommen, staan eenige pjjpvoerdors.
Op hot dak van een aangrenzend gebouw
staaf oon andero, allen kalm hunne straalpljp
richtend op do door do officieren aangewezen
plaats.
Ju'st te middornacht hoorde men een kra
kend geluid. Een groot deel van den gevel
valt in. De groep mannon is verdwenen. Een
dimpMide, rookende, gedeeltelijk nog vlam
mende puinhoop ligt op do plaats, waar de
mannon stonden.,
Eenige brandwachts naderen: onder den
puinhoop boweegt zich iets, snel springende
brandwachts toe en halen onder het puin
hun kameraad Fritz te voorschijn, door het
vallende puin van een vry hoog dak geworpen.
Liggen er Dog meer? Voor hot oogenblik
is dit niet te boslissen, want het gevaar neemt
toe, en het ware meor dan roekeloos, het is
door den vuurgloed onmogelijk nu den puin
hoop op te ruimen.
Maar als eon kwartier later do felheid dor
vlammen iets verminderd is, wordt een on
derzoek ingesteld, waarbij men den portier
dor fabriek "WieriDg vindt. Beide mannen zyn
zwaar gekwetst en worden por brancard naar
hoe gasthuis vervoord.
Tntusschon waren do beide bruggen, de ver
binding der magazijnon met den molen, waarin
zoer kostbare machinerieën, buil- en maal
machines, pletwalsen en vier stel steenen, eone
groote waarde vertegenwoordigende, door het
vuur aangetast.
De werklieden der fabriek, die zoo onver
wacht uit de bakkerijen waren verjaagd en
thans op de binnenplaats het ontzettend
schouwspel gadesloegen, voorspelden niet veel
goeds.
In den molen toch met het opgestapelde
graan en meel, do drijfriemen der kostbaro
machines, met olie en vot besmeerd, en met
andere licht ontplofbaro stoffen, vond het vuur
maar al te gemakkelijk zyn weg.
Bovendien had men, toen do eerste berg
plaats brandde, een gedeelte van de daar
voorhanden 5000 Kg. brood en Paasch-brood
overgebracht naar don molen „De Haan". (De
meelfabriek lioot „De Amstc-1".)
Geen wonder dus, dat in een oogwenk de
molen bestaande uit vier verdiepingen, in lichter
laaie stond. Eerst groote rookwolken en hier
en daar oen gloeiend stipje, dat langer en langer
wordt; eene kleine gloeiende lijn is zichtbaar,
deze wordt breeder en breeder. Eindelijk laat
de reet eene kleino vlam door. Het inwendig
woedendo vuur heeft een luik vornield. De
vlam wordt grooter en groot er. Het licht
wordt holler en holler en de weerkaatsing op
de huizon aan do overzijde van het water geeft
langzamerhand gelegenheid don omtrek van
het gebouw te zien. Het is dertien ramen
breod, vier verdiepingen hoog, heeft con hoog
dak en is zeor diep. Voor het gebouw staat
een groote houten elevator. Langs het gohoele
gebouw loopt een smalle houten steiger.
Onmogelijk het nu volgend tooneel te be
schrijven. Do vlammen woeden feller en feller,
slaan vóór on achter uit.
Veertigmaal bei haalt zich het pogen der
vlammen om door een luik naar buiten te
dringen. Do vuurregen neemt toe.
Het vallende hout stoekt 't plankier in brand.
Af en toe hoort men in liet gebouw zware
voorwerpen vallen. Langzaam komt er werking
in do muren, welke kromtrokken Eerst jvalt
oon dakvenster, dan te 10 minuten over half-
óén een groot deel van den gevel. Steeds
neemt het vuur toe. Tien minuten later valt
weder een gevel, thans gedeeltelijk in het
water, dat door don gloed roods lang als een
ketel dampt.
De overkant van het water, tusschen do
diamantslijperij van Gebr. Boas en de brood-
fabriok „De Leeuw", waar tal van nieuws
gierigen oen goed gezicht hadden op het
ongewoon tooneel, was fantastisch verlicht.
Een drietal dikke waterstralen was thans
op den brandenden molen gericht. Deovorige
stralen bluschten in de aangrenzende maga
zijnen het vuur, dat daar nog steeds voort-
smeulde en nu in omvang toenam, of bovoi-
hgden de naastliggende perceeleu tegen vurige
brokken, welke door de lucht fladderden en
op de daken noerkwamen.
Tegen kwart voor éénen deod een ontzettend
geraas zich hooren. De elevator aan do achter
zijde van don molen stortte brandend in het
water, waar de stukken sissend ondergingen.
Hoog in de lucht, fel beschenen door den
rossen gloed, de telephoor.draden, geblakerd
door de groote hitte, welko de omstanders
uit de nabijheid verdrijft Het gebouw brandt
steed9 voort. Alles zakt en krimpt.
Plotseling verdwijnen de telephoondraden
met geraas en gerommel, drounend en ker
mend valt het telophoonrek boven van den
molen, een holsch leven makend als een
donderslag vlak boven de stad.
Knetterend on sissend klotst hot zware
geraamte in het water, dat hoog opspat als
eono fontein en een kraclitigen golfslag geeft
aan de anders zoo rustige gracht.
Do spanten vallen; de kozijnen staan
scheef, de geheele molen brandt langzamer
hand weg. Aan redding valt niet to denken.
Omtrent het ontstaan van den brand wordt
nader o. a. het volgende gemeld
De fabrieken worden geëxploiteerd door eene
maatschappij, waarvan do heeron De Haan
en Kaiser directeuren z\jn.
Do eerste zat in zijne woning, grenzende
aan de fabriek, kaart te spelen, toen de por
tier hera kwam molden, dat brand was ont
staan, waarschijnlijk op don zakkonzolder,
boven de bakkerij.
Toen de directeur daar kwam, zag hy don
brand wooden in de bergplaats, waar graan
en meel lag opgestapeld en 20,000 pond van
oone bestelling voor 100,000 Paaschbrooden.
Volgens den eon was hiervan 40,000 kilo
afgeleverd, volgons anderen nog niets. Juist
gasteren was eeno grooto scheepslading lange
turf op don turfzolder gebracht.
Do directeur, die de eigen bluschmiddolen
in gebruik deed nomen cn oen deel van den
voorraad naar don molen liet overbrengen,
g tig naar hot kantoor en redde den polis. De
fabriek is per beurspolis verzekerd. By do
komst der brandweer, welko te 11 u. 27 m.
word gealameerd, stond alles in lichterlaaie.
Do betaalmeester der fabriek had juist dien
avond eene groote som ter uitbetaling ont
vangen, welke hy in veiligheid wist te brengen.
Het kantoor, waarin de boeken, en do
beschuit fabriek en do binnonzolder, waarop
oone grooto hoeveelheid krullen en brandstof,
zyn gespaard gebleven.
Do Israëlielische bakkerij stond met het oog
op den ingetreden Sabbath stil.
Door dewed, v. Kollem, Yalkenburgorstraat
257, werden do bewoners der aangrenzende
huizen, die brandgevaar vreesden, liefderyk
opgenomen.
Tón govolge van den brand zyn ongeveer
tweehonderd man, werkzaam aan de fabriek,
tjjdeiyk buiten werk.
Om halfvier brandde do meelmolen nog
steeds voort, thans aan de voorzijde, zoodat
ook do daarachter liggende pain-do-luxe bakke
rijen gevaar liepen.
De brand in de aangrenzende perceelen
werd door het krachtig optroden der brandweer
bedwongen.
Do persoonlijke ongelukken zijn by do twee
bovenvermelde bepaald gebleven.
De brandwacht Ottho was by na ouder een
vallenden muur gekomen, en werd reeds ver
loren geacht, toen het bleek dat hy zich
door een kranigon sprong gered had.
Van do uitgestrekte verwoesting is van
do straat niets to zien.
Het ,jHbl." van hedenavond bevat nog het
volgende:
Alles werkte mede om het blusschingswerk
moeilijk te maken; vooral door do ligging van
do fabriek „De Haan", waardoor het feitelijk
onmogelijk was de vlammen te naderen, zonder
zich aan groot gevaar bloot to stellen. Na
middernacht, toon do „molen" in brand stond,
was van blusschen zelfs geen sprake; het
reusachtige gebouw met zijn kostbaren inhoud
was verloren op het oogenblik dat het door het
vuur werd aangetast. Eerst later, toen de gloed
wat minder wa^, kon de „Jan Van dor Heyde",
wolko eerst voor de bakkory had gelegen, naar
do overzijde van den „molen" worden verhaald
om van daar met één reusachtigen straalde
nog steeds opstygende vlammen te dooven.
Telkons wakkerde het vuur weer aan, en zelfs
by drieën was in verwydordo deolen der stad
de vuurgloed nog te zien.
Op dat uur was de toestand zóó, dat de
commandant or aan kon denken enkele stoom
spuiten buiten working to stellen en te doen
inrukken. Te halfvier waren nog driestoom-
spuiton aan het werk. maar ook deze konden
toen het werk staken.
De verdere bowaking werd daarna aan de
„Jan Van dor Hoyde" en aan eenige Vecht-
kranen overgelaten.
Zooals reeds werd gezegd, was er voor
het publiek niets te zien: in tallooze gangen
en slopies \erdrong men zich, om ton minste
eon blik te werpen op don vuurgloed, of op
do hel verlichte gebouwen aan de overzyde
dor vaart; maar geen 200 personen hebben
het schouwspel in al zijne grootheid gezien.
Do ruïne is grooter dan sinds jaren te Am
sterdam is gezien, daar het vuur over veel
grooter eppervlakto woedde dan by de groote
branden, welko do laatste jaren de Brouwers
gracht teisterden.
In den nacht had men uit de huizen in de
Valkenburgerstraat oen indrukwekkend ge
zicht op de vernielde gebouwen. Aan die
zyde was de gevel van den „molen" geheel
in zyn verband gebleven en achter de ruim
50 ramen zag men don vuurgloed, by elke
verdieping in felheid stygende. Op den voor
grond stonden een paar bygobouwen, op
welker daken de brandwachts rustig zaten,
steeds den straal op de vuurmassa richtende.
Zondag zal hot publiek zeker wel gelegen
heid hebben daar de verwoesting te zien,
want nauwelyks had in de Houttuinen een
der verslaggevers zich in eene woning een
plaatsje verschaft, waar men ten minste iets
kon zien, of men besloot cr een voordeelijo
uit te balen. Voor 25 cents kondon de dames
en Leeren binnentreden. En er werden heel-
wat kwartjes ontvangen. Toch moet erkend
worden, dat do pers overal bereidwillig werd
geholpenin eene woning in de Houttuinen
werd zelfs eene kamer voor haar opengehouden.
Gemengd Nieuws.
Hedenmorgen kregon wjj bezoek
van don heer R. Broesterhuizen, kastelein in
h*t Stationskoffiehuis aan de Haven No. 40.
Hy had een met helder water gevuld bier
glas medegebracht en daarin bevond zich
eenelevende 6lak!
Waarom hy met dit glibberig diertje naar
ons was toegekomen, opdat wy het zouden
ZlOD?
Eenvoudig omdat hij hot van ochtend om
11 uren uit do duin- waterleiding had getapt
Het was geen slak j e, maar eene slak, welke,
t)on zy uit de voor haar vreemde waterkraan
to voorschyn kwam, eene lengte had van
ongeveer 15 centimeter.
Do hoer Broesterhuizen deelde ons mede
dat twee personen, die by deze gebeurtenis
aanwezig waren, een en ander kunnen ge
tuigen.
Hy nam de slak weer mee, maar zeisten
zijnent voor belangstellenden te bezichtigen.
Biykens eene in hot by dit nom-
mer behoorend vierde blad voorkomende
advertentie, opent de heer C. J. B. Van der
Upwich hedenavond zynjschoenen, en laarzen-
magazyn op den Nieuwen Ry'n No. 6, by de
Vischbrug, na enkele jaren in de Pieterskerk-
koorsteeg gevestigd te zyn geweest.
Die verandering is voor de zaak eene ver
betering, want achter den winkel kan de heer
Van der Upwich thans over eene flinke pas
kamer beschikken, zeer ton gerieve van zyno
begunstigers.
Overigens is de winkel zelf wel niet zoo
groot als meDige andero, maar voor hot doel
toch ten zeersto geschikt.
De nette uitstalling komt er o. a. voldoende
tot haar recht.
Het is gebleken, dat het gereed-
schap, waarmede de persoon Arendse, alias
Maaswinkel, hier ter stede door de politie is
aangehouden, in het begin dezer week op
hot terrein van eene in aanbouw zynde villa
to Voorburg is ontvreemd.
Het aangehoudene is echter slechts e;?n
gedeelte van hot den werklieden ontvreemde,
zoodat alsnog worden vormisteen gusbeitel,
een kaniboitol, vier blokschaven, gemerkt
P. T M., drie filiceerschaven, twee hol en
en eene rond, gemerkt, evenals nog eene tand-
schaaf, P. T. M., negen steekbeitels, een
passer, gemerkt N. v. d. B., eene nyptang,
een yzeren hamer, een koperen schietlood,
oene handzaag, eene blokschaaf en eenekui-
konboor; de drie laatste stukken gemerkt E. d L.
Do commissaris van politie alhier verzoekt
dengenen, die voormeld gereedschap mochten
gekocht of in bewaring genomen hebben,
daarvan ten zynen bureele medodeeling te
willen doen.
Door do rechtbank te 's-Giaven-
hage is do jongeling H. d. H., ter zake van
het verstoren eener godsdienstige byeenkomst
van 't Leger des Hoils alhier, waaiby bil
verzet tegen de politie pleegde, tot 3 dagen
gevangonisstraf veroordeeld.
De toestand van vrouw Alikot
te Amsterdam was volgens verklaring der
geneesheeren veel gunstiger, zoodat alle hoop
op herstel bestaat.
Het lykje van oen der kinderen, die zoo
jammeriyk by den brand op de Geldersc'ae
Kado om het loven kwamon, nl. dat van het
5 jarige meisje, dat nog het best te herken
nen was, is naar het scbouwlokaal aan de
Weteringschans gebracht. Er wordt nl. onder
zocht in hoeverre het gerucht wsarheld bevat,
dat de benedenbewoonster, vrouw v. d. Heul,
by wie de brand ontstond, hare bovenbuur
vrouw niet zou hebben gewaarschuwd.
Viouw Van der Heul, die door het ge I
beurde geheel van streek is en zelfs ten huize I
barer bloedverwanten in de Commolinstraat, I
by wie zij tydelyk inwoont, eene bloedspuwinzl
moet hebben gehad, is door de politie gehooril
en heeft verklaard dat zy tot tweemaal t el
vrouw Alikot had gewaarschuwd.